De Boskoopsche Bloemenpracht. 76,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 April 1935 Derde Blad No. 23022 Heden onder groote belangstelling geopend Verwijder tc ontsluier de schoon heid van Uw tanden. Hierboven een der mooiste groepen der Boskoopsche Bloemententoonstelling, welke hedenmiddag werd geopend. Een prachtig gezicht op Rhododendrons en Azalea's met op den achtergrond het pittoreske landhuisje. Feestdag voor Boskoop! Eindelijk is dan heden de lang ver wachte feestdag der opening van de Bos koopsche bloemententoonstelling aange broken. Zooals begrijpelijk leeft geheel Boskoop met deze tentoonstelling mede, daar dit ongetwijfeld voor velen weder eenige op leving zal beteekenen! Sedert 1913 heeft in Boskoop geen enkele tentoonstelling van eenige beteekenls plaats gehad. Wel is waar werden er som tijds kleine tentoonstellingen georgani seerd, de laatste o.a. een Pioenententoon stelling ln het Patronaatsgebouw, welke om. werd bezocht door H. M. de Ko ningin Moeder, doch deze evenals andere exposities waren slechts klein van opzet. Vele moeilijkheden, o.a. de gebouwen voor onderbrenging der bloemen, alsmede ge schikte terreinen, ontbraken. Reeds jaren geleden werd door den heer J. H. van Straaten van Nes, organisator van de tentoonstellingen ln 1911 en 1913 «en plan opgeworpen, dat, mocht Bos koop ooit aan den spoorweg verbonden worden, er een tentoonstelling gehouden zou worden die in wezen gelijk, of grooter zou worden als ooit te voren in Boskoop gehouden En zoover is het nu gekomen! Dank zij het doorzettingsvermogen van den heer van Straaten van Nes! De openmg. Hedenmiddag vond dan de officieele opening van dit „bloemenpaleis" onder groote belangstelling plaats. In de morgenuren was er ln de om geving van het Station in. en om de ten toonstellingsgebouwen reeds zeer veel be drijvigheid; ook in de gemeente zelve heerschte er een ongewone drukte De tremen die binnenkwamen waren al dicht bevolkt met genoodigden, juryleden als mede verdere belangstellenden. In de tentoonstellingsgebouwen, waarin hedennacht vol ijver was doorgewerkt met het inbrengen en rangschikken van bloe men, werd in de morgenuren alles nog eens nagezien om de stroom van bezoekers waardig te kunnen ontvangen. Terwijl de juryleden nog bezig waren met het beoordeelen der inzendingen in verband met de bekroningen, namen wij nog eens een kijkje en konden slechts on verdeelde bewondering koesteren voor de overweldigende bloemenpracht. Wij zijn dan ook van oordeel dat deze tentoon stelling moet slagen. Zij die deze expositie bezoeken zullen zeker anderen opwekken zulks eveneens te doen. Wie er waren. Onder de talrijk velen merkten wij hedenmiddag op de vertegenwoordiger van den Minister, ir. Alph. Roebroek, directeur-generaal van Landbouw die de openingsplechtigheid zou verrichten voorts de heeren dr. van Maanen en ir. van Dijk, directeuren der Nederl. Spoor wegen, de heer Valstar. Regeeringscom- missaris voor den Tuinbouw, jhr. G. F. van Tets van Goidschaixoord, voorz. van de Kon. Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, de heer J. C. M. Mensing, voorz. Nederl. Tuinbouwraad. Baron Krayenhof, voorz. N.V.V.V., de heeren W. H. de Beaufort van Maarn en H. W„ E. Struve Sr. van 's-Gravenhage, voorts het college van B. en W. en de raadsleden van Boskoop alsmede tal van vooraan staande personen uit het bloem- en boom- kweekersbedrljf uit binnen- en buiten land. De heer J. H. van Straaten van Nes, betrad het eerst het spreekgestoelte en sprak als volgt: Rede van den heer v. Straaten van Nes. De heer J. H. v. Straaten van Als voorzitter van de Boskoopsche Bloc - mententoonstelling 1935 is het mii een eer u allen namens het bestuur hartelijk wel kom te heeten. Een speciaal welkomst woord richtte spr. tot de officieele per sonen, reeds boven genoemd om dan te vervolgen Naar aanleiding van het