De Pluimveehouderij en de Crisis
J5'te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 Februari 1935
Derde Blad
No. 22980
Een onderhoud met mr. dr. A. A. van Rhijn.
BINNENLAND.
ZILVEREN JUBILEUM
TE ALPHEN.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
In de kringen der pluimveehouderij
ietrscht een zekere onrust, die in verga
deringen en moties tot uiting komt. Ten
einde ons omtrent den economlschen toe
stand van dat bedrijf nader te orlënteeren
bebben wij ons gewend tot den Minister
tan Economische Zaken. Deze verwees ons
caar mr. dr. A. A. van Rhijn. Secretaris-
Oeneraal van het Departement van Econo
mische Zaken, tevens voorzitter van het
College van Regeerlngscommissarlssen. die
0ns tewoord stond.
De toestand van het bedrijf.
Onze eerste vraag luidde: is de toestand
In de pluimveehouderij onbevredigend?
Helaas is dat inderdaad het geval, luidde
het antwoord. De pluimveehouders behoo-
ren als regel tot een categorie der bevol-
ilng met een zwakken enomlschen weer
stond. Reeds in normale tijden hadden
dj een sober bestaan. U begrijpt dus hoe
moeilijk de crisis den toestand heeft ge
maakt.
Is de situatie op dit oogenbllk ongunstl-
ger dan het vorige jaar?
Dit is werkelijk zoo. hoewel de elerprits
de laatste week wat beter was. De prijs
un het el is sterk afhankeülk van hetgeen
dit product op de buitenlandsche markt
kan opbrengen. Daar de uitvoer naar
Dultschland Is gelimiteerd', is vooral de
positie van onze tweede exportmarkt, n.l.
Engeland, van beteekenis. In Januari was
de prijs van het el daar ln Engelsche munt
hger dan het vorige jaar. Daar komt dan
nog bij. dat de koers van het pond nog is
gedaald. Dat alles heeft direct zUn terug
slag op de prijzen, die ln Nederland wor
den betaald.
De teeltregeling.
Wij kwamen vervolgens op de teeltrege-
kng en vroegen of deze op een juisten
economische grondslag berust.
Zeer zeker, antwoordde de heer van
Miijn De teeltregeling berust op twee be
ginselen.
Het eerste beginsel ls. dat de plulmvee-
stopel moet worden Ingeperkt om een te
groot aanbod van eieren tegen te gaan.
Vandaar, dat de capaciteit der broed
machines aan banden ls gelegd. Van dezen
maatregel zal een pri.jsverbeterende ten-
denz uitgaan. Vooral de clearlng-moellijk-
hcden met Dultschland maken een teelt-
te perking noodzakelijk. Wat ongeveer 3/4
deel van den geheelen Nederlandschen
export gaat tot nu toe naar Dultschland.
Door het gebrek aan deviezen is de Duit-
sche export vanaf 1 Januari ernstig be
perkt. Voor de volgende drlemaandelijksche
periode moet misschien met een nog groo-
tere beperking worden rekening gehouden.
Vtil men dus een onhoudbaren druk op de
bitraenlandsche markt voorkomen, dan
zijn maatregelen tot vermindering van
het aanbod van eieren onvermijdelijk.
Maar aldus de heer van Rhijn de
pluimveestapel moet niet alleen worden ln-
lenerkt, hij moet ook worden verbeterd.
Dit ls het tweede beginsel der teeltrege-
bg. Er wordt naar gestreefd de qualiteit
an het Nederlandsche el op te voeren,
taardoor het op de wereldmarkt tegenover
te eieren uit andere landen een sterkere
positie Inneemt. Bovendien kan opvoering
ter legcapaciteit lelden tot verlaging
ter productiekosten van het ei. hetgeen de
winstmogelijkheid vergroot. In de teelt-
regeling ligt een prikkel om broedeieren te
betrekken van erkende fokkers. Men mag
«1. aannemen, dat de eieren van deze
lokkers de gewenschte rasverbetering
brengen.
Zijn er niet meerdere pluimveehouders,
die deze geheele teeltregeling over boord
willen werpen?
Inderdaad, luidde het antwoord. De crl-
tiek is o.a. gericht tegen het fokkerijwezen
dat onvoldoende waarborgen zou bieden,
ls hier nog verbetering mogelijk, dat ls
geen reden om het kind met het bad
water weg te werpen. Het wegvallen van
de bepalingen tot beperking van den
pluimveestapel zou de vrije werking der
onbeteugelde economische krachten her
tellen. Alsdan zouden tal van pluimvee
houders door uitbreiding van hun pluim-
Westapel trachten den lageren prijs, dien
!ün ontvangen, goed te maken door een
Oooteren omzet, teneinde eenzelfde totaal-
uitkomst te verkrijgen.
Op deze wijze zou het bedrijf door toe-
temende prijsverlaging steeds dieper in
den put geraken.
Zijn de heffingen aan de grens bij den
export van eieren naar Duitschland in het
belang der pluimveehouderij, zoo vroegen
wil verder.
