hBUITENL. weekoverzicht
WELKOM VREEMDELING!
76ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 Juni 1935
Derde Blad
No. 23081
Zijn beleefdheidsvormen
niet meer van dezen tijd?
FINANCIËN.
VRAGENRUBRIEK.
ENGELAND DOET EEN DANS APART.
Een zekere beroering is er gewekt in de
Europeesche politiek tengevolge van het
tot-stand-komen van de Engelsch-Duit-
sche vlootovereenkomst, doch vergissen
wij ons niet, dan is er bij deze beroering
teel kunstmatigs, waardoor deze niet al
te zwaar behoeft te worden opgenomen.
Een en ander zal wel nader blijken uit het
volgende.
Toen Dultschland op eigen gezag en met
volledige negeering van het verdrag van
Versailles besloot zijn leger weer te her
stellen door invoering van den algemeenen
dienstplicht en het erkende zijn lucht
macht reeds op hoog peil te hebben op
gevoerd, lag het voor de hand, dat ook
ter zee wat zou gebeuren; de defensie van
ieder aan zee grenzend land bestaat nu
eenmaal uit deze drie eenheden en wie er
twee aanschaft, zal uitteraard de derde
niet vergeten. Ook de Duitsche marine zou
volgen, dat was onafwendbaar. Trouwens,
men weet, hoe de bouw van een paar krui
sers van 10.000 ton ieder, nog vallend
onder de vredesvoorwaarden, reeds in
Frankrijk en ejders was opgevat als een
reden om de vloot eveneens te versterken!
Even logisch is, dat speciaal Engeland
met Argus-blik den gang van zaken in
Dultschland, wat betreft de vlootaangele-
genheden volgde; het hemd blijft nu een
maal altijd nader dan de rok en Engeland
zal zich steeds als eilanden-rijk blijven
gevoelen, ai weet het zijn positie als zoo
danig niet meer ongeschokt.
Het was onder deze omstandigheden,
dat Dultschland aanbood om met Enge
land te komen praten over een regeling.
Aanvaardde Engeland niet, dan zou volgen
een ongelimiteerde vlootbouw van Duit
sche zljd.e waarop direct zou moeten wor
den geantwoord; aanvaardde Engeland
wel, dan werd aan het vredesverdrag van
Versailles weliswaar eenzijdig getornd,
doch bestond de kans op een beperking
van bewapening in het belang van belde
onderhandelaars, doch indirect ook in dat
der overigen.
Engeland, als gewoonlijk de zakelijke
nuchterheid stellend boven de theorie,
koos voor het laatste en besloot te onder
handelen.
Als hoofd der onderhandelingsdelegatie
zond Duitschland daarop naar Londen von
Ribbentrop. Hitler's vertrouwde op bui-
tenl. gebied, een in Londen nu niet be
paald graag geziene gast. Doch zijn mee
gebrachte voorstellen waren van der-
gelijken aard. dat er over te praten viel
en zeer spoedig was zelfs overeenstemming
verkregen op een basis van 100 tegen 35;
d.w. z. dat Duitschland mag bezitten 35
pet. van de totale Brltsche vloot, die der
Dominions inbegrepen. En die 35 pet.
geldt voor alle categorieën, behalve voor
de duikbooten. waar Duitschland tot 45
pet. zou mogen gaan, mits het dan elders
lager blijft, waardoor de globale verhouding
van 100 tegen 35 niet wordt verstoord.
In de beide betrokken landen heerschte
genoegdoening over het bereikte resul
taat. In Engeland, omdat men er in
geslaagd was om een vloot-bewapenings-
wedloop, die zeer na dreigde, it te
wenden, althans te beperken; zekerheids
halve is toch in de overeenkomst opge
nomen, dat, wanneer anderen hun vloot
gaan versterken. Engeland en Dultschland
dat ook mogen doen in genoemde verhou
dingen. In zekeren zin werd erkend, dat
Engeland feitelijk eenzijdig had gehan
deld, dus formeel zijn bóekje te buiten
was gegaan, doch dij werd vergoelijkt
met te wijzen op het practise!) verkregen
resultaat! De Duitsche herbewapening
zou nu eenmaal een feit worden, waarom
dan het kwaad niet gereduceerd tot het
laagst mogelijke?
