Het 25ste Nederl Natuur- en
Geneeskundig Congres.
76ste Jaargang
WOENSDAG 24 APRIL 1935
No. 23032
DAGBLAD'VOOR LEIDEN £N OMSTREKEN
STADSNIEUWS.
Ontvangst door het Gemeentebestuur.
Begroetingsrede van den burgemeester.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons BLad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f2.35
per week f. 0.18
Franco per post f 2 35 per 3 maanden portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.>
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
DR. P. AUGUST DRIESSEN.
Te Frankfort am Mi(in overleed in den
ouderdom van 64 Jaar, een dezer dagen
onze oud-stadgenoot dr. P. August Dries-
sen, die o.a. eenlgen tijd deel uitmaakte
I van het bestuur der Maatschappij voor
nijverheid en Handel alhier en die zich ge-
I durende zijn langjarig verblijf in Lelden
I vele vrienden had weten te maken.
CHR. HIST. KIES VEREENIG ING.
De jongste Statenverkiezingen.
I In een bijeenkomst, welke de Chr. Hist.
Kiesvereeniging gisterenavond in het ge
bouw Prediker hield en waarvoor zeer
groote belangstelling bestond, heeft de
voorzitter, de heer Y. Tijmstra, een terug
blik geworpen op de verkiezing voor de
Provinciale Staten.
Na allereerst gewezen te hebben op het
verlies dat de Unie had moeten incassee-
ren sprak spr. zijn blijdschap uit dat de
Onie in Leiden juist was vooruit gegaan.
Hartelijk wenschte de heer Tijmstra den
I heer Wilbrink geluk met zijn herbenoe
ming tot lid van de Prov. Staten.
Voortgaande ging spr. het stemmenver
lies van de Unie bij de laatste verkiezin
gen na.
De Unie steunt in deze moeilijke tijden,
die voor de oppositie-groepen gunstig zijn
de regeering. Dit kost haar stemmen. Toch
zal zij de regeering biijven steunen.
I Minister Slotemaker de Bruine, die al een
zeer moeilijke taak in het huidige kabinet,
beeft, valt ten onrechte veel critiek ten
deel
De heer Tijmstra onderwierp vervolgens
de C.D.U., die steeds in de oppositie is, en
de H.G.S. aan een korte bespreking om
dan in den breede de onzedelijke critiek en
matelooze beloften van de N.S.B.. waarin
deze partij de S.D.A.P. nog overtreft, aan
een bespreking te onderwerpen.
Spr. toonde bij de ontvouwing van een
en ander aan, dat de N.S.B. in wezen het
alleen van den mensch verwacht.
De N.S.B., die het eene oogenblik Christe
lijk is maar het andere oogenblik door van
Geelkerken laat zeggen, dat de N.S.B. niet
Christelijk is, is een beweging met een
janus-gezicht. Wij weten niet wat wij aan
de N.S B. hebben. Dat de Oranje-gezind
heid bij de N.S.B. niet zoo groot is als dit
wel lijkt, blijkt aldus spr. duidelijk uit een
uitlating van ir. Wiggersma, waarin deze
zegt, dat het te wenschen is, dat onze
Koningin, als Mussert eenmaal de leiding
heeft, evenals de Koning van Italië, zoo
wijs zal zijn om ook de tweede plaats te
willen innemen.
Droevig acht spr. het dat predikanten
voor deze beweging optreden. Ja. dat zij
zelfs de maatregelen, die Duitschland
neemt ten opzichte van de predikanten
van de belijdenissynode, durven goed te
zeuren.
Spr. begrijpt dan ook niet, dat een
Christen, die waarlijk een Christen is, op
de N.SB. gen stemmen.
Laten wij, aldus eindigde spr. krachtig
zijn niet in eigen kracht maar in Gods
kracht, wetende dat wij het niet van
menschen maar van God alleen moeten
Verwachten
Na het uitspreken van deze rede had een
bespreking over de candidatenlijst voor
een gemeenteraad plaats.
