De politie; wat zij was en is flit» Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 1 Maart 1935 Negende Blad No. 22988 door R. J. Meyer, erinneringen aan de Leidsche giftmengster. QL.LE.iÖSCH£ Masseer gelaat en hals met het overvloedige tyaQnio&oz. schuim. Commissaris van Politie. fnfmfrmrilfsteljjKwit' an rófr toll! teiiyn. fenrWbii Kr' ta.TtWwr; »n t boocl vt figteprrïftff.tocrft üafium «Ut .-l.r jrulfjslïülirn 'Sr hry! feit ft. ra hrtrfta^r .'2!«r!ftnyrttjht. no tot» Hm tol! De ingang van het oude politiebureau in het Stadhuis Deze foto dateert van 1880 stelt voor de agenten (van links naar rechts) Llnschoten. Kuiper en Schreuder. laatstgenoemde, bijgenaamd Bismarck, was o.a. tegenwoordig bii de arrestatie ran de Leidsche giftmengster. waarover ln bijstaand artikel wordt geschreven. Dit artikel, dat zal handelen over de Utie in de jaren 1860/1935 moge aan lagen met de navolgende zinsnede uit gemeenteverslag 1859: „De meermalen maakte aanmerkingen betreffende het «reikend personeel der politie, hebben leiding gegeven tot het nemen vaneen wenschten maatregel, tengevolge waar in sedert 1 January 1860 de politie wordt geoefend door een eersten en een eden commissaris, bijgestaan door twee nten van de eerste en zestien van de eede klasse, mitsgaders eene nacht- icht, bestaande uit twee hoofdlieden en rakers, zoodat het getal agenten met is vermeerderd." De gemeente Leiden besloeg toen eene ipervlakte van 170 H.A. en telde ruim 000 inwoners. Het aantal processen-ver- al, dat door het aldus samengestelde ilitiecorps van 1860 bij het Kantonge- '.ht te Leyden werd ingeleverd, bedroeg 1100, waaronder 522 voor dronkenschap, '«der werden in datzelfde jaar 72 pro- '".sen-verbaal terzake „aanranding van tsonen" (manslag, laster en beleediging (d.) en 79 terzake „aanranding van eigen- "rnimen" (braak of opensluiting, oplig- e.d.) opgemaakt. Deze zaken werden tht door de toen nog in onze ge- itente gevestigde Rechtbank (met ingang I'm 15 Mei 1878 opgeheven). Ingaande 1 Januari 1868 verdween de slaande nachtwacht en werden in taats daarvan twee inspecteurs en 32 Wen 4e klasse aangesteld, zoodat het bntal agenten toen 52 bedroeg. De orga- jbatie van dat jaar kan als basis, waarop |"t tegenwoordige politiecorps is gebouwd, Men beschouwd. Zooals vanzelf spreekt tin in den loop der daarop volgende jaren fierdere malen zoowel in het aantal als J de benaming van het superieure en «feieure personeel wijzigingen gebracht. werd bij Koninklijk Besluit van 7 «gustus 1878 No. 35 bepaald, dat slechts commissaris van politie te Leiden zou «Seeren; in 1883 deed de rang van |*iinspecteur z'n intrede in het corps. 1895 werd tusschen inspecteur en agent de rang van „controleur" ingelascht. Mam duidt reeds aan, welke diensten functionarissen hadden te verrichten e behoeft het geen betoog, dat zij bij het k'bneel niet al te zeer bemind waren, '«aart 1905 werd deze functie opgeheven de controle over het op straat dienst ede personeel opgedragen aan de met ";inS van dien datum benoemde hoofd tooien. verbetering van de Zondagsrust van Personeel en mede in verband met de .'«tiding der gemeente door annexatie 53000) werd het corps dat jaar ver sterkt met 10 agenten. In 1919 vond nog eene aanzienlijke personeelsuitbreiding plaats met 40 agenten, waardoor de diensttijden aanmerkelijk konden worden verbeterd. Toen in 1920 het gebied der gemeente wederom door annexatie meer dan verdubbelde (van 560 op 1250 H.A.), was uitbreiding van personeel niet nood zakelijk. Momenteel bestaat het corps uit 1 commissaris, 1 hoofdinspecteur. 