LICHTFABRIEKEN LEIDEN C0KESPR1JZEN GEKLOPTE COKES (.0.55 p.H.L., PARELCOKES f.0.60 BELASTINGBETALERS Adverteert in het Leidsch Dagblad LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Maandag 6 Mei 1935 4IIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH HOE CANADA WERD ONTDEKT. INDISCHE KRONIEK. Voorschoten Propaganda-filmavond De Belastingwetten voor iedereen Te huur gevraagd Me! ingang van heden gelden de volgende Zomerprijzen GR ASM AAIEN Fa. H. VROOM,Tel. 2739 VOOR EEN WRINGER, NATUURLIJK! HARRY v. d. OUWEELEN, Prinsessekade 3-4 - Gekleurde-i Twisted mat Hasse!man& Pander r Verkeersongevallen. Ook ln deze gemeente was net gisteren druk met doorgaand verkeer, vooral veel wielrijders passeerden in de richting Leiden. Gistermorgen had op den Leidscheweg. nabij het kruispunt Schoolstraat. Gebr Treubstraat. Leidscheweg een ongeval plaats, dat betrekkelijk nog goed is afge- loopen. Terwijl een tram uit de richting Leiden naderde, kwamen van de andere zijde enkele wielrijdsters en wielrij ders aan. Een dame zou de tram ontwijken en van dit oogenblik zouden enkele jeugdige wielrijders gebruik maken om te passee- ren. De 13-jarige J. v. H„ uit Rotterdam, reed tegen het rijwiel van een dame aan, kreeg vervolgens een duw van de tram. en naar men ons mededeelde kwam hij met zijn heup tegen een vetdop aan en kwam te vallen. Hij bekwam een lichte hersenschudding en is op medisch advies naar zijn woonplaats vervoerd door een dame-lid der E H.B O.-brigade. Verschil lende leden van deze brigade waren niet thuis, zoodat er nogal tijd heenging alvo rens men iemand had. die zich met dit vervoer kon belasten. Zou 't geen aanbe veling verdienen de leden volgens een vastgesteld rooster hiervoor aan te wijzen? In den loop van den middag hadden nog een paar valpartijen plaats van wielrijders over de tramrails. Een dame met een meisje op haar rijwiel kwam te vallen; het kind kreeg schaafwonden aan één der beenen. terwijl een wielrijdster nabij het ongelukspunt van 's morgens slipte; er was alleen materieele schade. ZOETERWOUDE. Wielrijder door vrachtauto aangereden. Zaterdagavond te 11 uur werd de wiel rijder J P. uit Alphen, die met zijn ver loofde reed ter hoogte van de betonfabriek der fa Oosthoek in de richting van zijn woonplaats, aangereden door een vracht auto, welke te veel de linkerzijde van den weg hield. P. werd door de linkerachter zijde van de auto gegrepen en bekwam een ernstige wonde aan het hoofd, terwijl zijn meisje in het water geduwd werd, doch gelukkig spoedig gered kon worden. De bestuurder van de vrachtauto bekom merde zich niet om het ongeval en reed door. Zijn naam, alsmede het nummer van de auto waren onbekend. Ondanks dat, slaagde de ijverig speurende politie er in. den bestuurder gisterenmorgen te Utrecht aan te houden. Na verhoor bekende de man. P. werd naar het Ac. Ziekenhuis ver voerd: naar wij vernamen, is zijn toestand redelijk wel. De officieele R.K. lijst voor den ge meenteraad luidt als volgt: 1 Jac van Leeuwen Johz.; 2. P. J. Tijs- sen: 3. H. J. v. d. Krogt: 4. A. C. Paarde- kooper; 5. W, C. de Groot; 6. L. Onder water; 7. Th. C. Berg: 8. H. Bunnik; 9. Adr. Berg: 10. C Th. Omtrigt: 11. C. van Haastregt; 12. G. Belt; 13 N. A. Zwetsloot; 14. C. van Velsen Wzn.: 15. C. R. v. Velsen. In den nieuwen raad komen dus niet terug de heeren A. van Bennekom wegens be danken en de heeren C. van Haastregt en C. R. van Velsen. De uitslag der groslijststemming van de R.K. Kiesvereeniging alhier iDorp) j luidt als volgt: 1. Jac. van Leeuwen Johzn., 2 H. J. van der Krogt, 3. A. C. Paardekooper, 4. L. On- J derwater, 5. Th. C. Berg, 6. A Berg, 7. C. J. j van Haastregt, 8. B. Belt, 9. C. van Vel- zen Wzn. Automobilisten, geeft alleen signalen, wanneer het werkelijk noodig is en niet uit