DE PAASCHDRUKTE BIJ DE TRAMS.
Het feit dat de Paschen dit jaar later
'iel dan 't vorige jaar, alsmede het feit dat
sindsdien zoowel bij de N.Z.H.T.M. als de
H.T.M. een tariefsverlaging is ingevoerd,
hebben ertoe bijgedragen dat op de door
heide maatschappijen geëxploiteerde lijnen,
eert niet onaanzienlijk aantal reizigers
meer vervoerd is.
In 1934 vervoerde de H. T. M. op het
■traject LeidenDen Haag. en omgekeerd,
op eersten Paaschdag, 7156 reizigers. Dit
maal waren het er. 8155. Voor den twee
den Paaschdag waren de cijfers resp. 13101
en 15674. Door deze stijging was de op
brengst ondanks de tariefsverlaging,
f. 236 - hooger.
.Voor de N.Z.H.T.M. waren de vervoer-
cijfers nog gunstiger, want terwijl er op
de Paaschdagen van 1934. 27381 en 43183
reizigers werden vervoerd, bedroegen die
aantallen voor dit jaar n.l. 31180 en 56740,
ous niet minder dan 17176 personen meer.
Het behoeft geen twijfel dat de bloe
mententoonstelling „Flora" op deze laatste
mjfers haar invloed heeft doen gelden.
MIDDELBAAR CHEMISCHE SCHOOL.
Van de vanwege de Ned. Chem. Ver. af
genomen analyst-examens slaagden de
Games S. Noteboom, Noordwijk, M. A. L. v.
if8;.Hengelo (O.), M. LevyDavidsohn,
{*™jn, N. G. Woutersen, Zwolle, J. A. v.
,w]eten de Blom, Leiden, en de hesren P
de Jager, Alphen, I. A. Blaauw, Slocli-
«ren iGron.b i
Na afgelegd schriftelijk examen werden
korf 1161 mondeling examen in natuur
kunde en scheikunde resp. 6 en 4 candi- I
daten vrijgesteld. I
In de gistermiddag gehouden huishou
delijke vergadering werd o.m. besloten:
1. Bij het verschijnen van de Handelin
gen van het 25e congres den leden een
register aan te bieden over de voordrach
ten, verschenen in deel IXXV der Han
delingen.
2. Bij gelegenheid van het 25e congres
voor een wetenschappelijk onderzoek een
toelage van ten hoogste 1000 gulden ter
beschikking te stellen van een jong ge
leerde. die één der volgende examens moet
hebben afgelegd:
a. doctoraal examen ln de faculteit
der wis- en natuurkunde, b. idem genees
kunde, c. idem natuurkundige aardrijks
kunde, d. ingenieursexamen aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft, e. idem Land
bouw Hoogeschool te Wageningen, f. arts
examen.
De toelage wordt niet verleend voor het
bewerken van een proefschrift.
De toelage wordt toegekend door een
commissie uit het algemeen bestuur, be
staande uit den algemeenen penning
meester en de twee algemeene secretaris
sen, welke commissie de bevoegdheid heeft
zich andere leden toe te voegen.
Aanvragen moeten vóór 1 Juni zijn in
gekomen bij den eersten algemeenen se
cretaris, dr. D. Coelingh, Regentesselaan
2, Bussum.
De verslagen over de afgeloopen twee
Jaren werden uitgebracht door den eer
sten algemeenen secretaris, de linancieele
commissie, den algemeenen penningmees
ter en de bibliotheek-commissie.
Besloten werd het volgend (26ei con
gres te houden te Utrecht op Dinsdag.
Woensdag en Donderdag na Paschen 1937
(30 en 31 Maart en 1 April).
Tot lsten algemeenen secretaris werd
bij acclamatie herbenoemd dr. D. Coe
lingh.
