De Boskoopsche Bloemenpracht.
76,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 April 1935
Derde Blad
No. 23022
Heden onder groote belangstelling geopend
Verwijder tc
ontsluier de schoon
heid van Uw tanden.
Hierboven een der mooiste groepen der Boskoopsche Bloemententoonstelling, welke
hedenmiddag werd geopend. Een prachtig gezicht op Rhododendrons en Azalea's
met op den achtergrond het pittoreske landhuisje.
Feestdag voor Boskoop!
Eindelijk is dan heden de lang ver
wachte feestdag der opening van de Bos
koopsche bloemententoonstelling aange
broken.
Zooals begrijpelijk leeft geheel Boskoop
met deze tentoonstelling mede, daar dit
ongetwijfeld voor velen weder eenige op
leving zal beteekenen!
Sedert 1913 heeft in Boskoop geen enkele
tentoonstelling van eenige beteekenls
plaats gehad. Wel is waar werden er som
tijds kleine tentoonstellingen georgani
seerd, de laatste o.a. een Pioenententoon
stelling ln het Patronaatsgebouw, welke
om. werd bezocht door H. M. de Ko
ningin Moeder, doch deze evenals andere
exposities waren slechts klein van opzet.
Vele moeilijkheden, o.a. de gebouwen voor
onderbrenging der bloemen, alsmede ge
schikte terreinen, ontbraken.
Reeds jaren geleden werd door den heer
J. H. van Straaten van Nes, organisator
van de tentoonstellingen ln 1911 en 1913
«en plan opgeworpen, dat, mocht Bos
koop ooit aan den spoorweg verbonden
worden, er een tentoonstelling gehouden
zou worden die in wezen gelijk, of grooter
zou worden als ooit te voren in Boskoop
gehouden En zoover is het nu gekomen!
Dank zij het doorzettingsvermogen van
den heer van Straaten van Nes!
De openmg.
Hedenmiddag vond dan de officieele
opening van dit „bloemenpaleis" onder
groote belangstelling plaats.
In de morgenuren was er ln de om
geving van het Station in. en om de ten
toonstellingsgebouwen reeds zeer veel be
drijvigheid; ook in de gemeente zelve
heerschte er een ongewone drukte De
tremen die binnenkwamen waren al dicht
bevolkt met genoodigden, juryleden als
mede verdere belangstellenden.
In de tentoonstellingsgebouwen, waarin
hedennacht vol ijver was doorgewerkt met
het inbrengen en rangschikken van bloe
men, werd in de morgenuren alles nog eens
nagezien om de stroom van bezoekers
waardig te kunnen ontvangen.
Terwijl de juryleden nog bezig waren
met het beoordeelen der inzendingen in
verband met de bekroningen, namen wij
nog eens een kijkje en konden slechts on
verdeelde bewondering koesteren voor de
overweldigende bloemenpracht. Wij zijn
dan ook van oordeel dat deze tentoon
stelling moet slagen. Zij die deze expositie
bezoeken zullen zeker anderen opwekken
zulks eveneens te doen.
Wie er waren.
Onder de talrijk velen merkten wij
hedenmiddag op de vertegenwoordiger
van den Minister, ir. Alph. Roebroek,
directeur-generaal van Landbouw die de
openingsplechtigheid zou verrichten
voorts de heeren dr. van Maanen en ir.
van Dijk, directeuren der Nederl. Spoor
wegen, de heer Valstar. Regeeringscom-
missaris voor den Tuinbouw, jhr. G. F.
van Tets van Goidschaixoord, voorz. van
de Kon. Nederl. Mij. voor Tuinbouw en
Plantkunde, de heer J. C. M. Mensing,
voorz. Nederl. Tuinbouwraad. Baron
Krayenhof, voorz. N.V.V.V., de heeren W.
