ELTAX 666 De aankoop van de „Hooge Veluwe" LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Dinsdag 4 Juni 1935 FINANCIEN. Een uiteenzetting van de ministers. Telefoon VRAGENRUBRIEK. LN/T EN LETTEREN RECHTZAKEN. DE NEDERLANDSCHE BANK N.V. HET JAARVERSLAG 1934—1935. In het verslag van den president der Nederlandsche Bank over het boekjaar 19341935 herinnert de president aan zijn opmerking in het voorverslag, dat de geiso- leerde krachtsinspanning, waartoe elk land na de mislukking der Londensche wereld conferentie gedwongen werd, onvermijde lijk tot een uitbreiding van kunstmatige toestanden zou moeten leiden. Deze ver wachting is in het op 31 Maart 1935 afge sloten boekjaar helaas gegrond gebleken. De internationale betrekkingen werden in nog sterker mate bemoeilijkt Kon ln de eerste maanden van 1934 de hoop worden gekoesterd dat een geleidelijk herstel zich in versterkte mate zou doorzetten, de ver dere ontwikkeling heeft een andere rich ting gevolgd D? wisselkoersen die hun oude goudpariteit sedert 1931 verloren, zijn in het afgeloopen jaar verder gedaald. De president memoreert de maatregelen in België, waarmede een nieuw element van onzekerheid en ontwrichting zijn intrede heeft gedaan Vervolgens wordt de aan dacht gevestigd op de stabiliteit van den dollar, al blijft de mogelijkheid tot verdere depreciatie bestaan. Het stemt tot tevre denheid. dat van de bevoegdheid tot ver dere devaluatie geen gebruik werd ge maakt. Toch kan niet gezegd worden dat de monetaire situatie der Vereenigde Sta ten in het afgeloopen boekjaar tot ver sterking van het vertrouwen heeft bijge dragen. De vrees wordt gekoesterd dat de dollar een druk op andere valuta's zou kunnen uitoefenen daar de Ver. Staten zeer veel goud aantrekken als gevolg van de activiteit der betalingsbalans. In 1934 bereikte de goud-invoer in de V.S. een to taal van ruim f. 1 660.000.000. De beteeke- nis van dit cijfer treedt in een helder licht wanneer men daarnaast in aanmerking neemt, dat de geheele goudproductie in 1934 is te stellen op ongev. f. 1.400.000.000. De gezonde en uit alle oogpunten meest wenschelijke remedie is slechts te verkrij gen door aanmerkelijk grootere bereidwil ligheid van de V.S. om goederen in het buitenland te koopen en langs dien weg betaling van het verschuldigde te verkrij gen Voorts wordt gewezen op de dalende tendenz welke voor van het goud losge maakte valuta's heeft bestaan en die het eigen belang der betreffende landen zal moeten schaden. Het crediet- en kapitaalverkeer ls na genoeg geheel tot stilstand gekomen. Wat het handelsverkeer betreft; de waarde van den wereldhandel daalde in 1934 tot 31 procent van het cijfer van 1928. De om vang daalde tot rond 70 procent van dien van 1928. Alle landen ondervinden de scha delijke werking van deze ontwikkeling. Met betrekking tot den internationalen economischen toestand kan als voornaam algemeen verschijnsel van gunstigen aard het beperkte herstel in de grondstoffen produceerende landen en de overzeesche gebieden met overwegend agrarisch ka rakter worden beschouwd. Dit geldt ook yoor Nederlandsch Indië, dat, hoe groot de te overwinnen moeilijkheden nog mo gen zijn, zoowel financieel als economisch teekenen vertoont van aanpassing en evenwicht. Naast deze factor kan gewezen worden op het proces van interne aan passing. dat vele landen vertoonen. In verband met den toestand in Neder land vestigt de president de aandacht op de uitspraak der regeering ln de Jongste millloenennota, volgens welke als regel zal moeten worden gesteld, dat overal waar in eenigen vorm door de overheid steun of hulp wordt verleend, die steunverle'ning steeds zal moeten geschieden in zoodani- gen vorm. dat de aanpassing aan een lager niveau daardoor wordt bevorderd. De pro ductiekosten zijn te onzent over het al