K.LM. VLIEGTUIG „DE KWIKSTAART" VERONGELUKT Mr. P. W. A. Cort van der Linden 76ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 15 Juli 1935 Derde Blad No. 23091 Toestel bij Schiphol dadelijk na den start neergestort en verbrand De hofmeester en 13 passagiers konden zich redden ZIJ, DIE VIELEN. J?IN/T EN IETTEEEN FAILLISSEMENTEN. 1 Vier leden der bemanning en twee passagiers omgekomen Gisteren is ons Volk opgeschrikt door een vliegtuig-catastrope in de onmiddel lijke nabijheid van Schiphol, zooals wij tot dusver in ons land zelf nog niet ge kend hebben. Kort na den start is de F 22 P.H.-A.J.Q., ,,De Kwikstaart" verongelukt, waarbij de Vier leden van de bemanning en twee pas sagiers om het leven zijn gekomen. De hofmeester en dertien passagiers konden zich redden. Verscheidenen van hen liepen echter verwondingen op. HOE DE RAMP GESCHIEDDE. Twee motoren weigerden. De „Kwikstaart", het vier-motorige Fokkervllegtuig, dat in geregelden dienst op Hamburg, Kopenhagen, Malmö vliegt, had Zaterdag nog den dienst heen en terug in volmaakte orde volbracht. Gistermor gen zou de reis opnieuw ondernomen wor den. Het toestel was voor het vertrek nog nagezien en alles was in orde bevonden. Om half tien hadden vijftien passagiers in het toestel plaats genomen. Het waren mej. C. M. Apell uit Scheveningen, mevr. en mej. Classen, de heeren Faulkner, F. A. Pitel, R. Fraser, Newman en Hodson, allen uit Engeland, mej. J. Carlstedt, de heeren Helström en A. W. R. Gauffln uit Zweden, de heer Joseph uit Duitschland en de heer B. M. J. Combes uit Frankrijk en R. Peterson uit Denemarken. De bekende piloot H. Silberstein, die reeds twee jaar voor de K.LM. vliegt en vier reizen naar Indië had gemaakt, zou het toestel besturen. De verdere beman ning bestond uit den radio-telegrafist,' G. F. Nieboer, de werktuigkundigen G. Brom en L. J. van Dijk en den hofmeester Habe- rer. Om 9.38 uur verliet het toestel den grond. Eenlge oogenblikken later bespeur de men reeds op Schiphol, ofschoon de start goed was geweest, dat er iets ha perde. Men zag, dat het toestel links zwaaide en de piloot vermoedelijk een poging deed terug te keeren, althans een noodlanding te maken. Die poging is op het allerlaatste oogenblik mislukt. Men zag, dat de linker vleugel van het toestel vlak bij het viaduct den nieuwen weg van Amsterdam naar Den Haag raakte, het viel achter den dijk neer en eenige oogenblikken later stegen hooge vlammen op. Wat zich daar in de weinige oogenblikken tusschen het neer komen en het in brand vliegen van het toestel afspeelde, is een vreeselijk drama geweest. De heer Hoogendijk, die opzichter is van de daar aan te leggen werken, vertelde er ons het volgende van. Hij liep op den weg bij het viaduct en zag het toestel op zich afkomen. Twee van de motoren draaiden niet meer. Het gevaarte viel met een plof, als een zware zak, tegen den dijk aan. Het brandde toen niet. Hij snelde er met een paar wielrijders, die zich ook op den weg bevonden, heen. Met deze wielrijders heeft hij een aantal passagiers, onder wie ook een paar dames, uit het toestel getrokken. Zij moesten enkéle oogenblikken later wijken, omdat plotseling vlammen uit het toestel sloegen. Op dat oogenblik was het of de bemanning in de cockpit hevig met elkaar vocht. Het scheen hem toe, dat deze mannen niet weg konden, dat zij vast zaten. Er was geen kans op hen te bereiken, daar toch nadering van het toestel door de hitte