DE AANSTAANDE LUSTRUMFEESTEN
76it0 Jaargan?
ZATERDAG 22 JUNI 1935
No. 23081
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Officieele Kennisgevingen
STADSNIEUWS.
DE BEIDE HOOFDMOMENTEN!
DE PLECHTIGHEID IN DE PIETERSKERK EN HET LANDJUWEEL
Spel van vroolijkheid
en kleur.
De molen „de Valk", een der voornaamste centra
van de komende feestelijkheden.
Het voornaamste Nieuws I
van heden.
Hendrika van Tussenbroek I-
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f.2.35
per week f. 0.18
Franco per post f. 2 35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.l
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
EERSTE BLAD.
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
VOOR DE OPENBARE SCHOLEN.
Burgemeester en Wethouders van Lel
den brengen ter algemeene kennis:
le. dat tot en met 29 Juni 1935 gele
genheid bestaat tot inschrijving van
nieuwe leerlingen, gedurende een half uur
vóór den aanvang van eiken schooltijd,
aan:
a. de Jongensschool voor u.I.o. aan de
Pieterskerkstraat;
b. de Meisjesschool voor u.I.o. aan de
Breestraat;
c. de opleidingsscholen voor Gymna
sium en H.B.S. aan de Aalmarkt en
de Boommarkt;
d. de opleidingsscholen voor u.I.o. aan:
de Langebrug,
de Drie Octoberstraat.
de Vrouwenkerksteeg (Leerschool),
den Maresingel,
de Driftstraat;
e. de o. 1. scholen aan:
den Zuidsingel.
de Medusastraat;
f. de Centrale school voor het 7c en 8e
leerjaar i ingang Oude Vest)
2e. dat bij de inschrijving een geboorte
bewijs moet worden vertoond;
3. dat de kinderen met uitzondering
van die waarvoor toelating tot de u.l.o.-
scholen of tot de Centrale school wordt
gevraagd voor 1 September a.s. den
leeftijd van 6 jaren moeten hebben be
reikt. 6500
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leiden, 22 Juni 1935.
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN VOOR
DE OPENBARE BEWAARSCHOLEN.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter kennis van belangheb
benden, dat aan de Openbare Bewaar
scholen in het Elisabethshof, aan de
Atjehstraat en aan de Gortestraat tot en
met den 29en Juni 1935 gelegenheid be
staat tot het doen inschrijven van leer
lingen en wel des voormiddags van kwart
vóór 9 tot half tien en uitgezonderd
Woensdags en Zaterdags des namid
dags van kwart vóór 2 tot kwart na 2 u.
De kinderen moeten op het tijdstip van
toelating den leeftijd van 4 jaar hebben
bereikt. 6499
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN. Secretaris
Leiden, 22 Juni 1935.
RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE.
Met ingang van 1 Juli tijdelijk gesloten.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen a. i. breng ter algemeene
kennis, dat het Rijksmuseum voor Volken
kunde alhier van 1 Juli 1935 tot nader
bericht niet voor het publiek toegankelijk
zal zijn, in verband met de overbrenging
van de museumvoorwerpen naar de
nieuwe hulsvesting van die instelling in
het voormalige academische ziekenhuis.
AUTODIEF GEARRESTEERD.
De 30-jarige oplichter W. K. gedomici
lieerd' te Velsen. die zich ook te Leiden,
Den Haag IJmuiden en Groningen heeft
schuldig gemaakt aan diefstal van auto's
ls gistermorgen door de recherche te Haar
lem aangehouden. Er zal nu getracht tus-
schen de verschillende gedupeerden over
eenstemming te bereiken over de verdee
ling van de schade, aangezien niet kan
worden volstaan met een ruil in omge
keerde richting als waarin K. de trans
acties heeft af gewerkt. Immers heeft K.
de laatst gestolen auto. die van een kaas
handelaar te Alphen aan de Rijn ver
kocht aan een slooperij te Bennebroek.
waar de wagen bereids gedeeltelijk ls ge
sloopt.
GEREF. MINNEHUIS DER NED. HERV.
DIACONIE.
Uitgaansdag der verpleegden.
