Concours de jeunesse - Bezoek burgemeester van Albury GEVAARLIJK SPEL 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. TWEE AARDIGE DEELNEEMSTERS aan het concours de jeunesse, voor kinderen met hoeden op 't Kurhausterras te Scheveningen. DE BURGEMEESTER VAN ALBURY de heer Alfred Waugh op Schiphol. Op het terras. Rechts de bekende K.L.M.-piloot Mol, in het midden de heer WaughJ en. links mevrouw Mol. mmKm "Tc NEDERLANDSCHE ATHLETIEK KAMPIOENSCHAPPEN TE AMSTERDAM. De finale 100 M. hardloopen. V.l.n.r. Berger, Osendarp (kampioep), van BevereD, en Boersma. INTERNATIONALE ZEILWEDSTRIJDEN van de Kon. Zeil- en Roeivereeniging op het IJselmeer nabij Amsterdam.. De „Zomerland" van den heer J. Doeksen. DE ATHLETIEIvKAMPlOENSCHAPPEN - te Amsterdam. H. G. J. de Bruyn, kampioen kogelstooten en discuswerpen. GEZELLIGHEID SR1T MET BEHEN DIG HEID SR1T van de Amsterdamsche H.D.-club. Het rijden over.de motor wip. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 28) ..Ja, u heeft het verdiend", antwoordde «e baron en toen Guy de minachting in zUn stem hoorde, had hij niet meer zoo'n «eeselijke hekel aan hem. Maar baron branden ging spoedig met zijn gewone Mnzaamheid voort: „Ik kan u maar een Paar dagen geven om deze inlichtingen te verkrijgen". ..Guy stak de hand uit. „Mag ik het gdld "li hebben?' 'vroeg hij kalm. °e banknoten werden hem overhandigd tlL-K beS°n ze zorgvuldig na te tellen, sloet de h^011 hem sarcastisch gade- laatst|U" Z'en' da' k0*' 'n orde 's"' ze' de h.Maar Guy ging door met tellen en toen alJ klaar was, knikte hij. a111 orde", zei hij drooges. uebaron stond op en reikte hem dit- mji? e' de hand. Op de een of andere jze waren zijn manieren veranderd. Guy JJLJJ zijn speelgoed, zijn werktuig ge- t« „en als zoodanig scheen hij hem nu 18 beschouwen. vrölfï™1 even d". ontvangbewijs", Wo?8 hy plotseling. Ah noodzakelijk?" •Absoluut, Het is eenvoudig een formeele erkenning, dat u vijfhonderd pond van me ontvangen heeft". Ik geloof niet. dat het hindert", mom pelde Guy, terwijl hij zijn handteekening zette. De baron glimlachte terwijl hij zorg vuldig het papier opvouwde. „Telefoneer me als u er mee klaar is", beval hij. „Ik verwacht volkomen en on middellijke gehoorzaamheid aan alle be velen, die ik u zal geven". „Loop naar den duivel", zei Guy opzet telijk ruw. „Ik mag een beetje temperament wel. Ik houd van oprechtheid. Ik heb u naar li chaam en ziel gekocht, u is mijn dienaar". „Hoe komt u daaraan?" „Omdat ik de zweep in de hand heb. U is nog steeds officier van de Britsche ma rine en i k heb dit document. Ik zeg u dit, opdat u den toestand goed zult begrijpen. Ik verlang heeiemaal niet met u te twis ten zoolang als u uw werk doet. Maar er mag geen sprake zijn van terugkrabbelen. Ik zal mijn woord houden, u zult goed be taald worden. Begrijpt u me?" „Ik vermoed, dat ik mezelf in uw macht heb gegeven en wanneer ik me niet ge draag zooals u wenscht, zult u me bij de admiraliteit verraden". „Daar komt het ongeveer op neer. Het is beter dat u maar in eens uw positie be grijpt. Ik ben overtuigd dat ik u niet zal behoeven te dreigen, maar het is mijn ge woonte ronduit te spreken. Het voorkomt een massa onaangenaamheden later. U neemt het me niet kwalijk?" „Waarom zou ik? Het is gewoon een zakenkwestie". zei Guy bedaard. „Mijnheer Hallam, u is een buitengewoon verstandig jongmensch. Ik geloof dat wij goede zaken samen zullen doen. Tot ziens". „Tot ziens", zei Guy en toen de deur dicht was gevallen, bleef hij op de bank noten staren met een bitteren glimlach op zijn gezicht. HOOFDSTUK XVIII. Het dreigement van den baron was Veel- beteekenend, want het toonde zijn abso lute geloof, dat Hallam een landverrader was geworden. „Nu zal ik wel veilig zijn, tenzij ik een grove fout maak", zei Guy tot zichzelf. De