,W A F' RAADSELS. TWEE RAKKERS OPLOSSINGEN. ANEKDOTEN. Tkt Jen hi tdi 1 z Fi AADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE lEZEN, DE GROOTEREN MOETEN 4, DE KLEINEREN 3 GOEDE OPLOSSINGEN INZENDEN. Ingezonden door Jannie Heetveld. Mijn geheel bestaat uit 9 letters mijn rste 4 letters is een jongensnaam, mlin »tste vijf is iets eetbaars, mijm geheel et ons lachen. n. Ingezonden door Geertruida Pelt. Ik ben een plaats waar eenmaal een note veldslag werd geleverd, ik besta uit letters. 1, 2. 3. 4. 5 is nat. fi. 7. 8 een rstelijke woning in ons land. 01 Le m. Ingezonden door Lenl Groeneveld. Het e ben ik een oude vrouw, met a ïg 11c laag. met o ben ik een bundeltje, oo ben ik niet vriendelijk, met aa b ik heel wat te zeggen, met ie ben ik igzaam. met u rijd ik. IV. Ingezonden door drietal Gottmer. lEen stadje in Nederland van 3 letter ed men. 9 letters. 1. 2 ziet men als het est. 3 4 ls een lengtemaat. 5. 6, 8. 7. 9 een verkorte meisjesnaam. he en ie n o Ingezonden door Cor en Henk Bousle. n Wie heeft tanden en kauwt of bijt w« nooit? uk b I wi n tap rle: SCj >ev del o dr fcP c en rei i B en iöe CM) be ati aa v igu n ei en nu ju Ll ia! roe Ut ;en rgo all TR V. VI. Ingezonden door Koos Nieboer Al ben ik groot, al ben Ik klein. Een voet lang moet ik altijd zijn. VU. Ingezonden door Plet Boekwijt. 3e schilder acht mij een van zijn meest fen misbare gereedschappen, terwijl de tim erman mij liefst zoo weinig mogelijk het hout aantreft want dat deugt niet, een moeder of vader hoort niet graag men van hun zoon zegt dat hij op mij ;t. Wat ben ik? Op een avond, 't was al donker. Werd er hard op eens gebeld En het meisje, dat ging kijken. Stond er waarlijk van versteld. Want het was geen bakkersjongen. Of een melkboer met een flets. Maar een mooi gekruld, wit hondje. Dat op sitoep zat. anders niets. En het keek zoo stil en vragend, Naar het meisje in de gang. En het piepte zachtjes klagend: Mag iS blijven.? 'k ben zoo bang! Och klein beestje. zal eens vragen, Of mevrouw dat hebben wil. Blijf dan hier maar even wachten Op het matje, zit maar stil! Alle kind'ren kwamen kijken. Vroegen, of het blijven mocht. En terwijl ze met hem speelden. Werd er gauw een mand gezocht. Daarna gingen z' aan 't bedenken: Welke naam het mooiste was. Oarla vond het beste „Witje" Jaapje zei: Ik noem hem „Kas" il Maar toen ze aan zusje vroegen, Welken naam. of zij hem gal. Zei het kleintje heel parmantig: Wel, Ik noem hem enkel „Waf" (Nadruk verboden). PAULINE. Het zijn twee kleine rakkers, Mimi'tje en Minet. Ze zitten steeds vol ondeugd. Ze zitten steeds vol pret! Met felle, ronde oogjes Zien Bij de wereld in. In spelen en ravotten Heeft 't tweetal altijd zin. Wruk yerbooen), Ze buit'len en ze rollen Tesaam over den grond. Ze trekken aan hun staartjes En springen in het rond. Ik moet steeds om hen, lachen, Wanneer ik naar bed zie; Het zijn twee schattebouten, Minetje en Mimi! TTNE BRINKGREVE .WICHERINK. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Een daklijst 2. Mej. A. Koopmans van Boekeren. mak Jan. man. poes boek. soep. kers neen 3. Alles, als je niet doof bent tenminste. 4. De tafel van vermenigvuldiging. 5. Kameel. Lek, keel. kan, nek. 6. Schimpschrift. 7. De letters ch. 8. Geertruidenberg. Geer. Trui den berg. t Ingezonden door Wies en Trees Groeneveld A: „Slaap je al?" B: „Wat zeg je?" A: „Ik vraag of je al slaapt?" B: „Of ik ai alaap?" A: „Ja" B: „Neen. nog niet". Ingezonden door Rietje Laman. Elsje heeft haar kleine buurtje geplaagd: en geslagen. Moeder zegt: „Pas maar op, als Vader vanavond thuis komt en dat hoort, krijg je zeker straf". 's Avonds zegt Elsje dat ze zoo moe is en maar liever vroeg naar bed wil. Moeder, die hoofdpijn heeft, zegt dat zij zelf niet op kan blijven tot Vader thuis komt en naar bed gaat. „O" roept Elsje verheugd, „bent u ook bang voor straf, hebt u Hansje van hier naast ook geslagen?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 16