Voorts werd besloten aan de Stichting
„Centraal Bureau voor Schimmelcultures"
een subsidie van f. 1000 te verleenen
Nadat nog een aantal andere subsidies
was toegekend werd de vergadering ge
schorst.
Gisteravond had in de Lakenhal de of-
ficieele ontvangst der congressisten door
het gemeentebestuur plaats.
De burgemeester, mr. A. van de Sande
Bakhuyzen hield een begroetingsrede,
waarin hij allen welkom heette ln de
Sleutelstad en uiteenzette, waarom de
ontvangst plaats vindt ln dit gebouw,
waarvan hij eenige bijzonderheden ver
telde.
Als er. zoo vervolgde spr., onder u zijn
die getuigen waren van de eerste bijeen
komsten van uw Congres te Leiden, wat
zullen zij hier veel anders vinden dan
toenmaals; het aanzien der stad is aan
merkelijk gewijzigd en naar ik hoop ver
fraaid: de straten bieden een aanblik van
een vroeger ongekende levendigheid. Men
mag het betreuren, die stemmigheid van
vroeger in deze Academiestad te missen,
maar gelukkig heeft Leiden haar karak
ter van wetenschappelijk centrum, noch
haar roem verloren.
Velen onder u begonnen hier hun we
tenschappelijke loopbaan en gij allen
hebt met deze Academie vele punten van
aanraking. Maar ook op dit gebied vindt
gij zelfs sinds uw laatste bezoek veel ge
wijzigd, vermeerderd en verbeterd. Vooral
echter mist ge hier met smarte te veel
voorgangers, die in uw midden schitterden
en ik mag niet nalaten te herinneren, zij
het dan alleen aan Lorentz, Onnes, Ehren-
fest. De Sitter en Eindhoven, die ons ont
vielen. De smaakvol door mevr. Idenburg
bijeengebrachte verzameling portretten,
die in de tentoonstellingzaal beneden u
aanstonds ook wacht, zal u van de mees
ten dezer en ook van hun voorgangers het
conterfeitsel doen zien.
Ge vindt de Universiteit uitgebreid met
een zestal leerstoelen, doch met een on-
gcévenredigd groot aantal studenten. Deze
laatsten vermeerderden sinds 1919 met
niet minder dan 1339 om thans een totaal
van ongeveer 2771 op te leveren. Wie in
het hooger onderwijs geen vreemdeling is,
veelt hoezeer deze groei der dorst naar
wetenschap de leiders verontrust.
Niet minder vinden de medici onder u
hier veel dat van hun gading is. In primus
wel het nieuwe Boerhaavekwartier dat,
zij het dan ook nog steeds niet afgemaakt,
naar den oorsoro.-kelijken opzet, toch
zeer veel voortreffelijks te zien geeft en
dat gebouwd voor ongeveer 75 studenten,
dank zij veel toewijding en zorg. ruim 150
i 160 stud' 'en oer jaar tot kundige
ar' °n opleidt
Het, l'"mt mil voor. dat alle voorwaarden
aanwezig zijn om een Congres als het Uwe
voor alle deelnemers individueel en voor
de Nederlandsche wetenschap ln het bij
zonder een succes te doen worden, en met
groote belangstelling zal ook het Ge
meentebestuur het verloop daarvan gade
slaan.
Spr. eindigde met den congressisten een
aangenaam verblijf ln Leiden toe te wen
schen en noodigde hen ten slotte uit in de
feestelijk Ingerichte, nieuwe hal eenige
ververschingen te willen nuttigen.
De voorzitter, prof. dr. J. van der Hoeve,
dankte het gemeentebestuur voor de gast
vrije ontvangst en den burgemeester voor
zijn vriendelijke woorden Na erop gewe
zen te hebben hoe de vader van den bur
gemeester een belangrijke rol heeft ge
speeld bij de voorbereiding van de eerste
twee congressen hier ter stede, zeide spr
dat het bestuur even heeft geaarzeld al
vorens te besluiten om het 25ste congres
in Leiden te houden. Niet omdat men twij
felde aan de goede gezindheid van de bur
gerij. maar omdat er voor hen. die docee-
ren. zoo weinig tijd overblijft, dat terdege
de vraag onder oogen moest worden ge
zien. of de mogelijkheid van de organisa
tie voor een zoodanig congres bestond.