feit, dat Bos koop thans aan het spoorwegnet ls aan gesloten en daardoor tevens in het bezit ls gekomen van een permanent tentoon stellingsgebouw en tentoonstellingsterrei nen, werd door een aantal Boskoopsche kweekers tot het houden van deze ten toonstelling besloten. In verband met een belofte aan het De partement van Waterstaat en de Directie van de Nederlandsche Spoorwegen ge daan bij de opening van den spoorweg, welke oorspronkelijk gedacht was in Octo ber 1933. een bloemententoonstelling in het daarop volgend voorjaar te houden, doch welke opening eerst In October 1934 kon plaats vinden, moest deze tentoon stelling worden uitgesteld tot voorjaar 1935. Ik stel er bijzonder prijs op deze aan gelegenheid hier naar voren te brengen, ln verband met mijn afspraak met den heer Krelage in 1935 geen tentoonstelling ln Boskoop te houden. Niettegenstaande de buitengewoon moei lijke omstandigheden waarin de boom- kweekersbedrljven zich nog steeds bevin den, hebben de Boskoopsche kweekers het aangedurfd deze tentoonstelling te orga- niseeren en daarmede het bewijs te leve ren, dat zij het vertrouwen in de toekomst nog niet hebben verloren. Zij zoeken steeds naar mogelijkheden om reclame voor hun producten te maken en hier voor afzet te vinden. De planten waren in prachtige kwaliteit in grooten getale ln voorraad, het ging dus alleen om het feit of zij in deze be narde economische tijden het nog aan durfden het risico dezer tentoonstelling te dragen, doch dank zij de belangrijke financieele bijdrage die de Minister van Economische Zaken voor deze tentoon stelling beschikbaar stelde, was dit risico minder bezwaarlijk. Het is dan ook een behoefte, bij de ope ning van deze tentoonstelling aan Z.Ex. namens het Tentoonstellingsbestuur voor dezen zeer gewaardeerden steun onze groote erkentelijkheid te betuigen. Waar Boskoop sedert 1913 geen belang rijke tentoonstelling meer heeft gehouden, zijn nu weer alle krachten ingespannen de oude roem, die Boskoop op dit gebied bezit, opnieuw te bevestigen. Deze tentoonstelling, die door slechts een veertigtal Boskoopsche kweekers ls ingericht, zal u allen straks bij de rond gang een geheel ander beeld te zien geven dan elke andere bloemententoonstelling, wanneer en waar dan ook gehouden. Wij hebben in deze tentoonstelling een geheel andere gedachte gelegd voor het gebruik van Boskoopsche planten, zoowel in kleine als grootere hoeveelheden. Wij willen hiermede laten zien op welke wijze het prachtig Boskoopsch materiaal aan de natuur kan worden aangepast, wij beoogen hiermede een bijzondere reclame voor onze gewassen: wij hopen, dat deze wijze van beplanting ingang zal vinden, waardoor het gebruik van onze planten in ruime mate zal toenemen. Het is de heer Emll Struve, die mij op meesterlijke wijze met dezen aanleg ter zijde stond, die ln dezen aanleg zijn eigen gedachte heeft gelegd en waardoor onge twijfeld het succes dezer tentoonstelling belangrijk zal worden verhoogd. Wij willen u ook op deze tentoonstelling laten zien wat de laatste jaren op het ge bied van nieuwe planten ln Boskoop is bereikt, wij laten u zien de mooie vormen en kleuren de laatste jaren door kruisin gen of selectie bereikt, wij willpn opnieuw de wereld toonen wat Boskoop heeft voort gebracht. In deze voor Boskoop zoo moeilijke tij den vragen wij de belangstelling van ons geheele land. wij vragen u allen, wanneer gij een rondgang door de tentoonstelling hebt gemaakt en gij zljt daarover voldaan, het aan anderen te zeggen: dit zal voor ons de grootste voldoening zijn. Boskoop dat in de goede jaren een ult- voercijfer had van ruim zes millioen gul den. zag dit tot op 1/6 verminderen: van welke beteekenis dit is voor een gemeen te, die zoo goed als geheel van het bui tenland moet bestaan, behoef ik u niet neder aan te duiden. Niet wetende wat het einde zal zijn van de maatregelen, die