In Duitschland heerschte eveneens
vreugde en wel omdat er een gat scheen
te zijn geslagen in den om het land ge-
vormden gordel. Stresa was doorboord.
En in dit licht bezien was de betaalde
prijs niet te hoog; Hitler's politiek had
wederom een belangrijk voordeel behaald,
dat niet te laag mocht worden aange
slagen
Maar de werkelijkheid is toch wel ietwat
anders! En trots een zékere verontwaar
diging in Frankrijk, die echter slechts
getemperd tot. uiting wordt gebracht en
een nog zachter gemopper vanuit Italië,
schijnt er inzicht in de situatie!
Engeland moge dan van den nood een
deugd hebben gemaakt en zich een extra
dansje met Duitschland hebben veroor
loofd. het keert geenszins Stresa den rug
toe. Én dat het prijs blijft stellen op de
oude vriendschappen blijkt wel terstond
uit hgt. bezoek, dat de tot kabinetsminis
ter bevorderde Eden zonder verwijl brengt
aan Parijs en Rome om alles haarfijn
uit t? leggen en te doen uitkomen, dat
Engelafld ook hen wil betrekken in de
regeling evenals Amerika, Japan en sov
jet-Rusland. Engeland voert een reali-
teits-politiek en daarvoor kan niemand
de oogen sluiten
Mogelijk zal Engeland misschien de we
reld een grooten dienst hebben bewezen,
door zijn practische nuchterheid, wantde
mogelijkheid is door zijn voorbeeld ge
schapen om ook op ander terrein tot een
of andere regeling te komen; fragmenta
risch in het geheel van Stresa, doch daar
om niet minder nuttig. Men denke b.v.
aan een Locarno-luchtpact. Waarom zou
men bij goeden wil over en weer ook
daar niet tot een percentage-regeling kun
nen komen? De ontwapening, waarnaar
men snakte, is toch van de baan, dat is
eenmaal niet anders
Zooals gezegd, er is beroering in de
Europeesche politiek, doch wanneer de
eerste verontwaardiging van het oogen-
blik is overwonnen, zou deze beroering wel
eens gunstige gevolgen kunnen hebben!
Eden kan bij zijn bezoek aan Italië zoo
en passant tevens de kwestie met Abes-
synië bespreken, die tengevolge van het
hernieuwde beroep van dit land op den
Volkenbond weer een bijzonder gevaar
lijk tintje heeft gekregen; bekend is im
mers, hoe Italië, zij het verkapt, heeft
gedreigd met uittreden uit dit lichaam,
wanneer het zich inliet met zijn geschil
met Abessynië, terwijl dit land, als lid
van den bond recht heeft op bemiddeling
en bescherming tegen een aanval. Zeer
tactvol zal de Engelsche Volkenbondsmi
nister moeten te werk gaan, wil hij eenig
succes bereiken. De situatie blijft gespan
nen evenals die in Noord-China. al lijkt
het er momenteel op, dat de Japansche
politici de militairen tot bedaren hebben
gebracht; doch zekerheid is nog niet aan
wezig I
De Duitsche tourist met 500 Mark naar ons land
Soms lijkt het er wel eens op.
Onlangs kwam in de tram een klein
jongetje naast me zitten, hoogstens vijf
jaar schatte ik hem. Zijn moeder, zoo op
'toog een keurig, beschaafd iemand, nam
het eenpersoonsbankje aan de andere
zijde van het middenpad in. Het jongetje
probeerde op de bank te klauteren om,
het den lust tot onderzoek, zijn leeftijd
eigen, de rest van de trambevolking in
oogenschouw te nemen. Zijn modder-
schoentjes voorzagen daarbij mijn mantel
van een collectie aarddeelen. De moeder
reageert op de klimneiglngen van haar
zoon alleen met: „Voorzichtig, vent, val
niet," zoodat ik het geen overdreven
inmenging mijnerzijds vond hem opmerk
zaam te maken op de modderkluiten,
daarbij opmerkende, dat hij dat niet
mocht doen. Met stomme verbazing keek
hij me aan: blijkbaar was het begrip
„verbod" tot nu toe niet in zijn wereldje
doorgedrongen.