Toen daartoe eenmaal besloten was,
werd van de zijde van het Gemeentebe
stuur en de burgerij wederom groote me
dewerking ondervonden.
Spr eindigde met het uitspreken van
den wensch, dat de deelnemers aan een
volgend congres, dat hier ter stede zal
worden gehouden, kunnen worden ont
vangen in een stadhuis, waarin niet al
leen de historie der stad spreekt, maar
dat tevens de accomodatie bezit van een
modern stadhuis eener bloeiende ge
meente (applaus).
Na afloop verzamelden zich vele con
gressisten in de sociëteit Minerva.
Over de tentoonstellingen, welke in
verschillende academische en gemeente
lijke gebouwen zijn ingericht nog het
volgende
Het Rijksprentenkabinet heeft evenals
het historisch museum-van de Universi
teit medegewerkt aan de organisatie van
de zeer interessante tentoonstelling in de
Lakenhal. Deze tentoonstelling omvat
vele fraaie portretten van natuur- en ge
neeskundigen, waarvan vooral een uit het
Mauritshuis afkomstig geschilderd por
tret van Boerhaave sterk de aandacht
trekt; verder vele portretten, afkomstig
van de Senaatskamer der Leidsche Uni
versiteit en portretten van voor korten
tijd overleden Leidsche hoogleeraren. o.a.
De Sitter. Ehrenfest enz. In een afzonder
lijke vitrine zijn tentoongesteld fraaie
brieven, o.a. van en aan Huygens en
Boerhaave. voorts penningen, platen, oude
teekeningen van Leiden, handschriften,
oude boekwerken, enz.
Bovendien is in het Rijksprentenkabinet
nog te bezichtigen de tentoonstelling van
Nederlandsche dierschilders, waarvan wij
onlangs een overzicht gaven.
In het Botanisch Laboratorium is een
tentoonstelling betreffende de biologie en
de geschiedenis van de zoutmakerij. Hier
zijn o.m. te zien een aantal representa
tieve zoutmonsters van over de geheele
aarde, die de verschillende wijzen van
zoutwinning illustreeren. Voorts een col
lectie litteratuur, benevens een collectie
organismen, die in pekels voorkomen,
geïllustreerd in cultures en microscopische
preparaten.
In het Rijksmuseum van Natuurlijke
Historie is een tentoonstelling ingericht
van voorwerpen, welke de bijzonderheden
illustreeren, die ter sprake komen bij de
begrenzing van de soorten. Men vindt er
voorbeelden van seizoendimorphie (het
verschijnsel, dat diersoorten verschillen
van uiterlijk of kleur in verschillende sei
zoenen) en van sexueele dimorphie (het
verschijnsel, dat de mannetjes van dieren
door hun secundaire kenmerken een ge
heel ander uiterlijk bezitten, dan de wijf-
jes). Verder zijn tentoongesteld een aan
tal vormen, die behooren tot verschillen
de geographische rassen telkens van een
soort (bijvoorbeeld zebra's, tijgers, een
aantal vogels, reptielen en insecten). Van
een aantal soorten is de variabiliteit voor
gesteld in een aantal verschillend ge
vormde exemplaren van dezelfde soort,
ten gevolge van milieuverschillen of van
andere factoren ontstaan. Tevens zijn
aanwezig exemplaren van een aantal
soorten in verschillende stadia van groei
(vooral aan schelpen gedemonstreerd) en
soorten waarvan de jeugdvormen in sterke
mate verschillen van de volwassen die
ren (voorbeelden vogels, visschen, reptie
len. insecten).