H. de Beaufort van Maarn en H. W„ E.
Struve Sr. van 's-Gravenhage, voorts het
college van B. en W. en de raadsleden
van Boskoop alsmede tal van vooraan
staande personen uit het bloem- en boom-
kweekersbedrljf uit binnen- en buiten
land.
De heer J. H. van Straaten van Nes,
betrad het eerst het spreekgestoelte en
sprak als volgt:
Rede van den heer v. Straaten van Nes.
De heer J. H. v. Straaten van
Als voorzitter van de Boskoopsche Bloc -
mententoonstelling 1935 is het mii een eer
u allen namens het bestuur hartelijk wel
kom te heeten. Een speciaal welkomst
woord richtte spr. tot de officieele per
sonen, reeds boven genoemd om dan te
vervolgen
Naar aanleiding van het feit, dat Bos
koop thans aan het spoorwegnet ls aan
gesloten en daardoor tevens in het bezit
ls gekomen van een permanent tentoon
stellingsgebouw en tentoonstellingsterrei
nen, werd door een aantal Boskoopsche
kweekers tot het houden van deze ten
toonstelling besloten.
In verband met een belofte aan het De
partement van Waterstaat en de Directie
van de Nederlandsche Spoorwegen ge
daan bij de opening van den spoorweg,
welke oorspronkelijk gedacht was in Octo
ber 1933. een bloemententoonstelling in
het daarop volgend voorjaar te houden,
doch welke opening eerst In October 1934
kon plaats vinden, moest deze tentoon
stelling worden uitgesteld tot voorjaar
1935.
Ik stel er bijzonder prijs op deze aan
gelegenheid hier naar voren te brengen,
ln verband met mijn afspraak met den
heer Krelage in 1935 geen tentoonstelling
ln Boskoop te houden.
Niettegenstaande de buitengewoon moei
lijke omstandigheden waarin de boom-
kweekersbedrljven zich nog steeds bevin
den, hebben de Boskoopsche kweekers het
aangedurfd deze tentoonstelling te orga-
niseeren en daarmede het bewijs te leve
ren, dat zij het vertrouwen in de toekomst
nog niet hebben verloren. Zij zoeken
steeds naar mogelijkheden om reclame
voor hun producten te maken en hier
voor afzet te vinden.
De planten waren in prachtige kwaliteit
in grooten getale ln voorraad, het ging
dus alleen om het feit of zij in deze be
narde economische tijden het nog aan
durfden het risico dezer tentoonstelling
te dragen, doch dank zij de belangrijke
financieele bijdrage die de Minister van
Economische Zaken voor deze tentoon
stelling beschikbaar stelde, was dit risico
minder bezwaarlijk.
Het is dan ook een behoefte, bij de ope
ning van deze tentoonstelling aan Z.Ex.
namens het Tentoonstellingsbestuur voor
dezen zeer gewaardeerden steun onze
groote erkentelijkheid te betuigen.
Waar Boskoop sedert 1913 geen belang
rijke tentoonstelling meer heeft gehouden,
zijn nu weer alle krachten ingespannen
de oude roem, die Boskoop op dit gebied
bezit, opnieuw te bevestigen.
Deze tentoonstelling, die door slechts
een veertigtal Boskoopsche kweekers ls
ingericht, zal u allen straks bij de rond
gang een geheel ander beeld te zien geven
dan elke andere bloemententoonstelling,
wanneer en waar dan ook gehouden.
Wij hebben in deze tentoonstelling een
geheel andere gedachte gelegd voor het
gebruik van Boskoopsche planten, zoowel
in kleine als grootere hoeveelheden.
Wij willen hiermede laten zien op welke
wijze het prachtig Boskoopsch materiaal
aan de natuur kan worden aangepast, wij
beoogen hiermede een bijzondere reclame
voor onze gewassen: wij hopen, dat deze
wijze van beplanting ingang zal vinden,
waardoor het gebruik van onze planten in
ruime mate zal toenemen.
