76*te Jaargang LEÏDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 Juli 1935 Derde Blad No. 23098 nBUITENL WEEKOVERZICHT BINNENLAND. Zomersproeten ver dwijnen in korten tijd geheel door Sprufol. Bij alle Drogisten. BURG. STAND VAN LEIDEN GEVEILDE PERCEELEN. Na het beroep van den Negus van Abessynië op den Volkenbond BEWEGING, DOCH NOG GEEN RESULTATEN. Beweging is en blijft er te over in de politiek, doch tot veranderingen van be- teekenis is het nog niet gekomen. Uit den aard der zaak blijft domineeren het ge schil tusschen Italië en Abessynië. Steeds meer gaat het er op lijken, dat het zwaard het slotwoord zal spreken, doch allerwege klampt men zich vast aan de gedachte: zoolang er leven is, is er hoop! M a.w„ zoolang de vijandelijkheden niet zijn ge opend, blijft de kans, dat de oorlog is af te wenden. Geruchten, dat het begin van den strijd ieder oogenblik voor de deur zou staan, zijn afdoende tegengesproken. Iri de eer ste plaats beschikt Italië ter plaatse nog niet over die troepenmacht, waarvan het succes verzekerd acht bijkans lederen dag wordt dit bezwaar kleiner, daar de versoheping van troepen en uitrusting koortsaohtig wordt versneld! en in de tweede plaats, tengevolge van den aan houdenden regen tot September a.s. is het vrijwel onmogelijk thans de operaties te openen. Nog l"i maand staan disponibel om den krijg af te wenden Hoezeer het Italic met zijn bedreiging ernst is, kwam duidelijk tot Uiting door de wijze, waarop Italië de conferentie der arbiters te Soheveningen heeft getor pedeerd. Een der Abessynische raadslie den wilde daar te berde brengen, dat Oeal Oeal, waar een der ergste Incidenten plaats vond, die aanleiding gaven tot Italië's optreden, tot het grondgebied van Abessynië behoorde. Italië verzette ztoh tegen deze wijze van pleiten, daar de con ferentie niet had te beslissen over grens- aangelegenheden. Dit laatste is ongetwij feld juist, doch dat was ook niet de be doeling van den verdediger van het stand punt van het land van den Negus; deze wilde slechts aantoonen. dat het inci dent plaats vond op Abessynisch grond gebied en niet op Italiaansch. Dit maakt inderdaad toch wel eenig verschil! Italië wilde echter deze bewijsvoering niet, met gevolg, dat de conferentie werd verdaagd. Abessynië beriep zich toen op den door den Volkenbondsraad aangegeven uitweg om een vijfden, neutralen arbiter, te be noemen door de vier anderen (van leder land tweei te doen anwijzen, doch ook daarvan wil Italië niet weten, zoodat de arbitrage vast is geloopen. Voor 25 dezer zou deze procedure beëindigd moeten zijn! Het resultaat zou dan op een bijeenkomst van den Volkenbondsraad op 25 Augustus nader onder de oogen worden gezien Abessynië heeft nogmaals een beroep gedaan op den Volkenbond en zich boven dien gewend tot de Vereenlgde Staten als mede-onderteekenaars van 't Briand- Kellogg-pact. Het resultaat van beide blijft totnutoe gering! De Volkenbond voelt zich lang niet op zijn gemak en is moeilijk in beweging te krijgen. Dit lichaam is zich van zijn onmacht in de zen maar al te zeer bewust. En de Ver eenlgde Staten moeten van een ingrijpen in hetgeen zij beschouwen als een Euro- peesche aangelegenheid niets hebben Wel schijnen zij Engeland en Frankrijk te willen steunen, wanneer deze twee lan den het eens zouden kunnen worden over een bemiddelingsactie. Daarop is 't wach ten. Het schijnt echter, dat Londen en Parijs den pas markeeren. Veel gang is er niet in de besprekingen, al lijkt tus schen beide hoofdsteden de spanning eenigszins luwende. Maar de oude harte lijkheid is er niet meer en het zal niet gemakkelijk zijn, deze volledig te herstel len. Wel heeft de nieuwe Engelsche mi nister van buitenl. zaken Hoare, in zijn eerste groote rede zich alle moeite gege ven om Parijs gunstiger te stemmen, toe zeggend, dat Engeland volledig-aan Stresa vasthoudt. Dit zal tenminste eenige ge ruststelling in Frankrijk geven, waar men overigens ook met genoegen zal hebben gehoord, hoe Hoare, zij het op zeer va derlijke wijze, Dultschland kapittelde, dat in menig opzicht reden tot ongerustheid gaf en voorts ook Japan, al was het heel beleefd en voorkomend, wegens zijn agres sie in China de les las. Beweging is er achter de coulissen ge noeg: Avenol, de Volkenbondssecretaris, te Londen, de Grleksche minister van oorlog Kondylis te Rome, Zuid-Slavië's regent prins Paul te Boekarest. Maar tot eenig resultaat, althans zichtbaar resul taat. is htt nog niet gekomen! Onderstaand kaartje geeft een duide lijk overzicht van het conflict, dat thans de politiek beheerscht. KONINGIN EN DE PRINSEC OP DEN RUIGEN HOEK. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana zijn gistermiddag per auto van Het Loo op het Landhuis De Ruigen- hoek te P<-heveningen aangekomen. o HERZIENING VAN DEN WETTELIJKEN TIJD. DE BEZWAREN VAN DE EERSTE KAMER Antwoord van den Minister. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot herzie ning van den wettelijken tijd. In de eer ste plaats bespreekt de minister in deze memorie de opmerking van het Voorloopig Verslag dat hij door de bij nota van wijzi ging aangebracht veranderingen eigenlijk gekomen is met een geheel nieuw ont werp. waarover de Raad van State niet Is gehoord. Door de thans gevolgde wijze van handelen en den spoed, waarmede het wetsontwerp in de Tweede Kamer is af gedaan hebben de belanghebbenden hun meening niet. tijdig kunnen uiten. De minister merkt hiertegenover op. dat hii uiteraard geen verantwoording dragen kan voor de orde van behandeling in de Tweede Kamer Wat nu den Raad van State betreft wijst, hij er op. dat het ter beoordeeling staande ount er een was van louter practUk. waarbij het oordeel der Volksvertegenwoordiging, ondubbelzinnig voor zoovee: de Tweede Kamer betreft, uitgesproken een veilig richtsnoer mag worden geacht. De wëts-technhche zijde vormt daarnaast een element van geheel ondergeschikte beteekenis. Toen den Minister dan ook bleek dat er een verheugende eenstemmigheid in de Tweede Kimer heerschte ten opzichte van het beëindigen «an de tiidsplitslng en dat vriiwel algemeen het. aanvaarden van -"en Midden-Eurimeeschen tiid daartoe als middel werd aanbevolen meende hit ter bevordering van het intreden van de ee- wenschte rust op Tit ount goed te doen. het ook hem aanvankelijk juist voorko mende voorstel tot, aanvaarding van RECLAME. 7491 Greenwichtijd met zomertijdregeling los te laten en dit te wijzigen in een ontwerp van wet waarbij de Midden-Europeesche tijd algemeen wordt gesteld. De kennisgeving van het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer was voor den Minister in zooverre een teleurstelling, dat daarin minder aandacht wordt ge schonken aan de groote voordeelen van eenheid en de critiek zich bepaalt tot de vraag welke tiid moet worden aanvaard met behoud van den Zomertijd, alsof niet de probleemstelling na de behandeling in de Tweede Kamer een andere ware ge worden Met het oog op het internationaal ver keer is aansluiting gezocht aan de wereld- tüdsindeeling onder in achtneming van den wensch van eenheid van tijd gedu rende het geheele iaar. Dit voert tot aan sluiting bij den Midden-Europeeschen tijd. met overeenstemming tevens ten opzichte van België. Frankrijk en Engeland in de periode van zomertijd in die landen. De Minister wijst er op dat eenmaal aange nomen het verlangen naar eenheid in tijd gedurende het geheele jaar alleen het aan vaarden van aansluiting naar het Oosten mogelijk was. aangezien men bit meer westelijken tijd op den loop der zon ten achter raakt hetgeen de beschikbare ruimte aan daglicht aanmerkelijk zou be korten. De vraag of de regeering alvorens van stelsel te veranderen, voeling heeft ge houden met de landbouw- en bedrijfs- vereenigingen. moet de minister ontken nend beantwoorden. Hij achtte zulks niet noodig in de veronderstelling dat de duide lijke taal in het andere deel der Volks vertegenwoordiging waarvan tal van agra rische en bedrijfsspeciaJisten deel uit maken niet zou ziin gesproken wanneer 't landbouw- en bedrijfsbelang zich tegen de aanvaarding van den Midden-Euro- heeschen tilrt zoude verzetten. De minister wil hierbij niet onvermeld laten en dit geldt voor de bezwaren van andere zijde eveneens, dat men in een materie als deze niet kan wachten od eenstemmigheid van de onderscheiden kringen der bevo'kinc. Men doet de soun'esse en het sanna«- singsvermoeen van ons moate-haone'rtk verkeer te kort aldus de Minlst"" wan neer men hier van onoverkomelijke be zwaren zou gewagen —o CLEARINGOVEREENKOMST MET ROEMENIE. De vaste commissie der Tweede Kamer voor overleg met de regeering omtrent vraagstukken en maatregelen, betrekking hebbende op aangelegenheden van han- delspolitieken aard, in wier handen is ge steld het wetsontwerp, houdende overeen komst betreffende het goederenverkeer en clearingovereenkomst met bljbehoorend protocol tusschen 't Koninkrijk der Neder landen en het Koninkrijk Roemenië, op 10 Februari 1935 te 's Gravenhage onder teekend, heeft