7 in specteurs en 143 hoofdagenten, brigadiers en agenten van politie le en 2e klasse. Ter vergelijking van de bovenvermelde cijfers van 1860 met die van heden, zij hier vermeld, dat in 1934 door het politiecorps 5500 processen-verbaal terzake overtre ding. waarvan 116 terzake openbare dron kenschap, werden opgemaakt; het aantal in 1934 opgemaakte processen-verbaal ter zake misdrijf (diefstal, mishandeling, be leediging e.d.) bedroeg 625. De taak der politie is in de laatste decennia in vele opzichten aanmerkelijk verzwaard. Deze verzwaring is alleen al gemakkelijk te verklaren, wanneer men bedenkt, dat de politie van 1860 o.m. had toe te zien op de naleving van de bepa- ljngen van 14 bizondere wetten, welk aan- .1 heden ten dage 50 a 60 bedraagt. Ik 'ehoef slechts Motor- en Rijwielwet, Arbeidswet, Drankwet e.d. te noemen om U te overtuigen, dat niet alle wetten van even eenvoudige strekking zijn. Voegt men daarbij een groot aantal gemeentel, veror deningen, waarmede het aantal van 1860 is vermeerderd (de op 1 Maart 1935 in te voeren verordening op het „Verkeer te land" alleen bevat 90 artikelen); de uitbreiding van de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht (ingevoerd 1886) met stakingswet, kinderwetten, zedelijk- heidswet, helingswet psychopatenwet, uniformverbod enz enz."; het nieuwe Wet boek van Strafvordering (ingevoerd 1926), waarin o.m. geheel nieuwe inzichten om trent de strafprocedure werden opgeno men, dan zal het geen bevreemding wek ken, dat aan de ontwikkeling van den politieman van heden hoogere eischen moeten worden gesteld dan aan dien uit vroegere jaren. De verschillende politie vakbonden. daarbij gesteund door de overheid, verrichten in dit opzicht, nuttig werk, o.m door het houden van vakcur sussen, afgifte van diploma's e.d. De taak, die de politie in het hedendaagsche maat schappelijke bestel verricht, vindt —zulks ln tegenstelling met vroeger thans velerwegen waardeering, zeer zeker bij de overheid. Die waardeering uit zich in betere bezoldiging, goede huisvesting e.d. Welk een verschil met nog niet zoovele jaren geleden. De oudere lezers herinne ren zich nog ongetwijfeld de lage loonen van het politie-personeel (in 1910 ver diende een agent f 10f. 12 p. week bijeen wekelijksch dienstverband van 80 uur). Nog meerdere lezers weten, hoe de huis vesting der politie hier ter stede was tot 1927, in welk jaar het politiebureau aan de Zonneveldstraat in gebruik werd ge nomen. Niet meer, zooals dat vroeger toch in derdaad het geval was, staat de politie man, dank zij de waardeering, welke zijn medeburger voor de politietaak heeft, af zijdig van de samenleving. In dit verband moge gewezen worden op het bestaan van het Leidsch Politie Muziekgezelschap en de Leidsche Politie Sportvereenigingbeide vereenigingen staan temidden van de Leidsche burgerij. Politie en muziek, zwemmende en voetballende agenten; hoe zou de burgerij in 1910 b.v. daarover nog gedacht hebben? In de hulpmiddelen van welke de politie zich bij de uitoefening van haar taak be dient, is in het tijdvak, dat hier behan deld wordt, groote verandering gekomen. Thans ziet men dagelijks den agent per rijwiel en motor surveilleeren, den politie auto ter assistentie uitrukken of personen vervoeren. De recherche maakt bij haar onderzoek gebruik van fotografie, dacty loscopie, enz. In 1917 werd hier op be scheiden voet begonnen met het nemen van foto's en vingerafdrukken. Thans zijn in een behoorlijk geoutilleerd atelier 3900 foto's en 2600 dactyloscopische signalementen van personen, die zich aan misdrijf schuldig maakten, volgens een bepaald systeem geclassificeerd, opge borgen. Aan dit overzicht mag m. i. niet ont breken de vermelding van eenige feiten, welke in de jaren na1860 uit politioneel oogpunt het meest op den voorgrond zijn getreden. Als de grootste crimineele zaak worde hier vermeld die van de „Leidsche gif mengster", een zaak, die niet alleen in onze gemeente, maar tot vèr over de grenzen des lands groot opzien verwekte. De hierbij geplaatste afdruk van een plaat, welke in die dagen vervaardigd en verspreid werd, demonstreert eenigszinsde verontwaardiging van het publiek, toen de feiten aan het licht kwamen. Deze Leidsche ingezetene bijgenaamd „Leid sche Mie" of „goede Mie" heeft in de jaren 18691883 getracht ruim 100 perso nen met vergif arsenicum of ratten- kruid van het ieven te berooven. Van dit aantal zijn er 27 overleden en 45 zwaar ziek geweest. De drijfveer tot haar mis drijf was in 't bezit te komen van de verzekeringsgelden der overledenen, die