niet meer mogelijk was. Inmiddels was hulp onderweg van Schiphol en was vandaar om assistentie geseind naar Amsterdam. Alle hulp, hoe snel ook gekomen, heeft deze ramp, waarbij zes dooden te betreu ren zijn, niet kunnen voorkomen. De Amsterdamsche brandweer heeft nog met een straal op de motorspuit de gloeiende resten van het. toestel, dat met den staart in de hoogte ligt, gedoofd. Het was daarom mogelijk een onderzoek in het toestel in te stellen. Het bleek dat zes sterk gekooide lijken in de totaal uit gebrande Kwikstaart lagen. Later werd vastgesteld dat dit vier leden der bemanning waren en twee passagiers. Het waren de piloot H. Silberstein. radio telegrafist G. F. Nieboer en de werktuig kundigen G. Brom en L. J. van Dijk, bene vens de passagiers Hodson en Newman. Beide omgekomen Engelschen waren gistermorgen uit Londen gekomen. Zij waren op Schiphol overgestapt met be stemming naar Kopenhagen. Het aantal gewonden bedroeg 5. Zij had den brandwonden, maar niet van ernstigen aard. Met een ambulance-wagen van den Amsterdamschen Geneeskundigen Dienst werden drie van hen naar het Wilhelmina gasthuis gebracht. Het waren mei. J. Carl stedt uit Zweden en de heeren Helström uit Zweden en Faulkner uit Engeland Mej. K. Classen uit Engeland werd aan het been gewond. Zij werd ter plaatse verbon den. Ook dokter Gauffin uit Zweden kreeg lichte verwondingen. De toestand van de gewonden, die in het Wilhelminagasthuis zijn opgenomen, baart geen zorg. De hof meester Haberer, de eenige van de be manning die er het leven afbracht, heeft erkiaard. dat toen het toestel den grond nad verlaten eerst de linkerbinnenmotor m het toerental achteruit Ueo en vervol- a00»Lde Luitenmotor Hij is er zeker liiiö P"00' Silberstein al het moge- r»(tJ?eeft gedaan om Schiphol weer te be ken, althans een noodlanding te maken. De piloot H. Silberstein is twee jaar in dienst geweest van de K.L. M. Daarvoor was hij vier jaar bij de Deutsche Luft Hansa werkzaam geweest, 't Was een zeer bekwaam piloot, hij had vier tochten naar Nederland ch-Indlë achter den rug De radio-telegrafist G. F. Nie boer, is in 1905 te Veendam gebo ren. Hij was elf Jaar in dienst bij de Maatschappij Radio-Holland en kwam in 1934 bij de K.L.M. De werktuigkundige G. Brom was in 1905 geboren. Brom was gehuwd, doch had geen kinderen. De leerling-werktuigkundige L. J. van Dijk was in 1897 geboren. Ge huwd zijnde was hij vader van twee kinderen. De heer Hodson en Newman, die beiden bij het ongeluk met de Kwikstaart zijn omgekomen, waren belden lid van een houtfirma te Londen, waarvoor zij tezamen een zakenreis maakten. WAT OOGGETUIGEN VERTELDEN. Piloot trachtte een noodlanding te maken. De reeds genoemde wielrijders, die op het moment van den ramp op den weg naar Schiphol reden, waren wel de eerste personen, die bij het verongelukte vlieg tuig aankwamen. Wij spraken één van deze ooggetuigen, die zooals te begrijpen viel, sterk onder den Indruk van de ramp, welke zich vrijwel onder hun bereik afspeelde, waren. Ik zag, zoo deelde één van hen mede, dat het toestel koers zette in de richting Slo ten, het vloog tamelijk laag tusschen den Spaarndammerdijk en Sloten en het was duidelijk, dat er iets aan de hand was. Het toestel vloog laag en de twee linker moto ren stonden, voor zoover wij konden na gaan. stil. Het toestel draaide en het was duidelijk, dat de piloot trachtte om Schip hol te bereiken of een noodlanding te