„Gasaanval'' op Berlijn - De oudste inwoonster van Nederland LIEFDE EN P0UT1EK 76,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. HET GENERAAL VAN HEUTZ-MONTMENT op het Olympiaplein te Amsterdam, dat zijn yoltooing nadert. BERLIJN IN 'T DONKER, sHet centrum van Berlijn tijdens de luchtafweer- oefenipgen geheel in 't donker gezet, om onzichtbaar te blijven voor vliegtuigen. DE GROOTSTE SCHOONHEIDSSALON TER WERELD - is te Londen geopend door miss Florence Desmond. Kapsels uit k(Y-l-n.r.) 1932, 1935, 1911 en 192d„ OPOE TJADEN TE GRONINGEN de oudste inwoonster van Nederland, 29 Maart 106 jaar. Opoe maakt nog dagelijks achter haar oude karretje een wandeling door de stad. wordt AM ERIK A'S NIEUWSTE NEGER STER Jesse Owens uit Cleve land, een van de beste 100 meter- loopers van Amerika. DE ENGELSCHE VL00TMAN0EUVRES. - Een vliegtuig bij het verlaten van moederschip Eagle". De stoom uit het buisje yoor op het schip geeft de windrichting duidelijk aan. het door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling W. H. C. B. 9) „Misschien, als hij geen dingen in het verborgen doet en het ons eerst verteld als het te laat is om ze ongedaan te maken. Dan kunnen wij niets meer doen". „En gelooft u, dat zij zal toegeven in dien haar vader op dat huwehja ge steld is?" „Nooit", antwoordde de gravin met na druk. „en als zij bereid is om te zwichten, zou ik zulk 'een opoffering nooit dulden. U kent onze prinses nog niet. Zij heeft een groot plichtsgevoel en zij zou niet aarzelen zich binnen zekere grenzen op te offeren. Zij zou een man kunnen trouwen, die zij juist zou kunnen dulden ik zeg niet, dat zij zoover zal gaan maar nooit een man, waarvan zij een afkeer heeft. Voor zij een dergelijken stap zou doen, zou de troon van Slavonië eerder ineen storten." Gerald gevoelde zich merkbaar opge lucht. Nada's oordeel over de prinses kwam overeen met het zijne. „U wilt natuurlijk gaarne een oogenblik met haar spreken, nietwaar?" vroeg de gravin thans." „Ik zou dolgraag een lang gesprek met haar voeren, maar dat zal aan dit strenge hof wel niet mogelijk zijn." „Alles is mogelijk", antwoordde Nada, met een ondeugend lachje. „Wij zullen daarvoor wel gelegenheid vinden, als de dans met den Duitschen prins voorbij is." En die gelegenheid kwam eerder dan verwacht werd. Prins Albert had afscheid van prinses Zita genomen en zij stond thans eenigszins afgezonderd. De hofdame trad met Gerald op haar toe. Zij bood hem haar hand en sprak op gedempten toon. „Het doet mij veel genoegen u weer te zien, mijnheer Danecourt. Ik denk terug aan de vroegere dagen in Vanina." Hij boog en sprak op fluisterenden toon. „Ik zou gaarne eens rustig met Uwe Koninklijke Hoogheid spreken om alles omtrent Vanina te hooren. Zoudt u mij daarvoor in de gelegenheid willen stel len?" Zij aarzelde een oogenblik voor zij ant woordde. „Het is wel moeilijk, maar ik zou u ook gaarne willen spreken. Morgenoch tend heb ik een onderhoud met den kei zer. Ik ben zeer benieuwd wat hij mij heeft mede te deelen. Ik zal de gravin medenemen. Na dat onderhoud zal ik naar de Haupt-Allee van het Prater gaan. Kom daar bij mij. Hij boog en ging heen. Zijn hart klopte snel in het vooruitzicht van deze ontmoe ting. Morgen in het Prater. Dat zou hij niet vergeten. HOOFDSTUK VI. Den volgenden morgen maakte de prin ses, vergezeld van de gravin von Salzburg, haar opwachting bij den ouden keizer. Haar vriendelijk Jong hart, dat mede leefde met de lijdende menschheid, kreeg een gevoel van medelijden bij het zien van den grijzen monarch. Hij was een bijzondere figuur, al was hij geen groot man. Een man met vele zor gen, steeds door het noodlot vervolgd. Vele sombere herinneringen moeten hem ver vuld hebben, toen hij haar begroette, de dochter van den koning, tegen wien hij listig intrigeerde. Ja. waarlijk, spookgestalten omringden dezen grijzen monarch voortdurend. De zelfmoord van zijn eenigen zoon, de moord op zijn schoone gemalin, die hij uit liefde had