Gearmd liepen Fien, Joop en Lettie naar
huis. Wat hadden ze het druk, die drie!
't Was al maar over de komende uitvoe
ring van de gymnastiekclub, waar ze op
waren, 's Avonds om zeven uur zou de
groote repetitie wezen en den volgenden
dag de uitvoering. Ouders en vrienden
mochten dan komen kijken voor zoover el
plaats was.
.O, ik ben zoo bang, dat ik me zal ver
gissen in die rythmische dans", zei Let en
begon meteen te hoesten. Ze kon niet tot
bedaren komen en het drietal bleef even
stil staan. Fien klopte de vriendin op haar
rug.
„Verslikte jij je?" vroeg ze.
„Neenuch-che-uch-cheik ben
uch-che-uch-cheverkouden
uch-che-uch-che", antwoordde Lettie.
„Op school zat ze ook al zoo te kuchen",
legde Joop aan Fien uit. Want Fien zat
een klas hooger. „Ze mocht gelukkig tel
kens eens gaan drinken".
Het hoesten bedaarde nu. Langzaam lie
pen de meisjes door.
„Thuis houd ik mijn hoest zooveel mo
gelijk in", vertelde Let. „Want jullie be
grijpt, dat ik anders vanavond niet mee
mag".
Fien zag haar kleine zusje voor zich uit
loopen en begon op eens te draven, Joop
en Lettie volgden, wat de laatste weer
een hoestbui bezorgde. Let bleef staan om
uit te hoesten, liep tenslotte langzaam
door „Ik ga niet buiten spelen", peinsde
ze, „ik vind het koud".
Toch was 't niet koud, al was 't nog
Februari. Maar het meisje was huiverig
van de vOTkoudheid.
Fien en" Joop keerden terug met 't zusje.
Let zei niet veel. Hoe minder ze sprak,
boe minder last ze kreeg van dien ver
velenden kriebel in haar keel.
„We komen je halen om kwart voor
zeven," beloofde Fien, toen ze afscheid
nam en met Joop een anderen kant uit
ging.
Let wandelde naar huis. Op eens klaar
de haar gezicht op, want ze zag een dikke,
zwarte poes aankomen.
„O, Molletje, kom je me weer halen?
Wat ben je 'n schat!" zei Let. Die ont
boezeming kostte haar weer een hoestbui.
Poes streek met z'n kop langs Lettie's bee-
nen, maakte toen rechtsomkeert en liep
naast het meisje naar huis terug. De deur
stond aan. Let ging naar binnen en werd
in de gang verwelkomd door poes no. 2,
een grijze. Met een zacht mauwtje zei hij
't vrouwtje goedenmiddag.
Bij den haard lag de derde poes te
glapea.
„Dag, Bef, zeg, wat ben je lui!" zei Let,
terwijl ze bij het zwarte dier neerknielde
en het beest over 't zachte velletje aaide.
De slaapkop werd er niet eens wakker
van, bewoog alleen even de ooren.
In Lets keel begon het weer te kriebelen.
Gauw liep ze naar het buffet, schonk zich
een glas water in en nam een paar slok
jes. Toen zocht ze moeder op om die te
begroeten.
„Wat heb je 'n kleur, Let," merkte moe
der op, en wat ben je warm, vrouwtje.
Heb je zoo hard geloopen?"
„Neen, moes." Weer die kriebel, ze pro
beerde het hoesten in te houden. Maar 't
ging niet.
„Je bent verkouden," zei móeder.
„Een klein beetje, 't Is zóó weer over."
Maar 't was niet zoo gauw over. Let had
geen zin in haar werk, vond 't koud In de
kamer en toch gloeide haar hoofd. En dan
die kriebelhoest. Moeder begreep weldra,
dat Let koorts had. De thermometer wees
dat ook uit. En Let moest naar bed in
plaats van naar de generale repetitie. Dat
gaf 'n verdriet! Maar er viel niets aan te
veranderen en toen het patiëntje eenmaal
onder de wol lag, voelde ze zich daar heel
behagelijk. Den volgenden dag ging ze
niet naar school en.ook niet naar de
uitvoering. Wat 'n verdriet: ze har er zich
zóó op verheugd. Let kon wel huilen. Op
eens piepte de deur. Molletje kwam bin
nen, sprong op den stoel voor Lettie's bed
en zei: „Mauw!"
„Zoo. kom je me troosten, Mol. Dat is
lief van je." En dankbaar streek Let de
poes over zijn rug.
Moeder kwam binnen met een glas war
me kwast.
„Zoo, je hebt bezoek, zie ik!" zei ze. „Ga
eens weg. Mol, ik wou daar graag zitten."
Poes werd van den stoel gejaagd.
„Zorgt U goed voor de poesen?" infor
meerde Let.