Regenten van bovengenoemd Oudelie-
denhuis hebben ook dit jaar weer besloten
den jaarlijks terugkeerenden uitgaans
dag voor de aan hun zorgen toevertrouwde
oudjes te doen plaats hebben. Daarvoor
is als datum gekozen a.s. Dinsdag 25 Juni.
Des morgens om 9 uur zal door ongeveer
50 verpleegden onder leiding van regenten
een reisje per touringcar worden onder
nomen naar Zeist en omgeving.
Moge het weer dien dag schitterend zijr.
opdat er veel genoten mag worden van de
heerlijke boschrijke omgeving!
Wij hopen op dit uitstapje nog nader
terug te komen.
Wij hebben In de afgeloopen dagen en
weken reeds zóóveel geschreven over de
komende Lustrumviering, dat het moeilijk
valt een onderwerp aan te snijden, waaraan
to dusverre niet reeds bijzondere aandacht
werd besteed. Toch ls het nuttig en goed
nogmaals den nadruk te leggen op de
beide hoofdmomenten in de reeks van
feestelijkheden: n.l. de herdenkingsrede
van den rector-magnificus, prof. dr W.
van der Woude in de Pieterskerk op Vrij
dag 28 dezer en de opvoering van het Land
juweel en alles, wat daarmede in recht-
streeksch en onafscheidelijk verband staat.
De rede van den rector vindt haar grond
in het feit, dat dit lustrum niet is een
lustrum van het Leidsche Studentencorps
zelf. dat altijd de feestelijkheden heeft
mogen organiseeren, maar van de Acade
mie. die haar 360-jarig bestaan herdenkt.
Het ligt dan ook voor de hand, dat de
rector, in afwijking van zijn oratie op den
Dies Natalls, niet een onderwerp zal be
handelen. dat ontleend is aan zijn eigen
studiegebied, doch zal spreken over de
Academie, over haar verleden en haar
bestaan.
De medewerking van „Sempre Crescendo"
en het Leidsch Studenten Zangkoor, die
beide buiten eenlg corporatief verband
staan, past geheel en al in het kader van
dezen avond.
Zooals wij reeds eerder schreven, heeft
het Corps ifiet de opvoering van een
Landjuweel den ouden weg van het Open
luchtspel en de maskerades in hun vroe-
geren vorm verlaten. De praeses van de
Lustrum-Commissie, de heer M. Hudig
heeft dezer dagen in een bijeenkomst van
journalisten nog eens met nadruk gewezen
op het fundamenteele verschil tusschen de
vroegere maskerades en het Landjuweel
1935. Eerstgenoemde vonden hun kracht
in de praal en vorstelijken luister, waar
mede de hoofdpersonen zich omringden
en waardoor bij het publiek jegens hen een
gevoel van eerbied en ontzag ontstond. Het
landjuweel daarentegen is een feest van
het volk. waarin de geheele stad deelt. Dit
is ook de groote verdienste van het plan
van het oud-Corpslid, den heer Boon. dat
hij een vorm van lustrumviering heeft ge
vonden, waarin de geheele burgerij wordt
betrokken. Er mag hier geen afstand be
staan tusschen deelnemers en publiek;
Integendeel de narren en speellieden be
ijveren zich om het contact zooveel moge
lijk te bevorderen en de burgerij in de
zelfde feeststemming te brengen als waarin
zij zelf verkeeren.
Door het vroolijk, tintelend karakter van
dezen blijden intocht gaat een suggestie
uit naar de toeschouwers, die den stoet
zullen gaan beschouwen als de inleiding
tot een reeks van feestlijkheden, waaraan
zij zelf zullen deelnemen. Dat blijde ka
rakter wordt nog gestimuleerd door de
houding der deelnemers In hun kleurige
costuums, die zich op Maandag 1 Juli des
middags omstreeks twaalf uur van ver
schillende plaatsen in de stad en in zes
groepen naar den molen „de Valk" zullen
begeven, waar de plechtige begroeting der
onderscheiden prinsen en keizers plaats
vindt en tevens een vendelgroet zal wor
den gebracht.
