Oüerdracht portefeuille Sociale Zaken - Zeilen te Sloten
GEVAARLIJK SPEL
766te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DEMONSTRATIE TE PORTSMOUTH van een nieuw ZEILWEDSTRIJDEN TE SLOTEN (Fr.). De 16 meber klasse B. Het ronden HUIS-INSTORTING TE WARSCHAU. Een woopEuS* stortte
postuum, waarmede men rustig door de
vlammen kan loopen. van een boei* 15 Personen werden gedood, 30 gewond.
Overdracht portefeuille van Sociale Zaken
Be overdracht van de portefeuille van Sociale Zaken door
minister Slotemaker de Bruine aan minister
Slingenberg (rechts).
Minister Colijn voor de geluidsfilm.
Minister-presideint Colijn spreekt voor de geluidsfilm van!
Polygoon in zijn werkkamer in het departement van Koloniën.,
MIE DE MARKETENTSTER mej. Kroon te Utrecht kreeg gisteren op haar 86e ver
jaardag bezoek van generaal-m ajoor b.d. Bueno de Mesquita.
Herinneringen worden opgehaald.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
26)
,Dat schijnt in orde", zeide Guy, terwijl
«ij zorgvuldig het papier doorlas. „Ik zal
u morgenavond de antwoorden brengen.
Kan ik het geld dan krijgen?"
,.U schijnt er haast mee te hebben", zei
oe baron luchtig, maar hij scheen toch in
genomen met de wending, die de zaken
genomen hadden.
„Natuurlijk. Ik ben absoluut blut".
.Sen leelijk ding voor een verliefd
Jongmensch. Ziezoo, de zaken zijn afge
daan. Drink uw glas eens leeg, dan zal ik
11 Mn nieuwe whisky soda inschenken".
„Dank u. U heeft me een pak van het
nart genomen, baron. Ik was ten einde
raad. Ik ben dankbaar, dat ik u heb lee-
r<m kennen".
„Je moet die aardige, kleine Valda be
danken. Ze is wel een dozijn juffrouwen
cmv,eron waard- Jammer dat je keus niet
_naar is gevallen. Geen schoonmoeder,
J°ngen, en wat geld bovendien".
i had moeite zijn ergernis te bedwin-
|Ln Hij zou er wat voor hebben gegeven
Mj in de positie was geweest den
mn»} ^ns fl'nk af te vossen. Maar hij
I »i;„, ,zUn afkeer verbergen en lachte dus,
1 -01 hu het een leuke grap vond.
„Juffrouw Glyn is werkelijk een mooi
meisje, maar het komt me toch voor, dat
dat voogd zijn voor u juist niet zoo'n
gemakkelijk baantje is".
„Ze heeft temperament, maar ik kan
heel goed met haar omspringen. Tus-
schen twee haakjes, u zult haar toch niet
vertellen dat u en ik samenwerken? Nie
mand mag het weten, zelfs juffrouw
Cameron niet".
Guy antwoordde niet, maar vroeg„Zou
het niet beter zijn als ik bij de Engelsche
marine bleef? Ik zou voor u kunnen
werken".
„Zoo had ik ook al gedacht. U zult heel
voorzichtig moeten zijn. U moet hier niet
in huis komen, tenzij het absoluut nood
zakelijk is. Ik zal een andere plaats van
samenkomst zoeken. De eerstvolgende we
ken zal ik u flink aan het werk zetten,
dan is ieder schip in dienst".
„Misschien een week of twee. Maar eind
Juli houdt de koning een vlootrevue en
dan is ieder schip in dienst".
De baron had de glazen weer gevuld en
Guy begon een weinig met zwaren tong te
praten, maar paste op niet te overdrijven.
Ze praatten nog lang samen en toen Guy
eindelijk opstond zwaaide hij een beetje.
„Ik geloof, dat ik meer dan genoeg
whisky gehad heb, ik ga naar huis".
„Het is nog vroeg", protesteerde de
baron.
„Ik moet morgen een helder hoofd heb
ben. Ik moet geld verdienen".
„Misschien heeft u gelijk. Te veel drin
ken is gekkenwerk. Ik zal een taxi laten
roepen".
„Dank u. U moet. niet denken, dat ik
dikwijls ben zooals nu, baron. Eerlijk ge
zegd had ik het gevoel of ik me van
avond eens wat moest laten ggan. U heeft
alles zoo gemakkelijk voor me gemaakt.
Ik heb nu totaal geen zorgen meer".
„Wat zegt u nu aan juffrouw Cameron?
Hoe verklaart u haar het bezit van al dat
geld?"
„O, dat is gemakkelijk genoeg. Ik zal
haar wel wat op de mouw spelden. Ik kan
zeggen, dat mijn vader zijn geld terug
heeft gekregen. Ze is erg goedgeloovig en
neemt alles aan wat ik zeg".