gemeen gedaald; deze daling wordt belangrijk in die takken van ons bedrijfs leven welke aan buitenlandsche concur rentie zijn blootgesteld. De aanneming door de Sta ten-Generaal van het onlangs ingediende wetsontwerp tot het verkrijgen van verdere bezuiniging op de staats- begrooting zal een verdere belangrijke stap op dien weg beteekenen. Toch zullen de kosten van het levensonderhoud op het huidig peil niet gehandhaafd kunnen blijven. Wanneer de teekenen niet bedrie gen schijnt in het opzicht der aanpassing var. loonen, huren, distributiekosten en publieke uitgaven in zooverre een kente ring nabij. Ook voor Nederland geldt, dat het wel begrepen belang van den consument on voldoende in het oog werd gehouden en dat de kosten van het levensonderhoud zich op een te hoog niveau bleven bewe gen. Hoewel ons land op den weg naar het evenwicht voortschreed en hierbij in ver schillende opzichten resultaten van betee- kenls heeft verkregen, werd het einddoel nog niet bereikt. De weg, welke naar de overtuiging van den president voor Nederland in zijn eigen welbegrepen belang is aangewezen, leidt in het binnenland naar het aanvaarden en doorzetten van de aanpassing, die men door kunstmatige en slechts tijdelijk wer kende maatregelen kan verschuiven, maar niet ontgaan. Ten opzichte van het bui tenland voert diezelfde weg naar de ver betering van de internationale betrekkin gen van commercieelen. monetairen en financleelen aard. Dat Nederland in zijn taak zou tekort schieten, wanneer het vrijwillig zijn ruilmiddel van het goud zou losmaken, behoeft geen uitvoerig betoog. Hetgeen de laatste jaren en in het bijzon der de laatste tijd ons geleerd hebben zal een ieder doen erkennen, dat een derge lijke stap tot verdere internationale ont wrichting zou lelden, die niet zou nalaten zich op den duur tegen het eigen land te keeren Ook voor het afgeloopen Jaar geldt, dat de werkzaamheid van de Nederlandsche Bank zich concentreerde op de handha ving van de goudwaarde van den gulden. Groote moeilijkheden leverde dit in be doeld jaar niet op. Bij het eindigen van het boekjaar 1933/34 beliep de goudvoor raad der Bank f 787.604.000. Daarna ver toonde dit cijfer een gestadige stijging tot begin November 1934 toen een bedrag van f 882 567.000 werd bereikt. Daarna liep de hoeveelheid terug ten gevolge van de on evenwichtige positie van den Amerikaan- schen dollar en de val van de Belga. Aan het einde van het boekjaar bedroeg de goudvoorraad f. 786 749 000 of slechts f 855.000 minder dan bij den aanvang van het boekjaar De goudafvloeiing betrof uitsluitend kapitaalbewegingen welke haar oorsprong vonden in de ongerust heid en speculatie. Het ls opnieuw geble ken, dat voor ongerustheid geen reden behoeft te bestaan, wanneer de geëigende middelen voor de verdediging van het ruilmiddel worden aangewend en de posi tie van het bankwezen gezond is. Noch de speculatie, noch de onjuiste en tenden tieuze voorlichting In ecnige buitenland sche bladen was in staat het beoogde doel te verwezenlijken. De gouddekking van alle direct opeisch- bare verplichting der bank beliep 77.52 procent op 31 Maart 1934 tegen 79 28 pro cent op 31 Maart 1935. hetgeen een ge volg is van de vermindering der direct op- eischbare verplichtingen van f. 1.015.711 000 tot f. 992 411.000. Het verloop der uitstaan de bankbiljetten vertoont een ontwikke ling naar meer normale verhouding Op 25 Maart 1935 stond voor een waarde van f. 847.769.000 uit, waarmede het peil. dat ln Juni 1931. voor den val van het pond gold wederom bereikt werd. De weekstaat t an 2 November van dat jaar vermeidt een uitstaand bedrag van niet minder dan f 1.092.509.000, Waarschijnlijk ls het be drag der opgepotte biljetten verminderd. Het bedrag der disconto's liep terug van f 27 794.000 tot f. 21.425 000, het totaal