Het is de heer Emll Struve, die mij op
meesterlijke wijze met dezen aanleg ter
zijde stond, die ln dezen aanleg zijn eigen
gedachte heeft gelegd en waardoor onge
twijfeld het succes dezer tentoonstelling
belangrijk zal worden verhoogd.
Wij willen u ook op deze tentoonstelling
laten zien wat de laatste jaren op het ge
bied van nieuwe planten ln Boskoop is
bereikt, wij laten u zien de mooie vormen
en kleuren de laatste jaren door kruisin
gen of selectie bereikt, wij willpn opnieuw
de wereld toonen wat Boskoop heeft voort
gebracht.
In deze voor Boskoop zoo moeilijke tij
den vragen wij de belangstelling van ons
geheele land. wij vragen u allen, wanneer
gij een rondgang door de tentoonstelling
hebt gemaakt en gij zljt daarover voldaan,
het aan anderen te zeggen: dit zal voor
ons de grootste voldoening zijn.
Boskoop dat in de goede jaren een ult-
voercijfer had van ruim zes millioen gul
den. zag dit tot op 1/6 verminderen: van
welke beteekenis dit is voor een gemeen
te, die zoo goed als geheel van het bui
tenland moet bestaan, behoef ik u niet
neder aan te duiden.
Niet wetende wat het einde zal zijn van
de maatregelen, die het buitenland ten
opzichte "an onzen export nog zal nemen,
werken de kweekers voort in de vaste
overtuiging, dat betere tijden zullen vol
gen, dat de belemmerende maatregelen
voor onzen uitvoer zullen verdwijnen en
de welvaart in onze gemeente weer zal
tcrugkeeren.
Ik besluit dit welkomstwoord met u
allen hartelijk dank te zeggen voor uwe
belangstelling en onze groote erkentelijk
heid te beluigen aan de binnen- en bui
ten'-ndsche Juryleden voor hun komst
naar Boskoop en voor hun zeer gewaar
deerden arbeid op onze tentoonstelling
geboden.
Met den innigen wensch, dat het be
zoek van onze collega's met het buiten
land tot de zoo zeer gewenschte goede
verstandhouding moge bijdragen, geef lk
hiermede het woord aan den vertegen
woordiger van Z.Ex den Minister van
Economische Zaken, den heer Ir. Roe-
i broek, Directeur-Generaal van Landbouw,
die zich gaarne bereid heeft verklaard de
tentoonstelling te openen.
Rede van Ir. Alph. Roebroek.
Ir. Alph. Roebroek, directeur-generaal
van den Landbouw verrichtte hierop de
officieele opening met een interessante
rede, waaraan wij het volgende ontkenen:
„WIJ staan midden in den grooten we-
reldstrljd, welke kunstmatig gevormde
economische eenheden tegen elkander
voeren. Vergeten schijnt de leer, dat ieder
volk zich in het bijzonder dient toe te
leggen op datgene, waartoe het door zijn
aard. zijn ligging, bodem- en klimaat is
voorbestemd. Dagelijks grooter worden de
moeilijkheden, welke het Internationaal
verkeer ondervindt en dagelijks zwaar
der worden de gevolgen hiervan, voor den
welstand van ieder afzonderlijk. Onder
deze omstandigheden, organiseert Boskoop
een dag van bloemen:
„Boskoop giving beauty to the world,"
Deze daad getuigt van ondernemings
geest, Wat ls er schooner: De bloemen,
welke wU zullen zien, of den moed, om
ze te laten zien? Het antwoord op deze
vraag geeft ons niemand minder dan mi
nister Colijn, als hij schrijft:
„Boskoops plantenrijkdom ls mooi, de
energie van zijn bevolking ls nog mooier".
Op dit oogenblik gaan onze gedachten
onwillekeurig terug naar de Boskoopsche
tentoonstelling van 1911, welke hier en
ln den vreemde zoo veel indruk heeft ge
maakt en de faam van dit centrum van
bloemencultuur opnieuw heeft verbreid.
