76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 17 Juli 1935
Derde Blad
No. 23101
BINNENLAND.
DE COÖRDINATIE VAN HET
VERKEER.
bezwaren van de alg. nederl.
verkeersfederat1e.
De Algemeene Nederlandsche Verkeers-
federatie, waarbij een aantal belangrijke
organisaties op agrarisch, handels-, in
dustrieel- en verkeersgebied zijn aange
sloten. heeft zich tot den minister van
Waterstaat en de leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal gewend en
daarbij haar bezwaren tegen den inhoud
van den verkeersparagraaf (par. 47) uit 't
nader gewijzigd ontwerp van wet tot ver
laging der openbare uitgaven ter kennis
Kebracht.
De Verkeersfederatie acht invoering
bij algemeenen maatregel van bestuur en
niet bij de wet van een vergunningsstelsel
dienende tot ordening van het verkeer ten
eenenmale onjuist; zij is van meening dat
bij de regeling van deze uiterst belangrijke
materie, de stem der volksvertegenwoor
diging en daardoor die van het geheele
Nederlandsche volk niet kan worden ge
mist en wijst in dit verband op de belang
rijke wijzigingen, welke als resultaat
van de beraadslagingen in de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal in het wets
ontwerp tot instelling van een verkeers-
fonds aangebracht werden, wijzigingen, die
inderdaad even zoo vele verbeteringen be-
teekenen.
De bezwaren der A.N.V.F. kunnen als
Volgt worden geresumeerd:
1. Het principieele bezwaar van vele
jeden der Tweede Kamer, dat bij algemee
nen maatregel van bestuur niet van een
,wet moet worden afgeweken, blijft ook
voor het nader gewijzigd wetsontwerp van
kracht.
2. De artikelen 1 en 2 van het nader
gewijzigd wetsontwerp geven slechts vage
aanwijzingen; alleen uit de toelichting is
op te maken, dat het gebruik van een
auto voor eigen behoefte, dus ook het z.g.
werkverkeer, niet aan een vergunning zal
worden onderworpen. Elke aanwijzing, in
welke gevallen wel en In welke geen ver
gunning zal worden verleend, ontbreekt;
de draagwijdte van eventueele vergun
ningen wordt in geen enkel opzicht be-
gTensd; ook wordt niet vastgelegd door
welke autoriteit de vergunning zal worden
Verleend.
3 Van de voorwaarden, welke krachtens
art.' 3 van het nader gewijzigd wetsontwerp
bij een vergunning moeten worden ge
steld, behooren die, genoemd sub e, f en g
door den algemeenen wetgever te worden
Vastgesteld en niet te worden overgelaten
aan de autoriteit, welke de vergunning
.verleent.
4. Art. 1 van het nader gewijzigd wets
ontwerp zou bovendien lelden tot een ge
wrongen wetgeving; slechts wettelijke
regeling der coördinatie in haar vollen
omvang zou hieraan tegemoet kunnen
komen.
5. Dat coördinatiemaatregelen voor de
spoorwegen, voor zoover zij vallen buiten
de bestaande spoorwegwetgeving bij af
zonderlijke wetsvoorstellen zullen worden
aanhangig gemaakt, terwijl die, betref
fende het overige verkeer bij algemeenen
maatregel van bestuur zullen worden vast
gesteld, vormt een tegenstelling, welke op
geen enkele wijze gemotiveerd kan wor
den.
6. Het verband tusschen de coördinatie
van het verkeer en de verlaging der open
bare uitgaven is zoo zijdelings en indirect, I
dat op grond daarvan een regeling der
verkeerscoördinatie in een wetsontwerp
tot verlaging der openbare uitgaven niet
op haar plaats is.
7. Tegen regeling van de coördinatie van
het verkeer door de Kroon na voorafgaand
overleg met een commissie uit de Tweede
Kamer bestaat bezwaar; slechts wettelijke
regeling kan dit bezwaar ondervangen.