het buitenland ten opzichte "an onzen export nog zal nemen, werken de kweekers voort in de vaste overtuiging, dat betere tijden zullen vol gen, dat de belemmerende maatregelen voor onzen uitvoer zullen verdwijnen en de welvaart in onze gemeente weer zal tcrugkeeren. Ik besluit dit welkomstwoord met u allen hartelijk dank te zeggen voor uwe belangstelling en onze groote erkentelijk heid te beluigen aan de binnen- en bui ten'-ndsche Juryleden voor hun komst naar Boskoop en voor hun zeer gewaar deerden arbeid op onze tentoonstelling geboden. Met den innigen wensch, dat het be zoek van onze collega's met het buiten land tot de zoo zeer gewenschte goede verstandhouding moge bijdragen, geef lk hiermede het woord aan den vertegen woordiger van Z.Ex den Minister van Economische Zaken, den heer Ir. Roe- i broek, Directeur-Generaal van Landbouw, die zich gaarne bereid heeft verklaard de tentoonstelling te openen. Rede van Ir. Alph. Roebroek. Ir. Alph. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw verrichtte hierop de officieele opening met een interessante rede, waaraan wij het volgende ontkenen: „WIJ staan midden in den grooten we- reldstrljd, welke kunstmatig gevormde economische eenheden tegen elkander voeren. Vergeten schijnt de leer, dat ieder volk zich in het bijzonder dient toe te leggen op datgene, waartoe het door zijn aard. zijn ligging, bodem- en klimaat is voorbestemd. Dagelijks grooter worden de moeilijkheden, welke het Internationaal verkeer ondervindt en dagelijks zwaar der worden de gevolgen hiervan, voor den welstand van ieder afzonderlijk. Onder deze omstandigheden, organiseert Boskoop een dag van bloemen: „Boskoop giving beauty to the world," Deze daad getuigt van ondernemings geest, Wat ls er schooner: De bloemen, welke wU zullen zien, of den moed, om ze te laten zien? Het antwoord op deze vraag geeft ons niemand minder dan mi nister Colijn, als hij schrijft: „Boskoops plantenrijkdom ls mooi, de energie van zijn bevolking ls nog mooier". Op dit oogenblik gaan onze gedachten onwillekeurig terug naar de Boskoopsche tentoonstelling van 1911, welke hier en ln den vreemde zoo veel indruk heeft ge maakt en de faam van dit centrum van bloemencultuur opnieuw heeft verbreid. De eerste jaren na de tentoonstelling van 1911 ging het de boomkweekerij, on danks de hooge invoerrechten van Duitsch land en de toenemende moeilijkheden tengevolge van de phytosanitaire maatre gelen der Ver. Staten, met den export in zijn geheel bepaald voor den wind. De uit voer steeg van Jaar tot jaar, van 13 mil lioen KG. in 1911 over 14 millioen K.G. in 1912 en 16 millioen in 1913 tot 18"i millioen K.G. ln 1914. Zoo werd 1914, waarin de groote wereldoorlog begon, een recordjaar met een exportkwantum, dat eerst tien jaar later opnieuw en sinds dien niet meer bereikt werd. Direct na het begin der vijandelijkhe den werd de uitvoer naar België en Frankrijk onmogelijk; in 1916 verboden Duitschland en Engeland den invoer van boomkweekerij producten als luxe-artike len. In 1916 werd dit voorbeeld gevolgd door Oostenrljk-Hongarlje, terwijl de af kondiging van den onbeperkten duikboot oorlog den export naar Noord-Amerlka nagenoeg geheel verhinderde. De export was gedaald tot een minimum van 4'/« millioen K.G. De toenemende binnenland- sche vraag vermocht bij de geweldige overproductie een catastrophale prijsda ling niet te voorkomen, de teelt van groenten, snijbloemen enz. geen redding voor het bedreigde bestaan te brengen. Deze redding bracht zelfs het einde van den oorlog in 1918 niet. Wel nam de uit voer toe, van 8 millioen K.G. in 1918 tot li1/! millioen K.G. in 1919, maar de uit voerwaarde daalde van 4'/j millioen gul den in 1919 tot 3 3/4 millioen in 1920 en '21. Dit is een millioen gulden lager dan voor den oorlog ln 1913. Niet vreemd daar aan was, dat de Ver. Staten in 1919 den invoer