ZIEK HANSJE EN HET MUISJE
RAADSELS.
OPLOSSINGEN.
Als Jantje naar bed moet
Die schrandere Musschen.
RAADSELS VOOR ALLEN OM LIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
Ingezonden door Beo van Kooperen.
Deze molen kan niet
Wie hier komt die moet....
Die wil borgen, die komt
Want het is vandaag de dag
Dat men hier niet borgen....
II.
Ingezonden door Mientje Stikvoort.
Wij gebruiken het dagelijks, het is zelfs
bijna onmisbaar, en toch vindt men het
verdrietig als men het moet houden.
m.
i Ingezonden door Wijnand Serdiin.
Een mooi dier met mooie kleuren dat
hier ver vandaan woont, van 5 letter
grepen. 12 letters. 1. 2. 3. 6. 7 is een groote
stad in Frankrijk. 6. 7 is heel frisch. 1. 2.
10. 11 is een knaap die vroeger altijd bij
ridders en vorsten was. 8. 9. 12 is niet
leeg. 12. 11. 9 is een jongensnaam. 3. 4 5,
6. 7 verkoopt men in 't voorjaar en
's zomers in groentewinkels.
IV.
Ingezonden door Wies en Trees
Groeneveld
Als iemand hier in ons land in de
sneeuw spuwt, wat is het dan?
V.
Ingezonden door Wim Nolles.
Ik ben een water Men kan mijn naam
vinden door een inhoudsmaat en een
visch naast elkaar te zetten.
VL
Ingezonden door Ans en Rietje Vollenga.
Met één rijdt hij. die weinig kan
spendeeren
Met twee rijdt hij. die 't betalen kan.
Met vier rijdt nooit een burgerman
Dat doen alleen de groote heeren;
De koning rijdt met zes. maar 'k wil
te raden geven.
Wie draaft door stad en land. dag in
dag uit met zeven?
vn.
Ingezonden door Bald de Wit.
Mijn geheel is een gebouw van 4 letter
grepen 20 letters, in Noordwolde. waar
men iets nuttigs kan leeren. 17. 19. 3 js
de verblijfplaats voor een hond of andere
dieren. 5, 11, 12. 13. 8 is niet scheef. 15. 16.
17 18 10 is een platte visch. 20 19. 1 is
een prul. 1. 19. 20 is rond. 2, 16 is er als
het flink vriest. 9 10 11. 12. 13. 14 hadden
vroeger vele meisjes. 3. 6 7. 4 zit in je
mond. 1. 6. 7. 14 groeit aan de slootkant.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT
HET VORIGE NUMMER.
1. Poppetjes zonder petjes is pop.
2. Een ijzeren pot op 3 pooten.
3. Neger, regen.
4. Vergeet mij niet.
5. Enkhuizen. Henk zee. kin.
6. Steen. wijk. Steenwijk.
7. Planostemmer.
8. Voorraad.
Trippel trippel trippel!
t Muisje komt er aan.
't Wil weer eens heel even
Naar klein Hansje gaan.
Hans ligt ziek in bedje
En is nu alleen.
Daarom gaat het muisje
's Avonds steeds er heen.
Bij het kleine nachtlicht
Kan Hans hem goed zien.
Hans denkt: Kent het muisje
Mij nu ook misschien?
(Nadruk verboden).
- 'k Weet al wel. dat Moeder
In dien donk'ren hoek
- Eiken dag wat klaar legt
Voor mijn muis-bezoek.
- 'n Heel klein stukje kaaskorst!
't Smaakt het muisje fijn!
- En ik wil, als 'k later
Beter weer zal zijn,
- Zelf wat voor Muis strooien
Dat heeft hij verdiend!
- Want hU is, nu 'k ziek ben,
Heusch een trouwe vriend!
C. E. DE T.TT.T.E HOGERWAARD
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Zeven heeft 't geslagen.
Uit is 't met de pret!
Moes brengt Jan naar boven:
't Ventje moet naar bed.
Als Jantj' uitgekleed is,
Is het baasje zoek
Moeder snapt er niets van.
Kijkt in eiken hoek.
Maar zij ziet geen Jantje!
Waar hij toch kan zijn?
Jantje moet nu slapen;
Hij is nog zoo klein.
't Is als eiken avond:
Jan heeft zich verstopt
En hij denkt, het baasje.
Dat hij Moeder fopt.
Steeds roept Moeder: Jantje!
Waar zou hij toch zijn?
Plots.... ziet zij twee voetjes
Onder het gordijn.
En een handje ook nog.
Danvangt zij haar Jan
En draagt naar zijn bedje
Vlug den kleinen man!
(Nadruk verboden).
Een dikke rozentakken-haag
Scheidt onzen tuin van dien der buren.
Daar zitten alle musschen graag
Naar 't vogel-voederhuis te turen!
En strooi ik voer in 't vogelhuis,
Rrroef! komen allen aangevlogen!
Vanochtend echter was 't niet pluis,
Toen zweefde er met groote bogen,
Een booee vogel in de lucht
Geen muschje durfde naar het huisje,
Ze gingen ook niet op de vlucht,
Ze zaten roerloos, als een muisje!
Op 't laatst verdween de roover snel:
„Bah! in die dichte dorentakken,"
(Dat wisten onze slimmerds wel!)
„Kan ik die musschen toch niet pakken!'
En het parmantigst musschen-dier
Zei toen: „Ik zal aan ieder vragen:
„Och menschen, plant voor ons plezier
Om al uw tuinen rozenhagen!"
JO DAEMEH.
(Nadruk verboden).