8. Overlegging van een volledig plan tot
reorganisatie en inkrimping der spoor-
ween en van een raming der daarvan te
wachten vermindering der uitgaven zou
Öe waarde van het wetsontwerp tot verla
ging der openbare uitgaven zeer verhoogd
hebben.
9. Het moet wenschelijk worden geacht,
dat de regeering inlichtingen verstrekt, of
de centrale commissie van advies zich
heeft uitgesproken en zoo ja, in welken
ain omtrent de onmisbaarheid van een
vergunningsstelsel als door de regeering
pordt bedoeld.
Ten slotte concludeert de federatie, dat
naar coördinatie dient te worden gestreefd
door een regeling bij een of meer afzon
derlijke wetsontwerpen, waarin uitvoerig
wordt vastgelegd in welke richting en
op welke wijze de coördinatie zal worden
tot stand gebracht, terwijl van minder
belang zijnde uitvoeringsvoorschriften bij I
algemeenen maatregel van bestuur zou- i
den kunnen worden vastgelegd.
De federatie is op grond hiervan dan
ook van meening, dat de geheele para
graaf 47 uit het wetsontwerp ter verlaging
van openbare uitgaven behoort te worden
gelicht en de voorstellen inzake regeling
van de coördinatie van het verkeer in den
vorm van afzonderlijke wetsvoorstellen bij
de Staten-Generaal behooren te worden
voorgebracht.
RECLAME
Wij lo*en deze maand da navolgend* prijzen uiti Voor de fofo, waarop
het grootit aantal Perl-drinkende menjchen voorkomt, Fl. 100.-. Teven» voor
de 5 meest origlnesle foto's waarop Perl voorkomt, elk Fl. 10 - Fl. 50.-.
NIEUWE WETTELIJKE
REGELING
BINNENVAARTRECHT.
de ontworpen regeling een
belangrijke verbetering geacht.
de feesten te 's hertogenbosch.
Gisteravond had in verband met de
jubileumfeesten in Den Bosch de eerste
opvoering plaats van „Het spel van Bea
trijs" van Max Reinhardt, Karl Vollemöl-
ler en Engelbert Humperdinck onder regie
van Hans van Meerten, in de groote rid
derzaal op Oud-'s Hertogenbosch. Deze
uitvoering is buitengewoon geslaagd. Er
bestond hiervoor een enorme belangstel
ling.
Toen het langzamerhand begon te
donkeren, werden de verlichtingen vaii
Oud 's Hertogenbosch van de St. Jan en
van andere monumenten in de stad ont
stoken, wat een feeëriek schouwspel bood.
stemming was erin, waartoe verschil
lende muziekcorpsen en bands in de wij-
ixen der stad het hunne bijdroegen
Bosschenaar en vreemdeling, rijk of
ou(*' hebben op dezen eersten
ïfffi I av-Jkunnen genieten van die ouboi-
rtf™ *2arom Den B°sch vooral bij
den vreemdeling zoo bekend staat.
,.eerste feestdag is buitengewoon
hehhPD mi' ^an ,nog komende dagen
ebben wij de grootste verwachtingen.
Voorloopig Verslag van de
Tweede Kamer.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
der Tweede Kamer, inzake de wetsontwer
pen nieuwe wettelijke regeling van bin-
nenvaartrecht, goedkeuring van de te
Genève gesloten verdragen van 9 Decem
ber 1930, tot vaststelling van eenige een
vormige regelen, betreffende aanvaring in
de binnenscheepvaart en nopens dé
teboekstelling van binnenschepen, de
zakelijke rechten op die schepen en
andere daarmede samenhangende onder
werpen, alsmede uitvoering van laatst
genoemd verdrag.
Hoewel de vaste commissie tegen de
regeeringsvoorstellen op verscheidene
punten min of meer ernstige bezwaren
koestert, acht zij de ontworpen regeling,
vergeleken met de bestaande, een be
langrijke verbetering.
