De Poppententoonstelling.
76»te Jaarpan?
MAANDAG 13 MEI 1935
No. 23048
Mr. MARCHANT
IS R.-K. GEWORDEN.
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
Een aanwinst van den Leidschen Hout.
LEIDSCH
DAGBLAD
bACBLAÏTVOOR LEIDENEN~OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te ibetalen, - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn^
per 3 maanden t.2.3%
per week 0.13
Franco per post f. 2 35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.>
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
VRAAGT ONTSLAG ALS MINISTER.
STREMMING DOORVAART
ROOMBURGERBRUG.
Burgemeester en Wethouders van Lelden
brengen ter algemeene kennis, dat in ver
band met de verbreeding van de Room-
burgerbrug, gelegen in den Hoogen Rijn-
de doorvaart onder die brug, met in-
van Dinsdag 14 Mei a.s. tijdelijk is
{estremd. 4365
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
TENTOONSTELLING VAN BELANGRIJKE
DEELEN VAN HET ARCHIEF VAN HET
LEIDSCH STUDENTEN-CORPS.
Ter gelegenheid van het 72e Lustrum
der Academie zal het Leidsch Studenten-
Corps van 28 Juni4 Juli een archief
tentoonstelling organiseeren ln de bene
denzalen der Academie. De vaandels en
lnsigniën der vroegere en tegenwoordige
torpsgezelschappen zullen een groot deel
der tentoonstelling uitmaken. De gewich-
e brieven en bescheiden uit de
Serchiedenls van het Leidsch Studenten-
Corps. de platen van vroegere lustra,
rullen ln overzichtelijke keuze in vitrines
tentoongesteld worden. Daarom roept de
Assessor I Collegii, als organisator dezer
tentoonstelling ieder Réunist van L.S.C.
f om eventueele stukken die in zijn bezit
lachten zijn, af te staan opdat deze ten-
amstelling door zijn volledigheid een
«eld geve van de kracht en den bloei van
:et Leidsch Studenten-Corps ln het ver-
Men en heden.
WAARSCHUWING.
In de tweede helft van de maand April
hebben zich bij verschillende goed-gesltu-
eerde inwoners hier ter stede twee vrouwen
rervoegd. die kwitanties aanboden, volgens
hun mededeeling afgegeven door de
T.B.C.-vereeniging te Hilversum. Deze
vrouwen deelden aan het personeel, dat
meestal voorkwam, mede, dat mijnheer en
mevrouw al jaren deze vereeniging steun
den met een jaarlijksche bijdrage, zoodat
bet in verschillende gevallen is gelukt de
kwitanties te innen. Bedoelde kwitanties
rijn onderteekend met W. Bakker, terwijl
's plaatsnaam Zeist wordt vermeld.
Bij onderzoek is echter gebleken, dat
deze vrouwen niet handelen in opdracht
ran vorengenoemde vereeniging. Hun be
weringen berusten op onwaarheid.
Op de aangeboden kwitanties kwam
Iteeds het bedrag van f. 5 voor.
Signalement van beide vrouwen:
le. ongeveer 40 jaar oud. flink postuur,
roode kleur, gekleed met korte bruin-roode
mantel;
2e. ongeveer 28 jaar oud, slank postuur,
bleeke gelaatskleur, gekleed met lange
mantel. Geeft voor, dat zij zuster Werner
fenaamd ls.
Beiden zijn goed bespraakt en onberis
pelijk ln hun optreden.
Minister Marcbant.
Minister Marchant deelt mede, dat hij
is overgegaan tot de Katholieke Kerk en
dat hij is getreden uit den Vrijzinnig-De-
mocratischen Bond. Hij heeft H. M. de
Koningin ontslag gevraagd uit zijn ambt
als Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen.