sleur of tijdverdrijf. Toen aan het einde der 15de eeuw de Italiaan Christofero Colombo, of zooals hij gewoonlijk genoemd wordt Columbus, in Spaanschen dienst zijnde, een nieuwe we reld ontdekte, zal er wel niemand geweest zijn, die voorzag welke geweldige verande ringen dit in tien loop van 's wereld ge beurtenissen zou brengen. Ook Columbus niet, integendeel hij wist zelfs niet eens dat hij een nieuw werelddeel ontdekt had, immers hij meende langs den Westelijken weg Azre te hebben bereikt en hij twijfelde er geen oogenblik aan of hij was in de Indische Oceaan geweest De naam West- Indie getuigt nog van deze dwaling. Hoe wel Columbus hardnekkig aan die idee vasthield, begonnen de Spanjaarden toch al spoedig eraan te twijfelen en ten slotte kwam men door nieuwe ontdekkingen tot de conclusie dat men met een tot nu toe onbekend continent te doen had De veroveringen van de Spanjaarden bewogen zich v.n. in den warmtegordel en in N -Amerika zijn ze niet ver doorgedron gen. De vraag of zij de eerste Europeanen waren welke in Amerika kwamen kan niet in strikt positieven zin beantwoord worden want het schijnt dat het onverschrokken zeevarende volk der Noormannen, om streeks het jaar 1000, toen er geregeld con tact was met Groenland, vandaar uit ook het huidige Canada en zelfs Massachu setts bereikt heeft. De Indianen zouden er echter voor gezorgd hebben dat kolonisa tie tot een pogen beperkt is gebleven. Aan het einde der 15de eeuw is het zeer waarschijnlijk Cabot. een Italiaan in dienst van den Engelschen koning Hendrik VII, gelukt om Labrador te bereiken. Van het juiste verloop van zijn tocht, zoo zou hij Florida bereikt hebben, is men echter niet geheel op de hoogte. De eigenlijke ontdekker van Canada is een Franschman welke uit de visschers- plaats St. Malo in Bretagne kwam. Hij heette Jacques Cartier en werd door den Franschen koning Frans I benoemd tot leider van een expeditie welke tot taak had vanuit New Foundland tTerre Neuve) verdere onderzoekingen te doen. N. Found land was in die dagen reeds een visscherij- centrum, waar men Engelsche, Normandi- sche en Bretonsche visschers oa. kon vinden. Den 29sten April van het jaar 1534, dus ruim 400 jaar geleden, verliet Cartier met twee scheepjes, de haven van St. Malo en na een zeer voorspoedige reis, iets waar het buitengewoon fraaie weer niet weinig toe bijdroeg, bereikte hij na 20 dagen de kusten van N. Foundland. Hij zeilde naar het Noorden, voer bij het Mooie Eiland iBelle Isle) de gelijknamige straat in en liep tenslotte een baal binnen waar Car tier getroffen werd door de buitengewone warmte. Er heerschte zelfs zoo'n zomer hitte dat hij de baai den naam gaf van B. des Chaleurs. Naar het Westen zeilend hoopte hij een doorvaart te vinden, doch tevergeefs Op het schiereiland Gaspé, het welk het Noordelijk deel van de genoemde baai afsluit, ging hij aan land en richtte een kruis op, waaraan een schild werd be vestigd dat naast een inscriptie de lelies van Frankrijk droeg. Voortaan werd het land tot een deel van de bezittingen van den Franschen koning gerekend. Aange zien hij op een overwintering niet was in gesteld, zeilde Cartier langs denzelfden weg weer naar Frankrijk terug en na een reis van nog geen dertig dagen bereikte hij den 5den September van hetzelfde jaar wederom St. Malo. Het Fransche hof had er wel ooren naar om het niet bij deze twee reizen te laten, want Frankrijk's grootste vijand, Spanje, behaalde roem en eer in een nieuw wereld deel. En niet alleen dit, want wat wel het i voornaamste was. Spanje haalde schatten aan goud en zilver uit Amerika. Juist in het begin der dertiger jaren had Pizarro voor Spanje het goud- en zilverland Peru veroverd! Niet te verwonderen was het dus dat Frankrijk door al deze Spaansche successen sterk