Totstandbrenging van één algemeene
Transportwet acht de commissie, evenmin
als de regeering, noodzakelijk of wensche
lijk. Maar zij is geneigd, bevestigend te
beantwoorden, de vraag, of niet op één
punt, dat der aansprakelijkheid van den
vervoerder, naar een zoo groot mogelijke
uniformiteit van het recht voor de ver
schillende vervoermiddelen, voor zoover
deze met elkaar concurreeren, moet wor
den gestreefd. Toch dringt de commissie
er niet op aan, het ontwerp-blnnenvaart-
recht te laten rusten, totdat ook de wette
lijke bepalingen betreffende het vervoer
te land kunnen worden herzien. Echter
maakt zij het voorbehoud, dat rekening
moet worden gehouden met wat zij
verderop opmerkt omtrent de aansprake
lijkheid voor vervoerde goederen. Voorts
zou zij gaarne van de regeering de stellige
verzekering ontvangen, dat de voorberei
ding eener herziening van het geheele
transportrecht, wat het landvervoer be
treft, met grooten spoed en voortvarend
heid zal worden ter hand genomen.
De Commissie zou het juister achten,
als het binnenvaartrecht niet werd onder
gebracht in den dertienden titel van het
tweede boek van het Wetboek van Koop
handel, maar in een afzonderlijk derde
boek.
Dat ook wat den inhoud betreft, aan
sluiting bij het zeerecht gezocht is, acht
de commissie in hoofdzaak juist. Maar het
gevaar bestaat, dat regelingen, voor de
zeevaart nuttig en noodig, op de binnen
vaart toepasselijk worden, hoewel daarvoor
niet geschikt of overbodig. Een ander ge
vaar is, dat voor het binnenvaartrecht de
onontbeerlijke eenvoud, helderheid en
overzichtelijkheid minder worden bereikt,
dan noodig ware. De commissie wijst ge
vallen aan, waarin h.i. deze gevaren niet
genoeg zijn omzeild.
Het ligt ongetwijfeld op onzen weg, de
conventies van Genève zoo spoedig moge
lijk te ratlficeeren.
Met de regeering meent de commissie,
dat in beginsel de vervoerder aansprake
lijk moet zijn voor het behoud der door
hem ten vervoer aangenomen goederen.
Een geheel andere vraag is echter, of par
tijen in haar overeenkomsten van dezen
hoofdregel mogen afwijken. De commissie
meent, dat de verhoudingen, zooals die in
de practijk bestaan, juister en billijker
worden geregeld, wanneer het den vervoer
der zou vrijstaan, het risico van onvol
doende zorg voor behandeling en bewa
king tot op zekere hoogte door zijn weder
partij te laten dragen. De afzender is vrij
gemakkelijk in staat de goederen tegen dit
risico te verzekeren.
Daarom vindt de commissie het wen
schelijk, de regeling van de aansprakelijk
heid van den vervoerder in het binnen
vaartrecht te doen afwijken van die in
het zeerecht Zij zet uiteen, dat de toe
standen in de binnenvaart in dit opzicht
niet op één lijn mogen worden gesteld
met die in de zeevaart.
Mocht het echter de bedoeling zijn ge
weest tot uitdrukking te brengen, dat de
vervoerder in de binnenvaart slechts die
zorg voor goede behandeling en toezicht
behoeft aan te wenden, die hem, gelet op
alle omstandigheden van het geval, rede
lijkerwijs tot plicht gesteld kan worden,
dan verliest het bezwaar der commissie
veel van zijn kracht. Want dan is er wel
degelijk een belangrijk verschil met de
aansprakelijkheid volgens het zeerecht. In
het laatste wordt van den vervoerder ge-
ëischt een zoodanige zorg als in de zee
vaart redelijkerwijs gevergd kan worden
en dit is een veel verder gaande zorg. dan
in de binnenvaart mag worden geëischt.