De eerste jaren na de tentoonstelling
van 1911 ging het de boomkweekerij, on
danks de hooge invoerrechten van Duitsch
land en de toenemende moeilijkheden
tengevolge van de phytosanitaire maatre
gelen der Ver. Staten, met den export in
zijn geheel bepaald voor den wind. De uit
voer steeg van Jaar tot jaar, van 13 mil
lioen KG. in 1911 over 14 millioen K.G.
in 1912 en 16 millioen in 1913 tot 18"i
millioen K.G. ln 1914. Zoo werd 1914,
waarin de groote wereldoorlog begon, een
recordjaar met een exportkwantum, dat
eerst tien jaar later opnieuw en sinds
dien niet meer bereikt werd.
Direct na het begin der vijandelijkhe
den werd de uitvoer naar België en
Frankrijk onmogelijk; in 1916 verboden
Duitschland en Engeland den invoer van
boomkweekerij producten als luxe-artike
len. In 1916 werd dit voorbeeld gevolgd
door Oostenrljk-Hongarlje, terwijl de af
kondiging van den onbeperkten duikboot
oorlog den export naar Noord-Amerlka
nagenoeg geheel verhinderde. De export
was gedaald tot een minimum van 4'/«
millioen K.G. De toenemende binnenland-
sche vraag vermocht bij de geweldige
overproductie een catastrophale prijsda
ling niet te voorkomen, de teelt van
groenten, snijbloemen enz. geen redding
voor het bedreigde bestaan te brengen.
Deze redding bracht zelfs het einde van
den oorlog in 1918 niet. Wel nam de uit
voer toe, van 8 millioen K.G. in 1918 tot
li1/! millioen K.G. in 1919, maar de uit
voerwaarde daalde van 4'/j millioen gul
den in 1919 tot 3 3/4 millioen in 1920 en
'21. Dit is een millioen gulden lager dan
voor den oorlog ln 1913. Niet vreemd daar
aan was, dat de Ver. Staten in 1919 den
invoer van boomkweekerij-producten voor
goed verboden. In die moeilijke periode
werd de Nederlandsche boomkweekerij en
vooral de Boskoopsche, echter niet aan
haar lot overgelaten. Reeds in Maart 1915
werd op initiatief van H. M. de Koningin
het Koninklijk Nationaal Steuncomité
opgericht ten bate van hen, wier onder
nemingen door den wereldoorlog in moei
lijkheden waren geraakt. Kleine midden
standers werden op gemakkelijke voor
waarden aan kleine credieten geholpen,
later ook grootere middenstanders, voor
al boom- en bloembollenkweekers aan
grootere credieten. Zoo werd op de Staats-
begrooting voor 1918 100.000 gulden uit
getrokken als garantie voor credieten
aan boomkweekers. Van dit z.g. midden-
standscredlet werd door de Boskoopsche
boomkweekers echter slechts plm. f. 60.000
opgenomen. Doch aan het Boskoopsche
Comité tot Hulp aan Kweekers, dat voor
namelijk door het initiatief van den heer
J. H. van Straaten van Nes en burge
meester dr. V. Rutgers tot stand kwam,
werd bovendien door het Kon. Nat. Steun
comité in November 1915 een bedrag van
f. 100.000, later verhoogd tot f 200.000 toe
gezegd en in termijnen vrijwel geheel uit
gekeerd om van kweekers, die tengevolge
van den wereldoorlog gevaar Hepen hun
bedrijf ie moeten opgeven, boomen af te
koopen om hen daardoor te helpen aan
contanten in de beurs en plaatsruimte in
de kweekerij. Aldus moest worden voor
komen, dat na den oorlog de kweekerijen
onvoldoende voorzien zouden zijn van
gangbare artikelen om te voldoen aan de
dan te verwachten vraag. De aldus afge
kochte artikelen moesten zooveel moge
lijk zonder de belangen van den binnen-
landschen handel te schaden in het bin
nenland worden verkocht. Gelijk ik bo
ven met cijfers aantoonde, bleef de eerste
jaren na den oorlog, de verwachte groote
vraag van het buitenland, dus de herle
ving van den export, uit, zoodat velen het
vertrouwen in de toekomst der boom
kweekerij begonnen te verliezen. Echter
niet de regeering. want op de Staatsbe
groting van 1920 werd f. 25.000 uitge
trokken ter bestrijding der uitgaven, wel
ke mochten voortvloeien uit de garantie
voor credieten en hulpbehoevende boom
kweekers en bona fide tuinders. De hier
voor noodige credietorganisatie ontving
den naam van „Regeeringscommissie voor
het Kweekerscrediet", begon haar werk
zaamheden in 1920 en beëindigde ze in
1921 Ze verleende aan de Nederlandsche
boomkweekerij credieten tot een bedrag
van ruim f. 650.000, waarvan bijna een
derde aan het Boskoopsche centrum.