maken. Het toestel verloor snelheid en zakte. Bij den draai kwam de linkervleugel tegen den dijk van den nieuwen weg naar Sassenheim. vlak bij het viaduct. Het toestel brandde toen nog niet. Met een plof kwam het tegen den dijk terecht. Wij ren den er heen en de eerste, die er uit stapte was een man in uniform. Verschillende passagiers volgden. Wij trokken hen naar buiten zoo vlug het maar kon. Alles speel de zich in enkele seconden af. Bijna direct daarop hoorden wij een explosie en de vlammen sloegen uit het toestel. Het was een vreeselijk gezicht. De bemanning zat in de cockpit en vloog tegen de wan den. Wij konden weldra niet meer in de nabijheid van het toestel komen, daar het in lichter laaie stond. Het relaas van een Zweedschen passagier. In totaal zaten twintig personen in het toestel, n.l. vijf leden der bemanning en 15 passagiers. Van de bemanning heeft alleen de hofmeester Haberer er het leven afgebracht, terwijl twee Engelsche passa giers zijn gedood. Wij spraken een der geredde passagiers, den heer Treschaw uit Zweden. Hij was, zooals te begrijpen is, zeer onder den indruk van het gebeurde. Ik zat. zoo vertelde hij, in de nabijheid van de buitendeur, dus achter in het toestel. Wij waren normaal opgestegen, doch even na den start moest er iets niet in orde zijn. Het toestel verloor hoogte en de piloot draaide. Nog hadden wij geen oogenblik de gedachte, dat er zoo snel een ramp zou gebeuren. Plotseling voelde ik een zwaren schok, ik greep mij vast aan de leuning van den stoel en op het zelfde oogenblik zag ik, dat de cabinedeur open zwaaide en de steward naar buiten sprong. Ik volgde hem en wist gelukkig buiten te komen Wat er precies verder gebeurde kan ik niet zeggen. Ohder de passagiers was een paniek onstaan. Ieder poogde zich in veiligheid te stellen. Wat ik hier vertel speelde zich in luttele seconden af. Een explosie volgde en een steekvlam sloeg naar buiten De passagiers lagen voor het grootste gedeelte buiten het toestel op den grond. Er speelden zich in dit korte oogenblik vreeselijke tooneelen af. Over den aard der verwondingen kon de heer Treschaw niets mede deelen. Ik zelf ben er goed afgeko men, zoo besloot hij zijn verhaal. Op het terrein van de ramp. Het terrein van den ramp bood een vreeselijken aanblik. Het geheel uitge brande toestel lag met den staart en de achterroeren tegen den dijk op. De moto ren waren niet meer dan een ruine van uiteebrand staal en ijzer. De propellers waren verhogen en staken voor -en deel in den grond. Van het houtwerk was niets meer over. Alles is volledig door het vuur vernield. De lijken van de bemanping, die zich nog in de cockpit bevonden, waren niet te herkennen. Het was een afschuwe lijke aanblik. Ook van de bagage ls zoo goed als niets over. Hier en daar lag nog een stuk te smeulen tegen verbogen stangen en ver koolde resten van het eens zoo trotsche vliegtuig. De cabine is geheel verdwenen. Van het instrumentenbord was weinig of niets over. Ook de vleugels waren vrijwel geheel verdwenen. Wat een andere geredde vertelde. Wij hadden in het hotel op Schiphol een onderhoud met een der geredde passagiers, den heer Petersen, ingenieui te Kopenhagen. De heer Petersen vertelde ons, dat hij gistermorgen met het toestel uit Londen aangekomen was en dat hij via Schiphol doorvloog naar Malmö. Ik zat, zoo zeide de heer Petersen in het tweede compartiment van achteren gere kend. Nauwelijks waren wij op