Is deze opvatting juist, dan meent de
commissie, dat tegen de strekking der ont
worpen regeling van de aansprakelijkheid
van den vervoerder in de binnenvaart geen
overwegende bezwaren behoeven te be
staan. Maar een verduidelijking var. den
tekst schijnt haar dan aan te bevelen.
Anders dan de regeering acht de com
missie het stelsel van het z.g. uniform
charter aanbevelenswaardig, al ziet zij wel
n. dat ook hiertegen bezwaren vallen aan
ie voeren.
De commissie stelt zich een regeling
dezer materie zoo voor, dat de organisa
ties van belanghebbenden bij de binnen
vaart formulieren voor verschillende soor
ten bevrachtingsovereenkomsten zullen
opstellen, welke dan bij Koninklijk Besluit
als erkende charters zullen worden toe
gelaten. Daarnaast zal het noodig zijn, dat
ook de regeering zelve voor de verschil
lende vormen van bevrachtingsovereen
komsten formulieren opstelt, welke echter
slechts als subsidiair bedoeld zouden zijn.
Hebben partijen slechts een mondelinge
overeenkomst gesloten, dan zal haar ver
houding moeten worden geregeld door het
regeeringscharter, althans voor zoover het
haar vrijstaat, het bestaan eener overeen
komst te bewijzen.
Wat dit laatste punt betreft, meent de
commissie, dat het ontwerp in de uitslui
ting van het bewijs door getuigen en ver
moedens te ver gaat. Het schijnt der com
missie noodzakelijk, getuigenbewijs toe te
laten, zoodra aan de overeenkomst een
begin van uitvoering gegeven is.
De commissie werpt de vraag op. of de
positie van den scheepsbevrachter niet
geregeld zal moeten worden in dien zin, dat
voor uitoefening van zijn beroep een toe
lating noodig is, of dat althans een zeker
toezicht zal worden geoefend op de wijze,
waarop hij zijn taak vervult.
De commissie kan voorshands niet in
zien. dat het instituut der averij-grosse
uit de wet zou moeten verdwijnen.
de burgemeester van albury
naar nederland.
Hij zal ook Katwijk bezoeken.
De burgemeester van Albury, de heer
Waugh, die behulpzaam is geweest bij het
landen van de „Uiver" aldaar tijdens de
Londen-Merbournerace, zal binnenkort
naar Nederland komen. De heer Waugh
zal dan o.m. een onderhoud hebben met
minister Colijn en hij hoopt in de gelegen
heid te zullen kunnen zijn HM. de Konin
gin persoonlijk te danken voor de orde
van officier van Oranje Nassau, die hem
verleend is. Dit eerbewijs, aldus de heer
Waugh, wordt door ons beschouwd als
een nationaal blijk van vriendschap en
dank aan heel Australië.
Op het program Van zijn bezoek aan
Nederland staat verder een bezoek aan
den heer Plesman, directeur van de K.L.M.
en aan de „Australische" bemanning van
de „Uiver". Voorts zal de burgemeester
van Albury de steden Amsterdam, Den
Haag, Katwijk, Scheveningen, Nijmegen
en Groningen gaan bezoeken. Hij zal wor
den vergezeld door zijn echtgenoote, met
wie hij reeds een reis van acht weken doo>
Nederlandsch Indië heeft gemaakt, op
welken tocht zij veel Hollandsche vrienden
gekregen hebben.
in dienst nemen van personeel
bij crisis-instellingen.
Het inschakelen van de
arbeidsbeurzen.
