Het gedenkraam van de K XVIII- Het apothekerscongres in Valkenburg riwi GEVAARLIJK SPEL 76$le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Bïad 1|É9 FEUILLETON. NATIONAAL HULDEBLIJK VOOR DE BEMANNING VAN DE K XVIII. Van de gebrandschilderde gedenkramen, -die ter herinnering aan de wereldreis van Hr. Ms. K XVIII door het NederLandsche volk aan zijn Marine worden aangeboden is dezer dagen het voor Indië bestemde raam gereed gekomen en zal per K.L.M.-vliegtuig naar Soerabaja worden verscheept opdat het bij aankomst van Hr. Ms. K XVIII op 11 Juli in het gebouw van den onderzeedienst zal kunnen worden onthuld. WEDEROM EEN HUWELIJK, DAT DE AANDACHT TROK. De zangen res Di Moorlag trad te Amsterdam in het huwelijk met den heer Trudut Teves. Het bruidspaar uitgeleide gedaan door den bode van het hoofdstedelijk stadhuis. HET APOTHEKERS CONGRES TE V ALKENBURG. In de onderaardsche gangen van de gemeentegrot van Valkenburg is in het Romeinsch gedeelte een gedenkplaat onthuld ter gedachtenis van de oprichters der Ned. Mij. ter bevordering der Pharmacic en ter herinnering aan de S4stc algemeene vergadering. RENé DE CUAMBRUN nakomeling van gene raal Lafayette, neef van den Franschen gezant te Rome, zal in het huwelijk treden met een dochter van den Franschen min.- pres. Mile José Laval. Uit het Engelsch vail PAUL TRENT door ADA VAN ARKEL HOOFDSTUK I. 1) „Hallam, ga je aan wal?" De vraag werd gedaan door Mark Fur ber, die juist verscheen in den ingang van de longToom van H.M. „Drietand". Het was Zondagmiddag en de eenige andere officier, die aan boord was, de scheeps dokter, lag rustig te slapetn in een gemak kelijke stoel. „Neen, ik krijg een paar gasten aan boord", antwoordde Guy Hallam kalm. Hij was een jonge luitenant met een scherp besneden gezicht, die aangewezen was voor den torpedodienst en enthousiast in zijn werk opging. Tot zijn verbazing ging Furber zitten en hield hem zijn si garettenkoker voor. „Hallam, ik geloof niet, dat je veel met me op hebt", zei Furber met schijnbare oprechtheid. „Ik ken je niet erg goed", zei Hallam. „Dat is je eigen schuld. Ik wil graag je vriend zijn". „Ik maak niet zoo gemakkelijk vrien den". Hallam gevoelde zich beslist onbehage lijk. In den grond van zijn hart had hij het land aan Furber, ofschoon hij geen grondige reden voor dit gevoel kon opge ven. Het was zuiver instinctief. Mark Fur ber, de luitenant, die de kanonnen be diende op de „Drietand", was een knappe kerel en zijn manieren waren altijd be leefd; toch had hij geen intiemen onder de officieren. „Mag ik vragen, wie je verwacht?" vroeg Furber vriendelijk. „Mevrouw Cameron, haar dochter en 'n vriendin". „Ik heb vandaag niets te doen. Zou je het goed vinden als ik me aansloot? Ik vermoed dat je hun het schip wilt laten zien. Ze zullen zeker de kanonnen ook willen zien en dan is het goed als ik er bij ben". „Het spijt me Furber, maar „Ik ken mevrouw Cameron vrij goed en haar dochter ook. Wie is de derde?" ,Een zekere juffrouw Valda Glyn". Hallam keek niet Furber's kant uit, anders zou hij gezien hebben dat deze de lippen samen kneep bij het hooien van dezen naam. „Je doet beter met mee aan dek te gaan, de piketboot zal dadelijk langszij komen". „Ik kan nog niet. De commandant heeft me zijn hut afgestaan en ik wil eerst even gaan kijken of alles in orde is", zei Hallam en haastte zich de gang door. Hij had geen behoefte aan het verdere gezelschap van Furber en zag toch geen kans zijn collega duidelijk te maken, dat hij te veel was. Wanneer het een vriend van hem was geweest, zou hij hem hebbèn kunnen uitleggen, dat hij verlangde naar een gelegenheid om alleen met Stella Ca meron te spreken De „Drietand' had bijna een maand te Weyport gelegen en in dien tijd had Hal lam ontdekt, dat er nog andere belang rijke dingen in het leven waren behalve de dienst .die hij lief had. Hij was juist 25 jaar oud en bijna de hglft van dien tijd was besteed om zijn beroep te leeren. Men zegt, dat de zeelie den van de Engelsohe vloot de uitmun- tendste van onze mannen zijn en hij was daar een van de besten van. Oogen, die spraken van een meer dan gewone intelli gentie, een mond, die flink en toch niet hard was. Met zijn regelmatige trekken en de bruine huid van den zeeman was hij een toonbeeld van sterke, bekwame man nelijkheid. Juist vier korte weken geleden had hij voor het eerst Stella Cameron ontmoet. Zonder bedenken was hij tot over zijn ooren verliefd geworden, bewonderde haar schoonheid en lieftalligheid, de reinheid van haar geest en haar edelmoedig