Vlootrevue voor Koning George te Spithead - Treinontsporing bij Halfweg
GEVAARLIJK SPEL
768le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE AANSTAANDE VLOOTREVUE TE SPITHEAD.
De Britsche Armada heeft zich alreeds geconcentreerd. Op
den voorgrond een miniatuur-model van Nelsons vlagge
schip Vactory", in contrast met het slagschip Nelson"
DE „QUEEN ELISABETH" het vlaggeschip van do
Britsche Middellandsche Zee vloot, aan het Loofd van het
Middellandsche Zee-eskader, gereed voor de inspectie door
koning George op a.s. Dinsdag.
TUSSCIIEN HAARLEM EN HALFWEG is een rangee-
rende electrische trein, welke uit de werkplaatsen kwam
ontspoord, tengevolge waarvan een mast dor geleiding
omver werd gereden. Overzicht van het opruiraingswerk.
HET GOEDEN FEEST VAN DEN TORPEDODIENST TE
DEN HELDER. Schout bij nacht L. Rruy-s legt een krans
bij het monument Voor hen
'die violen".
TRKOTAGEFABRIEK TE ASTEN AFGEBRAND. 150
personen werden werkloos door het afbranden van een
tricótagefabriek te Asten in Noord-Brabant. Slechts een
deel der muren bleef "overeind staan.
DE KANGEROE welke de ,,Uiver"-bemannipg van de Australische regeermg ten
geschenke kreeg, is na vele omzwervingen eindelijk dan in den Haagschen Dieren
tuin aangeland. Het diertje, dat den bijnaam ,,Uiver" ontving, stopd al spoedig na
aankomst in het centrum der belangstelling.
Uit het Engelsch van PAUL TRENT
door ADA VAN ARKEL
6)
Er werd aan de deur geklopt en een
matroos kwam salueerend binnen.
„Signaal van het vlaggeschip, mijn
heer".
Hallam las de boodschap een uitnoo-
diging voor hem om dien avond bij den
admiraal te komen dineeren. De man
salueerde weer en verdween. Het deed
Guy genoegen, want het was een eer, die
hij nog niet had ondervonden. Admiraal
Latham was commandant van het eerste
vlootbataljon en een van de jongste offi
cieren van dien rang in dienst. Hij was
bemind, ofschoon hij een dienstklopper
was en er wel gemopperd werd over de
harde manier, waarop hij de vloot aan
pakte. Boven alles was bij bekwaam en
eischte bekwaamheid van anderen. Wan
neer ze hem niet voldeden, toonde hij
geen medelijden. Een streng, maar recht
vaardig man.
Guy kleedde zich langzaam in zijn bui
tenmodel uniform. Het lint van buiten
gewone verdienste zat in zijn knoopsgat
een onderscheiding, die hij verdiend had
als adelborst, toen zijn schip mannen had
ontscheept op de kust van Afrika Een ge
juich ging op toen hij de longroom bin
nen kwam en hij werd een beetje geplaagd
met zijn gaan dineeren op het vlagge
schip.
„Latham zal je een miserabel diner
voorzetten. Bestel maar vast een flink
souper. Ik ken zijn diners", voorspelde de
scheeps dokter droog".
Maar ze wisten waarom Guy uitgenoo-
digd was en ze waren blij voor hem. Er
was geen officier daar die hem niet het
beste gunde. Velen van hen, hadden zijn
vriendelijkheid ondervonden, want hij
stond altijd gereed een extra dienst op
zich te nemen, wanneer een collega vrij
wilde hebben.
De luitenant van de wacht kwam be
neden en vertelde Guy dat de piketboot
langszij lag. Het vlaggeschip „de Schep-
ter" lag voor en enkele minuten later be
groette Guy den dienstdoenden luitenant.
De adjudant was op dek en kwam direct
naar voren om hen uit te noodigen mee
te gaan naar de langroom, He tdiner zou
een kwartier later zijn.
Er zijn vier officierskajuiten in het
admiraalschip. Ten eerste die van den
admiraal, die meestal met zijn stafofficie
ren dineert; dan die van den comman
dant van het schip, die in hooge eenzaam
heid zijn maaltijden gebruikt, dan de
longroom voor alle officieren medische,
gewone, ingenieurs, kapelaan, betaalmees
ters en tenslotte de voorlongroom, de ge
zelligste van alle, met zijn tweede luite
nants, adelborsten en officieren in 't alge
meen.
Guy merkte dadelijk op, dat het in de
longroom van de „Schepter" veel bedaar
der toeging dan op de „Drietand". Hij
kende vele van de officieren waaronder
een zekere luitenant-commandant Car-
ruthers die belast was met den draad-
loozen dienst van de vloot. Zijn vriend
kwam dadelijk naar hem toe en zeide:
„Ik heb juist je rapport gezien, Hallam,
en ik feliciteer je. Je hebt een moeilijk
probleem opgelost. De admiraal is er erg
mee ingenomen".
Hallam straalde bij deze woorden. Voor
een man, die hart voor zijn werk heeft,
heeft een woord van lof van iemand, die
er verstand van heeft, groote waarde.
