Burgemeester dr. de Vlugt stemt - Bruggenbouw over IJsel en Waal LIEFDE EN POLITIEK 76,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. KONING LEOPOLD VAN BELGIc in de militaire cortège bij de uit vaart van den Belgischen luitenant-generaal Ceunink te Brussel. WEDEROM DE ,,LUT1N E' '-TO It ENHet hek werk is tengevolge van winterstormen gedeeltelijk weggeslagen. Na herstel wordt de poging tot ber ging van het ,,Lutine"-goud hervat. DE VERKIEZING VOOR DE PROVINCIALE STATEN De burgemeester der hoofdstad, dr. W. de Vilugt, vervult zijn stemplioht. ADOLF HITLER IN HET BOEKGEBIED waar hij te Essen en Bochum verschillende groote industrie-ojTderneiiimgen bezocht. De leider van het Duitsche Rijk door meisjes begroet. DE NIEUWE SPOORBRUG OVER DE IJSEL BIJ ZWOLLE. Woensdag werd het eerste gedeelte geplaatst. JEUGDIGE PAASCHZANGERS IN PARIJS. Een groep Parijsche volkskinderen ,,Les petits chanteurs A la croix de bois" genoemd, speciaal opgeleid voor het zingen van de traditioneele religieuse Paaschliederen. DE DEENSOHE OFFICIER-VLIEGER HANSEN op Waalhaven met de in Engeland onder licentie gebouwde Koolhoven F. K. 41. V.l.n.r. luitenant Hansen, Frits Koolhoven en Jacob Mees. BRUGGENBOUW OVER DE WAAL TE NIJMEGEN. De bouw is thans zoover gevorderd, dat de hulppijlera worden geslagen tot het overbrengen van de overspanning. door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling W. H. C. B. S2) Renvall werd bleek van ontroering, zijn stem beefde, de tranen liepen langs zijn Rangen. „En dat was de laatste keer, dat 'k dien braven kerel zag! Wij brachten eenlge aangename oogenblikken samen I t00I' Hi^ vertelde mij, dat hij het zeer druk naa en beloofde mij om mij binnen een paar dagen te komen bezoeken. Maar ik I neb van zijn overlijden niets in de courant gelezen". ..Dat is begrijpelijk. Hij stond in het hotel ingeschreven onder den naam Leorge Madden. Zelfs als u over den moord had gelezen, zou u niet wijzer zijn geworden, tenzij hij u zijn aangenomen haam had gezegd. En blijkbaar heeft hij dat met gedaan". I Konvall schudde het hoofd. ml'Neoh. hij heeft mij zelfs niet gezegd, 1 logeeren" Hij bedekte zijn Iph zMn handen. Hij was zeer aan- I J1 door het tragisch einde van zijn l vriend. I maakt iemand wanhopig", zeide hij I met gebroken stem. I trr,(era keek hem vol medelijden aan. I ei» o^aa de magneet, verborgen in hem, tot hem trok? ...if achten dit raadsel op te lossen, zou tijdverlies beteekenen. 1 wensch u voor een oogenblik In ge dachten terug te voeren, doctor, naar dien dag aan het Victoria Station. U ontmoette Salcedo daar en sprak eenige oogenblikken met hem. Gaf hij u wellicht een boodschap voor een ander? Vertrouwde hij u wellicht iets toe?" Hij lette nauwkeurig op Renvall, terwijl hij Sprak. Die vraag scheen den ouden man in verwarring te brengen. Hij bracht zijn hand naar zijn voorhoofd, als iemand, die tracht zijn geheugen te scherpen, „Natuurlijk, natuurlijk", zei hij haastig. „Felix gaf mij een trommeltje ter bewa ring tot hij terug zou komen. Hij zei. dat er belangrijke stukken in waren Hij be loofde ze spoedig te komen halen". Danecourt's oogen glinsterden van triomf. Voortreffelijke Nada. Aan haar de eer, door haar gelukkige ingeving. „Heeft u dat trommeltje nog, doctor Renvall?" vroeg hij met een bevende stem. Renvall bracht zijn hand wederom aan het voorhoofd. De schok, ontvangen door den dood van zijn vriend, had hem over stuur gemaakt, „Geef mij een oogenblik tijd, mijnheer Danecourt. Uw bericht heeft mij vreeselijk aangegrepen. Het is vreemd, dat ik zelfs tijdelijk iets kan vergeten, dat in verband staat met mijn braven Felix. Hij gaf mij het trommeltje, ik moest dat voor hem be waren Ja, ik herinner het mij zeer dui delijk". „Heeft u dat trommeltje hier, doctor Renvall? Indien u mij niet ten volle ver trouwt, zult u morgen een waarborg krij gen van onzen minister, lord Tynethorpe; die stukken waren voor mij bestemd". Hij zuchtte ongeduldig. „O! als Salcedo wat minder gesloten was geweest, als hü zijn vrienden maar wat meer had vertrouwd". Renvall stond op. „Ik begin mi) alles te herinneren mijnheer Danecourt, „ik stel uw geduld op zwaren proef" zei hij. „Ja, ik bracht dat trommeltje hier en borg het zorgvuldig op, verwachtende dat Felix