karak ter. Nu wist hij, dat zijn leven zonder haar ledig zou zijn. Tot nu toe was er geen woord van liefde over zijn lippen geko men; niet dat hem den moed ontbrak om te spreken, maar hij had weinig meer dan zijn traktement en dat was niet genoeg om een vrouw te onderhouden. Hij was besloten vandaag zijn liefde te verklaren; ze waren beide jong en bovendien zou hij misschien zijn vader kunnen bewegen zijn toelage te verhoogen. De thee stond in de hut klaar. De tafel was bedekt met allerlei soorten ge bak en eetwaren en hij liep vlug naar boven naar de valreep. Naast den adelborst aan het stuur stond een meisje en zijn hart begon luid te klop pen, toen hij Stella herkende. Een echte zeemansvrouw was ze zooals ze daar stond, onbewogen en rustig, ofschoon er vrij veel zee stond en de boot nogal slingerde. De adelborst stuurde handig langszij en stopte een paar centimeter van de loop plank af. Mevrouw Cameron kwam ook te voorschijn, vergezeld van een meisje, dat Hallam nog nooit had gezien. Met een vluchtigen blik merkte hij haar groote schoonheid op, maar hij had alleen oogen voor Stella, toen ze hem op het dek volg den. Daar stond Furber, die mevrouw Came ron groette en de hand gaf. Hij was een oude kennis en had vroeger gediend op het vlaggeschip van haar overleden echtgenoot, admiraal Cameron. Zij wan delden over het dek en kwamen bij een toren, met zijn twee groote kanonnen, waarbij Valda stil bleef staan om ze te bekijken. „Ik zou er wel eens in willen gaan", zei ze tegen Furber. „Het zal mij een waar genoegen zijn u alles te laten zien. Ik ben kannonnier", antwoordde hij hoffelijk. „Mag ik eerst een kop thee hebben?" vroeg mevrouw Cameron een beetje kla gend. „Furber, ga je mee?" vroeg Hallam be leefd maar koel. Hij slaagde er in de plaats naast Stella in te nemen. Furber praatte met mevrouw Cameron en Valda, en Guy bedacht, dat achteraf bescHouwd zijn gezelschap nog wel eens een zegen kon blijken te zijn. „Mijnheer Hallam, vergeet niet, dat u vanavond bij ons dineert', zei mevrouw Cameron plotseling. „Ik zal het niet vergeten", antwoordde hij zoo ernstig, dat ze glimlachte. „Heeft u lust om ook te komen?" vroeg ze aan Furber. „Heel graag. Het doet me genoegen de kennismaking te hernieuwen, juffrouw Cameron en lk waren groote vrienden. Ik herinner me u nog vóór u uw haar had opgestoken. Laat eens kijken vier jaar geleden?", vroeg hij aan Stella. „We hebben elkander sinds dien tijd nog eens ontmoet", zei Stella kalm, maar met een eigenaardigen nadruk, die Hallam verbaasde. Hadden die twee elkaar zóó goed ge kend? Er was een bewonderenden blik In Furber's oogen als hij naar Stella keek en Guy was zich bewust van een gevoel van jalouzie. Hij stelde al spoedig voor om het schip te gaan bezien. Eerst bezocht mén zijn afdeeling en hij ging hun voor, ver dieping na verdieping afdalende. Hij legde uit, hoe deze wapens werden gela den en welke middelen men gebruikte om ze op het doel te richten. Valda scheen er zich buitengewoon voor te interesseeren en viel hem nu en dan in de rede met een vraag, waarvan de intelligentie hem ver baasde. Een lift bracht hen naar hoven en nu bezochten zij de groote dynamo's, die de electrische kracht verschaften. Hier was de Marconikamer, waarmee Hallam be last was. „Mogen we er in gaan?" vroeg Valda snel. Maar Hallam schudde het hoofd. „Tegen de orders", zei hij laconiek. „Kunt u ons niet eens één signaal laten hooren?" drong ze aan. „Neen, die kamer is vol zorgvuldig be waarde geheimen. Furber zal u even ge zelschap houden, terwijl lk me ga ver- kleeden. Ik zal op u wachten in de hut van den commandant". Hij verliet hen en ging haastig naar zijn hut. Zijn oppasser wachtte hem reeds en spoedig was hij in avondcostuum. Vóór hij zijn hut verliet herlas hij een brief van zijn vader, die hem vertelde, dat hij dien avond in Weyport zou komen en hem verzocht in het Royal Hotel te komen dineeren. (Wordt vervolgd). MRS ANNE LINDBEIIUH-MORROW de vrouw van den beroemden vlie ger, verkreeg het eere-doctora-at in de letteren aan 'n Amerik. universiteit. MLLE JOSé LAVAL die in het huwelijk zal treden met een nakome ling van gen. Lafayette. r' WÏMBLEDON-TENNIS. Miss Dorothy Bound, do Engei- sche kampioene, in haar single tegen de Australische speelster miss J. Hartigan, van wie zij verloor. HOOITIJD OP MARKEN. Wij gelooven niet, dat men zou hebben g«- raden, jn welk land onze fotograaf zijn opname heeft gemaakt, indien wij het er niet hadden bijgeschreven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5