Mei-dag in Duitschland - v.Kins hergen-herdenking te Apeldoorn LIEFDE EN POLITIEK 76,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. DE 1 MEI-DAG IJK 1)1 ITSCHLAND. Dc groote jeugdsamenkorost in den Lustgarten te Berlijn, waaraan ongeveer 200.000 jongens en meisjes deelnamen. Overzicht van de in den Lustgarten bijeengekomen jeugd. HET 375-JARIG BESTAAN VAN HET R. K. WEESHUIS TE NIJMEGEN werd gevierd met een feest HET DUITSOHE OORLOGSSCHIP „BAYERN"' dat bij Scapa Flow aan het einde van den wereldoorlog gezonken is en thans gelicht is, passeert de Forth-brug .(Schotland) op weg naar den yoor de weeskinderen. In den tuin voerden de jongens en meisjes dansen uit. slooper in Rosyth. 1)E J. H. VAN K l N SB ER GEN -HERD EN KI N G TE APELDOORN. De voorzitter van Onze Vloot, de heer v. Bemmelen, hecht een krans aan den ingemetselden grafsteen van admiraal van Kinsbergen in het raadhuis. DE OPRICHTING VAN HET REGIMENT WIEL- RIJDERS TE VHERT0GENB0SCH werd al-, daar feestelijk herdacht. Tijdens de rondrit door de stad der wielrijders. door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling W. H. C. B. 42) ..JHartelijk dank, prinses". Hij wendde n?h tot Nada. „En u freule, heeft u even veel vertrouwen in mij?" Nada glimlachte vriendelijk „Zeker, u heeft gewoonlijk gelijk; u heeft het geluk van een zekeren mijnheer, "ten ik niet zal noemen. Maar. voegde zij er glimlachend aan toe, „ik hoop, dat wanneer u eenmaal een bekend gezant zijn, u niet zult vergeten dat ik het was, die u het spoor aanwees, van deze be langrijke documenten". ..Mijn beste freule, zou ik dat ooit kun- it vergeten?" antwoordde hij Hoffelijk. a werkelijk zeer nederig. Ik heb steeds, dank zij anderen, geluk gehad". „De zekerste weg voor onderscheiding", "terkte Nada droogjes op •te' gesprek werd afgebroken door kanon- lïÏÏJ Dank zij Oostenrijk waren zij „oed uitgerust; doch de weermacht van aeJi koning was belangrijk sterker. hJ? Bevecht duurde drie uren, begon in hn oos'en van de stad en verplaatste zich aam naar het westen, waar het paleis was gelegen. .„9ndanks het doodelijke vuur der ma- ™eSeweren was het aan de overlevende pandelingen gelukt het paleis te Nter ontmoetten zij dfh laatsten tegen stand, hier deden zij hun laatste poging voor hun zoogenaamde vrijheid. De in het paleis verborgen troepen be gonnen nu hun salvo's af te geven. De op stand was bedwongen in elk ander stads gedeelte. Als dat ook hier gelukte was de zege behaald. Allen luisterden in angstige spanning. Oorverdoovend was het gebulder der ka nonnen en het sissen der geweerkogels. De oproerige bende stond nu voor het paieis. Nog twintig minuten duurde de strijd en toen was Gourgief overwinnaar. Zijn krachtige stem overschreeuwde het geraas. „Lang leve Slavonië. Lang leve de koning!" De koning ging nu met de prinses op het balcon. Het was een aandoenlijk oogenblik. De getrouwen schreeuwden en juichten geest driftig naar den koning en de prinses. Het paleis was leeg geloopen. Alle bedienden en wachters waren naar het plein voor het paleis gestormd om mede te juichen. De koning sprak eenige warme woorden tot het volk. welke hartelijk werden be groet. Ja, dacht hij bitter, heden juichen zij mij toe en een volgend jaar schelden zij mij uit. Daarna werd er om de prinses geroepen: het was gemakkelijk op te merken dat zij het meest populaire lid was der ko ninklijke familie. Zij sprak hevig bewogen. Haar stem stokte af en toe, maar steeds sprak zij uit het hart. Het volk bleef juichen. De gravin was op den achtergrond geble ven, cynisch glimlachend over deze holle uitingen van getrouwheid. Plotseling keek zij om. Toen zij daaraan later terugdacht, gaf zij te kennen, dat zij daartoe door een geheimzinnige macht ge dwongen werd. Zij zag vaag een figuur in het halfduis ter van de achter het balcon liggende ka mer, met een pistool in de hand, gericht op de prinses. Zij besefte onmiddellijk