De nederlaag van Primo Camera - Een kasteel bijna om niet Wë^^ÊÊÊÊÊÊÊKÊÊÊÊÊ Jfci GEVAARLIJK SPEL 76sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD LANDGOED ZWALUWENBURG DE ITALIAANSCHE REUS PRIMO CARNERA DOOR DEN NEGER JOE LOUIS VERSLAGEN JP$Ixmmm: - WL FEUILLETON. DE ST. JANS BASILIEK TE 's-HERTOGEN BOSCH IN FEEST VERLICHTING. Woensdagnacht vond de proefvenliohting plaats .van do statige St. Jans-basiliek, welke zal worden ontstoken ter gelegenheid van het 750-jarig bestaan van 's-Hertogcnboseh. EEN TURK8CHE mevrouw Bayan Munire is de eerste vrouw, die het bracht tot pre sidente van een gerechtshof. WAAR DE JEUGD TOE IN STAAT IS. Een hofje in de Maas straat in de residentie, tot afbraak veroordeeld, is bereids door de jeugd onder handen genomen. Met zichtbaar resultaat 1 HET BEZOEK VAN DEN POOLSCHEN MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN overste Joseph Beck aan Berlijn heeft tot bevredigende resultaten geleid. Het vertrek van de Wilhelmstrasse VOPOfifiATIs'cfotriw^.n rtR ij BLWONINC. MUti'BOOtN itGGN VTRGDEDING PERjONEELt BELASTiNE TE BEZICHTIGEN .TtGEN ee'raUNG XNEEEPtRSOON T.B.V.H. tmSi^COMlTÈ inuichhng.B'*^e' ti 'AriüLR™ fcTGeSGl A WÊÊKÊKÊKKr JmL w. lV HET KASTEEL ZWALUWENBERG TE ELBLRG wordt door den eigenaar jhr. Reygerberg Versluys gratis ter bewoning aan geboden tegen yergoeding van de personeele belasting. Bij het kasteel behoort meer dan 300 H.A. grond. Op borden, die toegang geven tot het zeer fraaie landgoed, valt dit eigenaardige aanbod te lezen. Drie opnamen, welke de nederlaag van Primo Carnera tegen Joe Louis illus- treeren. Boven: Carnera na het incasseeren van een linksche inde vijfde ronde; midden en benedende zesde en laatste ronde, hulpeloos en in ademnood ligt Primo op zijn knieën, Joe Louis wordt tot overwinnaar uitgeroepen. Uit het Engelsch van PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL 2) ,,Het Is tijd genoeg als Ik daar om tien uur ben. Ik ben benieuwd waarom de oude heer hier komt", dacht hij een weinig on gerust. Sinds hij Portmouth verlaten had, was Guy veel buitenslands geweest en was daardoor weinig thuis. Als een vader zijn zoon afstaat aan de marine, weet hij, dat hij de banden van het huiselijk leven daarmede doorsnijdt en in het vervolg te vreden moet zijn met korte ontmoetin gen, dikwijls met lange tusschenpoozen. Guy Hallam had het getroffen met zijn vader; zijn moeder kon hü zich niet meer herinneren. Daar hij een eenig zoon was, hadden beiden zich zeer aan elkander ge hecht en ofschoon zij elkaar de laatste jaren slechts zelden ontmoet hadden, wa ren er toch steeds lange vertrouwelijke brieven gewisseld. De oude heer Hallam was advocaat van beroep, maar practi- seerde sinds eemgen tijd niet meer Met een blik op zijn horloge haastte Guy zich naar de hut van den comman dant. In den gang ontmoette hij Furber, die zeide dat hij zich ook even ging ver- kleeden. Een kwartier later zaten allen in de piketboot op weg naar Weyport Daar namen zij een taxi en Hallam beval den chauffeur te stoppen bij het Royal Hotel. „Ik wil den portier even een boodschap afgeven voor mijn vader", legde hij uit. Mevrouw Cameron bewoonde een groot huis even buiten de stad en Guy en Fur ber gingen in de rookkamer, terwijl de dames zich kleeden voor het diner. „Juffrouw Glyn scheen in alles aan boord erg veel belang te stellen", merkte Guy terloops op. „Ja, maar ik houd wel van al die vra gen van zulk een aardig meisje", ant woordde Furber met een lach. „Ze schijnt me buitengewoon intelli gent". „Het is me niet opgevallen. Een mooie vrouw hoeft geen hersens te hebben". „Hadden jelui elkaar vroeger al eens ontmoet?" vroeg Hallam opeens. „Neen, waarom vraag Je dat?" zei Fur ber. „O, ik kreeg alleen maar den indruk, dat jelui elkaar al kenden, dat is alles". „Dan vergis je je toch. Maar als het aan mij ligt, zullen we elkaar in het vervolg dikwijls genoeg zien", was het luchtige antwoord. Valda kwam het eerst binnen en Guy had graag gezien dat Furber haar ge- heele aandacht in beslag had genomen, maar zij zelf scheen van een andere mee ning te zijn, want zij ging naast Guy zit ten en begon geanimeerd te praten. Toen Stella kwam. kon hij et gesprek niet in eens afbreken en aan tafel zat hij ook naast Valda. Hij troostte zich met ae ge dachte. dat zijn kans later zou komen. In ieder geval kon hij de vrouw, die hij lief had aanstaren en af en toe ving hij een vlugge verlegen blik op, die zijn onrust