In den grooten optocht, welke omstreeks
2 uur van de Beestenmarkt vertrekt, rijdt
ook mede een z.g.n. Minerva-wagen. het
allegorisch deel der vroegere Rederijkers-
optochten en tevens getuigend van den
band tusschen Hoogeschool en Corps. Er
wordt onderweg gepauzeerd in „Oud-Hor-
tuszicht", dat geheel in middeleeuwschen
stijl wordt ingericht en waartoe een prach
tige eerepoort volgens ontwerp van den
heer Dumbar toegang verleent, 's Avonds
wordt de optocht bij fakkellicht herhaald.
De stoet bestaat uit ongeveer 400 personen.
In één groot en onverbrekelijk verband
met den intooht moet men den middel
eeuwschen maaltijd der deelnemers in de
Stadszaal, na afloop van den optocht, de
receptie van den Keizer der Leidsche Re
derijkerskamer „de Witte Accoleyen" Dins
dagmiddag in de Lakenhal, 't spel van den
vos Reinaerde Dinsdagavond in den
Schouwburg en het Maskeradebal na af
loop beschouwen. Overal vinden we hier
dezelfde gezichten in dezelfde costuums
terug.
Het spel van den Vos Reinaerde, naar
het oude verhaal bewerkt door dr. Jan
Walch, heeft geen bepaalde strekking. Ook
dit spel ontleent zijn kracht aan het luch
tige, soms even satyrieke karakter, dat de
geheele lustrumviering kenmerkt. De cos
tuums zijn middeleeuwsch, de dialoog ge
moderniseerd en aangepast aan de tegen
woordige tijdomstandigheden. Ook de
Schouwburg zal evenals de sociëteit „Mi
nerva", de Stadszaal en „Oud-Hortus-
zicht" in een passend gewaad worden ge
stoken.
Wanneer dus slechts het weer wil mede
Foto H. Jonker, Lelden.
werken, belooft deze lustrumviering ons
weliswaar niet den glans van vroegere
Maskerades te doen vergeten, maar zal zij
in wellicht nog grootere mate dan voor
heen leven en vroolijkheid in onze stad
brengen en duizenden vreemdelingen en
reünisten uit het geheele land naar Leiden
trekken met alle daaraan voor den mid
denstand verbonden voordeelen.
Moge het zóó zijn in het belang van de
Leidsche drie-eenheid: Academie. Studen
ten en Burgerij 1
Men is thans op verschillende plaatsen
in de stad uit den aard der zaak vooral
in de binnenstad druk in de weer met
het aanbrengen der versieringen. De ver-
sieringscommisie voor Jen Stationsweg
kreeg van de directie der Ned. Spoorwegen
bericht, dat voor het stationsgebouw een
eerepoort zal worden opgericht in over
eenstemming met de versiering van den
Stationsweg. Ook de Ver. voor Vreemde
lingenverkeer zal hier een eerepoort doen
oprichten en wel tegenover het gebouw der
K. v. K. volgens ontwerp en uitvoering van
den heer G. H Splinter. Wij komen op de
versieringen zelve tegen het einde der vol
gende week nog wel nader terug. Voor-
looplg herinneren wij er nogmaals aan,
dat vóór Dinsdag as. bij den secretaris
van het algemeen versieringscomité, den
heer P. A. van der Heide, Hooglandsche
Kerkgracht 29 bericht wordt ingewacht,
welke straten aan den versieringswedstrijd
wensohen deel te nemen.
Ter gelegenheid van dit lustrum is bij
H E. Stenfert Kroese's Uitgeversmaat
schappij N.V. te Leiden en Amsterdam ver
schenen „Het Landjuweel". De praeses
der Lustrum-Commissie, de heer M. Hudig,
schreef hiervoor een kort voorwoord; de
ontwerper van het plan, de heer H. N.
Boon, schreef evenals de regisseur van den
optocht, de heer F. Lensvelt, uitvoerig over
de middeleeuwsche landjuweelen, in het
bijzonder over dat van Antwerpen in 1561.
waarvan het Leidsche landjuweel van 1935
een nabootsing is, terwijl de bewerker van
het tooneelspel, dr. Jan Walch en de regis
seur Paul Storm het spel van den Vos
Reinaerde behandelen.