Bij een der volgende halten stapte een
vrouw in; de tram is langzamerhand vol
geworden, zoodat geen enkele zitplaats
meer over is. Nadat ik tevergeefs op een
opmerking in die richting van zijn moeder
gewacht had. bracht ik mijn jeugdigen
buurman aan 't verstand, dat hij die dame
nu op zijn plaats moest laten zitten. „Nee,
dat doe ik niet," krijg ik tot antwoord,
„dat hoef ik voor Moeder nooit. Moeder
zegt, ie heeft voor mij ook betaald!"
Ik voelde een zekere gêne om naar mijn
buurvrouw te kijken, maar zonder blikken
of blozen, zelfs met een tikje trots, zei ze;
„Die kinderen zijn tegenwoordig toch zoo
bijdehand; hij kent al goed de waarde van
geld".
In gedachten neem ik de adjectieven
„keurig" en „beschaafd" terug.
De dame had intusschen een plaats ge
kregen, doordat een der heeren voor haar
opstond niet het 17 a 18-jarig jong-
mensch, dat met een gezicht van i'y suis,
j'y reste" duidelijk blijk gaf. dat het be
grip .beleefdheid" hem ten eenenmale
vreemd was.
Hoewel zulke gevallen geen uitzonderin
gen zijn ieder van U kan ze met tien
tallen van dezelfde soort aanvullen
ergert me toch altijd weer die tegenwoor
dig zoo vaak voorkomende onverschillig
heid ten opzichte van ae beleefdheidsvor
men, ook in milieu's waar we het zeker
niet zouden verwachten. Ik voel het als
een persoonlijke beleediging, zelfs al gaat
het heele geval me niet aan. 't Bezorgt me
een niet te weerhouden neiging om te
blozen wat vrêeselijk ouderwetsch!
maar ik ben er nog niet achter of het
uitsluitend een blos van ergernis is, of dat
het komt, omdat ik me in m'n diepste
binnenste schaam, zoowel voor den dader
als voor het slachtoffer.
In elk geval, dat hebt U zeker al wel
gemerkt, brengt het mij uit m'n evenwicht
aangenomen, dat ik me in dien benij-
denswaardigen toestand bevond. En wat
doet een Hollander, die zich respecteert
en die zich om de een of andere reden
geschokt voelt? Hij richt een vereeniging
op, of hij schrijft „een stuk in de krant",
soms wel beide tegelijk. Ik beloof u, dat
ik me tot het laatste zal bepalen.
In onzen tijd van zakelijkheid en egali
satie op allerlei gebied lijkt het soms, of
in den ijver om overbodige dingen over
boord te gooien ook maar meteen alle
beleefdheidsvormen op de zwarte lijst ge
zet worden. Nu behoor ik zeker niet tot
degenen, die steeds jammeren over al het
goede, dat verdwenen is en afkeuren, wat
de nieuwe tijd voor veranderingen brengt.
Integendeel. Elke tijd heeft zijn goeds en
verkeerds en 't staat aan ons het goede er
uit te pikken en niet de oogen te sluiten
voor het verkeerde.
Ieder van U zal het wel met me eens
zijn, dat we aan de winstzijde kunnen
boeken de ruimere opvattingen, de fris-
schere sfeer, die het benepene. het stroeve
en daardoor vaak zoo oneerlijke heeft ver
vangen. dat het verkeer tusschen de men-
schen kenmerkte aan het begin van deze
eeuw.
Wie zou dien tijd terugwenschen, waarin
over 't algemeen de opgroeiende jeugd in
de meeste gezinnen in een keurslijf van
conventie's en blinde gehoorzaamheid
werd geperst? Wat 'n schijnheiligheid was
hiervan het gevolg! Hoe kon 'took anders.
Als reactie hierop is daarvoor in de
plaats gekomen bij de tegenwoordige jon
gere generatie een benijdenswaardige
openhartigheid, die echter niet door ieder
ouderpaar geapprecieerd wordt; vooral
niet, wanneer de groote zoons of dochters
met hun critischen zin en hun gevoel voor
logica hun ouders menige harde noot te
kraken geven.
Maar wat zien we nu gebeuren? We
hebben zoo gejuicht over leuzen als: „Vrij
heid in de opvoeding" en „Het kind moet
zich uitleven", dat, zooals meer het geval
is, nu naar de andere zijde wordt over
dreven, als reactie op het strenge régime.