Naar aanleiding van schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid Amelink zegt
de minister van sociale zaken, zich reeds
ln 1933 tot zijn ambtsgenoot van economi
sche zaken gewend te hebben inzake ar
beidsbemiddeling voor personeel van crisis
instellingen en het daarbij inschakelen van
de arbeidsbeurzen. In verband daarmede, i
heeft de toenmalige minister van econo-
mische zaken tot de betrokken crisis-
instellingen een aanschrijving gericht om 1
bij de vervulling van vacatures gebruik te i
maken van de gemeentelijke arbeidsbeur- j
zen. wanneer daarin niet kon worden j
voorzien door wachtgelders en geen recht-
streeksche sollicitanten beschikbaar wa- 1
ren.
Vertrouwd wordt, dat de leiders der
crisis-instellingen mët deze aanschrijving
nauwgezet zullen rekening houden. Van
het geven van dwingende voorschriften
tot het uitsluitend plaatsen door tussehen-
komst van de arbeidsbeurzen bestaat daar
om vooralsnog geen reden
De minister van econ. zaken voegt hier
aan toe, dat, indien uit den brief van den
directeur van de gemeentelijke arbeids
beurs te 's Gravenhage zou worden afge
leid, dat andere dan zakelijke motieven
bij het aanstellen van personeel bij de
crisisdiensten een rol spelen, dat afleiden
uiteraard geheel t£n onrechte geschiedt.
7644 de saneering van het
bouwbedrijf.
De n. a.p. B. en de collectieve
arbeidsovereenkomst.
Gisteren is in den Dierentuin te 's-Gra-
venhage de tweedaagsche ledenvergade
ring van den Ned. Aannemersbond en Pa
troonsbond voor de bouwbedrijven ln Ne
derland (N.A.P.B.i voortgezet.
Ir. Thijssen werd met overgroote meer
derheid van stemmen als voorzitter her
kozen. terwijl verder als leden van het
hoofdbestuur werden gekozen of herkozen
de heeren Jac. van Dun (Den Bosch). B.
van Eesteren (Den Haag). G. Elfferich
(Overschie). A J de Haan Jr., (Amster
dam), H. J Hannink (Enschede) en T.
Wierlnga (Groningen).
Daarna was aan de orde de bespreking
van het in te nemen standpunt ten aan
zien van het instituut der collectieve ar
beidsovereenkomst.
Over dit onderwerp ontstond een uitge
breide gedachtenwisseling. Op het oogen-
blik zijn alleen de confessioneele arbei
dersbonden door een collectief contract
gebonden. Aan de naleving waarvan hier
en daar veel ontbreekt. Met name geschiedt
dit door aannemers van buiten. Ook de
beunhazerij, aldus de vergadering, becon
curreert de bona fide werkgevers door
lage loonen en slecht werk. Een aantal
afdeelingen zou dan ook een nieuw collec
tief contract ondoenlijk achten. Indien er
wel een overeenkomst tot stand zou ko
men, dan zou dit slechts op beperkte
schaal en niet voor alle gemeenten kun
nen geschieden Anderzijds werd een groot
maatschappelijk nut gezien in het collec
tief contract als zoodanig.
Er waren stemmen, die meenden dat
het loonverschil tusschen de steden en
het platteland te groot is. In de groote
steden zijn ook de coöoeraties fataal. Op
aanpassing aan de tijdsomstandigheden
en meer rekening houden met de wen-
schen der Regeering werd door een der
afgevaardigden krachtig aangedrongen,
onder verwiizing naar het Werkfonds
De voorzitter antwoordde bevestigend
np de vraag of het collectief contract in
het verleden nuttige diensten heeft be
wezen. Voor spreker is het standpunt:
ziet de vergadering de mogelijkheid een
collectief contract te sluiten, dan moet dit
worden gedaan. Intusschen, ook de werk
nemersbonden hebben hierin hun stem.
Als eindindruk meende spr. te mogen
zeggen, dat het bestuur instemt met de
gegeven conclusies.
De vergadering toonde door applaus
hiermede accoord te gaan.
