H. M. de Koningin te Boskoop - Natuur- en Geneeskundig congres LIEFDE EN POLITIEK 76*le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad H. M de Koningin te Boskoop. FEUILLETON. HEI OVERLIJDEN VAN DEN PAUSE- IIET 25e NED. NATUUR- EN GENEESKUNDIG CONGRES in de aula van het Academisch LIJKEN INTERNUNTII S MGR. SC HIOPPA Ziekenhuis alhier gehouden. Overzicht van de zaal. Vierde van rechts De Engelsche gezant na het brengen van een bezoeJk van rouwbeklag. munster Marchant. H. M. DE KONINGIN OP DE BLOEMENTENTOONSTELLING TE BOSKOOP. Tijdens de rondwandeling over de tentoonstel ling. Naast de Koningin de voorzitter der tentoonstelling, de heer van Straten van Eseh. De aankomst per Dieseltrein van H. M. de Koningin te Boskoop, voor een bezoek aan de bloemen tentoonstelling. De drukte aan het station. Naast de Koningin burgemeester Verkerk. door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling W. H. C. B. 85) Hij besefte, dat de benoeming op zulk een post een bewijs was, dat zijn be kwaamheden werden erkend. Afgescheiden van zijn eerzucht was het vooruitzicht voor een jongmensch van zijn leeftijd niet aanlokkelijk. Het land was vrij barbaarsch. Van het hof straalde geen pracht en luister uit, de koning was vol gens de verhalen een onbeteekenende, zwakke en weifelende persoonlijkheid. De prinses werd beschreven als mooi en lief. Dit waren zijn gedachten bij zijn eerste bezoek. Hij werd voorgesteld aan den ko ning, die geen gunstigen indruk op hem 'naakte. Hij maakte kennis met Miranoff en andere waardlgheidsbekleeders, wier manieren wel iets te wenschen overlieten. Wat een groote tegenstelling met de eerste kringen van Parijs en Rome. Hij begon te begrijpen dat de eerste stappen van een long diplomaat moeilijk waren. Prinses Zita en de gravin von Salzberg Waren op reis toen hij aankwam. Hij wachtte met verlangen op de ver schijning van deze beide sterren aan den bewolkten hemel. En ten laatste versche en zij. In een paar weken was Vanina niet langer vervelend en neerdrukkend. Het hof was nu niet langer een plaats om ie vermijden door iemand, die de vroolijk- beid van Parijs en Rome had leeren kennen. Hij was op het eerste gezicht verliefd ge worden op de prinses en bereid zijn geheel verder leven in Slavonië te blijven om haar te dienen en te aanbidden. Tot nog toe was zijn hart nog vrij gebleven. De lieftallige prinses had het onmiddellijk gevangen. Hij ontmoette de prinses vele malen en zij bleek in alles belang te stellen. Er kwamen ook moeilijke oogenblikken. Hij en Felix Salcedo, dien hij van het oogenblik af dat hij hem leerde kennen, hoogachtte, hadden met behulp van Paul Loven en Dolores Victoria de zoogenaam- de-Loukoff-revolutle onderdrukt. Loukoff, eens minister van staat, ver teerd door een verwaande eerzucht om als dictator te worden benoemd in plaats van den zwakken koning, was een verrader ge worden en had een opstand bewerkt. Toen de opstand onderdrukt was had hij een goed heenkomen gezocht en de opstande lingen in den steek gelaten. Daar zijn verwachtingen waren teleur gesteld, was hij in dienst getreden van Oostenrijk om met de hulp van dat land te verwezenlijken, hetgeen hij alleen niet had kunnen bereiken, namelijk den ondergang van de Slavonische monarchie. Al deze herinneringen kwamen bij hem boven toen hij naar zijn hotel reed. Dien avond at hij in het paleis; het was een intieme avond de koning, de prin ses, gravin Nada en hij. Miranoff. de minister-president en Gourgief, de opperbevelhebber waren ook gevraagd. Zij waren echter te overkropt met bezigheden. Het diner was genoegelljk, alleen Nico- laas was terneergeslagen. De prinses daar entegen was hoopvol gestemd. Na afloop van den maaltijd werden de minister-president Miranoff en de opper bevelhebber aangediend. Het onderhoud begon onmiddellijk zeer zakelijk. „Drie vijfde gedeelte van het leger is trouw", begon de generaal, „het andere ge deelte is twijfelachtig. Ik heb dat gedeelte overgeplaatst. Ik geloof nu te durven zeg gen, dat ik een flink garnizoen in Vanina heb, dat de troon van uwe majesteit tot het uiterste zal verdedigen". Nicolaas uitte in enkele woorden zijn er kentelijkheid. Het woord was nu aan den minister president. Hij