De kinderen, die „in vrijheid gedresseerd"
worden, zien we niet zelden opgroeien als
bandelooze jonge menschen, die niet de
minste égards in acht nemen tegenover
anderen, heel begrijpelijk trouwens,
omdat het ze nooit geleerd is. En al leven
we in een tijd van elleboog-politiek, die
de menschen hard maakt en ze vaak
alleen doet denken: „Als ik er maar kom".
;och geloof ik. dat we juist in zoo'n tijd de
beleefdheidsvormen wat meer in eere
moeten houden. Voor overdrijving zal de
zakelijkheid wel oppassen.
Nu is elke vorm, die geen inhoud heeft,
een leeg omhulsel en beleefdheid, die niet
van binnen uit komt, is niet anders dan
een heele verzameling leege omhulsels. En
tegen niets-zeggende vormen heeft de
jeugd van tegenwoordig terecht bezwaar.
Maar hoe zou het zijn, als hun thuis ge
leerd wordt, dat de grond van alle beleefd
heidsvormen besloten ligt in dezen eenen
zin: „Weest elkaar zoo weinig mogelijk tot
last en zooveel mogelijk ter wille", en als
ook onder de huisgenooten naar dien
gulden regel geleefd wordt? Dan zullen ze,
zonder het overdreven of gek te vinden
tegenover hun vrienden of vriendinnen als
iets vanzelfsprekends in een winkel de
deur openhouden voor een ouder iemand
en hem voor laten gaan, hun plaats af
staan in een volle tram of trein, niet
onhebbelijk optreden tegenover het
dienstpersoneel in 'tkort: zich een na
tuurlijke beleefdheid eigen maken, die met
hen samengroeit.
Om nu nog even terug te komen op de
kwestie: opstaan in de tram voor een
vrouw. Ik weet. dat door velen hierover
heel verschillend geoordeeld wordt.
„Och," zeggen sommige mannen, „de
emancipatie heeft jullie immers gelijk ge
maakt aan ons; ik vind het absoluut
onnoodig om op te staan, tenzij het voor
een oude of gebrekkige vrouw of man is.
Bovendien accepteeren sommige dames
het niet eens."
Maar dat standpunt van de „gelijkheid"
hebben we toch al weer lang overwonnen?
We willen werk, dat ons ligt, maar we
SCHULDBRIEVEN AAN TOONDER.
Het recht van cassatie voor houders
van schuldbrieven.
Ingediend is een wetsontwerp tot ver
duidelijking en aanvulling van art. 12, lid
2, van de wet op de vergadering van hou
ders van schuldbrieveij aan toonder.
Art. 12 dezer wet heeft zijn tegenwoor
dige redactie gekregen tijdens de open
bare behandeling van het wetsontwerp in
de Tweede Kamer.
Uit het artikel blijkt wel aldus de
ministers in de memorie van toelichting
tot het wijzigingsontwerp dat het de
bedoeling is het recht van cassatie niet
toe te kennen aan eiken houder van een
schuldbrief, doch slechts aan den houder,
die reeds vóór dien diligent is geweest. De
wijze, waarop deze beperking in het twee
de lid is aangebracht, kan echter tot mis
verstand aanleiding geven. De aanduiding
van „den houder, die in hooger beroep is
gekomen", sluit aan bij het geval, dat de
rechtbank de bekrachtiging van het be
sluit der vergadering van houders van
schuldbrieven heeft verleend: in cassatie
kan dan slechts komen de houder die ook
in hooger beroep is geweest.
Doch wanneer de rechtbank de be
krachtiging heeft geweigerd, komt de
houder, die tegen bekrachtiging bezwaren
heeft tegen die beschikking uiteraard niet
op. Toch ligt het voor de hand, dat de
houder, wanneer de bekrachtiging daar
na in hooger beroep is verleend, het recht
moet hebben in cassatie te gaan. De bij
het onderhavige ontwerp voorgedragen
redactie kent dit recht ondubbelzinnig
toe, doordien zij de voorwaarde, dat de
houder in beroep zij gekomen, slechts stelt
voor het geval, dat de rechtbank de be
krachtiging verleende.