van boomkweekerij-producten voor goed verboden. In die moeilijke periode werd de Nederlandsche boomkweekerij en vooral de Boskoopsche, echter niet aan haar lot overgelaten. Reeds in Maart 1915 werd op initiatief van H. M. de Koningin het Koninklijk Nationaal Steuncomité opgericht ten bate van hen, wier onder nemingen door den wereldoorlog in moei lijkheden waren geraakt. Kleine midden standers werden op gemakkelijke voor waarden aan kleine credieten geholpen, later ook grootere middenstanders, voor al boom- en bloembollenkweekers aan grootere credieten. Zoo werd op de Staats- begrooting voor 1918 100.000 gulden uit getrokken als garantie voor credieten aan boomkweekers. Van dit z.g. midden- standscredlet werd door de Boskoopsche boomkweekers echter slechts plm. f. 60.000 opgenomen. Doch aan het Boskoopsche Comité tot Hulp aan Kweekers, dat voor namelijk door het initiatief van den heer J. H. van Straaten van Nes en burge meester dr. V. Rutgers tot stand kwam, werd bovendien door het Kon. Nat. Steun comité in November 1915 een bedrag van f. 100.000, later verhoogd tot f 200.000 toe gezegd en in termijnen vrijwel geheel uit gekeerd om van kweekers, die tengevolge van den wereldoorlog gevaar Hepen hun bedrijf ie moeten opgeven, boomen af te koopen om hen daardoor te helpen aan contanten in de beurs en plaatsruimte in de kweekerij. Aldus moest worden voor komen, dat na den oorlog de kweekerijen onvoldoende voorzien zouden zijn van gangbare artikelen om te voldoen aan de dan te verwachten vraag. De aldus afge kochte artikelen moesten zooveel moge lijk zonder de belangen van den binnen- landschen handel te schaden in het bin nenland worden verkocht. Gelijk ik bo ven met cijfers aantoonde, bleef de eerste jaren na den oorlog, de verwachte groote vraag van het buitenland, dus de herle ving van den export, uit, zoodat velen het vertrouwen in de toekomst der boom kweekerij begonnen te verliezen. Echter niet de regeering. want op de Staatsbe groting van 1920 werd f. 25.000 uitge trokken ter bestrijding der uitgaven, wel ke mochten voortvloeien uit de garantie voor credieten en hulpbehoevende boom kweekers en bona fide tuinders. De hier voor noodige credietorganisatie ontving den naam van „Regeeringscommissie voor het Kweekerscrediet", begon haar werk zaamheden in 1920 en beëindigde ze in 1921 Ze verleende aan de Nederlandsche boomkweekerij credieten tot een bedrag van ruim f. 650.000, waarvan bijna een derde aan het Boskoopsche centrum. De liquidatie dezer voorschotten werd eerst ln 1930 beëindigd en daarbij hebben de Boskoopsche credietnemers zich niet het slechtst getoond. Doch laat' lk in het kort de bloeiperiode schetsen, welke begon, toen Duitschland in 1923 het invoerverbod op boomkweekerij-artikelen ophief. De uitvoer steeg ln 1923 tot 15 millioen K.G., in 1924 tot 18 millioen K.G. doch daarna begon een daling tot 15'/: millioen K.G. in 1929. De uitvoerwaarde steeg echter nog regelmatig en bereikte in 1930 een bedrag van 7 millioen gulden. Overpro ductie en werkloosheid verdwenen, de prijzen van producten en grond, de land- huren en werkloonen stegen en rijkelijk vloeiden de belastingen weer in de schat kist. Het vertrouwen van kweekers en re geering in de toekomst was niet be schaamd. De verzorging der culturen en de verbetering der sortimenten, hielden daarmee gelijken tred. Helaas vertoonden zich "net volgend laar ook in de boomkweekerij teekenen van overproductie als gevolg van den In getreden wereldcrisis. De koersdaling van het betaalmiddel in Engeland en Scandi navië en invoerrechten op rozen in En geland en Canada deden ln 1931 de ex port Inzinken tot 13millioen K.G. ter waarde van 4V: millioen gulden, dus tot beneden het peil van bijna 20 jaar gele den (1913 had een uitvoer van 16 millioen K.G. ter waarde van 4 3/4 millioen gul den). De prijzen voor producten, land en