keek Danecourt aan. „Wanneer verwacht u Paul Loven en Dolores Victoria,, mijnheer Danecourt?" Gerald antwoordde, dat slechts een tele gram noodig was om hen onmiddellijk te doen komen. De toestemming van hun gouvernementen was reeds verleend. „Wees dan zoo goed om morgenochtend onmiddellijk de telegrammen aan hen te verzenden" „Is er eenig gevaar voor ons. mijnheer Miranoff?" vroeg prinses Zita. „U weet wat ik bedoel". „Ja, dat is er. prinses", was het korte antwoord. Miranoff wond er geen doekjes om. „Bijna ieder man in Slavonië is een verrader". Hij hield een oogenblik op. „Het paleis zit vol verraders", donderde hij. „Er is in de laatste dagen iets uitge lekt. Ze hebben mijn correspondentie door gesnuffeld. Er mankeeren eenige brieven. Toen Salcedo nog hier was ging alles best. Sinds hij weg is, is het een chaos. Daarom wil ik Paul Loven zoo spoedig mogelijk hier nebben". „U zult hem hebben, mijnheer", ant woordde Danecourt onmiddellijk. Hij mocht dezen flinken. doortastenden man, die zoo weinig steun ondervond van zijn ondergeschikten, gaarne. De minister-president stond op; de gene raal volgde zijn voorbeeld. „Wij hebben uwe majesteit thans niets meer mede te deelen. Wij zullen uw ma jesteit niet langer lastig vallen". De prinses nam. een sigaret en gaf de doos aan de gravin. „Miranoff is een beste kerel en heeft ziin hersens goed bij elkaar", zei zij met een zucht. „Maar hij is niet gezellig". Danecourt glimlachte. „Hij is een voor treffelijk man, prinses, en werkt drie en twintig uur van een etmaal. Hij leeft op een paar biscuits, die hij wegspoelt met een glas zure wijn. Zulk een dieet is niet opwekkend". Hij wendde zich tot den koning. „Ik geloof niet, uwe majesteit, dat deze beide heeren in Parijs bijzonder populair zouden zijn". Nicolaas richtte zich in zijn stoel op. „Waarom niet", vroeg hij met klem. „Stel eens dat ze in Auteuil of Longchamps waren!" Eenige oogenblikken later stond Dane court op en nam afscheid van de prinses en de gravin. De koning was in slaap ge vallen. Hij wilde hem dus niet storen. De prinses zuchtte en zei: „Het is een moeilijke toestand, mijnheer Danecourt". „Het is zeer moeilijk, prinses, maar wij zullen niet wanhopen en alles te boven komen. Wij hebben flinken steun aan Mi ranoff en den generaal. Zij hooren niet thuis in een damesboudoir, doch zij zijn groot op hun terrein". Loven en Dolores kwamen enkele dagen later. Hun bekwaamheid en handige werk wijze gaf spoedig resultaten. Een derde ge deelte van de paleisbedienden werd weg gezonden. „Als andere middelen hadden gefaald, zouden vader en dochter door vergif om het leven zijn gebracht", merkte Paul Lo ven op onverstoorbare wijze op tegen den minister-president, toen zij in diens werk kamer een onderhoud hadden. De veteraan knikte. „In dit vervloekte land is het leven van een vooraanstaand man nooit zeker", zei hij gemelijk, „En ik heb al mijn tijd hier zoek gebracht. Zij zullen met mij aan het slot afrekenen, de duivelsche moordenaars". Loven vond dat zeer waarschijnlijk, maar hij maakte daarover geen opmerkingen. Er was een troost. Noch Loukoff. noch Ste phanie hadden hun voet op Slavonischen grond durven zetten, ofschoon er vele vrienden waren, bereid hen te huis vesten. Tien dagen later bracht een koerier eenige belangrijke stukken voor den minis ter van buitenlandsche zaken en voor Danecourt een particulieren brief van Greatorex. Gerald opende den particulieren brief. „Tarangul heeft zijn slag geslagen. Men heeft ons verzocht om u uit Weenen terug te roepen". HOOFDSTUK XXIII. Zijn gevoelens, toen hij deze woorden las, waren meer die van verontwaardiging en verdriet dan van verslagenheid en te leurstelling. Hij had het land, dat men hem te slim was afgeweest, dat die intri ganten hadden getoond hem de baas te zijn; hij was gebelgd dat zij hun plannen zoo handig hadden uitgevoerd, dat het hun gelukt was zijn gouvernement te dwingen hun verzoek in te willigen. Hij las ongeduldig verder om te weten op welke gronden zijn terugroeping was ge vraagd. (.Wordt vervolgd)., NATIONALE LUCHTVAARTDAG OP SCHIPHOL. strijd voor door de jeugd gebouwde vliegtuigen. De start.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5