Schiphol opgestegen of ik merkte, dat er iets niet in orde was. Ik vlieg zeer veel en dan krijg je kijk op dergelijke dingen. De piloot kon het toestel slechts rakelings over de boomen krijgen en wij waren pas enkele minuten in de lucht toen ik merkte, dat het toestel snelheid verloor en geen hoogte hield. De piloot poogde te keeren. Hierbij verloor het toe stel nog meer hoogte en ik merkte, dat hij van plan was te landen. Het toestel gleed op een gegeven moment af en ik riep naar de passagiers, die voor mij in de cabine zaten: „Past op. er gebeurt een ongeluk!" Ik heb mij stevig vastgehouden en daaraan heb ik het te danken, dat ik er afgekomen ben met een schaafwondje op mijn rechterbeen. Een betrekkelijk lichte schok volgde. De deur zwaaide open en wij gingen zoo gauw mogelijk naar buiten. Een paar dames waren op den grond ge vallen en in halfbewusteloozen toestand waren zij naar buiten getrokken. Het was een vreeselijk oogenblik toen de machine vlam vatte. Van de bemanning heb ik niets gezien. Een steekvlam sloeg door de ca bine. Wie er nog binnen was, was redde loos verloren". EEN VERKLARING VAN DEN HEER A. PLESMAN. Gisteravond heeft de directeur der K.L.M.de heer A. Plesman, die, toen het ongeluk gebeurde, te Eelde vertoefde, in een persconferentie een korte verklaring afgegeven, die als volgt luidt: „De zes slachtoffers zijn door dr. Hulst uit Leiden, aan wien de sectie is opge dragen, in samenwerking met dr. Slotboom van de K.L.M., geïdenjifipeerd. Door deze medici is'tevens vastgesteld, dat deze slachtoffers bij de botsing met den grond om het leven zijn gekomen". Tot zoover de verklaring van den heer Plesman. De directeur der K.L.M. was. zooals be grijpelijk, zeer onder den indruk van het gebeurde. Hij kon nog geen nadere in lichtingen geven over mogelijke oorzaken van den ramp. Het bureau van den Rijks-Studiedienst voor de Luchtvaart, de Technische Dienst van de K.L.M., verschillende andere lucht vaartautoriteiten zijn bezig met het in stellen van een onderzoek. Over de begraienis van de slachtoffers is tot op dit oogenblik nog niets vast gesteld. Het stoffelijk overschot is naar het Binnengasthuis te Amsterdam ver voerd. Toch vlogen zij weer. Betreffende de passagiers kunnen wij nog mededeelen, dat de heer B. M. J. Com bes uit Parijs gistermiddag te half vijf met de „Lappland" F. 22 van de Zweed- sche Maatschappij, een zustermachine dus van het verongelukte toestel, van Schiphol is vertrokken om zijn zoo ongelukkig on derbroken reis voort te zetten naar Malmö. De heer Gauffin uit Stockholm maakte de reis per trein en boot. De heer Fraser uit Londen zal heden per K.L.M.-machine naar Londen terugkeeren, evenals de heer Pitel uit Londen. Ook de rest van de pas sagiers gaat waarschijnlijk per trein ver der, Een deel is inmiddels reeds per trein vertrokken. De heer J. Joseph, een Dult- scher, die te Amsterdam woonachtig is. is per taxi naar zijn woning teruggekeerd. De officieeie passagierslijst. De officieeie cassagierslijst van ..De Kwikstaart" bevat de volgende namen: W. F. Treschaw (Noorwegen) zeer licht gewond in het gelaat; G. Peterson (Denemarken) Kopenhagen; Mej. J. Carlstedt (Zweden), opgenomen in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam, toestand geruststellend; Mr. Helström (Zweden), opgenomen in het Wilhelminagasthuis. toestand bevre digend: Mevr. L. Olassen (Engeland); Mej K. Classen (Engeland), been ge schroeid: Mr. Faulkner (Engeland), opgenomen in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam, toestand gunstig; F. A. Pitel (Engeland); R Fraser (Engeland) Mr. Joseph (Duitschland); Mr A. W R. Gauffin (Zweden); Mr. B M. J. Combes (Frankrijk) Mej. C M. Apell (Nederland) te Scheve ningen. Gedood: Mr. Newman (Engeland) te Londen en mr. Hodson (Engeland) te Londen. De stemming op Schiphol. Halfstok waaiden gistermiddag de vlag gen op Schiphol in den gulden zomerzon! Voor den gewonen bezoeker was er weinig van te bemerken, wélk een ramp Schip hol en Nederland heeft getroffen. Het res taurant werd vergeten op het terras was het vol Zondagsche bezoekers, die onder de parasols een plaatsje hadden ge'jon- In den afgeloopen nacht is te 's-Gra- venhage. 89 jaar oud overleden, de heer mr. P. W. A. Cort van der Linden, minister van Staat en oud-lid van den Raad van State. Mr P. W. A. Cort van der Linden werd den 14den Mei 1846 te 's Gravenhage ge boren. In 1869 promoveerde hij te Leiden in de rechtswetenschap op het proefschrift „Beschouwingen over het strand". Hij vestigde zich als advocaat in zijn ge boortestad. Tien Jaar later werd hij be noemd tot commies-griffier van de Tweede Kamer, om weer twee jaren daarna als hoogleeraar in de staathuishoudkunde naar Groningen te gaan. Daar schreef hij zijn beide werken: „Leerboek der finan ciën" en „Richting en beleid der liberale partij". In 1891 volgde zijn benoeming tot noogleeraar aan de universiteit van Am sterdam in de plaats van Treub. In 1896 ging hij als raadadviseur naar het depar tement van justitie over en in 1897 trad hij als minister van justitie op in het liberale kabinet-Pierson-Goeman Borge- sius, dat de eerste belangrijke wetten op sociaal gebied tot stand bracht. Ook mr. Cort van der Linden had daarin met de Kinderwetten, de Voogdijwet en de nieuwe wet op de arbeidsovereenkomst (van welke laatste wet Drucker het voor-ontwerp ge maakt had) zijn deel. Na het aftreden van het ministerie werd hij spoedig in den Raad van State be noemd, totdat in 1913 H M. de Koningin een beroep op hem deed om het kabinet te vormen, dat een jaar later door den wereldoorlog is overvallen. In 1915 was aan mr. Cort van der Lin den de hooge onderscheiding van de be noeming tot minister van staat ten deel gevallen. In 1918 keerde hij weer in den Raad van State terug. Zeven-en-twintig jaar (tot December 1934) heeft hij van dit hooge college deel uitgemaakt. Het is vooral zijn minister- presidentschap van 19131918 dat hem voor ons volk tot een buitengewone figuur heeft gestempeld. Hij heeft ons land toen niet alleen door de gevaren van den we reldoorlog heengeleid, maar ook bij de onderwijspacificatie en de kiesrechther vorming zijn groote gaven als staatsman getoond. Oude hinderpalen voor de ont wikkeling van ons staatkundig leven wer den weggeruimd tegen den tijd, dat het volk meer dan ooit behoefte aan eenheid zou hebben. Er zijn daarom weinig mini steries geweest, welker beteekenis met die van het ministerie-Cort van der Linden op één lijn is te stellen. Ook op internationaal gebied had de naam van Cort van der Linden een bui tengewonen klank. Lange jaren is hij l(d van het Permanente Hof van arbitrage geweest. Een merkwaardige loopbaan in dienst van den staat heeft nu haar einde ge vonden. RECLAME- 7571 voor het bleeken der wasch, voor het reinigen In de keuhen,voor het verwijderen van vlekken C'fJ&tvL bleekt WITTM voor VIJF wasschen 16 cl Ha.diliond. „Emk. Apeldoorn den. Toestellen kwamen aan en vertrok ken. De sirenes loeiden, de loud-speaker verkondigde welk toestel weer gedaald was op het vliegveld. Er werden groepen be zoekers rondgeleid. Het werk riep! Het werk ging voort! De KX.M.