Aan de toelichting van dr. Walch is het
volgende ontleend:
„Ons Middeleeuwsch-Vlaamsch-epos Van
den Vos Reinaerde begint met een ko
ninklijke audiëntie op Pinksteren, den
tijd dat de wegen weer begaanbaar waren,
waarop de koning der dieren, Nobel, ver
gezeld van zijn gemalin Gente, tal van
klachten over den vos te hooren krijgt;
op die wijze heeft een Fransche schrij
ver, van wiens werk de eerste helft van
onzen Reinaert waarschijnlijk een verta
ling is, tal van dierfabelen, waarin de
vos door zijn slimheid andere, ook groo
tere en sterkere, dieren te pakken neemt,
in een verband gebracht. De vos moet
dan, naar recht, hoogstens driemaal wor
den gedaagd om zich te komen verant
woorden. Als eerste bode vertrekt Bruun;
die met veel zoetsappigheid door Reinaert
wordt ontvangen, en het overbekende
verhaal! met hope op de, als toevallig
door zijn gastheer ter sprake gebrachte,
honig wordt verschalkt. Hij zit gevangen,
de heele dorpsbevolking komt op hem af.
enin uiterst gehavenden toestand
komt hij aan het hof terug. Den tweeden
bode, den „wijzen" kater Tibeert, gaat
het, mutatis mutandis, evenzoo. Bij hem
ls de begeerte naar muizen het zwakke
punt; en dus voor Reinaert het middel
om hem in den val te lokken. In de derde
plaats gaat dan Grimbeert de das; een
neefje van Reinaert; de biologen weten,
dat deze nogal eens bij dien „neef" in zijn
hol logeert, en een bezwaarlijke logé is
hij, die het hol-huis van zijn uiterst net
ten gastheer vol rommel pleegt te maken.
De oude fabelvertellers, die zooveel meer
van de natuur en de dieren wisten dan
de meeste moderne letter-kundigen, zul
len zeker bij het dichten van hun verhaal,
waarin vos en das als goede vrienden
voorkomen, aan deze verhouding hebben
gedacht. Reinaert gaat dan mee; onder
weg biecht hij bij Grimbeert zijn zonden
men kan nooit weten, hoe 't met hem
aan 't hof loopen zal deze geeft hem
plechtig absolutie. In de tweede helft van
het gedicht, die oorspronkelijk Neder-
landsch is, weet Reinaert dan door een
uitvoerig, zeer listig opgezet, en zeer hui
chelachtig voorgedragen verhaal den ko
ning wijs te maken, dat er een aanslag
tegen hem beraamd is; Reinaert heeft
dien verijdeld, door het geld, waarmee de
opstand zou worden „gefinancierd", te
stelen. Het is een groote schat, die de
hebzucht van den koning ten zeerste op
wekt; Reinaert, dit zwak van zijn vorst
kennende, is dan ook begonnen met dien
schat te vermelden; en aan die vermel
ding het verhaal van den voorgenomen
aanslag te verbinden, welke laatste dan
weer den angst van de koningin gaande
maakt, zoodat de beide gekroonde hoof
den Reinaert de vrijheid beloven, als hij
hun dien schat overgeeft. Dit geschiedt
dan op een voor Reinaert zeer goed-
koope wijze terwijl hij zich door een
nieuw stel leugens weet te onttrekken aan
's konings eisch, dat hij hem „ten scatte
waert" zal vergezellen. Neen. dat kan hij
niet, want. zegt hij, hij heeft eigenlijk
alweer door nobel medelijden gedreven
een fout begaan, waarvoor de paus hem
in den ban heeft gedaan, zoodat het voor
den koning niet voegzaam zou zijn, met
hem op reis te trekken. Maar nu, uit den
dood herrezen, wil hij een nieuw leven
beginnen, en allereerst een pelgrimage
naar Rome en „over see", d.l. naar het
Heilige Land, ondernemen, om van den
ban ontslagen te worden. De door heb
zucht verblinde koning gelooft heel dit,
ook wel fijn-psychologisch opgezette ver
haal; en Reinaert vertrekt. Als tasch
heeft hij het vel van den z.g. verrader
en-opstandeling Bruun; als schoenen het
vel van de achterpooten van Isengryn, den
wolf en van diens vrouw, Haerzinde. Het
epos eindigt dan met een knallend en,
wat de leeuw betreft, brullend slot
effect. Want Reinaert is natuurlijk niet
„echt" op pelgrimage gegaan, maar heeft
de gelegenheid waargenomen om, met
zijn familie. Cuwaert den haas op te eten
en Belijn, den raam, 's konings kapelaan,
te compromitteeren.