Eindelijk kwam de stafofficier hem ha
len en samen gingen zij naar het achter
schip, waar de verblijven van den admi
raal waren. De admiraal zat in een groote,
gezellig ingerichte kajuit. Hij schudde
Hallam de hand en ze gingen terstond aan
tafel. De scheepsdokter had gelasterd,
want het diner was voortreffelijk. Er werd
niet veel gepraat gedurende het maal,
maar de admiraal ontdooide bij een
glas port.
Zjjn stafofficier was voor de een of
andere corvé weggezonden.
„Hallam, ik wil Je mijn voldoening te
kennen geven over je rapport, dat ik on
middellijk naar de admiraliteit heb door
gezonden. Je commandant, die gisteren
bij mij dineerde, spreekt met veel lof over
je werk".
Hallam begreep dat dit heel wat betee-
kende uit den mond van een man als ad
miraal Latham. Na een poosje schepte hij
moed en legde zijn positie uit. Hij vertelde
van het verlies van geld en van zijne ver
loving.
„Wat raad u me aan te doen, admiraal?"
vroeg hij.
„Ik mag je geen raad geven.maar
ik trouwde toen ik jouw leeftijd had en
ik had ook geen geld".
„Dank u, admiraal".
„Denk er om, ik geef u geen raad. Hal
lam. Ieder moet voor zichzelf beslissen.
Goeden nacht en het beste".
De admiraal stak de hand uit. gr was
een vriendelijk licht in zijn oogen en hij
had ms niet veel van den strengen man,
die hij heette te zijn.
Hallam keerde terstond naar zijn schip
terug en ging onmiddellijk naar bed. Het
duurde lang eer hij in slaap viel en nog
kon hij niet beslissen. De morgen kwam en
nog steeds verkeerde hij in denzelfden
besluiteloozen toestand, 's Middags was
er algemeen verlof voor allen aan boord,
behalve de luitenants van de wacht. Juist
toen Hallam aan wal wilde gaan, werd
hem een brief gebracht. Hij scheurde de
enveloppe open en tot zijn verbazing be
vatte het banknoten, tot een bedrag van
150 pond.
.Hallo, jij boft", lachte de scheepsdok
ter Mahoney, die het zag. Er waren maar
een paar haastige regels bij het geld ge
krabbeld. „Ik ben geslaagd en zend je 150
pond. Nu kan je met een schoone lei be
ginnen. Schrijf niet, want ik hoop morgen
naar Weyport te komen".
„Geluksvogel", zei de dokter plagend.
„Ik heb in jaren niet zooveel geld bij
elkaar gezien. Het maakt me aan het
watertanden".
Guy stopte de banknoten in zijn zak en
snelde weg, want iemand had geroepen,
dat de piketboot op het punt stond te ver
trekken. Er gingen maar twee of drie offi
cieren aan wal, waaronder de padre.
„Hallo, Hallam, wat zie je er vergenoegd
uit", merkte de laatste op
„Haalt je de koekoek", bromde Mahony.
„Dat jongmensch draagt een klein fortuin
aan banknoten in zijn zak".
Maar het was niet alleen het geld, dat
alle zorg van Hallam's gelaat had ver
dreven. Hij had zijn" besluit genomen. Vrij
van schulden zou bij nu doen zonals Stella
wilde. In ieder geval zouden zij verloofd
blijven, tot ze meerderjarig was. Er kon
zooveel gebeuren in 18 maanden.
Toen hij aan wal stapte, ging hij regel
recht naar het huis van de Cameron's. In
de hall vond hij Valda.
„Stella zei me, dat ik u moest zeggen, dat
ze om half vier terug zou zijn. Of u wilt
wachten? Ik zal u zoolang bezig houden.
Ik hoop, dat ik u niet zal vervelen".
„Waar is Stella?"
„Mevrouw Cameron stond er op dat ze
uit lunchen zou gaan. Het arme kind had
er niets geen zin in. Dat is waar ook. Ik
heb u nog niet geluk gewenscht met uwe
verlovingIs het een geheim?"
„Niet na vandaag", zei hij opgewekt.
Valda onderdrukte de verrassing, die ze
gevoelde. Den vorigen avond had mevrouw
Cameron haar al de moeilijkheden toever
trouwd en ze had er uit begrepen, dat het
engagement verbroken was.
„Natuurlijk weet u, dat mevrouw Came
ron er niets van wil weten?"
„Ja".
„Geloof me, dat al mijn sympathie voor
u en Stella is. Maar u moet u voorberei
den op moeilijkheden. In ieder geval kunt
u op mijn hulp rekenen. Stella is een
goed, lief kind".
„U is heel vriendelijk. Dus u vondt mij
geen bruut omdat ik verloofd ben?"
„Waarom zou ik?"
„Weet u dat ik geen cent heb?"
„Wat hindert dat? Een vrouw, die wat
waard is, geeft geen steek om geld, dat
wil zeggen, wanneer ze van iemand
houdt.Stella heeft u lief, mijnheer
Hallam".
„Ik heb méér geluk dan ik verdien".
„Komt mijnheer Furber vandaag ook
aan wal?" vroeg ze terloops.
.(Wordt vervolgd).