arbeid, daalden weer 'onrustbarend. Ir. Alph. Roebroek. Alleen de vraag van het buitenland niet roekelooze uitbreiding in de goede jaren was hiervan de schuld. Van 1911 tot 1931 steeg de oppervlakte hier te lande met boomkweekerij-gewassen beteeld van 2500 tot 2700 H.A., dus niet noemenswaard. Ook kon men de boomkweekerij niet ten laste leggen, dat zij niet met haar tijd meeging ln technische vervolmaking. Zij is eenvou dig het slachtoffer geworden van het toe nemend protectionisme en de verminderde koopkracht in haar afzetgebied. Dit is de regeering bekend. Zij weet bovendien, dat de boomkweekerij een echt-inheemsche eeuwenoude cultuur is, welke hare beoefe naren tot voor korte jaren een welstand schonk, welke ligt boven het gemiddelde welvaartniveau onzer agrarische bevolking, welke door haar groote arbeidsintensiteit, de handelsbalans van ons land gunstig be ïnvloedt en door de superioriteit harer producten den Nederlandschen naam in den vreemde hoog houdt. Reeds meer dan 35 jaren de Duitsche invoerrechten dateeren van 1896 wist ze zich op de wereldmarkt schitterend te handhaven en haar bedrijf technisch en commercieel op de hoogte van den tijd te houden. Daarom blijft de regeering haar en voor al Boskoop helpend terzijde staan, zooals ze ook nu weer ondubbelzinnig getoond heeft door crediet verstrekking, afkoop van overproductie, aansluiting aan het spoorwegnet, subsidie voor tentoonstel lingsgebouw, verzorging van den Planten- ziektenkundigen Dienst, tuinbouwonder- wijs en tulnbouwvoorlichting. Het verheugt haar, dat dit alles door de Nederlandsche boomkweekerij en vooral de Boskoopsche, erkend en gewaardeerd wordt. Ik zou te uitvoerig worden, indien ik dit alles zou willen bewijzen. Laat ik daarom volstaan met een enkel voorbeeld, n.l. de waardeering van het tuinbouwonderwijs hier ter plaatse, waaraan de regeering jaarlijks niet onbeduidende sommen ten koste legt. Boskoop bezit de oudste tuinbouw-win- tercursus van ons land en deze wordt thans reeds bijna veertig Jaren onafgebro ken gehouden. De laatste jaren, zelfs met drie klassen, samen met plm. 60 leerlingen. Daar vindt de kleine kweeker de hem pas sende theoretische vakopleiding. De Rijks tuinbouwschool is een jaar jonger. Zij werd in 1898 opgericht en is bestemd voor de grootere kweekers en toekomstige ex porteurs. Na 34 eindexamens leverde ze 652 gediplomeerden af en daarvan 162 of pl.m. 25 °'o uit het Boskoopsche centrum. Waar zij aldus in een tijdvak van pl.m. 35 jaar reeds 162 oud-leerlingen mocht af leveren aan het Boskoopsche bedrijf, dat pl.m. 800 ondernemingen telt mag men spreken van een gelukkige harmonie ln de waardeering van theoretische en praetische vakopleiding. Naast het tuinbouwonderwijs is de, eveneens onder de directie van den Land bouw ressorteerende Plantenziektenkundi- ge Dienst voor Boskoop van groote betee kenls. hetgeen in dezen kring niet nader behoeft te worden betoogd. In dit verband is het mij een behoefte te getuigen van de bijzondere hoedanigheden van den contro leur Zwartendijk als technisch ambtenaar. Toen lk korten tijd geleden een bezoek aan Boskoop bracht werd ik er door getroffen, in welke gelukkige harmonie hij verant woordelijkheidsbesef wist te paren aan samenwerking met de mannen van de practijk, zoo dikwijls er moeilijkheden moesten worden overwonnen. Ik verheug mij daarin en spreek er openlijk mijn waardeering over uit. Het systeem van Inspectie is gebouwd op de loyale mede werking der exporteurs. Ik constateer met genoegen dat deze medewerking er ls, doch ik moge er aan toevoegen, dat ook hier wederom de hand van Zwartendijk zijn invloed doet gelden Wat de Plantenziektenkundige Dienst verder ook in het buitenland (in Washing ton en eldersl deed. om de moeilijkheden, uit sanitaire maatregelen voortspruitende, te overwinnen, ls algemeen bekend. Merk waardig is de toeneming van het aantal landen, welke het noodig achten, voor schriften ten aanzien van de gezondheids toestand van boomkweekerijgewassen te geven. Ik zal mij er maar niet in verdiepen in hoeverre deze maatregelen hehoTlifk gemotiveerd kunnen "'orden geacht. Gelukkig is de plantpnziektekundigen dienst wel zoo wetenschappelijk toege rust, dat zij overal daar. waar de grond slag van een maatregel niet juist is, dezen grondslag voor de betreffende regeering RECLAME. 