geprikkeld werd en vurig hoopte ln de door Cartier ontdekte streken een waardig tegenhanger te vinden. Spoe dig dan ook liet Frans I drie nieuwe sche pen uitrusten. Jonge edellieden kwamen zich aanbieden om met de expeditie mee te gaan. Veel pracht en praal ging het ver trek vooraf. De bisschop schonk allen deel nemers absolutie en tevens zijn zegen en tenslotte voer men den 19den Mei van 't jaar 1535 opnieuw uit, vervuld van groot- sche ontdekkingen en kolonisatieplannen in Nieuw-Frankrijk. Ditmaal had men veel met storm te kampen, doch toch bereikte men zonder ongevallen wederom N. Foundland. Op St. Laurensdag zeilde men een golf binnen, welke haar naam van dezen heiligt ont ving en welke naam later tevens die voor de groote Canadeesche rivier zou worden. Op de eerste reis had Cartier eenige In dianen meegenomen welke nu als tolk dienst deden en zoodoende vernam hij dat er een rivier was welke diep het land in drong. In ee nboot voer hij den stroom op en bereikte de voornaamste Indiaansche nederzetting Hochelagao, welke aan den voet van een heuvel was gelegen en van waar uit men een schitterend panorama had over het land. Cartier gaf dien heuvel den naam naam van Monte Royal en het behoeft geen betoog, dat de naam van de huidige Canadeesche stad Montreal hier in is terug te vinden. Door het plotseling invallen van den winter, was Cartier ge noodzaakt tot Mei 1536 te blijven. Weder om werd een kruis opgericht en op het daaraan bevestigde schild, Frans I tot ko ning van deze nieuwe streken aangewezen. Na op deze wijze het land in bezit te heb ben genomen, zeilde Cartier wederom naar zijn vaderland terug waar hij na een voor spoedige reis in Juli aankwam. Terwijl na zijn eersten tocht zijn geboorteplaats,'ja geheel Frankrijk geestdriftig waren over zijn ontdekking, begon nu een en ander al te bekoelen, want de overwintering had ge leerd, dat het klimaat in dat jaargetijde niet bepaald aantrekkelijk genoema kon worden. Bovenal echter, bracht men geen tastbare resultaten mede en daar was het ten slotte toch voor geen gering deel om te doen. Geen goud, geen zilver, geen dia manten of andere kostbare gesteenten had men gevonden, alleen vruchtbaar land, doch dit had men in Frankrijk ook. Neen, de hooggespannen verwachtingen waren wel teleurgesteld en het was dan ook niet te verwonderen dat er van een derde reis niet veel meer scheen te komen. Onver wachts ging zich echter een Fransch edel man uit Picardië, een zekere Frangois de la Roque, voor het nieuw ontdekte gebied interesseeren. Hij liet zich door den ko ning met het land beleenen en besloot er op eigen kosten een kolonie te gaan aan leggen. Maar deze edelman, heer van Roberval, was wel eerzuchtig, doch weirng verstandig. Hoewel tegen zijn zin, kon hij de steun van Cartier niet missen want deze had bovendien het volledig vertrou wen van den koning. Zoodoende uerd Cartier tot kapitein-generaal benoemd en kreeg bovendien verlof om personen uil iedere tak van handel en bedrijf mee te nemen. Op papier waren dit mooie toezeg gingen, maar in de praktijk waren er met veel die lust hadden naar een land te trek ken dat, voozoover bekend was, zoo weinig beloofde. Zoo was men dus gedwongen zijn toevlucht te nemen tot een categorie per sonen, welke nu niet bepaald tot de meest vooraanstaande, lieden van het land be hoorden, n.l dieven;-mbordenaars, fraudu leuze bankdirecteuren, landverraders, val- sche munters e a. We weten dat dit geval niet op zich zelf staat, want het was in die dagen meer gebruikelijk om een tekort aan kolomsten op een dergelijke wijze aan te vullen. Ook Columbus moest op een van zijn reizen zijn toevlucht tot dergelijke lie den zoeken. En als we aan de eerste kolo nisten van onze Oost denken of aan die van Australië, dan zien we gelijke ver