LIEFDE EN POLITIEK
76*te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
1 lOY(X I lQ tlGGTïlSLGClG opening van do tentoonstelling werd namens het uitvoerend comité der tentoonstelling een groote mand met 500 tulpen aan de Koningin op het
FEUILLETON.
7~*7 1 Ci O j TT i 7 Links: de opening van de groote bloemententoonstelling ,,Flora 1935" te Heemstede door minister Steen berghe. Mjddenop het tijdstip van de
Paleis Huis ten Bosch aangeboden. Rechts: Volendam op de bloemententoonstelling.
DE VERLOVING VAN PRINSES INGRID VAN ZWEDEN EN KROON
PRINS FRED ERIK VAN DENEMARKEN. De prins en de prinses te
Stockholm gefotografeerd.
EEN JAPANSCH ESKADER met de kruisers „Yakumo" en Yuwate" verliet de
vlootbasis van Yokosuka voor een reis naar Australië en het Zuidzee-ge-
bied. De Japansche marine-minister spreekt de officieren aan boord
van den kruiser „Asama" toe.
DE DAMES-ACHT VAN DE CAMBRIDGE-
LI NIVERSITEIT brengt haar boot voor 't
eerst in dit seizoen buiten, voor de training
voor den wedstrijd tegen de Oxford-acht.
door WILLIAM LE QUEUX.
Vertaling W. H. C. B.
4)
De lunch was geëindigd en Danecourt
stond op. „Mijne heeren, goedendag. Het
is een interessant geval en het beursje is
zeer zeker een aanwijzing. De politie moet
in staat zijn om spoedig de hand te leggen
op de eigenares".
Om vier uur 's middags zat hij in zijn
kamer in Brown's Hotel te wachten op het
bellen van de telefoon.
Dat geluid deed zioh spoedig hooren en
hij herkende onmiddellijk de stem van de
dame, aan wie hij eenige uren geleden een
telegram zond.
„Het speet mij, dat ik niet op den afge
sproken tijd kon komen", zeide hij. „Ik
wilde nog eenige uren in de stad blijven
in de hoop verdere bijzonderheden te
hooren".
„En heeft u nog iets gehoord?" vroeg
de stem aan de andere zijde.
„Niet veel, alleen een kleinigheid, die
overeenstemt met mijn vermoedens".
Nadat was afgesproken, dat hij den
eerstvertrekkenden trein naar Brighton
zou nemen, werd het gesprek afgebroken.
Het was etenstijd toen hij daar aan
kwam. Zijn dlschgenoote van den vorigen
avond wachtte hem op.
„Ik geloof, dat ik ondoordacht heb ge
handeld door u te vragen om op dit uur
hier. te komen", zeide zij, terwijl zij hem
met een lieve glimlach begroette. „Maar ik
was erg verlangend om met u alles te be
praten. De brave Felix Salcedo was zulk
een goed vriend van ons allen. Hoe wilt
u? Wilt u eerst dineeren en mij daarna
ontmoeten? Het zou natuurlijk te gevaar
lijk voor u zijn om in Hotel Bristol te
komen. Niemand zal mij waarschijnlijk
herkennen, maar wat u betreft, ben ik
daarvan niet zeker?"
Danecourt zeide haar, dat hij geheel ter
harer beschikking was en na eenige aarze
ling gaf zij te kennen, dat naar haar mee
ning een dinei* nu een zaak was van te
ondergeschikt belang.
„Ik kan iets eten als ik weer thuis kom",
zeide zij, „en er zijn hier in Brighton vele
gelegenheden, waar u kunt gaan eten als
wij afscheid van elkaar hebben genomen.
Laten wij naar Hove wandelen. Als wij
daar zijn, zit iedereen aan tafel en zullen
wij volmaakt veilig zijn".
„Gelooft u niet dat Freule von Salzberg
ongerust zal worden?" vroeg hij belang
stellend.
Zij glimlachte met dien lieven lach, die
haar zoo aantrekkelijk maakte en hem in
vuur deed geraken.
„Heelemaal niet. Ik ben ook een halve
diplomaat. U heeft mij voorzichtigheid ge
leerd. Ik heb haar gezegd, dat zij niet op
mij behoefde te wachten, dat ik u zou ont
moeten en dat ik niet kon zeggen waar wij
heengingen Zoolang ik binnen behoor
lijken tijd thuis ben, zal zij geen omroeper
te hulp nemen".
Zij wandelden langzaam naar Hove.
Zooals miss Bettini had vermoed, ontmoet
ten zij geen bekenden. Zij gingen op een
bank zitten en begonnen te spreken over
de gebeurtenissen, die hen beiden zoo had
aangegrepn.
„Arme, goede Salcedo!" mompelde zij,
„uw bericht gaf mij een vreeselijken schok.
Hij was zoo'n trouw vriend van mijn vader.
De laatste keer, dat ik hem sprak in
Vanina, en dat is nog maar veertien dagen
geleden, gaf hij mij nog bewijzen van zijn
verknochtheid. Vertel mij nu eens alles, ik
ben daar zoo verlangend naar. U heeft er
natuurlijk veel over nagedacht. Hoe denkt
u over deze zaak?"