daaromtrent met de regee ring een briefwisseling gevoerd, in hoofd zaak betrekking hebbende op de vraag, in hoeverre van Roemeensche zijde aan de hlerbedoelde overeenkomsten uitvoering gegeven wordt. Zij ging er daarbij van uit, dat de overeenkomst betreffende het goe derenverkeer van weinig beteekenis kan zijn, indien de clearingovereenkomst van Roemeensche zijde niet behoorlijk wordt nagekomen. Uit de inlichtingen, welke de commissie dienaangaande van de regeering ontving, is haar gebleken, dat Roemenië met name de Roemeensche Nationale Bank, inder daad haar verplichtingen uit de clearing overeenkomst niet nakomt. Daar echter van Nederlandsche zijde deze overeen komst wel wordt nageleefd, werkt de ge troffen regeling thans min of meer als een autonome clearing, waardoor de Ne derlandsche belangen voor het oogenblik althans zoo goed mogelijk worden bevei ligd. Voorts is der commissie gebleken, dat de regeering in dezen diligent is en be reid is door nader overleg met de Roe meensche regeering aan den ontstanen onbevredtgenden toestand een einde te maken. Onder deze omstandigheden meent de commissie op de details van de ge noemde overeenkomsten niet nader te moe ten ingaan. Zij stelt mitsdien voor. de in haar handen gestelde stukken voor kennis geving aan te nemen. •O VERLAGING VAN OPCENTEN OP DEN WIJNACCIJNS. Aan een nota naar aanleiding van het verslag over het desbetrelfende wets ontwerp wordt het volgende ontleend: Voor zooveel de in uitzicht gestelde ver laging van den gedistilleerd-accijns en van den bieraccijns betreft, volstaat de minister thans met de mededeeling, dat •hij de wenschelijtoheid om zoodanige ver laging voor te stellen, thans mede bezien in het licht van de voorgestelde verla ging van den wijnaccijns, nader zal over wegen. De minister deelt in de meening van de leden, die van oordeel zijn, dat de fraude, welke met betrekking tot alcoholhoudende dranken bestaat, krachtig moet worden bestreden. Dat zulks ook daadwerkelijk geschiedt, staat intusschen voor hem vast. Niettemin heeft deze fraude, met name die in gedistilleerd, nog bedenkelijke afmetin gen. De minister stelt zich voor de verdere behandeling van het op 4 Augustus 1933 ingediende wetsontwerp, houdende verbod van de bereiding van alcoholhoudende li keuren uit wijn, voor zooveel hem betreft, te bevorderen zoodra hij zijn standpunt met betrekking van de verlaging van den gedistilleerd-accijns zal hebben bepaald. Bij nota van wijziging wordt voorgesteld, dat de wet geacht wordt in werking te zijn getreden met ingang van 1 Juli. VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. besluit is benoemd tot kan tonrechter te 's-Gravenhage mr. dr A. Fontein, thans kantonrechter te Amster dam. GEBOREN. Johannes, z. v. p. D. v. Zejst en J. Tege laar Maria Elisabeth, d. v. C. A. v. Hees en H. M. A. Land Walther Maarten, z. v. C. Straver en C. Bokma Cornells, z. v. C v. d. Klaauw en C. P. Martijn Jan Johannes, z v. J. B. v. d. Heijden en J. Sjardijn Gerardus Leonardus. z. v. W. J. v. Loon en C. Blokker Ida Enge- lina, d. van C. Smit en J. Herruer Dirkje Cornelia, d. v. C. Smit en J. Herruer Maria Alida. d. v. W. Dubbeld en A. M. Huising Theodorus Cornells, z. v. A. de Lange en E. J Turken Franciscus Leen- dert. z. v. W. Sierat en A. J. Schalker Jakob Moszek z. van I. Warzecha en Z. P. Poznanska Carolina Geertruida, d. van G. A. de Jager en C. G. Galavazi Hendrik, z. v. H. Henzen en Chr. Sira Maria Antoinette Johanna Henrica. d. v. J. Th. v. d. Voort en G. Konst. ONDERTROUWD J. H. Diemer jm. 30 j. en E. Paauw jd. 30 j. F. v. d. Broek jm. 23 j. en M. L. Meijer jd 28 j. J. E, Bevelander Jm. 34 j. en E S. v. Leeuwen jd. 30 j. A. C. J. Hoogeveen jm. 30 j. en C. Hogervorst jd. 34 j. Ten overstaan van den Notaris B. J. J. N Ti rrrt te Leirïen. Huis met, afz. boven- won'na Jit°rste Gracht 68/68a in bod f. 1.680 kooper de heer D. de Jon?h q.q. te Leiden voor f 1.680: huis met afz. boven- wonine Heerenctees 11/lla in bod f. 980. koooer de heer K. L van Duuren qq te Leiden voor f.1010; huis Levendaal 44 in bod f. 850 kooner der neer J J. P. Tesse- laar o o te Leiden voor f 1100: bui* Zuid- siriTa! 13 in bod f 1 760 koooer heer J. Lin«choten q.q te Leiden voor f. 1.800: Hirzen Lansestraa* 16 en 18 samen in bod f. 1.220 Koooer de hoor J. van Iterson q o te Leiden voor f. 1.380. Perceel bouwterrein Hooge Rijndijk is niet gegund. UCT 1TAU AAkl6CM- A.5E.5SYN ISCU CONfLiCT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9