deurknop van de slaapkamer werd omgedraaid en toen hij snel het geld trachtte bijeen te grijpen, vielen er eenige banknoten op den grond. De heer Hallam kwam de kamer binnen met een treurige uitdrukking op het gelaat. „Ik zie, dat je al geld van de bank hebt gehaald. Sir George heeft zeker vandaag je crediet geopend?" „Ja", zei Guy. „Komt dat geld van hem of?" „Vader, ik wou heusch dat u zich niet met mijn zaken bemoeide". „Ik voel me verplicht je te zeggen, dat je in de andere kamer nu en dan een woord kunt opvangen, zelfs ais de deur gesloten is. Ik had niet de bedoeling om voor luis tervink te spelenGuy, wees oprecht tegen me". „Ik kan u niets vertellen". „De baron heeft je dat geld gegeven. Het is misschiesn een paar honderd pond. Wat heb je gedaan om zooveel geld te ver dienen?" „Wat heeft u gehoord?" „Genoeg om me ellendig- te maken. Ben je in den macht van dien man?" „U schijnt heel wat gehoord te hebben", zei Guy droog. „Alleen tegen het einde, toen jelui har der praatten. Ik had niet den moed om binnen te komen". „U had het gerust kunnen doen, vader; ik kan uw vragen niet beantwoorden en ik kan u geen uitleg geven. U moet mij ver trouwen. minstens een maand nog". „Het is vreeselijk, misschien ga je hals over kop je ongeluk tegemoet, terwijl één woord je zou kunnen redden. Ik voel, dat ik iets moot doen". „Ga dan met sir George een praatje maken", zei Guy opgewekt. „Maar bij nader inzien moet ik u toch dringend ver zoeken over mijn aangelegenheden met niemand te spreken, met niemand", her haalde hij met nadruk. Maar hij kon zien dat zijn vader niet gerust was en hij ging naar hem toe en legde zijn hand op zijn schouder. „Wees vörstandig, oude heer; u ver trouwt me toch wel?" zei hij hartelijk, en ging toen naar zijn kamer om zich te ver- kleeden. Ondertusschen was baron Branden on derweg naar zijn huis, méér dan tevreden over het resultaat van zijn onderhoud. Hij was overtuigd, dat hij in Hallam een man had ontdekt, die hem van het grootste nut zou zijn. De inlichtingen, die hij reeds had gekregen, waren zeer belangrijk en zouden gewaardeerd worden door zijn opdrachtge vers. Toen hij in zijn spreekkamer zat, herlas hij de antwoorden en zijn voldoe ning groeide nog. De telefoon ratelde en toen hij den hoorn opnam, herkende hij Valda's stem. „Ik wou graag dat u dadelijk naar mijn kamer kwam", zei ze bevelend. Valda had reeds het een en ander van haar bezittingen uitgepakt en de kamer had al iets persoonlijks gekregen. De baron keek goedkeurend rond. Valda'kwam bin nen, en de zwarte huisjapon, die ze droeg, deed de bleekheid van haar wangen nog te meer uitkomen en haar oogen stonden somber toen ze op hem bleven rusten. „Het was heel aardig van u om naar moeder's begrafenis te gaan". „En van Hallam ook. Ben je bezig dien tot je vriend te maken?" „Hij komt vanavond hier". „Prachtig. Misschien is hij wel geneigd met je te flirten. Hoe meer hoe beter. Is juffrouw Cartieron nog in de stad?" „Ik geloof, dat ze naar Weyport terug is gegaan", zei Valda onverschillig „Hallam blijft in de stad. Zie dat hij je mee uit neemt. Laat hem zooveel mogelijk geld voor je uitgeven. Neem hem mee naar Bondstreet. Mooie ringen voor mooie vingertjes, hè?" „Ik ben zeker van plan manheer Hallam veel te zien, maar ik ben niet van plan u in de kaart te spelen". „Dat moet je wel. lieve. Denk aan wat Je je moeder beloofd hebt. Bovendien heb je geen geld. Deze kamers moeten betaald worden en ik ben je geldschieter. Je bent verliefd op Hallam. Dat is mij best. Je bent vrij om met hem te doen wat je wilt trouw met hem, als je daar zin in hebt" .(Wordt vervolgd). DE WATERPOLO-WEDSTRIJD HOLLAND—DUITSCHLAND. - De Duitscke keeper Klinkenberg voor de tweede maal gepasseerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5