Bij de hierop volgende bespreking van
het rapport der commissie tot saneering
van het bouwbedrijf, wees de voorzitter
(er inleiding er op, dat de hoofdgedachte
is te trachten den toestand draaglijker te
j maken. Een ding staat vast: er is te wei
nig werk, naar verhouding tot het aan
tal belanghebbenden. Het aantal bouwbe
drijven bedraagt thans 26.000. zoodat be
perking hiervan wel dringend noodzake-
j lijk is. Wanneer de vergadering hiertoe
mocht besluiten, dan kon straks 't hoofd
bestuur met de andere organisaties in na
dere bespreking treden over de te nemen
maatregelen.
Van verschillende zijden werden bezwa
ren naar voren gebracht. Het bleek wel.
dat de zaak nog niet voldoende rijp was
voor een definitieve beslissing, weshalve
de vergadering op voorstel van het be
stuur accoord ging met het denkbeeld van
één der aanwezigen om deze aangelegen
heid tot een volgende vergadering aan te
houden.
Tot districtscommissarissen werden ge
kozen: District I (Noord-Holland-Noord)
C. Kakes te Zaandam; district n (Noord-
Holland-Zuid) herstemming tusschen G.
van 'tEnde, te Amsterdam en Jac. Klerk
te Haarlem; district III (Zuid-Holland-
Noord) ir. J. J. G. van Hoek te Leiden:
district IV (Zuid-Holland-Zuld) H. Zanen
Czn., te Gouda; district V (Zeeland) J.
Lindenbergh Czn.. Wemeldinge; district
VI (Utrecht), M. van Hoogevest, Amers
foort; district VII (Gelderland); G. H.
Kinkelder, Arnhem; district VIII (N.
Brabant). H. L. J. Kreté, 's-Hertogen-
bosch; district IX (Limburg) H. J. Rijs-
dijk. Hoensbroek; district X ('tGooi). J.
Boonacker, Hilversum, district XI (Over
ijssel), J H. Kreijenveld, Hengelo (O.);
district XII (Drente); J. Huitzing. Coe-
verden; district XIII (Groningen) (Pro
vincie) A Huizing. Veendam; district
XIV (Groningen-stad) H. A. Birza, Gro
ningen; district XV (Friesland) U. W.
Krikke, Heerenveen.
De voorzitter bracht dank aan den heer
Ringers voor hetgeen deze als voorzitter
van den Patroonsbond die thans is ge-
fusionneerd met den Aannemersbond
heeft gedaan en die nu met de heeren
Huurman en Mulder is afgetreden. Ook
tot laatstgenoemde beiden richtte spr.
woorden van dank.
Des avonds vereenigden de deelnemers
zich aan een maaltijd in den Dierentuin.
belasting van personenauto'» i
als van vrachtautomobielen.
De K.N.A.C. meldt ons:
Gedurende den laatsten tijd bereiken dë
K.N.A.C. herhaaldelijk klachten dat han
delsreizigers. vertegenwoordigers enz., dia
in hun personen-auto's hun handelsgoede
ren of monster-collecties vervoeren meestal
nadat zij het kussen van de achterbank
daaruit verwijderd hebben, geverbaliseerd
worden wegens overtreding der motor-
rij tuigen'belastingwet (vroeger wegenbe
lastingwet geheeten).
Door de belasting-administratie schijnt
in dergelijke gevallen het standpunt te
worden ingenomen, dat dergelijke auto's
ais „niet voor personenvervoer ingericht"
zijn te beschouwen, waardoor belasting
als voor vrachtauto's zou verschuldigd
zijn.
De K.N.A.C. acht deze uitlegging van de
desbetreffende bepalingen der wet onjuist.
Haars inziens verandert eer. auto door het
uitnemen van een kussen niet van aard of
bestemming. Slechts wanneer een perso
nen-auto (gelijk bijvoorbeeld de z.g. „luxe
bestelwagens") kennelijk door 'n bepaalde
stellage, die daarin min of meer vast is
ingebouwd, ingericht is tot 't vervoer van
goederen, is naar de meening der K.N.A.C.
wegenbelasting naar het hoogere vracht
auto-tarief verschuldigd.