„Je moet me één ding beloven, Hallam.
Als je geweten je morgen plaagt, kom dan
dadelijk hier en dan kunnen we er over
praten".
„Ik denk dat vijfhonderd pond elke
aanmaning van mijn geweten wel tot
zwijgen zal brengen", antwoordde Guy en
lachte luidkeels.
De baron was schijnbaar zeer voldaan.
Hij bood hem een sigaar aan en stond te
kijken, hoe Guy die met onvaste hand
aanstak.
„Zal ik bij u komen, als ik de vragen
beantwoord heb?" vroeg Hallam, naar de
deur gaande.
„Neen. Ik kom wel in de Ryderstraat.
Maak dat je tusschen vijf en zes thuis
bent. Goeden nacht".
Guy zwaaide door de vestibule en bleef
aan de deur staan tot de auto. kwamtoen
keerde hij zich om en wuifde met de hand
naar den baron. Pas bij den hoek verliet
de glimlach Guy's gezicht. Zijn lippen
waren vast opeen geklemd, toen hij dacht
over alles wat er tusschen hem en zijn
gastheer was verhandeld.
,,'t Is hoog spel maar toch schaam
ik me", mompelde hij en.met een uitroep
van afkeer wierp hij de sigaar uit het
raampje.
HOOFDSTUK XVII.
Om elf uur den volgenden morgen was
Hallam op de admiraliteit en zat bij ad
miraal Langton te praten.
„Ik heb een ontwerp van mijn ant
woorden gemaakt. Wilt u het even door
zien?"
Een spotlach kwam op het gezicht van
den admiraal, terwijl hij las.
„Heel goed", zei hij voldaan. Je hebt er
juist genoeg waarheid in gezet om zijn
argwaan niet op te wekken. Ik feliciteer
je".
„Denkt u dat hij tevreden zal zijn?"
vroeg Guy twijfelend.
„Al uw inlichtingen zijn heel aanneme
lijk voor iemand, die het niet weet. Maar
het hangt er heelemaal van af of U hem
gisteravond overtuigd hebt. Geef me eens
een verslag van alles wat er gebeurd is".
Guy deed het langzaam en zorgvuldig
en het duurde vrij lang voor hij klaar was.
„Kreeg u den indruk, dat hij u wilde
haasten met uw werk? Denk goed na
voor u antwoordt".
„Ja. Hij wou dat ik zoo lang mogelijk
verlof zou vragen en zei dat hij van plan
was me hard te laten werken. Ik kreeg
den indruk dat mijn werk niet lang zal
duren".
„Misschien heeft u gelijk. Heeft u eenig
idee, wie uw werkelijke chef is?"
„Duitschland", antwoordde Guy onmid
dellijk.
„De baron is een van hun beste agen
ten. Misschien kunt u wel te weten ko
men wie voor hem werken. Dan zult u
misschien meteen ontdekken, wie dat
draadlooze rapport heeft weggenomen.
Hoe staat u met juffrouw Glyn?"
„We zijn vrienden", zei Guy en even
steeg een licht rood naar zijn wangen.
„Maak gebruik van die vriendschap".
„Ik kan een vrouw niet bespionneeren".
„Wees niet dwaas. Er is geen kwestie
van bespionneeren. Ik geloof dat zij meer
van den baron weet dan iemand anders.
Tracht uit te vinden wie zijn vrienden
zijn en vooral of hij zeeofficieren
kent".
„Maar mijnheer, u denkt toch niet
„Mijn ervaringen hebben me geleerd
alles en iedereen te wantrouwen. Nog
maals, er is haast bij. Ik kan u drie weken
geven om den baron en zijn handlan
gers in handen te krijgen. Als u er in
dien tijd niet in slaagt, zult u misschien
alle kans om uw onschuld te bewijzen
verliezen. Vergeet niet, dat u vrijheid
heeft om ten alle tijde gebruik te maken
van Sylvester. Ik heb hem dat ook ge
zegd. Nog iets ik zie, dat u het werk
met tegenzin doet. Als het u te machtig
wordt, bedenk dan dat u het voor het
vaderland doet. U kunt nu grooter dien
sten bewijzen dan door „draadlooze" ont
dekkingen te doen. Het is noodzakelijk
dat wij den baron te pakken krijgen", ein
digde de admiraal zeer ernstig.
„Wilt u den brief, dien de baron mij
gegeven heeft, in bewaring nemen? De
brief bevestigt eigenlijk nog de beschul
diging, die tegen mij is uitgebracht. Het
schijnt wel of de dingen er leelijker uit
zien, hoe meer succes ik heb".
(Wordt vervolgd).