Bij den keizer van Abessynië - Noodweer in Japan
GEVAARLIJK SPEL
/6,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
14)
„Er is geen kwestie van goedheid tus-
schen Guy en mij. We hooren alleen maar
bij' elkaar. Moeder zal dadelijk hier zijn.
Zult u veel geduld met haar hebben?
Daar is ze", riep ze, toen de deur open
gtag.
Er was niets onvriendelijks in mevrouw
Cameron's manieren, toen ze den heer
Hallam begroette en ze naast hem ging
zitten.
„Ik vermoed, dat uw zoon u mijn opinie
over deze deze zaak heeft verteld", be
gon ze.
„Ik meen dat u tegen de verloving is",
zei de heer Hallam nerveus.
„Kan ik anders doen? Stel uzelf eens in
mijn plaats, mijnheer Hallam. Stella, ik
geloof dat je beter doet met weg te gaan".
„Neen, moeder, ik ben van plan te blij
ven Tenslotte gaat het mij toch aan, wat
u te zeggen heeft", antwoordde Stella
kalm.
„Mij best. Welnu, mijnheer Hallam, ik
wil eens heel ronduit met u praten. Kunt
u uw zoon een toelage geven?" vroeg
mevrouw op zakelljken toon.
„Op 't oogenblik in het geheel niet,
"laaTJ een verloving beteekent nog geen
onmiddellijk huwelijk. Ik begrijp u neel
eoed, maar we moeten ook rekening hou
den met het geluk van deze twee jonge
menschen. Tenslotte ls geld toch niet
alles".
„Het is heel veel", viel ze hem vlug in
de rede. Ik hoop, dat u me niet zult te
leurstellen. Ik verwacht dat u uw invloed
zult aanwenden op uw zoon. Ik wil niet
zeggen dat hij misbruik maakt van de
jeugd van mijn dochter, maar
„Dat doet me genoegen", zei de heer
Hallam koel.
„Maar toch is Stella nog zeer jong, en
geneigd tot sentimentaliteit", zei mevrouw
Cameron.
„Moeder", riep Stella verontwaardigd.
„Ze heeft beloofd niet te zullen trouwen
zonder mijn toestemming. Uw zoon heeft
dezelfde belofte afgelegd".
„Ik heb u gezegd, moeder, dat wij nog
in geen jaren willen trouwen. Het is abso
luut onnoodig met mijnheer Hallam te
spreken. Guy en ik zijn oud en wijs ge
noeg om te weten wat we willen. We heb
ben uitgemaakt dat het de moeite waard
is om op elkaar te wachten en dat zullen
we doen ook", besloot Stella triomfan
telijk.
„Mevrouw Cameron, ik vertelde u dat ik
geen schulden meer had. Sinds ik u het
laatst zag heb ik ontdekt, dat het anders
is. Het geld. dat ik ontving, is niet van
mijn vader", zei Guy ernstig.
„Wat bedoel je?"
„Iemand zond mij 150 pond. Ik weet
niet wie ze zond en kan ze daarom niet
gebruiken".
Mevrouw Cameron keek argwanend naar
haar dochter.
„Neen, ik was het niet. Maar ik wou dat
ik er aan gedacht had", zei Stella vroolijk
en toen tot Guy: „Vertel me eens precies
wat er gebeurd is".
Hij haalde de banknoten te voorschijn
en gaf haar den brief dien ze zorgvul
dig las.
„Het is ongetwijfeld van een goeden
vriend, die je een genoegen wilde doen",
zei ze beslist.
„Ik weet geen vriend, die dat zou doen".
„Je hebt massa's vrienden in de wereld.
Ik zou er me tenminste niet bezwaard over
voelen. Je zult er wel achter komen".
„En wat het engagement betreft?" be
gon mevrouw Cameron.
„Daar is niets meer over te zeggen. Ik ga
naar Valda. Ga je mee, Guy?"
Mijnheer Hallam blijft hier om met mij
te praten", zei mevrouw Cameron. Toen ze
de kamer uit waren, trok Stella Guy's arm
door de hare.
„Arme moeder en arme mijnheer Hal
lam. Het is eigenlijk een schandaal om je
vader In den steek te laten, maar ik maak
me bezorgd over Valda. Ik heb naar het
ziekenhuis getelefoneerd en ze vertelden
mij dat mevrouw Glyn vannacht gestor
ven is".
Onder het loopen vertelde Guy van zijn
bezoek aan de admiraliteit en het resultaat
daarvan. Haar eerste gedachte was aan de
gevaren van den onderzee-dienst, maar zij
was de dochter van een zeeman en zei
daarom geen woord over haar angst. Toen
ze voor de deur van het ziekenhuis ston
den, nam ze even zijn hand in de hare.
Het meisje liet hen in de hall en eenlge
minuten later traden zij de zitkamer bin
nen. Guy keek naar den vreemdeling, die
er was en toen bleven zijn oogen op Valda
rusten. Hij\ zag terstond dat er iets ge
dwongens in hen beiden was.