der beleeningen en voorschotten in rekening courant, zonder de ten behoeve van Ne derlandsch Indië versterkte beleening ver minderde van f. 89.909 000 tot f 67.795.000 In den aanvang van het nieuw ingetre den boekjaar liepen de uitzettingen be langrijk op als gevolg van den schok ver oorzaakt door den val van de Belga. De positie van het Nederlandsche par ticuliere bankwezen bleef zeer krachtig. De Amsterdamsche geldmarkt, werd weer door de ruimte gekenmerkt, die ln de periodes van economische depressie en onzekerheid ten aanzien van de ontwik keling der financieele en economische ver houdingen pleegt te heerschen De staat heeft ten volle kunnen profiteeren van de ruimte op de geldmarkt, daar de ren tevergoeding op de schatkistemissies sterk daalde Bij het einde van het boekjaar bedroe gen de stillhalte-credieten aan Duitsch- land nog slechts f. 41.000.000 tegen f 62.000.000 bij het einde van het vorige jaar. Het beroep dat in het afgeloopen jaar op de Nederlandsche kapitaalmarkt werd gedaan bleef wederom achter bij verleden jaar. Het totaal der publieke emissies be droeg na uitschakeling der conversies f. 121.500.000 tegen f. 203.600.000 in het vo rige boekjaar. Het opereerend kapitaal van de bank bedroeg gemiddeld 173.924.840 tegen 185 743 419 gulden. De disconteering van binnenlandsch papier bedroeg 76.604.998 tegen 100.456.509 gulden Het verloop der binnenlandsche wisselportefeuille was uitermate kalm. De maandgemiddelden varieerden tusschen f. 28.600.000 in Juni 1934 als hoogste en f. 23.100.000 in 1935 als laagste De omvang der goederenbeleenin- gen is in dit jaar iets gestegen. Speciebe- leeningen kwamen dit boekjaar niet voor. De nieuwe beleeningskosten op effecten zijn sterk gedaald. De voorschotten in rekening courant bedroegen gemiddeld f. 38.471.031 tegen f. 37 490.545 in 1933 34. Zij bewogen zich tusschen f. 31.1 millioen als minimum en 71.7 millioen als maxi mum. Het rentetarief van de bank bleef tijdens het afgeloopen boekjaar onveran derd. Het wisseldisconto beliep 2'/t pro cent. De bank beschikte aan het einde van het boekjaar over 787.749.039 aan goud en voor f 20.769.819 aan zilver. Op 31 Maart 1934 hacf de bank in open bewaarneming 8972 posten tot een geza menlijke nominale waarde v f. 797.363.228 op 31 Maart 1935 9102 posten tot een ge zamenlijke nominale waarde van f. 803.731.562 en ten behoeve van den staat 1301 posten met een nominale waarde van f. 1.695.761.921. De uitkomsten van het bedrijf der bank wijzen een verbetering aan. De netto winst steeg van f. 2.669 408 tot f. 3.020.686. Hiervan komt ln mindering van de vor dering op den staat der Nederlanden f. 1.510.342.82, zoodat een overeenkomstig bedrag resteert. Aandeelhouders ontvan gen 722.479 gulden, voor belasting moet f. 65.384 worden gereserveerd terwijl de staat nog f. 722 479 ontvangt. Het winst saldo inclusief het saldo 1933 34 bedraagt f. 800.908. hetgeen een uitkeering van 36 gulden per aandeel toelaat. DE ALGEMEENE KUNSTZIJDE UNIE IN 1934. WINST NA AFSCHRIJVINGEN F. 497.894. WELK BEDRAG ONVERDEELD BLIJFT. Aan het verslag over 1934 van de Alge- meene Kunstzijde Unie N.V. te Arnhem is het volgende ontleend: Het jaar 1934 liet zich voor onze ven nootschap aanvankelijk bevredigend aan zien De gunstige wending voor de Duit- sche fabrieken ondervond geen terugslag. Dit was echter bij onze Nederlandsche fabrieken wel het geval Gedurende twee kwartalen hield de vraag aan en overtrof onze productie zoodat een vrij aanzienlijk deel van den voorraad kon worden afge zet. Weliswaar steeg de gemiddelde op brengst niet en bleef de onzekerheid van valuta's en handelsbelemmeringen be staan. doch het toenemend verbruik van kunstzijde over de geheele wereld scheen te wettigen dat onze Nederlandsche be drijven het voorbeeld volgden van vele buitenlandscne