De liquidatie dezer voorschotten werd
eerst ln 1930 beëindigd en daarbij hebben
de Boskoopsche credietnemers zich niet
het slechtst getoond. Doch laat' lk in het
kort de bloeiperiode schetsen, welke begon,
toen Duitschland in 1923 het invoerverbod
op boomkweekerij-artikelen ophief. De
uitvoer steeg ln 1923 tot 15 millioen K.G.,
in 1924 tot 18 millioen K.G. doch daarna
begon een daling tot 15'/: millioen K.G.
in 1929. De uitvoerwaarde steeg echter
nog regelmatig en bereikte in 1930 een
bedrag van 7 millioen gulden. Overpro
ductie en werkloosheid verdwenen, de
prijzen van producten en grond, de land-
huren en werkloonen stegen en rijkelijk
vloeiden de belastingen weer in de schat
kist. Het vertrouwen van kweekers en re
geering in de toekomst was niet be
schaamd. De verzorging der culturen en
de verbetering der sortimenten, hielden
daarmee gelijken tred.
Helaas vertoonden zich "net volgend
laar ook in de boomkweekerij teekenen
van overproductie als gevolg van den In
getreden wereldcrisis. De koersdaling van
het betaalmiddel in Engeland en Scandi
navië en invoerrechten op rozen in En
geland en Canada deden ln 1931 de ex
port Inzinken tot 13millioen K.G. ter
waarde van 4V: millioen gulden, dus tot
beneden het peil van bijna 20 jaar gele
den (1913 had een uitvoer van 16 millioen
K.G. ter waarde van 4 3/4 millioen gul
den). De prijzen voor producten, land en
arbeid, daalden weer 'onrustbarend.
Ir. Alph. Roebroek.
Alleen de vraag van het buitenland niet
roekelooze uitbreiding in de goede jaren
was hiervan de schuld. Van 1911 tot 1931
steeg de oppervlakte hier te lande met
boomkweekerij-gewassen beteeld van 2500
tot 2700 H.A., dus niet noemenswaard. Ook
kon men de boomkweekerij niet ten laste
leggen, dat zij niet met haar tijd meeging
ln technische vervolmaking. Zij is eenvou
dig het slachtoffer geworden van het toe
nemend protectionisme en de verminderde
koopkracht in haar afzetgebied. Dit is de
regeering bekend. Zij weet bovendien, dat
de boomkweekerij een echt-inheemsche
eeuwenoude cultuur is, welke hare beoefe
naren tot voor korte jaren een welstand
schonk, welke ligt boven het gemiddelde
welvaartniveau onzer agrarische bevolking,
welke door haar groote arbeidsintensiteit,
de handelsbalans van ons land gunstig be
ïnvloedt en door de superioriteit harer
producten den Nederlandschen naam in
den vreemde hoog houdt. Reeds meer dan
35 jaren de Duitsche invoerrechten
dateeren van 1896 wist ze zich op de
wereldmarkt schitterend te handhaven en
haar bedrijf technisch en commercieel op
de hoogte van den tijd te houden.