-mannen zetten de tanden op el kaar. Zij weten immers, dat geen moment hun oplettendheid mag verflauwen. Zij weten dat de dienst voort moet gaan. dat zij niet mogen denken aan de kame raden, die gistermorgen gevallen zijn. Maar er was rouw op Schiphol! Piloten, die geen dienst hadden, kwa men en gingen. Op fluisterenden toon be spraken zij het vreeselijk gebeuren. Een korte groet, een stevige handdruk en zij vertrokken weer. Er werd druk getelefo neerd op het kantoor en op het bureau van den vliegdienst. Verwanten van de passa giers werden zooveel mogelijk gewaar schuwd. Het werk gi.ng door. De heer van der Maas van den Rijksstudieóienst voor de Luchtvaart en enkele ]ustitieele auto riteiten hoorden in een der kantoorloka len getuigen, zij vertelden van het vree selijk gebeuren, dat zich dien ochtend voor hun oogen afspeelde. Op het groote ter rein werd het steeds drukker en de ramp was het onderwerp van gesprek. Op het platform stond een F 22, de Lapland van de Zweedsche Maatschappij, de zelfde blauwe vogel, zooals daar gistermorgen een paar kilometer verder was verongelukt en waarvan de wrakstukken, een ravage van verbogene en geblakerde stangen, tegen de helling van den dijk lag. aan den rand van het wuivende korenveld. Het werk op Schiphol riep, het werk op Schiphol ging door! TIJDSCHRIFTEN. Maandblad voor Hedendaagsche Muziek. Het Julinummer van het Maandblad voor Hedendaagsche muziek, bevat arti kelen over: Overwegingen bij het aan wenden van koorzang-teksten; voorts de gebruikelijke rubrieken en corresponden ties uit andere landen. De „Wereldkroniek" wijdt een artikel en verschillende foto's aan het Rijksmu seum dat 50 jaar bestaat. Ook van het nieuwe museum Boymans te Rotterdam, bevat het blad eenige illustraties. Verder vonden we een interview met den danser Ted Shawn, een exclusieve bijdrage van dr. Hugo Adolf Bernatzik over wilde pa pegaaien en een artikel van J. Hoven over de 10 beste Hollanders in de Sport. De Prins van Wales is niet te benijden, kunnen we deze week in de „Haagsohe Post" lezen. Johan Fabricius schrijft nog eens over Solo, terwijl we verder nog ar tikelen vinden over de „Crisislandbouw- hypotheekwet '35"; Radio als beschermer van den vrede; Jeugd zonder werk: Rus sische ballingen te Parijs; Pioniers der rubberindustrie, e.a. I RICHARD STRAUSS AFGETREDEN. Naar wij vernemen is Richard Strauss als General-Musikdirector te Berlijn af getreden: dr. Peter Raabe is tot zijn op volger benoemd. Uitgesproken: W. Bogaard, aannemer, Ter Aar, Wijk C No. 30. R.-c.: mr. A. Ikman v. Burck: cur.: mr. H. W. J. A. Averbeck, Leiden. Q A. Versteegen. bloembollenkw., Noord- wijkerhout. Leidsche Vaart 37. R.-c.: mr. A. W. J. van Vrijberghe de Coningh; cur.: mr. H. P. Bennewitz, Delft. L. van Beveren, kweeker, Noordwijk a. Zee, Nieuwe Zeeweg 14. R.c.: mr. A. W. J. v, Vrijberghe de Coningh; cur.: mr. P E. Briët. Leiden. G. v. Egmond. tuinder, Koudekerk a d. Rijn, Wijk B. 136. R.-c.: mr. A. W. j v. Vrijberghe de Coningh; cur.: mr. W de Clercq. Leiden. In de week van 8 t/m. 13 Juli werden in Nederland 96 faillissementen uitge sproken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9