schijnselen. De samenwerking tusschen Cartier en Roberval liet veel te wenschen over. Voor al blijkt dit wel uit het feit, dat Cartier reeds vertrok, toen Roberval nog niet eens gereed was met zijn toebereidselen. Dit was 23 Mei 1541. Cartier bereikte weer de St. Laurens en bouwde bij het huidige Quebec een fort, waarin hij overwinterde. Ver dere ontdekkingen schijnt hij niet te heb ben gedaan en in Juni 1542 keerde hij weer naar Frankrijk terug. Onderweg ont moette hij weliswaar Roberval, doch Car tier zette desniettemin zijn thuisreis voort Met een paar honderd kolonisten betrok Roberval de door Cartier achtergelaten nederzetting en noemde haar Franceroy. De organisatie leek op niets. Zoo vertelt Parkman, dat men wel voorraadsscnuren, doch geen voorraden had, wel molens, doch geen koren, wel een oven. maar geen brood Zoodoende was het dus niet te verwonde ren dat de geheele kolonisatie-poging op niets uitliep. In den eersten winter stuiven er al bijna 100 kolontsten. Ook wreekte zich de edele samenstelling van het ge zelschap. Verschillende lieden moesten ln ketenen worden geslagen, andere opge hangen wegens diefstal en zelfs bleek het noodig te zijn, dat verschillende vrouwen werden gegeeseld. Het volgend jaar zien we dan ook dat een teleurgesteld edelman naar Frankrijk teruggaat. Toch schijnt net dat Roberval nog niet allen moed heeft verloren, want men vertelt, dat hij ln 1549 vergezeld van een groote schaar avontu riers opnieuw naar zijn vice-koninkiijk is trokken doch dat men daarna niets meer van hem heeft vernomen. Waarschijnlijk zijn dus de schepen vergaan. Hiermede werd dus de eerste periode welke Frankrijk ln de ontdekkiugsge- schiedenis van Canada speelde, afgesloten. Weliswaar onderhielden visscherschepen welke naar N. Foundland trokken iin 1578 ongeveer 150) contact met de kust van het vasi eland door handel met de In dianen en ook zien we enkele expedities uitvaren, zooals die onder Markies de la Roche, maar de grondvester van de Fransche koloniën in Canada was Samuel de Champlain in het begin der 17de eeuw. B. OVER MISDAAD. Bij al de artikelen, welke Indië in den loop der eeuwen uit Europa betrokken heeft en die hier zoowel ten goede ais ten kwade hebben gewerkt, is er één nimmer de zee overgekomen, namelijk de inbreker in grooten stijl. Ongetwijfeld wordt hier ingebroken door middel van indrukken van ruiten of het forceeren van sloten, doch een wat stevige brandkast vormt een on overkomelijk beletsel, indien haar afme tingen niet van dien aard zijn, dat zij ge makkelijk kan worden meegenomen, om op een veilige plaats door middel van een koevoet te worden opengebroken. Oplich ters, chevaliers d'industrie, valsche kaart spelers hebben wij hier zien verschijnen en verdwijnen, als de menschen begrepen, dat de schoone titels welke dergelijke in dividuen gewoonlijk voeren, geen waar borg zijn voor het verrichten van behoor lijke handelingen. Met mooi praten en een openlijk brutaal optreden is het gelukt honderdduizenden uit dit land weg te sleepen, doch de eerste werkelijke kluis moet nog geforceerd worden en de onder graving van een groot bankgebouw is nog nimmer beproefd. Het zou verkeerd zijn dit nog onontgon nen liggen van dit deel van het terrein van de misdaad toe te schrijven aan een bui tengewone eerlijkheid van de bewoners van Indië, van welke kleur en ras ook. De men schen zijn hier werkelijk niet beter be snaard dan elders, maar den inlanders ontbreekt de groote technische kennis, welke een kraker van een safe moet bezit ten en indien een Importkracht zich op dit terrein zou wagen, zou hij tot zijn ont steltenis ontdekken, dat het waarschijnlijk gemakkelijker is een brandkast open te krijgen, dan ongemerkt uit dit eilandenrijk te verdwijnen. Om dit te doen moet in tense