spoedig zou terugkomen". „En hij kwam niet", viel Danecourt in de rede. „Drong het niet tot u door, dat er iets niet in orde moest zijn? Maakte u het trommeltje niet open om te zien wat er in was?" En de doctor maakte zijn verontschuldi gingen. „U moet goed begrijpen, dat Felix een trekvogel was. vandaag hier, morgen daar. Hij kwam zijn afspraken dikwijls niet na. Gedurende eenige dagen ver wachtte ik hem en dacht ik voortdurend aan hem. Daarna nam ik mijn gewone dagelijksche sleur weer op. Ik schaam mij te moeten zeggen, dat de herinnering aan onze korte ontmoeting op den achtergrond laakte. Gerald bedwong zijn ongeduld Zeer zeker had Salcedo een beteren vertrou wensman kunnen kiezen. Hij had de stuk- Ken aan Nada of aan de prinses kunnen geven. Bij een of ander ongeval hadden zij dan hun bestemming bereikt. Buiten gewone afwijking van een helder verstand! Salcedo had meer vertrouwen in een man als Renvall dan in een verstandige vrouw! „Wilt u dat trommeltje voor mij halen, doctor?" Renvall boog en verliet de kamer. Gerald was zeker, dat hij had vergeten waar hij het trommeltje had geborgen. Een kwartier verliep Gerald, brandend van ongeduld, hoorde hem door de ver schillende kamers loopen. Toen verscheen hij met het trommeltje. „Eindelijk heb ik het gevonden", zei hij. „Ik borg h,et zoo goed was, dat ik werkelijk vergeten was, waar. Wilt u het openen. Het is niet gesloten". Gerald opende het trommeltje en vond daarin een pak papieren en bovenop lag een brief, gericht aan doctor Garvor Renvall. Hij gaf den brief aan Renvall. „Dat is voor u, doctor. Als de inhoud ver trouwelijk is, wensch ik die niet te weten. Indien zij betrekking heeft op de stukken, iaat u het mij dan weten". Na eenige oogenblikken gaf Renvall den brief aan hem. De inhoud was kort. „Waarde Garvor. Indien ik binnen de drie eerstvolgende dagen dit trommeltje niet kom halen, zend het dan aan den heer Gerald Danecourt, Brown's Hotel, Dover Street. Indien hij vertrokken mocht zijn, zend het dan aan den heer Hugh Greatorex, Departement van Buitenland- sche Zaken". De doctor zei met eenige waardigheid: „De papieren zijn van u, mijnheer, volgens opdracht van mijn waarden, vermoorden vriend". Gerald keek ze haastig in en terwijl hij dat deed, schitterden zijn oogen, zijn ademhaling ging haastig. „Heeft u telefoon, doctor?" Zeer tot zijn verwondering was het antwoord bevesti gend. Hij had niet verwacht, dat de droo- merige leeraar in talen zich van zulk een modern instrument zou bedienen. Hij belde Greatorex op in zijn vrijgezel- lenwoning in Charles Street „Ik heb de papieren en ze zijn van zeer groot belang. Wanneer kan ik bij u komen?" En de kalme, onverstoorbare stem van Greatorex antwoordde: „Geluk gewenscht, mijn beste jongen. Het schikt mij nu uit stekend. Als je iets vroeger had getelefo neerd, dan had ik je ten eten gevraagd. Maar dat is nu te laat. Kom maar dadelijk". En Gerald Danecourt nam een taxi naar Charles Street. HOOFDSTUK XXI, Het huis in Charles Street, hoewel niet groot, was geriefelijk en gezellig. Greato rex was een vrijgezel, daarom ontving hij alleen zijn intieme vrienden. Hij had geen groote woning noodig en dus ook geen leger van bedienden. Daarenboven was zijn inkomen niet groot. Maar hij hield van lekker eten en had daarom een Franschen kok. Hij was bijzonder gesteld op een glas goeden wijn en op fijne sigaren. Hij was ook een verzamelaar van zeldzame prenten en oud-Chineesch porselein, stokpaardjes, die hem veel geld kostten. Hij had juist zijn tweede sigaar aange stoken, toen Danecourt binnen kwam. Hedenavond had hij alleen gegeten, het geen zelden gebeurde. Wellicht had het goede diner en de fijne sigaar zijn koude natuur iets warmer ge maakt. Misschien gevoelde hij, dat hij zijn jongen vriend bij het laatste onderhoud een te koud bad had gegeven. In ieder ge val werd Danecourt zeer hartelijk verwel komd. „Wel, mijn beste Gerald, je voorgevoe lens waren toch niet slecht Drink eerst eens iets. Ga zitten en vertel mij alles". De jonge man gehoorzaamde. Hij was inwendig opgewonden. Maar hij wilde dat niet toonen. Hij vertelde van zijn bezoek bij doctor Garvor Renvall Greatorex lachte goedgehumeurd. (Wordt vervolgd).,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5