Daarom blijft de regeering haar en voor
al Boskoop helpend terzijde staan, zooals
ze ook nu weer ondubbelzinnig getoond
heeft door crediet verstrekking, afkoop
van overproductie, aansluiting aan het
spoorwegnet, subsidie voor tentoonstel
lingsgebouw, verzorging van den Planten-
ziektenkundigen Dienst, tuinbouwonder-
wijs en tulnbouwvoorlichting. Het verheugt
haar, dat dit alles door de Nederlandsche
boomkweekerij en vooral de Boskoopsche,
erkend en gewaardeerd wordt.
Ik zou te uitvoerig worden, indien ik dit
alles zou willen bewijzen. Laat ik daarom
volstaan met een enkel voorbeeld, n.l. de
waardeering van het tuinbouwonderwijs
hier ter plaatse, waaraan de regeering
jaarlijks niet onbeduidende sommen ten
koste legt.
Boskoop bezit de oudste tuinbouw-win-
tercursus van ons land en deze wordt
thans reeds bijna veertig Jaren onafgebro
ken gehouden. De laatste jaren, zelfs met
drie klassen, samen met plm. 60 leerlingen.
Daar vindt de kleine kweeker de hem pas
sende theoretische vakopleiding. De Rijks
tuinbouwschool is een jaar jonger. Zij
werd in 1898 opgericht en is bestemd voor
de grootere kweekers en toekomstige ex
porteurs. Na 34 eindexamens leverde ze
652 gediplomeerden af en daarvan 162 of
pl.m. 25 °'o uit het Boskoopsche centrum.
Waar zij aldus in een tijdvak van pl.m.
35 jaar reeds 162 oud-leerlingen mocht af
leveren aan het Boskoopsche bedrijf, dat
pl.m. 800 ondernemingen telt mag men
spreken van een gelukkige harmonie ln
de waardeering van theoretische en
praetische vakopleiding.
Naast het tuinbouwonderwijs is de,
eveneens onder de directie van den Land
bouw ressorteerende Plantenziektenkundi-
ge Dienst voor Boskoop van groote betee
kenls. hetgeen in dezen kring niet nader
behoeft te worden betoogd. In dit verband
is het mij een behoefte te getuigen van de
bijzondere hoedanigheden van den contro
leur Zwartendijk als technisch ambtenaar.
Toen lk korten tijd geleden een bezoek aan
Boskoop bracht werd ik er door getroffen,
in welke gelukkige harmonie hij verant
woordelijkheidsbesef wist te paren aan
samenwerking met de mannen van de
practijk, zoo dikwijls er moeilijkheden
moesten worden overwonnen. Ik verheug
mij daarin en spreek er openlijk mijn
waardeering over uit. Het systeem van
Inspectie is gebouwd op de loyale mede
werking der exporteurs. Ik constateer met
genoegen dat deze medewerking er ls, doch
ik moge er aan toevoegen, dat ook hier
wederom de hand van Zwartendijk zijn
invloed doet gelden
Wat de Plantenziektenkundige Dienst
verder ook in het buitenland (in Washing
ton en eldersl deed. om de moeilijkheden,
uit sanitaire maatregelen voortspruitende,
te overwinnen, ls algemeen bekend. Merk
waardig is de toeneming van het aantal
landen, welke het noodig achten, voor
schriften ten aanzien van de gezondheids
toestand van boomkweekerijgewassen te
geven. Ik zal mij er maar niet in verdiepen
in hoeverre deze maatregelen hehoTlifk
gemotiveerd kunnen "'orden geacht.
Gelukkig is de plantpnziektekundigen
dienst wel zoo wetenschappelijk toege
rust, dat zij overal daar. waar de grond
slag van een maatregel niet juist is, dezen
grondslag voor de betreffende regeering
RECLAME.