In de benedenverdieoine van het ge
bouw van het Nederiandsch-Natuur-
wetenschappelijk Muséum is gelijk ra
kend de collectie van Indische fossielen
(collectie Dubois) ondergebracht Bij
hooge uitzondering was daar vanmiddag
gelegenheid om de overblijfselen te be
zichtigen van de Pithecanthropus erectus,
w«arbij prof. Dubois een toelichting gaf.
Hedenmorgen is een groot aantal af-
deelingsvergaderingen gehouden.
In de_ tweede afdeellng. die der biologi
sche wetenschappen sprak allereerst de
heer B. H. Danser uit Groningen (die een
algemeene inleiding tot dit onderwerp gaf
en meer speciaal het soortbegrip in de
plantensystematiek naging).
Hierna sprak L. H. de Beaufort over het
soortbegrip van een systematisch stand
punt bezien. Vooral in de moderne Orni
thologie heeft de studie van de geographi
sche verbreiding veel ertoe bijgedragen
om vele van ouds bekende soorten als
subspecies te herkennen en tot een soort
te vereenigen. Anderszijds moet men op
grond van geographische verspreiding,
sommige soorten in ondersoorten gaan
splitsen.
Spoedig volgden mammologen, entomo
logen en herpetologen de door de vogel-
kundigen aangegeven weg. Echter worden
soms, met name in de entomologie vele
ondersoorten soms tot een soort veree-
nigd, die nimmer nakomelingen bij on
derlinge kruising kunnij geven. Meestal
zijn dat de vormen die de verst van el
kaar verwiiderde deelen van het versprei
dingsgebied van de soort bewonen. Gene
tisch zijn de genoemde ondersoorten van
zeer verschillende waarde. Zij kunnen
ontstaan door onmiddellijken invloed van
het klimaat, in vele gevallen is het niet
uit te maken, of wij met een ecologisch
ras te doen hebben of niet. Geografische
isolatie kan erfelük verschillende onder
soorten doen ontstaan Kruising van on
dersoorten kan aanleiding geven tot het
ontstaan van intersexen, soms treedt ook
gedeeltelijke of geheele onvruchtbaarheid
op. In dit geval zou men, volgens het oude
becrip zeker van soorten spreken.
De heer H. C. Blóte sprak daarna over
het Soortbegrip in de Systematische Zoö
logie. Spreker wijst in de eerste plaats op
de intuïtieve natuur van dit begrip, waar
van de intrinsieke aard zich sinds Lin
naeus niet heeft gewiizigd. Systematici
definieeren l.h.a niet de soort, dit werd
wel gedaan door anatomen, zooals Döder-
lein en Plate. Spreker toont aan dat deze
definities, evenals die der physiologen en
der genetici, ontoereikend ziin. en verge
lijkt de „hiërarchie" variëteit-ondersoort-
soort-subgenus-genus met de genetische
„hiërarchie"individu-genotype-popula-
tie. Hoofdzakelijk om practische en his
torische redenen is een analogie tusschen
beide hierarchiën voorloopig nog van
weinig practisch belang. Spr. dringt aan
op toepassing van het „klassieke" soort
begrip en verwerpt ver doorgevoerde toe
passing van de geografische systematiek.
Hierna sprak M J. Sirks over het Ge
netische Soortbegrip en A L. Hagedoorn
over „Soorten en Variëteiten".
De morgen werd besloten met een voor
dracht van Eug. Dubois over „Pithecan
thropus erectus als organisme", waaraan
wij het volgende ontleenen: Veertig jaren
geleden, ter gelegenheid van het Derde
Internationale Congres van Zoölogie, dat
te Lelden onder voorzitterschap van Ru-
dolf Virchow samenkwam mocht spreker
de toen onlangs door hem te Trinil in
Java ontdekte overblijfselen van een an-
thropoiede zoogdiersoort, namelijk de
schedelkap, het linker dybeen en de twee
bovenkaakskiezen van Pithecanthropus
erectus voor de eerste maal vertoonen en
bespreken.