hulp van inwoners van het land worden verleend of een jarenlang verblijf de middelen hebben doen kennen om ge- ruischloos te verdampen. De Europeaan is bij vertrek aangewezen op een havenplaats, die door een behoor lijke boot wordt aangedaan en zoo groot is hun aantal niet of het kost de politie betrekkelijk weinig moeite een scherp toe zicht te houden. Indien vrijwel vaststaat, dat iemand, die wat op zijn geweten heeft het land zal verlaten, is het vaak veel ge makkelijker niet in het binnenland een nasporing op touw te zetten, doch den immigratiedienst te waarschuwen en in 9 van de 10 gevallen wordt de gezochte in zijn kuif gepikt. Wie de kaart van Indië voor zich neem zal mogelijk tot de conclusie komen j. het gemakkelijk moet zijn spoorloos' va een eiland te verdwijnen. De kustlijn j lang en gewoonlijk vlak ook. Het huren va, een prauwtje om ergens te gaan vare; kost ook geen moeite, doch waar moet j vluchteling heen? De Straits halen in et klein bootje? Het ware verstandiger diiw zelfmoord te plegen en het ergens landei binnen Indisch territorium van et blanke, komt oogenbllkkelljk ter kenni van het Inlandsche bestuur. Een groot havenplaats kan de vluchteling niet m doen en zich schuilhouden in een kan pong gaat evenmin, omdat dit dadelijk te oore zou komen van den kepalla-kampo» die er zijn baan mee verspeelt, indien 3 niet dadelijk zijn chefs waarschuwt. Wil hier iemand in een bootje zee u steken om te verdwijnen, dan behoort hl eerst een geheele organisatie op te bouw] Het kleine bootje moet ver buitengaats eg grootere prauw vinden, die hem mogeB aan boord van een Chineesch stoomboot! brengt, dat een verbinding met het bp tenland onderhoudt, waar het aankomn van een blanke op een dergelijk vaartui echter hoogstwaarschijnlijk toch onml! dellijk de aandacht zal trekken, te mee als de politie in de vreemde haven plaatsen van het ontsnappen op de hoort is gesteld. En wil iemand, vermomd als in lander of Chinees uitwijken dan moet h( de landstaal volkomen machtig zijn t| een groote kennis bezitten van gebruikt! en gewoonten van de lagere klassen, d hij niet dadelijk door zijn „soortgenooteï worden aangebracht. Het gevaar voor een Europeeschen in breker ontstaat pas na de daad en dit, j verband met het feit, dat het aantal salet waarop een aanslag te wagen valt, be trekkelijk gering is, heeft tot gevolg had het schoon blijven van de blad van de Indische inbrekersgeschiedenis, deze afdeeling betreft. Ingebroken wordt hier anders gent doch het is steeds het werk van diletl ten. Insluipen, leeghalen van kasten, wegnemen van portefeuilles, het ka; van juweelen, en ln verreweg de mees gevallen ligt de schuld bij den eigenu die met de bekende Indische zorgelooste de kasten niet afgesloten had of een j aan een kapstok een pracht van een waarplaats gevonden had voor een gn aantal bankbiljetten. In oude huizen, vu boven de deuren en ramen voor de luc! verversching openingen zijn aangebiatl die door middel van latwerk weer in kit nere afdeelingen zijn verdeeld, zoodat i geen ruimte geven tot doorsluipen, wou wel eens getracht met 'n hengel met ha- kleedingstukken naar buiten te trekkas Dergelijke, kleine middelen om aan vu geld te komen, worden de laatste jara meer toegepast, en wel als gevolg vanó werkloosheid In rapporten van reclassee rings- en gelijksoortige vereenigingen wor dan ook steeds gesproken van een toen, mende misdadigheid, mar hoewel dit vb schijnsel natuurlijk een bedenkelijk gevoi is, mag er niet uit worden geconcludeen dat wij hier temidden van een poel va misdaad leven Ledigheid is nu eenmaal da duivels oorkussen. Zoodra er echter wed werkgelegenheid komt zullen deze kleit misdaden vanzelf tot een normaal gets worden teruggebracht. En op den duu gaat die werkgelegenheid er komen. Indi