kunstzijde-ondernemingen door de oroductie uit te breiden en aan te C3c?en aan het toenemend verbruik. Daartoe werd dan ook in het midden van het iaar bf>e'"''"i ^,ar y,et mce'itk bleek hi»rtoe zon er groote 'nvctaties over te gaan Het bleek echter In de herfstmaan den dat de h°kende hande'sbe'emmeringen en de uiterst langzame aanoassing van den levensindex ln ons land aan die der met ons concurreerende staten niet toe liet het meerdere onzer productie onder te brengen op die deelen van de wereldmarkt welke ln steeds beperkter mate voor ons overbleven. Nadat het. ondanks de krachtigste In spanning en het aanvaarden van risico's voor ons onmogelijk bleek eenle aandeel van beteekenis ln de meerdere kunstzijde- verbruik over de wereld voor onze Neder landsche bedrijven te verwerven en dus de voorraden niet onbedenkelltk toena men. moest tot den terugkeer tot den omvang der productie worden besloten Ofschoon het percentage der productie, dat in het eisen land afzet vond steeg van 8 DCt. in 1932 tot bijna 18 pet. ln 1934 moet dus nog steeds 84 oct buiten onze gren zen verkocht worden Geleidelijk zijn be langrijke markten geheel of grootendeels voor dien afzet weggevallen. Doordat deze concurrentie ook in Neder land begon op te treden, werd een contln- genteerlng hoezeer ook principieel onge- wenscht. noodzakelijk geacht. Ook na de Invoering van die contlngen- teering ls de positie op de Nederlandsche markt aldus te kenmerken dat ongeveer 42 oct van het verbruik ingevoerd werd. Door de goede conjunctuur voor kunst zijde in Duitschland bleef het mogelijk, naar dat land zijde te verkoopen. De netto-opbrengst der naar Duitschland verkocht zijde was ln verband met de relatief matige Invoerrechten belangrijk gunstiger dan die van verkoopen naar andere landen. De aan het einde van 1933 Ingestelde contlngenteerlne van den Invoer van kunstzijde-garens in Duitschland heeft de ultvoermogelijkheden naar dat land niet onbelangrijk beperkt. Ook naar eenige andere landen hebben wij onzen afzet tengevolge van het steeds grooter worden van het risico aan het verkoopen ln vreemde munteenheden ver bonden. en van de steeds toenemende transfermoellUkheden. moeten beperken. Onze vennootschap, die het zoozeer van export moet hebben, ondervindt dan ook wel in hooge mate de moeilijkheden, ver bonden aan onstabiele monetaire teo- s tanden. De bedrijfswinst over 1934 bedroeg f. 2.206 685 (f. 657.071) waarbij nog komt een bedrag van f. 2.182.302 (f. 934.4781 uit andere winstbronnen. In dit laatstgenoem de bedrag is begrepen f 813.988. zUnde het voordeelig saldo van den ruil en ver koop van eigen aandeelen ad f. 4.937.793. verminderd met het verlies van de Mae- kubee-llquldatie ad f. 4.123.804 Na aftrek van de rente op de obligatie rekeningen en concernonkosten ilncl. proefbedrijven) tot een bedrag van resp. f 591.875 (f. 51.000) en f 247.001 (f. 256.095) blijft er een bruto winstsaldo over van f. 3 550.811 If. 1 417.799) Voorgesteld wordt f. 2.552.916 (f. 1.727.317) af te schrijven en een reserve tegen valutaverliezen groot f. 500.000 te vor men. Daarna zal het resultaat over het jaar 1934 een winst aanwijzen van f,497.894 (v. j. verlies f. 309.510). In verband met de nog steeds heer- schende onzekerheid van den algemeenen economischen toestand achten wij het tijdstip voor revaluatie van de deelneming nog niet gekomen De winst voor 1934 ad f. 497.894 wordt volgens het voorstel van commissarissen gevoegd bil het onverdeeld winstsaldo 1933 ad f. 108.735, Dan wordt het onver deelde winstsaldo 1934 f. 1.585 629 en wordt er geen dividend uitgekeerd op de gewone aandeelen. op de cumulatief preferente aandeelen en op de prioriteltsaandeelen. Geen financieele verplichtingen. N.V. BENSDORP. Uit het jaarverslag blijkt dat het saldo winst, na afschrijvingen, bedraagt f. 64.804 (vorig jaar f.63 619.) RECLAME- 6508 Door standplaats en telefoonpost Steenschuur hoek Korevaarstraat NOG SNELLERE SERVICE. P. J. J. H. te L. Leiden, Alphen. Bo degraven, Zwammerdam, Woerden, Har- melen. Utrecht, Zeist, Soesterberg, Amers foort. Totaal 75 K IS. Ongeveer 5 uur, de rust inbegrepen. J. E. te L. I. Natuur en Mensch, voortzetting van „de Natuur", Gelll. Maandblad Abonn f. 8per jaar. Uit gever „de Hofstad", Scheepmakerstr. 