Mr. Hendrik Pieter Marchant werd 12
Febr. 1869 te Deventer geboren. Hij be
oefende eerst ln zijn geboorteplaats de
advocatuur en kwam al spoedig in den
raad van Deventer. In 1896 werd hij geko
zen tot wethouder. In 1900 vaardigde het
district Deventer hem af naar de 2e Kamer
waarin hij voor de Vrijz. Dem. Partij zitting
nam. Zijn mandaat werd steeds hernieuwd
en tot aan zijn optreden als minister van
ondervsjis, kunsten en wetenschappen in
het huidige kabinet maakte hij deel uit
van ons lagerhuis. Aanvankelijk was hij de
militaire specialist van zijn fractie. Na den
dood van dr. Bos werd hij leider van zijn
fractie. Mr. Marchant nam in de Kamer al
spoedig een vooraanstaande plaats in. Naar
zijn redevoeringen, soms vol bijtend sar
casme, werd altijd geluisterd. Bij meerdere
debatten had hij de leiding.
De intrekking van het bekende art. 40
leidde er zelfs toe dat hij een formeele
'breuk kreeg met Dr. Colijn. in'wiens kabi
net hij nu zitting had. 24 Nov 1925 droeg
H M. de Koningin hem de formatie van een
kabinet op. Hij slaagde echter niet, omdat
de socialisten wel, maar de Roomsch-Ka-
tholieken niet met hem in zee wilden.
Toen na twee mislukte pogingen eind Jan.
1926 Mr. Limburg opdracht kreeg van H.M.
de Koningin, kwam het tusschen beide
heeren tot een scherpe botsing, die aan
leiding was dat Mr. Limburg uit de V.D.
partij trad. In de Kamer maakte Mr.
Marchant deel uit van de commissie voor
de bultenlandsche aangelegenheden.
Een groot aantal jaren heeft Min. Mar
chant ook deel uitgemaakt van den Ge
meenteraad van 's Gravenhage. Eerst na
de verkiezingen van 1931 en de wethou
derscrisis trad hij in dezen Raad op den
voorgrond. Bij loting tusschen hem en
Prof. Ir. V ,d. Bilt werd Min. Marchant ge
kozen tot wethouder. Hij heeft in den
Haag de portefeuille van onderwijs gehad
en zóó een goede leerschool doorloopen
voor het ambt van Min. van Onderwijs.
Mr. Marchant is een bekend publicist, Hij
was vroeger hoofdredacteur van het dag
blad Land en Volk; redigeerde het tijd
schrift Opbouw en schreef meerdere arti
kelen in Vragen des Tijds.
Min. Marchant was directeur van de
Donauhypotheekbank.
Zijn verdiensten vonden erkenning door
zijn benoerliing tot ridder in de Orde van
den Ned. Leeuw.
Foto H. Jonker. Leiden.
j 18 Mei wordt in het Nutsgebouw ten bate van de Toevlucht Cl riste,,nu
ioto lp" een interessante Poppentent constelling gehouden, waarvan hierbij een
J n.I. de stichting der Leidsche Unive rsiteit, vervaardigd door de echtgenooten
der hoog leeraren.
IN DE LAKENHAL.
Doeltreffende verbeteringen.
Een Museum blijft uit den aard der
zaak altijd een bewaarplaats voor oude en
nieuwe dingen, die uit een oogpunt van
wetenschap, historie of kunst, of alle drie
tegelijk, van belang zijn. Voor de gewone
belangstellende bezoekers en. evenzeer voor
degenen, die er voor studiedoeleinden heen
gaan, geeft het meermalen een verwar
rend teveel, waaraan men moet wennen,
voor men goed wegwijs is en in min of
meer logische volgorde een overzicht
krijgt van alles wat het bevat. Elke po
ging om overzichtelijkheid en systeem aan
te brengen, elke poging om het zoo wei
nig mogelijk „museum"-achtig te doen
zijn, elke poging om stijl en orde ln de
groepeering en rangschikking aan te
brengen, dient dus hartelijk te worden
toegejuicht.
In zijn streven, om het aanzien en de
inrichting van ons Stedelijk Museum, en
de schatten welke het herbergt, zoo voor-
deelig mogelijk te doen uitkomen, heeft
de directeur, de heer A. Coert, tot dus
verre niet anders dan succes te boeken,
waarvoor de bezoekers hem dankbaar
mogen zijn.