„Valda, ik vind het zoo vreeselijk voor
je", begon Stella hartelijk, terwijl ze haar
vriendin omhelsde. De baron nam Guy
eeps op en vroeg beleefd;
„Juffrouw Glyn, wilt u me even aan uw
vrienden voorstellen?"
„Baron Branden, juffrouw Cameron,
mijnheer Guy Hallam", zei Valda machi
naal.
„Ik was een groot vriend van mevrouw
Glyn. Ik behartigde haar zaken en daar
om kwam ik nu om te zien of ik haar
dochter ook van dienst kon zijn", zei de
baron.
„Wilt u ons nu alleen laten", vroeg Val
da koel.
„Ik dacht dat u iets wilde zeggen. Mis
schien is u van gedachte veranderd".
„Ga heen".
„Ik zal spoedig terug komen. Intusschen
zult u wel goed willen nadenken, over wat
lk u gezegd heb, juffrouw Glyn. Vergeet
niet. dat ik uw voogd ben en altijd bereid
u op alle mogelijke manieren te helpen".
Valda bedekte haar gezicht met de han
den en begon bitter te schreien. Onmid
dellijk was Stella bij haar en drukte haar
tegen zich aan.
„Guy, laat ons alleen. Ik zal je van
avond in het hotel wel zien", zei ze tot
Hallam.
„Ja, laten we gaan. Juffrouw Cameron
is liever alleen met haar vriendin", zei de
baron en verliet buigend de kamer. Hij
bleef in den gang tot Guy kwam en ze
verlieten samen het huis.
„Is u een vriend van juffrouw Glyn", be
gon de baron.
„Ze is een groote vriendin van juffrouw
Cameron".
„Waarmede u geëngageerd is, nietwaar?
Ik heb gewenscht u te ontmoeten.
Ik vertegenwoordig een van de
Zuid-Amerikaansche republieken in dit
land niet officieel, maar met een be
paald doel. Ik zie dat u zeeofficier is. Ik
vraag me af of u soms iemand kent, die
lust zou hebben in vreemden dienst over
te gaan?"
„Ik weet niemand".
„Uw officieren worden dikwijls aan an
dere landen geleend, met het oog op het
opdoen van meerdere kennis".
„Dat weet ik. Maar ik ken toch nie
mand".
„De betaling zou zeer goed zijn. Met toe
stemming van uw admiraliteit zou het niet
noodig zijn uw eigen dienst te verlaten. U
kunt terug keeren als het werk afgeloopen
is. De betaling is werkelijk buitengewoon
goed", herhaalde de baron.
„Welk land is het?" vroeg Guy.
„Dat mag lk u niet zeggen. Kunt u nu
met mij gaan lunchen?" De baron keek
op zijn horloge. „Of kunnen wij misschien
samen dineeren? Dan hebben wij ruim
schoots den tijd om te praten".
Guy dacht even na en vond het moeilijk
om een besluit te nemen. In ieder geval
kon het geen kwaad de uitnoodiging aan
te nemen en te luisteren naar het voor
stel. Het kon wel eens een oplossing bren
gen voor zijn moeilijkheden en hem dich
ter bij Stella brengen. Aan den anderen
kant had hij niet veel op met den baron
en zijn toeschietende manieren.
„Wilt u me in het Carlton Hotel ontmoe
ten om half acht? Ik geloof dat u juist
den man is, die ik zoek".
„Biedt u mij het baantje aan?" vroeg
Guy rondweg.
„Ongeveer Ik ken u bij naam. U hebt
hersens. U kent uw werk".
„Ik zal met u dineeren".
„Dank u. Ik ben zeker dat u er geen
spijt van zult hebben. Au revoir"
Guy ging weg, zich afvragende of hij
wel goed had gedaan met de uitnoodiging
aan te nemen.
.(Wordt vervolgd).
01' ZOEK NAAR HET MEISJE MET 1)E MEEST EXPRESSIEVE OOGEN'.
Een concours te Londen. De deelneemsters dragen maskers
voor hun gezicht.
BIJ DEN KEIZER VAN
eere van den Duitschen ge
achter haar prinses Jahai
.VUESSYNTc. Een opname uit het keizerlijk paleis in Addis Abeba, tijdens een banket ter DE VACAXTIESCJIOOL van ,,Ons Huis" nabij Am-
zant. V.r.nJ. de Duitsehe gezant Kirchholtes, keizer Haile Selassie, keizerin Et-gé Majnen, ster(]am. lederen dag arriveeren per boot en tram 2300
cn mevr. Hei-tel, de eenige blanke hofdame. Links in een fauteuil de echtgenoote van. den
Duitschen gezant kinderen. Een troepje, dat zich met teekenen vermaakt.
EEN IXCIDEM TIJDENS DE ENGELS CHE VLOOTMANOEI'TRES.
Een matroos viel over boord, doch werd door zijn collega's
weer spoedig opgepikt.
DE DELG ROMAIN MAES die de
etappe NiceCannes in de Tour de
France won.
wa-s zeer groot. Overstroomde straat
in Kyoto.