zich bij hun leven meestal op haar ver zoek hadden verzekerd. Den 22en Septem ber 1884 werd de misdadigster, die toen 45 jaar oud was. tot levenslange gevan genisstraf veroordeeld. In 1915 overleed zij in de gevangenis te Gorinchem. De jaren van de opkomst van het socia lisme (1886 en volgende) baarden de poli tie heel wat zorg. Vergaderingen, waarin mannen als Domela Nieuwenhuis en Hels- dingen optraden, hadden niet altijd een even ordelijk verloop. De politie-rapporten uit die jaren maken meerdere malen mel ding van ernstige orde-verstoringen (in zalen en op straat) met alle gevolgen van dien. In 1900 werd de rust in onze gemeente gedurende eenigen tijd ernstig verstoord. De politie achtte strengere handha/ving der „Verordening op het wielrijden" nood zakelijk. Het publiek was het daarmede niet eens. Vooral 's avonds kwam dit tot uiting. De opgeschoten jongens en het op relletjes beluste deel der burgerij maakten het zoo bont, dat de militairen van het garnizoen in de kazernes geconsigneerd bleven. In 1906 moest meerdere malen de hulp van bereden militairen ingeroepen - (het grondgebied kwam dien ten- ':Se van 170 op 560 H.A.; het inwoner- tolal werd met 8000 vermeerderd tot In het laar 1905 deden de eerste hoofdagenten hun intrede in het Leidsche politiekorps. Hierboven de eerste functionarissen. v.l.n.r. S. Wijnands. J. de Swart, A. Maartense en C. A. Slierings, van wie de laatste drie nog in leven zijn. KNIPSELPRIJSVRAAG. worden. 28 April van dat jaar brak een staking onder de timmerlieden uit tenge volge van een niet door de timmerpatroons ingewilligde looneisch. (De timmerlieden verdienden toen 18 ets. per uur; zij eisch- ten 23 ets. per uur en een 10-urigen Een ernstige ramp als de brand van het Stadhuis in Februari 1929, diene als bewijs voor welke zware taak de politie onverwacht kan worden geplaatstde poli tie moet te allen tijde paraat zijn. De oorspronkelijke opzet van dit artikel Bovenstaande plaat werd uitgegeven tijdens het „monsterproces" tegen „Goede Mjp". Men ziet achtereenvolgens de giftmengster haar onheilspellend werk ver richten. haar laatste slachtoffers, de arrestatie, haar woning in de Singelstraat, het opgraven der lijken en de begrafenisstoet der slachtoffers. werkdag). De werkwilligen werden op eene dusdanige wijze gemolesteerd, dat om hen te beschermen de politie moest worden bijgestaan door militairen. De overheid kondigde het verbod tot samenscholing af, dat echter na korten tijd weer werd inge trokken. De staking, welke door de pa troons met eene uitsluiting werd beant woord, eindigde 23 November 1906. Gebeurtenissen van meer vredelievenden aard, welke extra diensten van de politie vroegen en ook nu nog telkens weer vra gen, zijn de periodiek terugkeerende lustrumfeesten van het Leidsch Studenten corps en het j aarlij ksche 3 Octoberfeest. Buitengewone inspanning om alles in goede banen te leiden werd van het poli tie-personeel gevergd, toen H. M. de Koningin den 3en October 1924 (het was dien dag 350 jaar geleden, dat Leiden werd ontzet) en den 9en Februari 1925 (350-jarige herdenking van den stichtings dag van de Universiteit) onze gemeente bezocht. moge dan niet gericht zijn geweest om te wijzen op de veelomvattende en belang rijke taak der politie, wanneer deze regels echter kunnen bijdragen tot het verkrij gen van een beter inzicht in die taak, dan zal dit schrijver dezes tot groote voldoening stemmen. Zoudt U dan voor de verzorging van Uw huid daags geen vier minuten kunnen vin den? 's Morgens en 's avonds twee minuten Paimolive massage is het behoud van een jeugdig en frisch uiterlijk. fi]aQmedac.. .de zeep der jeugd 2 voor 25 3» U denkt er niet aan Uw haar te verwaar- loozen! Ofschoon het veel van Uw tijd vergt er iederen dag flink den borstel door te halen - die opoffering getroost U zich graagf Een der beste cosmetische middelen is de olijfolie. Zij reinigt de poriën en maakt de huid zacht en soepel. In Paimolive zeep wordt een groote hoeveelheid van deze olie verwerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 33