Bij onze artikelen over de Lakenhal,
ruim één jaar geleden onder „Bouwkun
stig Schoon" gepubliceerd, hebben we
reeds verschillende ingrijpende verande
ringen aangegeven. Doch daarmee was de
zaak niet uit.
Wij herinneren er aan, dat in den loop
van het vorige jaar de verknoeide hoofd
deur met de smakelooze Biedermaeiervul-
ling in het uitgezaagde luik op initiatief
van den heer Coert werd verwijderd, om
plaats te maken voor een fraaie mas
sieve deur met loopdeurtje, volgens zijn
ontwerp vervaardigd door den hoofdbe
waker. Een keurig uitgevoerd stuk werk,
waarbij voor klopper en scharnieren
oude museumstukken dienst konden doen.
die dus hun natuurlijke bestemming weer
hebben verkregen.
Verder brengen wij in herinnering, dat
het oude donkere keukenvertrek aan de
westzijde van de hal een geheel nieuw
aanzien verkreeg doordat in den buiten
muur een lichtopening werd gebroken,
waarin een venster werd geplaatst van
oud massief materiaal, ln het Museum
aanwezig De vensters die uitzagen op de
donkere binnenplaats werden gedicht. De
toegang tot die binnenplaats wordt nu
gevormd door een oud eikenhouten
deurtje, nog afkomstig uit de woning van
burgemeester van der Werff. Ofschoon dit
deurtje geheel vlak is en geen andere ver
siering bezit dan de natuurlijke charme
van het materiaal, is het voor de kennis
der oude ingenieuze wijze waarop de plan
ken trekvrij en krimpvrij zijn verbonden,
hoogst belangrijk. Ook van dit vertrek
met zijn schoorsteenkap, die een nieuwe
stijlvolle betimmering verkreeg, zijn haard
met toebehooren. zijn prachtige oude
tegeltableaux in de wanden, ontwierp de
heer Coert de architectuur, die wederom
werd uitgevoerd door den hoofdbewaker.
Het verdient wel even vermeld te wor
den, dat het vaste personeel der Lakenhal
uit menschen bestaat, die uitstekende
vaklieden zijn en met de oude ambachts
liefde. die zoo karakteristiek was voor den
tijd, toen alles nog handwerk was, nu nog
de veranderingen en partièele vernieuwin
gen in ons Stedelijk Museum tot stand
brengen.
Een zeer belangrijke verandering en ver
betering is dezer dagen tot stand geko
men bij de meest Oostelijke af deeling der
Schottenzaal en het aangrenzende hoek-
vertrek.
Ik noodig u uit, met mij de hoofdtrap
van het nieuwe gedeelte op te gaan. Door
de fraaie gesneden dubbele poort betre
den we de Schottenzaal. We zien dat het
laatste schot verdwenen is en plaats heeft
moeten maken voor een wand dat tot het
plafond is opgetrokken. Op de lijst boven
den toegang, die van portières is voor
zien, heeft de heer Coert in gouden let
ters de namen: Verster - Kamerlingh
Onnes aangebracht. Men weet dus onmid
dellijk waar men aan toe is. Eere-vertrek-
ken voor twee van de grootste schilders,
die Leiden heeft opgeleverd.
Treden we binnen, dan bemerken we in
twee uitermate rustig en voornaam ge
houden zalen te zijn gekomen, waarvan
de sfeer nu in t minst geen storende in
vloeden kan ondervinden van de naast
aangelegen afdeelingen, wat. vroeger wel
het geval was. Ook de groote doorgangs-
boog tusschen beide vertrekken is wegge
werkt tot een opening in stijl met het
geheel.
Boven de donkere lambriseeringen zijn
de wanden bekleed met grijze stof. die een
prachtig fond geeft voor de schilderijen.
De zalen doen in hun statie meer den
ken aan vertrekken in een deftig huis, dan
aan afdeelingen van een museum. Het
ideaal zou zijn, het geheele museum op
deze wijze in te richten, als de beschik
bare ruimte dit toeliet. Doch daarvan is
natuurlijk geen sprake.