2473 Om de natuurlijke schoonheid van Uw tanden te voorschijn te doen komen, behoeft U slechts de tandfilm te verwijderen. Tandfilra is dat kleverige laagje op de tanden, dat U met de tong kunt voelen* Het verwijderen van tandfilm is de voornaamste taak van Pepsodent. Thans is Pepsodent hiertoe nog beter in staat dan ooit te voren. Zijn nieuwe reinigende en polijstende stof verandert in korten tijd het uiterlijk der tanden. Gebruik Pepsodent. Ziet op welk een snelle en onschadelijke wijze het de tanden een schitterende glans geeft. VERLAAGDE PRIJZEN 45 ets. en 70 ets. Per tube. kan blootleggen, en zoodoende het hare ertoe bijdraagt, handelsbelemmeringen van dezen aard op te doen heffen. Plantenziektekundigen dienst en Rijks- landbouwconsulent hebben in gelukkig begrijpen van elkanders taak samenge werkt en de Boskoopsche kweeker heeft hieruit zijn voordeel weten te trekken. Tot mijn genoegen mocht ik dit bij her haling uit den mond van kweekers ver nemen. Het is bekend, dat Boskoop in het algemeen de medewerking der overheid ten zeerste heeft weten te waardeeren, al kon zij dan ook niet aan aller verlangens tegemoet komen, In het bijzonder heeft die waardeering zich geuit ten aanzien van aansluiting van Boskoop aan het spoorwegnet, ten aanzien van den afkoop ook van de overproductie. Ik begrijp, dat men een nog ruimeren afkoop en bovendien hoogere verkoopprij zen zou wenschen. Maar anderzijds moet men niet voorbijzien, dat er grenzen zijn aan hetgeen de overheid kan doen. Moge de toekomst blijven getuigen van een goede samenwerking tusschen Bos koop en de regeering. Vertrouwend, dat deze wensch moge worden vervuld en in de hoop, dat onder Gods onmisbaren ze gen, de arbeid neergelegd in deze tentoon stelling, aan Boskoop en de Boskoopsche kweekersstand ten goede moge komen, verklaar lk de tentoonstelling 1935 voor geopend. Rede van den Burgemeester. Mr. Verkerk. Hierop sprak burgemeester Verkerk als volgt: Te dezer plaatse wensch ik, als burge meester van Boskoop, den voorzitter van de bloemententoonstelling Boskoop den heer J. H. van Straaten van Nes dank te zeggen voor wat hij ter bevordering onzer cultures voor de totstandkoming der spoorlijn heeft gedaan. Toen 6 October 1934 de spoorlijn GoudaWaddinxveen Boskoop—Alphen was geopend, dachten Spoorwegen en Waterstaat, dat het aan tal noodlijdende spoorlijnen met één was vermeerderd. Dwars tegen elke verwach ting in, doch geheel overeenkomstig Bos koopsche traditie: „niet doen of goed doen", heeft onze Spoor het laatste ge kozen. Maar nu zijn ook al degenen, die meewarig het hoofd hebben geschud over Hollands nieuwste spoorlijn aan ons ver plicht in de komende veertien dagen een maal van deze spoor gebruik te maken. De spoor is de ontsluiting van Boskoop voor een tentoonstelling van tljdelijken aard. maar ook de ontsluiting van Bos koop als permanente tentoonstelling, als woongemeente van minnaars van bloem en plant en vrije open bebouwing! Ik heb gezegd. Op al deze redevoeringen volgde een luid applaus, waarna men met de groot ste belangstelling de fraaie expositie be zichtigde. Te 4 uur vond een thee plaats ten gemeentehuize, waar eveneens door den burgemeester en anderen gesproken werd. De feestelijke openingsdag zal heden avond besloten worden met een diner ln het gebouw Flora. Op een en ander komen wij nader terug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9