verdreef en hem roet hoop vervulde. HOOFDSTUK II. Guy nam de gelegenheid waar, toen zij in het salon waren en mevrouw Came ron Stella vroeg om iets voor haar te ha len uit de andere kamer. Eenige oogen- blikken later volgde hij haar en wachtte haar op onder aan de trap. „Ik moet u spreken. Ik moet om tien uur naar mijn vader", begon hij dringend. „Moeder wacht op me", antwoordde ze. „Ga even mee In de rookkamer". Na een oogenblik aarzelen volgde ze hem en de deur sluitende naderde Guy haar met verlangen in Zijn oogen. „Stella je moet weten, wat ik je wil vragen. Vanaf het eerste oogenblik moet je gezien hebben, dat lk van je hield. Geef eens antwoord, liefste". Maar zij hield het hoofd afgewend en hij werd bang. „Zal ik je zeggen wat jouw liefde voor mij beteekent? Ik heb me nooit veel met vrouwen bemoeid. Ik ging altijd te veel op in mijn werk. Tot lk jou ontmoet te heb ik altijd gedacht, dat dé vrouw van een zeeman zijn schip was. Maar toen kwam jij in mijn leven en veranderde alles. De aanraking van je hand deed me trillen. Je stem te hooren, je lieve gezicht te zien was een onuitsprekelijk geluk voor me. De tweede keer dat ik je ontmoette, verlangde ik al je te vragen of je mijn vrouw wilde worden. Stella, laat me je oogen zien. Zeg me dat je me lief hebt", pleitte hij hartstochtelijk. Plotseling scheen alle zenuwachtigheid haar te verlaten en haar oogen ontmoet ten de zijne. Nu verlangde zij, dat hij het geheim, dat ze zoo zorgvuldig be waard had, zou lezen. „Guy", fluisterde ze bevend. Dadelijk waren zijn armen om haar heen zijn lippen zochten de hare en ze gaf hem kus op kus. Ze waren beiden jong en vol van levensvreugde, voor geen van bei den werd dit oogenblik vergald door vroe gere luchtige en gedachtelooze flirtations. Teeder nam hij haar hand en raakte die met de lippen aan. Toen bracht hij haar naar de canapé en ging naast haar zitten. „Eigenlijk schaam lk me een beetje, lie veling, ik kan je zoo weinig aanbieden. Mijn vader zal me geen groote toelage kunnen geven en je weet. dat mijn trac- tement maar klein is. We zullen misschien moeten wachten en „Het kan me niets schelen. Wat hindert dat als wij elkaar liefhebben? Bovendien heeft moeder geld genoeg en ik ben maar alleen". „Ik wil niet van je moeder's geld leven. Je weet dat ik ook ben opgeleid voor den luchtvaartdienst. Als deze draadlooze proeven afgeloopen zijn, kan ik daar weer bij gaan. De betaling is beter en lk zou kunnen sparen". „En lk zou geen oogenblik rust meer hebben. We hoeven er vanavond niet meer over te praten, ik wil me dezen dag mijn heele leven herinneren. Ik vraag me af, of je wel weet wat jouw liefde voor me be teekent. Ik ben zoo bang geweest, dat ik me zelf verraden zou. maar nu je me ver teld hebt, dat je van me houdt, moet je ook alles weten wat in mijn hart omgaat. Vanaf het eerste oogenblik, dat lk je ont moette, scheen het of je anders was dan alle andere mannen. Op de een of andere merkwaardige manier scheen je een deel van mezelf te worden Wanneer er iets gebeurde, vroeg ik mezelf altijd af wat jij er van zou zeggen. Als lk een japon uit koos, was het om in jouw smaak te vallen. Als jij ernstig was, werd ik ook-ernstig, als jij lachte, kreeg ik ook lust om te lachen. En ik wist, dat ik Je vertrouwen kon met alles en in alles". Ja, ik kan mezelf aan je toevertrouwenmaar dat is het niet alleen wat waarde voor me heeft. Ik geloof niet, dat je Iets oneerlijks zoudt kunnen doen". ,Dank je, lieveling". „Toch heb je iets duivels ook in je", voegde ze er lachend bij, „en daar ben ik blij om, want ik zou nooit van een bra ven Hendrik kunnen houden. Je hebt meer dan een zweempje drift in je en daar ben ik blij om". „Het is tien uur en ik moet weg. Ik zal verlof vragen en morgenmiddag met je moeder komen spreken. Wil je haar voor me goeden nacht zeggen?" Even aarzelde ze, toen legde ze haar armen om zijn hals en trok zijn gezicht naar zich toe. „Guy, lieveling, ik houd meer van je dan ik zeggen kan", fluisterde ze. „Goeden nacht, liefste, tot morgen". Een lange kus en hij rukte zich los. Ge lukkig ontmoette hij een taxi en eenige minuten later bevond hij zioh In de hall van het Royal Hotel waar zijn vader, een lange man met een gladgeschoren gezicht en wit haar, hem reeds tegemoet kwam. „Ik ben blij je te zien, mijn jongen", zei de heer Hallam toen ze elkaar de hand drukten. „Ga mee naar mijn kamer". CWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5