Ofschoon de beide zwagers niet streng
gescheiden zijn gehouden, draagt de eer
ste het accent van Verster. de tweede dat
van Kamerlingh Onnes. In het midden
van de eerste zaal zien we een tafeltje
met vitrine waarin al die stille, ontroe
rende dingen uit het atelier, waaraan de
kluizenaar van Groenoord bij voorkeur
zijn liefdevolle aandacht wijdde. U kent
ze wel. die tinnen kaïmetjes, theebusjes,
gemberpotten, flesschen, enz.
Langs de wanden zien we oude werken,
die reeds lang in de Lakenhal aanwezig
waren, doch ook werken, die we naar we
van harte hopen, voor onbeperkten tijd in
bruikleen mogen houden. Zoo vinden we
hier, naast het reeds vroeger beschreven.
intens mooie portret van Mevr, Verster,
ook het prachtige zelfportret van den
schilder, dat door ruil met het Centraal
Museum te Utrecht werd verkregen. Voor
Leiden is dit een niet genoeg te waardee-
ren aanwinst Prachtig is de lichtval over
de rechterzijde van het hoofd, een licht
val die het oor doorschijnend doet gloeien.
Het is de zelf-analyse van den droomer
in een fijn, gedistingueerd colorlet. Bekend
is verder het in zijn impressionistische
kleurenweelde zoo warme stuk met de
Cineraria's; eveneens de svaskrijtteeke-
ning van de Eucalyptus, de fijnen teeke-
ning van de Hooglandsche Kerk, voorstu
dies voor een olieverfschilderij en de uit
eindelijke teekening in waskrijt. Bekend
is verder het portret van den heer Verster
van Walverhorst, dat door den heer Coert
in een meer passende lijst met onder
schrift is gezet Dan hangt in deze zaal
het glorieuze stilleven met glaswerk,
citroenen en ananas van Kamerlingh
Onnes dat we reeds hadden en nog een
ander kleiner, doch eveneens brillant stil
leven met kweeperen van denzelfden, dat
voorheen niet aanwezig was. Evenmin za
gen we hier het prachtige blonde kinder
portret, en dat van een oude, statige
dame met zeldzaam sprekende, verstan
dige oogen. beide van Kamerlingh Onnes.
En eindelijk is er van Ver-ter nog een
vroeg impressionistische studie.
De tweede zaal draagt meer het cachet
van Onnes. Bij het binnentreden valt
onmiddellijk de blik op den overliggenden
wand, die slechts met drie stukken is ge
tooid. Men kan zich evenwel bezwaarlijk
een schikking denken die meer getuigt,
van stille monumentaliteit
In het midden het prachtige zeifportret
van Kamerlingh Onnes, de frissche kop
met de panamahoed omspeeld door het
gouden licht. Het stelt den schilder voor
in zijn atelier, even in zelfbeschouwing
voor zich uitkijkend. Frisch is dit werk
gepenseerd, de kop sterk doorgevoerd, met
de schaduwval van den hoed; de witte
schilderskiel vol van nuances Ter eene
zijde hangt een groot portret van des
schilders moeder. Ket mooie, oude ge
zicht, de goedige oogen achter de brilie-
glazen, de handen gevouwen, de zittende
gestalte in het zwarte kleed, dit alles stem
pelt het tot een voornaam portret. Altijd
even treffend en meesterlijk is de wijze,
waarop Kamerlingh Onnes een levens-
groote of meer dan levensgroote figuur in
het vlak wist te zetten.
Er is steeds in die groote composities
iets van een geometrisch principe, dat
zich niet opdringt, doch dat den aan
schouwer onmiddellijk een gevoel van rust
en welbehagen geeft. Men beschouwe ook
de groote figuur ter andere zijde. „De
Smart" een meer dan levensgroote figuur
van een oude dame in smart gebogen.