Dit is, verhaald met een kortheid, die,
helaas, dwong allerlei kostelijke finessen
onvermeld te laten, de Inhoud van het
epos, dat de grondslag van mijn tooneel-
bewerking vormt. Het was hierbij, d.w.z.
bij het levend-maken van de verschillen
de „dierlijke" personnages, allereerst zaak,
zich goed rekenschap te geven van de ka
rakters; dan: die karakters in hun woor
den en daden te markeeren met de
BINNENLAND.
Nederland en de wapenuitvoer; een
wetsontwerp inzake uitvoer van goederen
in tijden buitengewone spanning. (Bin
nenland, 4e Blad).
Bespoediging der uitbetaling van post-
chèqueseen proef te 's-Gravenhage.
(Binnenland, 4e Blad).
Is het coupeeren van honden wettelijk
geoorloofd? (Rechtzaken, 3e Blad).
BUITENLAND.
Rond de vlootaangelegenheden. (Bui
tenland, 2e Blad).
De Grieksche minister Kondylis voos
de monarchie. (Buitenland, 2e Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
lste BLAD.
EEN RIJK EN ARTISTIEK LEVEN.
Hendrika van Tussenbroek.
Op 80 jarigen leeftijd is hedenmorgen
te Doorn overleden de bekende componiste
van kinderliederen, mevrouw Hendrika van
Tussenbroek. Het is juist een half jaar
geleden dat deze populaire componiste
haar 80sten verjaardag vierde, waarbij
bleek, dat zij door haar werk de harten
van oud en jong heeft, weten te winnen.
Zij werd in 1854 te Utrecht geboren.
Als piano- en zangleerares vestigde zil
zich te Amsterdam, vanwaar zij later naar
haar geboorteplaats terugkeerde.
Van haar hand verschenen cantate's
operettes, vrouwen- en kinderkoren, lie
deren en duetten alsmede vele kinder
liederen. Door haar dood is een rijk en
artistiek leven afgesloten.
scherpte die het drama vereischt. De ka
rakters van de hoofdpersonen nu waren
duidelijk genoeg; in de eerste plaats dat
van den sluwen vos, die géén middel ver
smaadt om zich uit de handen van zijn
vijanden te houden, en die zijn wraak
op die vijanden, als hij ze eronder heeft,
geniet met vreugde aan verfijnde wreed
heid. Bruin is de vraat, die, als er iets te
„vreten" valt, verblind door zijn begeerte,
tot de onnoozelste en gevaarlijkste dom
heden te brengen; ik hoop niet, dat
hij of een minder direct bij het geval
betrokken criticus 't mij zal verwijten,
dat ik hem een even groote gulzigheid
waar het drank betreft, toekende. Nobel
mocht ik als zéér onnoozel ook wel, docht
mij, als een beetje „gaga" voorstellen; die
opvatting wordt voldoende gemotiveerd
speciaal door zijn goedgeloovigheid inzake
Reinaerts boetvaardige spel-grimage. Hij
geeft in het epos véle bewijzen van dom
heid, èn van onwetendheid van Aken
en Parijs heeft hij wel eens gehoord:
maar hij schijnt te meenen, dat die twee
steden bij elkaar in de buurt liggen
Waardig is hij intusschen wel zeer; ik
hoop hem ln dit opzicht niet te kort te
hebben gedaan; en als hij voor den gek
gehouden is, zeer toornig; brullende, dat
alle dieren vervaard worden. De konin-
ginne, Gente heet zij. een naam die waar
dig dien van haar echtgenoot flankeert,
leidt blijkens haar reeks van angstige
kreetjes, wanneer zij haar man en haar
koninklijke waardigheid in gevaar acht,
aan ietwat zwakke zenuwen; met een
daarbij passende, zij het zeer slecht ge
plaatste reeheid van vertrouwenCan-
tecleer is schutterig en lawaaiig, ook ln
de betuiging van het leed dat hem door
den dood van zijn kinderen heeft getrof-