het gevaar. Zij vloog naar Zita om haar te beschermen en ontving den kogel, die voor haar ko ninklijke meesteres was bestemd. Nada zonk in de armen van de prinses neer. De geheimzinnige figuur sloop de deur uit, maar voor zij de trap kon af gaan, waren Paul Loven en Dolores Vic toria bij haar. De gesluierde moordenares het was Stephanie Ghika deinsde terug bij het zien van haar meest onverbiddelijke vijanden. Met revolvers in de hand dwongen zij haar om terug te gaan in de kamers, waaruit zij trachtte te ontsnappen. Intusschen was de gravin, begeleid door de prinses, weggedragen. De koning bleef met Danecourt. Hij zei zachtjes tot Gerald: „Laat ons den generaal roepen". Gourgief verscheen spoedig De koning was zijn zenuwen niet meer meester en niet in staat om te handelen. Danecourt legde in het kort uit, wat er gebeurd was „Generaal! Stephanie Ghika, die ons zoo lang belaagd heeft, is nu in uw handen om daarmede naar uw goeddunken te han delen". „U weet, mijnheer Danecourt, wat mijn antwoord zal zijn". Dolores ging voor hem staan. „Vergeef mij, generaal, ik geloof dat ik de oudste rechten op deze moordenares heb. Zij doodde mjjri ouden vriend Sal- cedo; ze trachtte mijnheer Danecourt te laten vermoorden door een huurling; tot tweemaal toe heeft zij een aanslag ge smeed op prinses Zita en is de gravin toe vallig haar slachtoffer geworden". De generaal knikte met zijn hoofd. „Mademoiselle Victoria, uw lijst van be schuldiging is zeer groot. Wat stelt u voor?' „Wacht een oogenblik", antwoordde Do lores kalm. Zij stapte op de Hongaarsche toe. Be daard haalde zij een revolver uit haar zak en vuurde die af tegen het hoofd van Stephanie, die zonder een kreet tegen den grond viel. Dolores stak de revolver weer in haar zak en maakte een buiging voor den koning. „Een executie en geen moord, uwe majesteit", zei zij. HOOFDSTUK XXVTI. Ofschoon het leven van de gravin geen oogenblik gevaar opleverde, was toch haar toestand de oorzaak van grooten angst; haar herstel ging langzaam De arme koning ging door het paleis als een toonbeeld van ellende. Het onderdruk ken van de revolutie was een triomf ge weest en had onderscheidingsteekenen en eerbetuigingen gebracht aan hen, die zich verdienstelijk hadden gemaakt. Maar de prijs daarvoor was groot; eerst de moord op Miranoff en ten tweede de verwonding van Nada von Salzberg. Nicolaas miste den overleden staatsman zeer. Nu hij niet meer over zijn diensten kon beschikken, erkende hij welk een krachtige persoonlijkheid Miranoff was geweest. „Herhaalde malen heb ik gewenscht, dat hij zou aftreden na onze vele meenings- verschillen", biechte hij aan Danecourt. „Zonder hem voel ik mij een verloren man. Nooit zal ik iemand anders vinden die als hij alle staatszorgen droeg. Gourgief is een flinke kerel, een goed soldaat, maar als staatsman ongeschikt". Ja, er was nu geen Miranoff om hem te raden en te steunen. Nicolaas had het dankbaar aanvaard, toen Danecourt en Loven hun diensten aanboden. Maar beiden vonden het zeer moeilijk om met hem samen te werken. Hij was kleinzielig', weifelend en twistte graag. En de grootste zijner fouten waren zijn onoprechtheid en gebrek aan openhar tigheid. Loven gaf daarvan een voorbeeld. „Je weet natuurlijk, dat de koning mij den post heeft aangeboden van hoofd van de Nationale Defensie. Onnoodlg te zeggen dat ik weigerde". Danecourt schudde het hoofd. „Neen, hij heeft mij daarover nooit ge sproken". „Natuurlijk niet", zei Loven kalm. „Hij doet alles op een slinksche wijze. Als er toch iemand in de wereld is. tegenover wien hij oprecht moet zijn, dan is dat toch zeker tegen jou". „Dat is zeer vriendelijk gezegd", ant woordde Danecourt. Toen kwam Dolores binnen in de kamer, die hun thans in het paleis ter beschikking was gesteld. Zij glimlachte hun toe. „Waarover praten jullie samenzweer ders?" vroeg zij. (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5