De K.N.A.C. is dan ook doende om in
enkele proefprocessen rechterlijke uitspra
ken uit te lokken omtrent hetgeen in deze
quaestle de juiste uitlegging der wet is.
de heer effendi wil ook naar
indië.
De heer Effendi (Communist) heeft den
minister van Koloniën de volgende vragen
gesteld
1 Is het juist, dat de algemeene leider
der Nationaal Socialistische Beweging, de
heer Mussert, zich met toestemming der
Regeering op reis naar Ned.-Indië zal be
geven en daar gelegenheid krijgt, zoowel
op Java als Sumatra's Westkust en elders
voor een aantal vergaderingen, in besloten
kring, doch met lntroducé's te spreken, en
dat hij aldaar door officieele personen zal
worden ontvangen?
2. Indien vraag 1 bevestigend moet wor
den beantwoord, is de minister dan bereid
mede te deelen, welke overwegingen er toe
hebben geleid een dergelijke propaganda-
reis voor het nationaal-socialisme in Indië
toe te staan, waar de Regeering zich voor
Nederland immers op het standpunt heeft
gesteld, dat het lidmaatschap van de NSB
voor de overheidsdienaren verboden is?
3. Is de minister bereid mede te deelen,
of aan ondergeteekende dezelfde waar
borgen voor een reis naar Indië en vrije
beweging aldaar zouden worden toege
staan, als aan den leider der N.S B. is ge
geven, en wel zoodanig, dat hij de heen
reis naar Indië op het door hem gekozen
tijdstip kan aanvaarden?
4. Indien ondergeteekende zoodanige
waarborgen niet zouden worden toege
staan, wil de minister dan mededeelen,
waarom aan den heer Mussert een vrij
heid wordt veroorloofd, welke aan onder
geteekende zou worden onthouden?
o
het sportfondsenbad
te dordrecht.
Op uitnoodiging van den Dordtschen
Raad van Toezicht hebben de spaarders
van de N.V. „De Sportfondsen" aldaar een
vergadering gehouden, zulks naar aan
leiding van het feit, dat de Kroon de
gemeentelijke garantie van f. 180.000 niet
heeft goedgekeurd. Verschillende spaar
ders eischten hun geld terug. Zij beriepen
zich op een artikel in het reglement, dat
men recht op teruggaaf van gestorte gel
den had, wanneer een jaar na de oprich
ting de onmogelijkheid van totstandko
ming der inrichting zou gebleken zijn. Nu
er vier jaren verloopen zijn en de beslis
sing der Kroon de zaak op losse schroe
ven heeft gebracht, wenschten spaarders
hun geld terug.
Een motie in dien geest werd aange
nomen, doch mr. Bierenbroodspot zeide,
dat de N.V. te Amsterdam die motie naast
zich kon leggen.
Toen de voorzitter verklaarde, dat de
motie allen rechtsgrond miste en haar
alleen in stemming te hebben gebracht,
om te zien, hoevee) personen hun geld
terug verlangden, ging het nogal heftig
toe. Mr. Bierenbroodspot zeide de conse-
quenties uit de motie te zuilen trekken.
Hij was van meening dat de N.V. zich
wel terug zou trekken en den spaarders
hun geld zou restitueeren.
chr. werkgevers-vereeniging.
Met ingang van 1 September as. is tot
sècretaris der Christelijke Werkgevers Var-
eeniging te Amsterdam benoemd mr. A.
Hoekema, wonende te Heemstede.
De heer Hoekema is thans werkzaam
aan de afdeeling Juridische Zaken aan het
Landbouw-Crisisbureau.
contingenteering
van kunstzijden garens.