..Natuurlijk. Ze drinken meer melk dan
j«"
Let was dol op haar poesen. Den vorigen
zomer had Mol twee jonge poesjes ge
kregen^ En aangezien ze voor de kleine
dieren geen tehuis hadden kunnen vinden,
waren ze maar bij de oude gebleven. En
nu waren Grijsje en Bef, (deze werd zoo
genoemd omdat hij een witte borst had)
ook al groote poesen. Let zorgde zoo goed
voor haar beesten, dat de huisgenooten
haar de „poesenmoeder" noemden.
Den volgenden morgen kwamen Joop en
Fien verslag uitbrengen van den avond.
Alles was goed gegaan, ze waren getrak
teerd ennu was er nog een verrassing.
„Wat?" vroeg Let direct.
1AA1
UE2
Ir
Mijr
rste
itsh
t
Ir
Ik 1
note
lett
rste
Ir
Het
ig i
4
tl
igZ!
I]
Een
eer
Wie
.Mijnheer geeft een geconstemeeer
vertelde Fien opgewonden. Ze was b
het ziieke vriendinnetje (het plezier!
inhalen kom
„En ik kan niet dansen!" merkt
teleurgesteld op.
„Meid. dat kan je wel: we doen
reidansen. Verkleed. Moppig, hi
meneer heeft zee prijzen uitgeloofd i
meisjes, die 't aardigst verkleed
ga iets heel leuks bedenken," zei Fi
gewonden.
,,'t Is pas over veertien dagen'
Joop erbij.
„O, dan ben ik wel beter, hè,
riep Let.
Dat dacht Moeder ook. De vrlem
gingen naar school en Let begon te
zen, wat ze voor zou stellen. Moede
haar en noemde van alles op: een
resje, een Japanneesje, een burc
vinLet vond ze geen van alle
haar zin.
„Ik weet wat", bedacht moeder oj
„Wat dan?"
„Poesenmoeder".
„Hoe wilt u dat doen?" vroeg Le
baasd.
„Laat dat maar eens aan mij ot
zult wel tevreden zijn!"
Lettie moest nog een paar dagen
blijven, toen nog een dag of twee
kamer vertoeven en intusschen kwa
costum voor de Poesenmoeder klaa:
der had op het rose zijden zomei
van Let aan den onderkant een rij
poesjes geborduurd met glinsterend
jes van vergulde kralen. Ook op hef^;
prijkten twee katjes. Verder waren
aan de jurk belletjes genaaid, de
en den hals werden omsloten door
fluweelen bandjes met belletjes en <fns<
hoofd moest een zwart fluweelen
met twee poesenooren gedragen wofch
Alle huisgenooten waren verruk
het resultaat en bewonderden het p
moedertje, dat vroolijk rinkelde, wi
ze zich bewoog.
„Zeg, Let, nu dien je je drie katt
mee te nemen naar dat bal", vond
de oudere broer.
„Drie poesen aan drie touwtjes", n
vader.
Maar moeder wist beter: Er stonk
een. poes op wieltjes in de speelgof jjv
Die moest de poesenmoeder meenen
aan een touwtje meetrekken. Jaaj
ook wat. Hij had op de timmerle:
een olifant uitgezaagd, grijs gesel
en op een plankje met wieltjes bev
Nu maakte hij twee poesen, verfde
zwart met een witte bef en de andei
Ze vielen goed uit en reden goed o
poesenmoeder kon nu met haar dr
gemaakte poesenkinderen op stap
terwijl de echte bij de kachel blevci
Gelukkig was Let niet weer ziek
avond van het feest. Alle hoisgei
gingen mee om te kijken. Wat een
dingen zagen ze: Fien en Joop warei
matroosjes, er liep een Bruintje B
Micky Mouse luisterde het feest op,
knapen, ridders, ja ook Jacoba van B
liep er rond en die schrok van een
Zigeuners. Maar de rinkelende poe
milie (Jaap had de drie katten oc
bellen voorzien) had het meest be
Weldra begonnen de dansen. Nati
moesten Molletje. Bef en Grijsje aa
kant gezet worden. Het was een
gezicht, toen al die kleurige figu
langs elkaar gingen, bogen en om
heendraaiden. Tot slot kwam i
marsch en liepen de deelnemers en
neemsters twee aan twee: poesenn
met Bruintje Beer! Ik wou, dat ji
gezien had!
Bij de prijsuitdeeling kreeg Le
prijs: een mooi schilderijtje voor hal
mer. En weet je, wat het voorstelde
jonge poesjes, die in een omgek*
hoed op het water dreven.
„Net wat voor jou, Let!" riep Joo
kwam kijken.
„Heb jij ook een prijs?" vroeg U
„Neen. Maar dat hindert niets. We
nen niet allemaal een prijs hebben,
hadden in ieder geval de pret, hè.
„Nou. En ik vind 't dol, dat jij een
hebt, Let. Dat is tenminste een verg*
voor je ziek zijn met de uitvoering."
„En nu naar huis!" waarschuwde
der. ,,'t Wordt hoog tijd!"
Afgeloopen was de pret en veel
voor zulke peuters, kwamen ze all
bed.
J. H. BRINKGREVE—ENTB
(Nadruk verboden).
Tm
he
ee
ir
it.