2473
Om de natuurlijke schoonheid van Uw tanden te
voorschijn te doen komen, behoeft U slechts de
tandfilm te verwijderen. Tandfilra is dat kleverige
laagje op de tanden, dat U met de tong kunt voelen*
Het verwijderen van tandfilm is de voornaamste
taak van Pepsodent. Thans is Pepsodent hiertoe
nog beter in staat dan ooit te voren. Zijn nieuwe
reinigende en polijstende stof verandert in korten
tijd het uiterlijk der tanden.
Gebruik Pepsodent. Ziet op welk een snelle en
onschadelijke wijze het de tanden een schitterende
glans geeft.
VERLAAGDE PRIJZEN
45 ets. en 70 ets.
Per tube.
kan blootleggen, en zoodoende het hare
ertoe bijdraagt, handelsbelemmeringen
van dezen aard op te doen heffen.
Plantenziektekundigen dienst en Rijks-
landbouwconsulent hebben in gelukkig
begrijpen van elkanders taak samenge
werkt en de Boskoopsche kweeker heeft
hieruit zijn voordeel weten te trekken.
Tot mijn genoegen mocht ik dit bij her
haling uit den mond van kweekers ver
nemen. Het is bekend, dat Boskoop in het
algemeen de medewerking der overheid
ten zeerste heeft weten te waardeeren, al
kon zij dan ook niet aan aller verlangens
tegemoet komen,
In het bijzonder heeft die waardeering
zich geuit ten aanzien van aansluiting van
Boskoop aan het spoorwegnet, ten aanzien
van den afkoop ook van de overproductie.
Ik begrijp, dat men een nog ruimeren
afkoop en bovendien hoogere verkoopprij
zen zou wenschen. Maar anderzijds moet
men niet voorbijzien, dat er grenzen zijn
aan hetgeen de overheid kan doen.
Moge de toekomst blijven getuigen van
een goede samenwerking tusschen Bos
koop en de regeering. Vertrouwend, dat
deze wensch moge worden vervuld en in
de hoop, dat onder Gods onmisbaren ze
gen, de arbeid neergelegd in deze tentoon
stelling, aan Boskoop en de Boskoopsche
kweekersstand ten goede moge komen,
verklaar lk de tentoonstelling 1935 voor
geopend.
Rede van den Burgemeester.
Mr. Verkerk.
Hierop sprak burgemeester Verkerk als
volgt:
Te dezer plaatse wensch ik, als burge
meester van Boskoop, den voorzitter van
de bloemententoonstelling Boskoop den
heer J. H. van Straaten van Nes dank te
zeggen voor wat hij ter bevordering onzer
cultures voor de totstandkoming der
spoorlijn heeft gedaan. Toen 6 October
1934 de spoorlijn GoudaWaddinxveen
Boskoop—Alphen was geopend, dachten
Spoorwegen en Waterstaat, dat het aan
tal noodlijdende spoorlijnen met één was
vermeerderd. Dwars tegen elke verwach
ting in, doch geheel overeenkomstig Bos
koopsche traditie: „niet doen of goed
doen", heeft onze Spoor het laatste ge
kozen. Maar nu zijn ook al degenen, die
meewarig het hoofd hebben geschud over
Hollands nieuwste spoorlijn aan ons ver
plicht in de komende veertien dagen een
maal van deze spoor gebruik te maken.
De spoor is de ontsluiting van Boskoop
voor een tentoonstelling van tljdelijken
aard. maar ook de ontsluiting van Bos
koop als permanente tentoonstelling, als
woongemeente van minnaars van bloem en
plant en vrije open bebouwing!
Ik heb gezegd.
Op al deze redevoeringen volgde een
luid applaus, waarna men met de groot
ste belangstelling de fraaie expositie be
zichtigde. Te 4 uur vond een thee plaats
ten gemeentehuize, waar eveneens door
den burgemeester en anderen gesproken
werd.
De feestelijke openingsdag zal heden
avond besloten worden met een diner ln
het gebouw Flora.
Op een en ander komen wij nader terug.