Thans kan spreker, wederom te Leiden,
i spreken over Pithecanthropus als werke
lijk organisme. Ofschoon de werkelijke
1 natuur van deze overblijfselen door velen
I oorspronkelijk niet werd herkend of er
kend, en men veelal de resten voor men-
schelijke- dan wel voor Gibbon-achtige
overblijfselen hield, is door nieuwe dij
beenvondsten op zuiver morphologische
gronden reeds de specifieke natuur van
deze resten, als behoorende tot Pithecan
thropus, wel bevestigd.
De eenzijdigheid der methode kan de
tegenstrijdige meeningen voor een groot
deel verklaren. Spreker treedt daarna in
een beschouwing van de functioneele be-
teekenis van de „groote hersenen", het
psychencephalon, dat bij Pithecanthropus
als klein voor een mensch, en als groot
voor een anthropomorphen aap moet wor
den aangenomen. Studiën, door spr. hier
over reeds geruimen tijd verricht hebben
aangetoond dat er een quantitatief ver
band bestaat tusschen het hersengewicht,
het lichaamsgewicht en een grootheid, de
„cephalisatiefactor", die den graad van
rijkdom aan hersencellen uitdrukt. Deze
wet blijkt voor een groot aantal diersoor
ten op te gaan.
Een der door spreker vermelde gevolgen
dezer wet is dat tusschen vele elkander
nabestaande diergroepen verdubbeling van
de eephalisatie-factor, dus van het aantal
hersencellen, plaatsvindt (b.v. boommarter
tweemaal, bunzing, eekhoorn tweemaal,
marmot, mol tweemaal spitsmuis). Bij de
kalong is de factor de viervoudige van de
insectenetende vleermuizen. Blijkbaar is
hier nog een tusschenliggend „niveau"
mogelijk, dat door de Zuidamerikaansche
bladneus-vleermuizen wordt ingenomen.
De factor is bij de apengeslachten Cebus
4, Saimiri 2 en Callithrix 1. Dr Brummel-
kamp heeft onlangs kunnen aantoonen dat
de echte microcephalic bij menschen on
derworpen is aan de cephalisatiewet.
Men kan nu zeggen dat phylogenetische
evolutie van het psychensephaion parallel
gaat met een spronrsgewijz» verdubbeling
van het acntn.1 zeuwccllen Uit embryolo
gisch oognunt bezien is dit we! begrijpe
lijk. Het is nu mogeiiik alle tegenwoordige
zoogdiergroepgn te classificeeren in eene
meetkundige reeks met de reden 2, een
reeks waarin, op een uitzondering na, geen
BINNENLAND.
Het 25ste natuur- en geneeskundig con
gres te Leiden. (Stadsnieuws, le Blad).
Herleving in de Oestercultuur. (3e Blad).
De minister van economische zaken
acht een scheepsuitvoerverbod onge-
wenscht. (Binnenland. 3e Blad).
Meisje op onbewaakte overweg te Hille-
gom overreden en gedood. (Dorpen, 2e BI.)
BUITENLAND.
Naar overeenstemming tusschen Frank
rijk en de sovjets. (Buitenland, 2e Blad).
Groote branden in Japan. (Tel., Ie BI.).
Ernstig mijnongeval in Zuid-Afrika.
Vermoedelijk 45 slachtoffers. (Tel., le BI.).
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
lste BLAD.
hiaten voorkomen, slechts kleine afwij
kingen van de gemiddelden Stelt men de
cephalisatiefactor van den Mensch gelijk 1,
dan vindt men 1/4 voor de Anthropomor-
phae, 1/8 voor de meeste onzer groote
zoogdieren, herkauwers, honden, katten,
1/16 voorkantjils, civetkatten, hazen, 1/32
voor muizen, mollen, egels, 1/64 voor spits
muizen en voor insectenetende vleermui
zen.