gehuwd! De geesten van deze beiden spookten ongetwijfeld steeds door het pa leis. Toch glimlachte hij en groette hij de jonge prinses uiterst, vriendelijk. Hij keek naar de hofdame Zijn geheu gen liet hem niet in den steek. Hij herin nerde zich haar naam zeer goed „Indien freule von Salzberg mij wil ver ontschuldigen. dan wenschte ik gaarne onder vier oogen met de prinses te spre ken." Nada boog en trok zich bescheiden terug in de aangrenzende kamer. De keizer begon onmiddellijk over het onderwerp, dat hij wenschte te bespreken. Hij sloeg een vaderlijken toon aan. „Ik begrijp, mijn lieve Zita, dat gij in het huwelijk wenscht te treden met prins Albert van Weimar-Eisenach. Als dat ge beurt zal ik zeer voldaan zijn Zulk een verbintenis, dat weet gij, zou de vriend schap tusschen Slavonië en Oostenrijk versterken. Uw vader schrijft mij, dat hij op dat huwelijk zeer gesteld is. Ik geloof dat hij dat verstandig inziet. En hoe denkt gij er persoonlijk over? Dat is natuurlijk een voornaam punt!" Prinses Zita bloosde. „Het spijt mij te moeten zeggen, dat ik zeer weinig belang in prins Albert stel", antwoordde zij op nederigen toon. Zij was moedig, doch de macht, die in deze oude muren huisde, maakte haar verlegen. Er vertoonden zich rimpels op het voor hoofd van den keizer, maar hij bleef vriendelijk. „Gij zijt jong en misschien beseft gij niet volkomen de verplichtingen, die op u nisten. Wij allen van koninklijken bloede moeten maar al te dikwijls onze persoon lijke neigingen op zijde zetten. Wij kun nen niet trouwen met de vrouw of man onzer keuze; wij moeten bij het aangaan van een huwelijk alleen rekening houden met de belangen van het rijk". Zij boog het hoofd. Zij begreep dat zij dezen ouden, machtigen monarch te vriend moest houden en daarom ant woordde zij op zeer diplomatieke wijze Hij was een oude rot en zij was, om zoo te zeggen, nog een beginneling, maar zij zou hem aan het lijntje houden om tijd te winnen. „Ik zal ernstig nadenken over hetgeen uwe majesteit heeft gezegd. Wij zijn zulk een bescheiden koninklijke familie, dat ik niet gedacht had, dat onze huiselijke aan gelegenheden van eenig belang konden zijn voor de Europeesche politiek. Ik be merk nu echter dat dit wel degelijk het geval is en daarom zal ik over een huwe lijk met prins Albert ernstig nadenken". De keizer lachte goedaardig. Zij had hem geheel overrompeld. In zijn zelfgenoeg zaamheid verbeeldde hij zich een volgzame jonge vrouw voor zich te zien, die geheel bereid was om aan zijn keizerlijken wil te gehoorzamen om op zijn verzoek een man te trouwen, aan wien zij het land had. Hij vroeg daarna naar het leven in Va nina en naar de gezondheid van koning Nicolaas: Bezwaarden hem de staats zorgen? Op al deze vragen gaf de prinses ant woord. Het verbaasde haar dat Frans Jozef zoo vriendelijk over haar vader sprak. Uit goede bronnen wist zij, dat hij eerder een vijand was dan een vriend. In het gesprek dat verder volgde, maakte de keizer een fout, die zijn jeugdige be zoekster niet ontging. Hij sprak van den Slavonische oud-minister van Buiten- landsche Zaken, een zekere Loukoff, als „mijn goede vriend". De prinses vergat een oogenblik haar zelfbeheersching. „Loukoff was een volsla gen verrader, uwe majesteit. Zijn verraad werd bewezen, maar hij was zoo handig om te ontsnappen voor men hem openlijk kon aanklagen" Frans Jozef haastte zich om duidelijk te maken wat hij bedoelde. „Natuurlijk, natuurlijk, mijn lieve Zita. Ik dacht aan hem, toen hij nog een eerlijk dienaar van uw vader was. Ik had die on aangename episode vergeten. Die schurk heeft uw vader schandelijk bedrogen!" De prinses toonde zich wederom bemin nelijk. Die ongelukkige opmerking had een schaduw geworpen over het onderhoud. Zij had het masker een oogenblik zien vallen. Loukoff, de verrader, was nog steeds „in de keizerlijke oogen een goed vriend". Zij namen op vriendschappelijke wijze afscheid. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5