heeft altijd een groote veerkracht en aan passingsvermogen getoond. Het bij de pak ken neerzitten komt, ondanks de warm» weinig voor en de wijze waarop getracb wordt voor tal van artikelen niet lange van het buitenland afhankelijk te zijn toont, dat de zin om een uitweg uit 4 tegenwoordige moeilijkheden te vindt! bestaat. Steunt, bij gelijken prijs en kwalital, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw 'and En bestrijdt gij de werkloosheil te geven door de afd. Leiden der Ned. Chr. Reisvereniging op "Woensdag 8 Mei a.s. in het gebouw voor Chr. Belangen aan de Wijngaardelaan. Ter afwisseling wordt het Zangspel „Oost West Thuis Best" opgevoerd Entree f. 0.20 Aanvang 20 uur Kaarten verkrijgbaar bij de sigarenmagazijnen Van Os en Steneveld. 3944 Weet ge hoeveel U moet betalen? Bnu tegen inlevering van dezen bon kunnen de lezers van het „Leidsch Dagblad" bekomen bij MULDER Co., Corn. Schuytstraat 11, A'dam, afgehaald voor f. 1.35 of franco per post tegen f. 1.50 op giro 78144 of postwissel door A. Brinkman, Inspecteur der Directe Belastingen, Invoerrechten en Accijnsen, Amsterdam. Geheel nieuwe uitgave. Hebt ge belastinigmoeilijkheden? Ja, neen? Toch kunnen ze ieder oogenblik ontstaan. Ge wilt Uw belasting juist en correct aangeven, doch ook niet meer betalen dan strikt noodzakelijk is. In dit boek vindt ge alles over Inkomstenbelasting, Vermogensbelasting, Personeele belasting, Grondbelasting, Zegelwet, Registratierecht, Recht van Successie, van Overgang en Schenking, Couponbelasting, Wegenbelastingwet, Dividend- en Tantièmebelasting, Omzet belasting, enz. Op duidelijke voor iedereen heldere, volkomen begrijpelijke wijze wordt ln dit boek uiteengezet op welke gronden men moet betalen en op welke gronden men vrij gesteld kan worden. De tarieven en tabellen waarop de belasting berust, zijn er alle aan toegevoegd, terwijl een uit voerig ALPHABETISCH REGISTER het vinden van een bepaald onderwerp, het opzoeken zeer vergemakkelijkt. Dit zeer practische boek, 260 PAGINA's DIK, kan U veel voordeel en veel gemak brengen en de luttele prijs kan geen beletsel zijn. 3947 Wanneer op postwisselstrook of girobiljet vermeld wordt het Leidscb Dagblad, behoeft deze bon niet te worden opgezonden ECHT BARNSTEEN WAS, IS EN BLIJFT MODE 11 Groot» keuze 3953 Halssnoeren, Armbanden, Broches, Aanhangers, Oorknoppen etc. etc. Grootste keuze bij: SURINCAR A Co., Breestraat 108 (nabij Koornbrugst.) een Heerenbuis met Garage ln Leiden of Oegstgeest. Brieven met uitersten prijs Bur. v. d. Blad No. 2018a. Thuisbezorgd 10 cent p. H.L. hooger. Bestellingen Langegracht 70 en Hooigracht 14 Telefoon No. 1220 Loketten voor kaartjesverkoop geopend van 8^—2 uur ('s-Zaterdags tot 12 uur) Ookesafgifte van 8-12 en vaji l»&-5 uur ('s-Zaterdags van 8-12 uur) N.B. De Cokes van de Leidsche Gasfabriek is tegen dezelfde prijzen ook verkrijgbaar bij de Brandstoffenhandelaren 3940 Ontvangen: Zeisen, Zichten, Slootsen- nen, Zeisenboomen, Wetsteenen, Stre kels, Sikkels, Engelsche Hooi- en Draag- vorken, Hooibinnen, Stekeltrekker?, Haarspitten, Haarhamers en andere Tuin- en Landbouwgereedschappen TUINSPOEIERS, Watonim op elke gewenschte lengte en wijdte Am, geribde 18 ct. en Gewapende 25ct,p.mf- Morschitraaf, b.d. Veemarkt Lelden Gratis toezending prijscourant - Grasmachines (vanaf L 8.60) 3950 769 91 breed, per meter f, 0,50 GOED EN GOEDKOOP Breestraai 146 Boiermarkl 21-22 LEIDEN 3946 'S-IS£T0GENB0SCH. De Prov. Noordbrabantscbe en 's Hertogenbossche Couran is het Hoofdblad van de Prov. Noord-Brabant. Wordt daar het meest gelezen» ln vele gemeenten schier uit sluitend en verschijnt dage Voor 's-Hertogenbosch me^ afdoende publiciteit. Uitgevers: J. J. ARKESTEÏN zü0!l 's-Hertogenbosch. 4-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 8