Blijkens het Verslag der Tweede Ka
mer achtten sommige leden een beperking
van den invoer tot 80 pCt. van de hoe
veelheid, ingevoerd gedurende de basis
periode. onvoldoende Zij zouden aan een
beperking tot 60 pCt. de voorkeur geven.
Voor de kunstzijde-industrie heeft, naar
zij meenden de dumping van buiten-
landsch product, noodlottige gevolgen.
Gaarne zouden zij vernemen, welke maat
regelen de regeering daartegen denkt te
nemen.
koninklijke holl. lloyd.
Personeel.
Op vragen van mevr. BakkerNort be
treffende het nemen van maatregelen van
Regeeringswege ten behoeve van de pen
sioengerechtigden van den Koninklijken
Hollandschen Lloyd, wier persioenen sedert
1 Juni jl. niet zijn uitbetaald, heeft mi
nister Gelissen het volgende geantwoord:
Het feit, dat ten gevolge van de op 16
Mei jl. voorloopig verleende surséance van
betaling de uitbetaling van de pensioenen
aan de 212 pensioengerechtigden van den
Koninklijken Hollandschen Lloyd gestaakt
werd, is den ondergeteekende bekend.
Dat velen daardoor in een allertreurig-
sten toestand verkeeren, is eveneens be
kend; dit geldt echter niet voor alle 212,
omdat onder hen ook beter gesitueerden
voorkomen. Naar aanleiding van deze
gebeurtenis overweegt de Regeering of ten
aanzien van de pensioenfondsen van par
ticuliere bedrijven niet een regeling moet
worden getroffen, waardoor deze meer af
zonderlijk naast de overige vermogens
positie der onderneming komen te staan.
De, ondergeteekende heeft nauwgezet
overwogen, in hoeverre het mogelijk 4s
eenigen bijzonderen maatregel ln het be
lang van de berokkenen te nemen; tot zijn
groot leedwezen bleek echter geen moge
lijkheid tot een zoodanigen maatregel te
bestaan.
verspreide berichten.
Bij Kon. besluit is aan J. Knoppers,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
burgemeester der gemeente Meppel.
Bij Kon. besluit is met ingang van
16 Augustus 1935: le benoemd tot direc
teur van de gevangenis te 's-Hertogen-
bosch M. Hoekma, directeur van het Huis
van Bewaring te 's-Gravenhage: 2e be
noemd tot directeur van het Huis van
Bewaring te 's-Gravenhage H. van Ros
senberg, adjunct-directeur bij de Bijzon
dere strafgevangenis aldaar: 3e. aan J. V.
H. L. Scholten eervol ontslag verleend als
directeur van het Huis van Bewaring te
Zutfen, wegens voorgenomen benoeming
in een hoogere betrekking bij hetzelfde
dienstvak.
UIT NED. OOST-INDIE.
directie holland—amerika-lijn.
BATAVIA, 17 Juli. Aneta verneemt dat
de heer Bouman, vertegenwoordiger van
den Rotterdamschen Lloyd in Ned.-Indië,
is aangezocht voor de positie van directeur
van de HollandAmerika-Lijn, welke
functie de heer Bouman t.z.t. zal aan
vaarden.
- -o
geen werkloosheid op bali.
BATAVIA, 16 Juli (Aneta). De heer
Soekawati, vertegenwoordiger in den
Volksraad voor Bali, verklaarde aan Aneta
dat Bali tot het gelukkige deel van den
Indischen archipel behoort waar prac-
tisch geen werkloosheid heerscht
De heer Soekawati zette uiteen, dat, on
danks de crisis, Bali nog werk heeft voor
zijn landbouwbevolking, welke voor zoo
ver deze aan de kuststreek werkzaam was
de kans op bijverdiensten uit, de scheep
vaart grootendeels zag afgesneden
In ander opzicht wordt echter den in
vloed van de crisis uiteraard, evenals over
al elders, wel degelijk gevoeld.