Van de gelegenheid wordt gebruik ge
maakt. om tevens uitdrukkelijk te bepa
len, dat ook de beschikking van den Hoo-
gen Raad met redenen omkleed moet zijn
en in het openbaar moet worden uitge
sproken.
UITGIFTE VAN SCHATKISTPAPIER.
Bij de gisteren gehouden inschrijving
op f, 60 mill schatkistpromessen en -bil
jetten werd Ingeschreven aan:
3 maands-promessen f 29.140.000. 6
maands-promessen f. 11.340.000, éénjarige
biljetten f. 20.823.000, driejarige biljetten
f. 4.033.000, vijfj. biljetten f. 4.740.000, to
taal f. 70.076.000.
Toegewezen werd aan 3 maands-pro
messen f. 24.670.000 tegen f. 988.35, aan 6
maands-promessen f. 10.740.000 tegen
f. 976.90, aan éénjarige bilj. f. 16.875.000
tegen f. 992.85, aan driejarige biljetten
f. 3.802.000 tegen f. 992.50, aan vijfjarige
bilj. f.3.550.000 tegen f. 979.60. Totaal
f. 59.637.000.
CULTUUR-MIJ. DER VORSTENLANDEN.
Reorganisatie nog niet mogelijk.
In het jaarverslag van de Cultuur Mij.
der Vorstenlanden wordt medegedeeld, dat
een voorstel tot reconstructie nog niet
kan worden gedaan voordat de regee-
ringsplannen inzake de suikerindustrie
vasteren vorm zullen hebben aangenomen
en de vooruitzichten overzichtelijker zul
len zijn geworden. Zoowel op deelnemin
gen in andere ondernemingen als op de
vorderingen op deze zal belangrijk moe
ten worden afgeschreven.
Het afgeloopen boekjaar sluit met een
verliessaldo van f.787.178 (v.j. f 5.596.522).
(Hbld.)
RECLAME.
6426
pe yiedzctandsche landfiasta
1 DOOS 2 0 CT.- TUBE 40 cn 60 CT. 7
W. L„ te L. Er is een kappersvak
school in Den Haag. waarvan directeur is
de heer H. H. de Weert, Lange Voorhout
No. 37.
A. G. L. v. W. te L. Leiden, Sassen-
heim, Lisse, Hillegom, Haarlem, Schoten,
Santpoort, Velsen, Beverwijk, Castricum,
Heiloo, Alkmaar. Totaal 60 K.M.
M. van W„ te A. Alphen. Nieuwveen,
Vrouwenakker, Uithoorn, Mijdrecht, Wil-
nis, Nieuwersluis, Loenen, Vreeland. Kor-
tenhoef, Hilversum. Totaal 50 K.M.
Mej. wed W„ te L. Leiden, Haarlem,
Alkmaar. Schagen, Anna Paulowna, Den
Oever, afsluitdijk, Zurich, Makkum, Wor-
kum. Stavoren, Warns. Oudemirdum, Lem
mer, Kuinre. Totaal 228 K.M Kuinre,
Blokzijl, Zwartsluis. Hasselt, Zwolle. Amers
foort, Utrecht, Leiden. Totaal 190 K.M.
J. C. R„ te L. Wendt u tot de direc
tie van het Academisch Ziekenhuis of van
het Diaconessenhuis.
B. de R„ te L. Leiden, Den Haag,
Delft, Rotterdam, Dordrecht, Moerdijk,
Breda, Princenhage, Etten, Rosendaal,
Wouw, Bergen op Zoom, Hoogerheide, To
taal 132 K.M. De pont aan den Moerdijk
vaart des nachts alleen op verzoek (f30),
zich te vervoegen bij den dlenstdoenden
gezagvoerend pontwachter, wiens naam en
adres aan het veer wordt bekend gemaakt.
willen hcelemaal niet gelijk zijn aan den
man. En wat heeft overigens de emanci
patie met ridderlijkheid te maken? Het
een behoeft het ander toch niet uit te
sluiten?
En hoe flink en zelfstandig de zwakke
sekse ook is geworden dank zij die
emancipatie elke echte vrouw zal moe
ten erkennen, dat ze het toch wel prettig
vindt met égards behandeld te worden.
Zullen we dus de beleefdheidsvormen
maar weer wat gaan aankweeken?
CRITICA.