1, den Haag. II. Kan bij iederen boekhandelaar ge ïnformeerd worden. Albonné, te L. No. 17 is inderdaad van •Herman Heyermans. In Iedere boekhandel ls dit te bestellen. Albonné, te L. Probeer nog eens In spuiten met petroleum. Veel kans op succes is er niet meer. L. K. Zoo'n middel ls ons niet bekend. C. Hte K. a. d. R. Zulke inlichtingen kunnen wij niet verstrekken. B. 3., te L. Wasschen met wasch- benzine. doch zeer voorzichtig. Strijken na afloop aan de binnenzijde. A. B. W„ te V Wendt U tot een vee arts om het beestje te doen inspuiten. A M.. te L. Informeer eens bij afd. Militaire Zaken. Breestraat. Wei. J. P. O te L Voeg bij elkaar geliike ctee'en rauwe en gekookte lijnolie en bestrijk 't katoen gelijkmatig met een kwast in dezf vloeistof gedoopt. Laat goed droog worden op een plaats, waar de lucht flink kan toetreden. De Ministers Slotemaker de Bruine en Oud hebben aan de Tweede Kamer een Nota doen toekomen, houdende mededee- lingen inzake de overdracht van het land goed de Hooge Veluwe aan een voor de exploitatie van dat goed in het leven ge roepen Stichting. Aan deze nota ontleenen wij het vol gende De onderhandelingen. „De onderhandelingen, welke de eigena res van het landgoed Wm H. Müller en Co's Algemeene Exploitatie Mij. N.V., gevestigd te 's-Gravenhage heeft ge voerd, met het doel dit ongeveer 6000 ha groote landgoed met medewerking van het Rijk als natuurmonument in stand te houden, dateeren reeds van het begin van I 1933 Aanvankelijk bedroeg de gevraagde I koopsom rond f, 1 millioen, te betalen ln I 3 pet. rentende schuldbrieven van den 1 verkrijger onder waarborging van rente en aflossing door den Staat. Aan dien koop waren voorts eenige voor waarden verbonden, o.a. dat het Rijk de waardevolle kunstverzameling van de Kröller-MüUer-Stichtlng, welke in 1929 op een waarde van meer dan f. 5 millioen was geschat, voor welk bedrag zij ook was verzekerd, in bruikleen zou ontvangen onder conditie dat het Rijk binnen den tijd van vijf Jaar op het terrein van „De Hooge Veluwe" het door prof. H. van de Velde ontworpen museum zou stichten, waarvoor de natuursteen reeds ten deele op het terrein aangevoerd en voor de rest in de steengroeve te Maulbrunn aanwezig was, doch waarvan desondanks de kosten van aanbouw en inrichting nog werden geraamd op rond f 2.5 millioen. met als verdere conseauentle een exploitatie, die ongeveer f. 70 000 per jaar zou kosten Voorts zou het op het landgoed aanwe zige. door dr. H. P. Berlage gebouwde landhuis St Hubertus met naaste om geving kosteloos ter beschikking moeten gesteld van de Kröller-Müller-stichtlng Mede in verband met de destijds door de Nederlandsche boomkweekers gevraag de hulp bU den afzet hunner producten, heeft toen de Regeering een Interdeparte mentale Commissie Ingesteld teneinde om trent deze aangelegenheid te rapporteeren. Nadat als gevolg van de-door de com missie gevoerde onderhandelingen de voorwaarden van overneming door het Rijk belangrijk aannemelijker waren ge worden, heeft de Regeering destijds ge meend. aan de Staten-Generaal een voorstel te moeten doen. dat beoogde, de voorgenomen transactie mogelijk te maken. Dit voorstel is echter bij het begin van de openbare behandeling van het des betreffende wetsontwerp door den toen- maligen minister van economische zaken en arbeid teruggenomen (vergadering 6 April 