De factor 1/2 ontbreekt. Dit hiaat geeft
de plaats van Pithecanthropus aan. Men
kan het hersengewicht hier op 884 gr. en
het gewicht van het psychencephalon op
769 gr. schaten. Volgens de bovenvermelde
quantitatieve relatie kan hier, voor een
cephalisatiefactor 1/2 een lichaamsgewicht
van 105 K.G. worden berekend, een getal
dat op andere wijze (vorm en volume van
het dijbeen) ook waarschijnlijk kan wor
den gemaakt.
Overigens vertoont de schedel van de
Pithecanthropus genoeg „aapachtige" ka
rakteristiek om de vermeende verwant
schap van Pithec. met Sinanthropus van de
hand te wijzen.
De nieuwe dijbeenvondsten hebben een
verder onderzoek naar den „gang" van
Pithecanthropus mogelijk gemaakt. De
structuur van het dijbeen wijst op een
boombewonend, of op oneffen grond le
vend, dier. Daarentegen blijken de vond
sten van een linker voorste valsche kies en
van een onderkaaksfragment weer te wij
zen op zeer menschelijke karakteristiek.
Spr. bestrijdt voorts de meening als
zouden de Trinil-lagen tot 't Midden-Plis-
toceen gerekend moeten worden.
In de vierde afdeeling, die der Geolo-
gisch-geografische wetenschappen, was
naast vrije onderwerpen een thema geko
zen. t.w. het verband tusschen vulkanisme
en tektoniek. De voorzitter der afdeeling,
prof. dr. B. G. Escher, opende de vergade
ring met een algemeene inleiding over dit
onderwerp. Het verband tusschen vulka
nisme en tektoniek uit zich in twee groe
pen van verschijnselen: ten eerste de re
gionale verspreiding der vulkanen in ver
band met de regionale tektoniek, ten
tweede de invloed der lokale tektoniek op
vulkanische verschijnselen en vulkano-
tektonische vormen. Over het regionale
verband kan opgemerkt worden, dat van
de beide grootcirkels met jonge gebergte-
vorming de Mediterraan-Centraalazia-
tisch-Maleische boog slechts ten deele, de
Circumpacifische in veel sterkere mate
door aktief vulkanisme begeleid wordt.
Daarnaast schijnen het Atlantisch vulka
nisme (IJsland) en dat van de Oost-Afri-
kaansche breukzone met primair tangen-
tlalen rek samen te hangen. Ook wijzen de
zwaartekrachtsonderzoekingen van Vening
Meinesz bij de Azoren, Madeira en de Ka
narische eilanden op een teveel aan
zwaartekracht, hetgeen op uitvloeiing van
magma zonder inknikking van het sial,
1 dus op primairen rek schijnt te wijzen.
Van groot belang zou in dit verband het
zwaarte-krachtsonderzoek van den Groo-
ten Oceaan zijn. waar het vulkanisme in
het bijzonder van Hawaii onze aandacht
I vraagt.
Over den invloed van de lokale tektoniek
op het vulkanisme is in Ned. Indie veel
I waarnemingsmateriaal verzameld, o.a.
I door Alckersdijk, van Bemmelen en Neu-
I nrann von Padang. Friedlander wees op
soortgelijke onregelmatige inzinkingen in
verband met vulkanen op Masëi, de Etna.
Teneriffe, enz. Het schijnt van belang
deze verschijnselen te scheiden van de veel
regelmatiger caldelras, die geheel vulka
nisch verklaard kunnen worden.
Vervolgens sprak dr. R. W. van Bemme
len over „Vulkano-Tektonische depressies
op Sumatra". Deze depressies zijn op te
vatten als overgangsvormen tusschen tek-
ton sche slenken en vulkanische instor-
tingsb:k!:ens (caldelras). Een bekend
voorbeeld van Nee „-.un; a is hel i ia-
meer. Het eiland Samosir en het schier
eiland tusschen Prapat en Persea zijn
waarschijnlijk op te vatten als schollen
van de oorspronkelijke, verzakte korst,