Hij vertelde haar alles wat hij had ge
hoord van Vincent Power, van het vinden
van het beursje en van het openen van de
tasch.
„Eenige dingen zijn mij duidelijk", be
sloot hij. „Salcedo had papieren bij zich,
toen hij op reis ging, zij waren niet in de
tasch, toen hij die in bewaring gaf, zij zijn
dus niet in het kantoor van het hotel
gestolen
„Indien hij de documenten mede heeft
genomen naar zijn kamer, dan zijn zij na
tuurlijk gestolen door den moordenaar",
merkte miss Zita op.
„Zeg liever de moordenares", viel Gerald
haastig in de rede.
„Wie verdenkt u?" vroeg het meisje ont
roerd.
„Die vrouw Stephanie", was zijn be
slist antwoord.
Zita Bettini huiverde. „Die vreeselijke
vrouw! Zij staat voor niets, dat is zeker".
„Ik moet u nog iets anders vertellen. Op
zijn rit van Piccadilly naar het hotel
Majestic veranderde Salcedo zijn plannen.
Hij heeft zich eerst in het hotel willen in
schrijven onder zijn eigen naam, anders
had hij mij bericht gezonden om naar
Madden te vragen".
Zij knikte. „Ik begrijp het. Onderweg
heeft hij vermoedelijk Stephanie gezien en
begrepen, dat zij hem naging; indien hij
in leven was gebleven zou hij u hebben
ingelicht. En gelooft u dat die papieren
iets inhouden wat ons aangaat?"
„Daarvan ben ik zeker. Ik ben er vast
van overtuigd dat hij alleen naar Londen
kwam om mij te spreken. Jammer dat hij
zoo weinig mededeelzaam was, maar hij
hield niet van brieven schrijven. Indien hij
mij maar iets had laten weten, zelfs in ge
heimschrift, dan zou ik eenige zekerheid
gehad hebben".
Zij bleven nog praten, steeds over het
zelfde onderwerp, tot de schemering in
viel. Het meisje stond met een zuoht op.
„Nu moet ik teruggaan, anders wordt
Nada ongerust en gelooft zij dat ik ver
dwenen ben. Wij loopen een eind samen op
en dan nemen wij afscheid. U zult wel
uitgehongerd zijn".
Zij legde haar hand op de zijne en keek
hem glimlachend aan. „Ik heb de goede
Felix Salcedo verloren", zeide zij met
zachte stem, „maar ik heb u nog over.
Geen vrouw kan een beter vriend wen-
schen. Hoe dank ik u voor uwe groote
vriendschap en uwe toewijding?"
Hij kuste de slanke hand, die hem wel
licht met meer hartstocht werd toegesto
ken dan een zuivere vriendschap recht
vaardigde, Hoe groot was zijn verlangen
om haar in zijn armen te sluiten en haar
mooie lippen te kussen.
In haar tegenwoordige gemoedsstem
ming zou zij dat zeker kwalijk hebben ge
nomen Zijn vurige opwelling werd weer
gevolgd door de nuchtere gedachte, die
hem steeds in toom hield. .Tusschen hen
was een kloof, die nooit kon overbrugd
worden, een slagboom, die geen van beiden
kon wegnemen.
Hij had haar hartstochtlljk lief, maar hij
zou haar nooit over zijn Uefde durven
spreken. Alleen door onbaatzuchtige trouw
kon hij haar te kennen geven, dat zij de
eenige vrouw in de wereld was, voor wie
hij bereid was zijn leven in de waagschaal
te stellen.
En toch, en tochzong het zachte
ruischen van de zee een liefelijkemuziek
in hunne ooren.
De prachtige avond en de omstandig
heden, waren hem gunstig gezind. Op zulk
een oogenblik zou de sterkste vrouw zich
niet kunnen bedwingen en de vurige liefde
van den aanbidder beantwoorden. Hij wist
zich echter te beheerschen en hield de
hartstochtelijke woorden in, die op zijn
lippen brandenwoorden, die hem voor
altijd uit haar tegenwoordigheid zouden
verbannen hebben.
Bij het binnenkomen van Brighton
namen zij afscheid van elkander. Hij
haastte zich naar een restaurant om vlug
iets te eten voor hij den laatsten trein
naar Londen nam.
Het jonge meisje wandelde in gedachten
verzonken, langzaam naar haar hotel, ver
vuld van den Jongen man, die haar juist
verlaten hgd.
Toen zij het hotel Bristol binnen ging,
kwam zij een zorgvuldig gekleed man
tegen met een donker uiterlijk. Zij had
hem herkend, doch draaide haar hoofd af,
in de hoop hem te vermijden. Dit bleek een
vergeefsche poging te zijn.
De man nam beleefd zijn hoed af, boog
zeer diep en sprak haar in gebroken
Engelsch aan.
„Dit had ik werkelijk niet verwacht. Ik
kon niet vermoeden dat Uwe Koninklijke
Hoogheid in Engeland vertoefde".
(Wordt vervolgd).