1933) Hierna ls de zaak eenigen tijd blijven rusten, totdat de eigenares zich opnieuw, ditmaal met den ambtsvoorganger van den Minister van Onderwijs K en W op nieuw in verbinding heeft gesteld en de onderhandelingen opnieuw heeft geopend. De Stichting komt in het geding. Bij deze onderhandelingen is het denk beeld tot ontwikkeling gekomen, om het landgoed te verkoopen aan een daartoe expresselijk in het leven te roepen Stich ting. welke zich met de instandhouding van het landgoed als natuurmonument en met de exploitatie als zoodanig zou kun nen belasten. De aankoop van het landgoed door deze Stichting had in vergelijking met de oorsDronkelijke aanbieding een meer aan trekkelijk aspect gekregen, vooral omdat de Króller-Miiller-stichting zich bereid had verklaard de kostbare kunstverzame ling onder enkele weinig bezwaarlijke voorwaarden ln eigendom in plaats van ln bruikleen aan het Rijk over te dragen. Of op deze voorwaarden tot den aankoop zou kunnen worden overgegaan, bleek toen afhankelijk van het antwoord op de vraag of de mogelijkheid zou bestaan het be drag der koopsom, die Inmiddels tot f. 800.000 was verlaagd, tegen aannemelijk» voorwaarden voor rente en aflossing aan de op te richten Stichting te verschaffen! De regeering heeft toen vrijheid gevon den goed te keuren, dat de liquldateur van de Nederlandsche Ultvoermaatsehappif iN.U.M.) in liquidatie, een gedeelte van het onder zijn beheer staande saldo der! N.U.M.-gelden tot het bedrag van de koop som plus kosten van overdracht enz afg rond op f. 10.000, aan de stichting onden hypothecair verband ter leen zou ver strekken tegen een rente van 2"» 'sjaars Ingaande 1 Januari 1937. Voldoende waarborgen, Tot deze transactie ls echter niet over-l gegaan dan nadat voldoende waarborgen^ waren verkregen, dat de stichting ook inl derdaad bij machte zou zijn de verschul-l digde rente jaarlijks te voldoen Aange zien In den laatsten tijd de exploitatie van, het landgoed een tekort van ongeveer) f.20 000 'sjaars had opgeleverd, mocht) worden aangenomen, dat, indien na de' overdracht openstelling voor het publiek zou geschieden tegen een matig entréeJ geld. en ook overigens nog eenige bezulniJ gingen zouden zijn aangebracht, een beJ drag van f. 20.000 per jaar ook in de toe-| komst voldoende zou zijn om het explolJ tatietekort met Inbegrip van de verscliulJ digde rente van de koopsom te kunneq voldoen. De dekking van f. 20.000 werd gevonded door een overeenkomst met de „Kröllerl Miiller-Stichting", terwijl andere regelln-l gen voor verdere dekking zorgden Uit eea en ander blijkt, dat de aan de Stichting geleende gelden niet zijn Rljksgelden, maar gelden, toebehoorende aan een ir) liquidatie verkeerende instelling. Deu gelden zijn weliswaar bestemd eerlang aan| het Rijk over te gaan, doch worden eerst Rijksgelden op het tijdstip, dat die over^ dracht zal hebben plaats gehad. Uit dit en eenige andere regelingen) volgt, dat het niet betrof een handeling van de Regeering, waarvoor de vooraf^ gaande goedkeuring van den begrotings wetgever is verelscht. Een dergelijke goed.) keuring is dan ook voor het beleggen va) N.U.M.-gelden nimmer gevraagd. Van groote bcteekei De groote beteekenis van hetgeen door| de bovenulteengezette transactie verkre gen werd, moge nog uit het volgendj blijken. Het verkregen natuurmonument heel] een grootte van ongeveer 6000 H.A., M) bouwd met ruim 30 grootere en kleiner^ gebouwen en voorzien van een met gr» zorg en deskundigheid gekozen beplaul ting en een uit natuur-hlstorisch oogpunf zeer belangrijke flora en fauna. De aan het Rijk overgedragen kunstver-l zameling is van zoodanigen omvang eii[ tevens van zóó hooge waarde, als tot dusj ver, hetzij door schenking, hetzij door| aankoop, nog nooit aan het Rijkskun bezit werd toegevoegd. De collecte, die met groote liefde en kunstzin bijeengebracht is, omvat zoow oude als nieuwe kunst. Voorts meer dan 500 stuks Delftsch aar-| dewerk en een uitgebreide verzamelin; uitheemsche kunstwerken. De Stichting, die eigenaresse is gewor-l den van het natuurmonument en die denl naam draagt „Het Nationale Park de Hooge Veluwe" is opgericht bij akte, op 26 Aprill 1935 voor den notaris mr. G Nauta tel Rotterdam verleden Als oprichters tradenl daarbij op de „Kröller-Müller-Stichting"! te 's-Gravenhage en de heeren mr. H. P.