Met welk een geweldige inspiratie en
tevens met welk een prachtige beheer-
sching der compositie is dit gedaan. Don
ker lijkt dit portret. Doch het is eer een
Rembrandtiek goudbruin dat de diepe
vibreerende cellotoon van het geheel
scheDt. Wil men een ander voor
beeld van Onnes weloverwogen en
toch zoo argelooze compositie, dan kijke
men naar het groote meisjesportret
van Jenny Kamerlingh Onnes, toen deze
dus nog niet Mevrouw Verster was, uit
1888.
De zittende figuur met de witte japon,
die zoo gracieus valt, de zwarte kanten
handschoenen het mooie donkere kopje
met het diepzwarte kapsel, zoo magnifiek
in de diagonaal gezet, is een beeld van
droomende jonge meisjespoëzie.
Dan hebben we nog het portret van dien
BINNENLAND
De ter-aarde-bestelling: van Mr. Harm
Smeenge, te Assen. (Laatste Berichten, le
Blad).
Het Roomsch-Katholieke industriali-
satie-^ongres te Den Haag. (2e Blad.)
Het Nederlandsen voetbal-elftal gewij
zigd; Mijnders vervangt Van Gelder tegen
Engeland. (Sport, le Blad).
Bezuiniging op de pensioensuitgaven;
een commissie van advies ingesteld.
(Binnenland, 3e Blad.)
Ernstige autobotsing te Halfweg; twee
gewonden. (Gemengd, 2e Blad.)
De moord te Hoofddorp; tegen ver
dachte is 10 jaar gevangenisstraf geeischt.
(Rechtzaken, le Blad).
BUITENLAND
Overleden is, 69 jaar oud, Polen's onge
kroonde heerscher Pilsudski. (3e Blad en
Tel., le Blad.)
Laval, na zijn bezoek aan Warschau, te
Moskou gearriveerd. (Buitenland, le BI.)
De conferentie van den Balkanbond ge
ëindigd. (Buitenland, le Blad.)
Het einde der feesten bij het zilveren
jubileum van Koning George. (Buiten
land, le Blad.)
Een der het vorig jaar gestolen paneelen
uit de kerk te Gent terecht (Buitenl. Ge
mengd, 2de Blad).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
lste BLAD.
ouden grijzen musicus met zijn doordrin
gende oogen en wapperende, als geëlectri-
seerde grijze haardos. Een gezonde levens
krachtige kop, tintelend van vitaliteit.
Onnes is wel een zeer bijzonder portret
schilder geweest. Twee prachtige aqua
rellen getuigen voorts nog van zijn zin
voor een bruisend en vlammend coloriet.
In deze zaal hangt nog een klein exquis
bloemstuk je van Verster, herinnering aan
het gouden huwelijksfeest, twee verwel
kende rozen in een vaasje, een beeld van
innigheid en aandacht. Eveneens van
Verster is het gezicht op Vreewijk in den
tijd, toen het terrein om de oude buiten
plaats nog een stukje natuur was. Won
dermooi is het malsche groen van het
gras, waarin twee geitjes grazen. Fijn is
de-contrastwerking van het groen met het
grijze, oude buitenhuis.
Wat zich verder in deze zaal bevindt is
oud bezit van de Lakenhal: de Chinieesche
schaal met de appelen, het laatste werk
►van Verster, verder diens grijze stilleven
met de Judaspenningen, zijn teekening van
de Kwaaklaan, die kathedraal stemming
wekt.
Het verheugt ons zeer. dat door het
artistiek inzicht en het initiatief van den
heer Coert twee der grootste Leidsche
schilders nu in de Lakenhal zoo uitnemend
tot hun recht komen.
Zooals wij Zaterdagavond reeds met een enkel woord vermeldden, heeft de Hen-
gelaarsbond voor Leiden en Omstreken aan het bestuur van den Leidschen Hout
100 tweejarige edelkarpers en 25 goudvis schen ten geschenke aangeboden, welke
in tegenwoordigheid van de heeren ir. A. G. Bosman en dr. L. P. Krantz namens
het bestuur der Stichting Zaterdagmiddag in den vijver zijn uitgezet. Men ziet hier
boven het oogenbilk, waarop de heer F. CHaalebos de visschen in vrijheid stelt.