| Marchant. Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, en prof. dr G. A, van Poelje, Directeur-Generaal van het Onderwijs. De organisatie van het bestuur derl Stichting blijkt uit de ln de Stlchtings-1 acte opgenomen bepalingen. De nota bevat verder een uittreksel van de stichtingsacte. VERLEENING VAN DE BRAHMS- MEDAILLE. Ter gelegenheid van het Internationale Toonkunstenaarsfeest te Hamburg zijn de deelnemers ten stadhuize ontvangen, waarbij de burgemeester van Hamburg mededeelde, dat de Senaat had besloten, ter erkenning van hun muzikale verdien sten, de Brahms-medaille uit te reiken aan de toonkunstenaars Adriano Lualdi, Italië; Albert Roussel, Frankrijk; Jean Sibelius. Finland; Kurt Atterberg, Zweden en Herbert Bedford, Engeland, en aan de Duitschers Von Hausegger, Hans Schlb- ner, Von Reznlczek en Josef Haas. NIEUWE UITGAVEN. Verschenen is een geïllustreerd tijd schrift, dat dezen zomer 4 maal zal ver schijnen en wel onder den naam „Zeeland'' De uitgave dient, om het vreemdelingen verkeer in Zeeland te bevorderen. Verschil lende vooraanstaande personen leverden een bijdrage. We noemen o.a. de burge meesters van Vllssingen en Vere resp. de heeren Verwoelderen en D. Huinlnk, de heer dr P H. Ritter e.a. De goed verzorgde uitgave verscheen bij de fa. G W. den Boer te Middelburg. Bij G Naeff, uitgever te Den Haag is een boekske verschenen, genaamd: Zie kenverpleging in huis. Een en ander van de hand van dr. G. F. Gezelle Meerburg. Zooals de titel reeds aangeeft bevat het boekje tal van practische raadgevingen voor ziekenverpleging thuis. KANTONGERECHT TE LEIDEN. L. van B. los werkman stond terecht dat! hij in de maand April aan den landbouwer! C. van Minden te Voorschoten een dubbel-F loops Jachtgeweer had verkocht voor f. M l Volgens verklaring van dezen getuige! had verdachte het geweer onder zijn jas I verstopt en daarna in een brik gelegd op I het erf van den landbouwer. Verdachte I betoogde niet geweten te hebben dat dit volgens de wapenwet verboden was. Het I O.M. nam deze bewering niet aan. daar l zelfs een kind weet dat men zonder toe- J stemming van den commissaris van politie I of Burgemeester geen vuurwapens mag I koopen of verkoopen. Bovendien is ver-1 dachte al meermalen zwaar gestraft voor het verkoopen van wapens. Op 12 April 1931 werd verdachte door den Haagschen j Kantonrechter veroordeeld wegens over- I treding der wapenwet tot f. 20 boete en.I verbeurdverklaring van het geweer. Op 2' r Febr. 1932 tot f. 25 boete en verbeurdver klaring van het geweer, op 30 Nov. 1933 tor een week pr. hechtenis, op 9 Febr 1934 tot 6 weken hechtenlsstraf en verbeurdver- j klaring der wapens. Het O.M elschte nu 6 dagen principale hechtenis en verbeuro- verklaring van het geweer. Verdachte riep de clementie van den Kantonrechter in omdat hij reeds zóó zwaar gestraft was e zoolang in de gevangenis gezeten had. u Kantonrechter veroordeelde verdachte t f. 10 boete of 5 dagen hechtenis en ve - beurdverklaring van het in beslag 6en0" men geweer. Wij ontvingen- van de Vereeniginj v den Nederlandsch-Zwitserschen handel brochure betreffende de handel en inu trie van Zwitserland. Verschillende nijv j heidstakken, de economische toestand, worden er uitvoerig in besproken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 14