Zeer zeker, werd ons geantwoord. De
P'Us van het ei in Dultschland is vrij wat
booger dan de prijs in Nederland. Van
onze totale Nederlandsche productie wordt
Plm. 22'/! 'In in Duitschland afgezet Waren
Ju geen speciale maatregelen genomen,
dan zouden de exporteurs de eieren goed-
®op van de Nederlandsche producenten
kunnen betrekken en die met een groote
jbnst ln Duitschland verkoopen. Door de
Denlngen wordt de buitensporige winst van
de exporteurs tijdig afgetapt.
De Kippenpot.
Od welke wijze denkt de Minister dezen
"kippenpot" te besteden?
ft geloof aldus de heer van Rhijn
«at ik de pluimveehouders op dit punt
TOlkomen kan geruststellen. De vrees is
uitgesproken, dat dit. geld ten goed zou
women aan bloembollenkweekers, visschers
andere groepen die ook uit het land-
ïyoiTisfonds steun ontvangen
uit ligt niet ln het voornemen. Het is
W bedoeling van den Minister, dat de gel-
®D. door de exportheffingen opgebracht.
lomeaan PluimveehouderiJ bfid goede
In welken vorm, zoo informeerden wij
kader.
Ia, dat is een moeilijke vraag, waarop
u thans geen antwoord kan geven. Een
"'tkeering „per kip" als tegenhanger
an de uitkeering per koe ls moeilijk
yorwezenlijken, zoowel om de groote
L"®™stratIeVé bezwaren als om het be-
'tkkelljk geringe reëele voordeel, dat er-
wordt bereikt. Men zou zich kun
nen indenken, dat met het beschikbare
bedrag de export wordt bevorderd, het
fokkerijwezen aangemoedigd, een reclame
campagne begonnen, enz. Nuttige doel
einden, waarvan het geheele bedrijf pro
fiteert, zijn wel te vinden.
Restitutie van graanrechten.
Onder de ontevreden pluimveehouders
wordt vooral de eisch van restitutie van
graanrechten gehoord. Wij vroegen ons
daaromtrent nog te willen inlichten.
U raakt daarmede inderdaad het meest
besproken punt waarop ik gaarne wat
uitvperig inga, was het antwoord.
Zooals u weet, moet op het oogenblik
van ingevoerde granen een Invoerrecht
van f. 1.50 worden betaald. Nu vormen
granen een grondstof der pluimveevoe
ders. Aangenomen is, dat de graanrechten
het el met ongeveer '/i cent per stuk
duurder maken. De wensch der pluimvee
houders is nu, dat hun die halve cent per
el zal worden gerestitueerd.
De Minister heeft ln een bepaald op
zicht de billijkheid van dezen wensch er
kend. Hij heeft n.l. voor eieren, die naar
het buitenland worden geëxporteerd, een
restitutie toegekend om de positie van het
ei op de wereldmarkt niet te verzwaren.
Op deze wijze wordt de export bevorderd,
hetgeen van groote beteekenis is, omdat
de export den prijs op de blnnenlandsche
markt optrekt.
Maar de pluimveehouders zijn hiermede
niet tevreden. Zij willen niet alleen een
restitutie op de eieren, die naar het bui
tenland worden geëxporteerd, maar een
restitutie op alle eieren, en wel met uit
keering ervan rechtstreeks aan de pluim
veehouders.
Ik geloof niet aldus de heer Van
Rhijn dat de pluimveehouders zich
voldoende hebben Ingedacht welke bezwa
ren hieraan verbonden zijn.
Restitutie op de blnnenlandsche eieren
zou een bedrag van 6 millioen gulden
kosten. U begrijpt, dat dit ln het Land
bouwcrisisfonds een geducht gat zou
slaan, waarvoor geenerlei dekking aanwe
zig ls. Bovendien: gelijke monniken, ge
lijke kappen. Ontvangen de pluimveehou
ders restitutie van graanrechten, dan
moeten de varkenshouders en de melkvee
houders eenzelfde voorrecht ontvangen.
De dag, dat men daartoe besluit, betee-
kent het faillissement van het Landbouw
crisisfonds. Tot schade toch ook van tal
van pluimveehouders, die op dit oogenblik
b.v. voor de rogge, die zij telen, een toe
slag van f. 3 per 100 K.G. ontvangen.
Maar wat mij vooral treft vervolgde
de heer Van Rhijn is, dat de pluimvee
houders zich er nog zoo weinig reken
schap vari geven, wat de gevolgen zijn
van restitutie op den uitvoer, onder de
verhoudingen ln den eierhandel, zooals
deze tot nog toe zijn. Men moet zich
scherp voor oogen houden, dat de resti
tutie op de eieren, die naar het buiten
land gaan, den export prikkelt en den
prijs op de Nederlandsche markt optrekt.
Gaat men nn een rechtstreeksche restitu
tie aan de pluimveehouders geven op alle
eieren, dan moet de restitutie, die thans
alleen bij export wordt gegeven, natuur
lijk vervallen. Daarmede vervalt de prik
kel tot export en zal prijsverlaging op de
blnnenlandsche markt het te verwachten
gevolg zijn. Extra voordeel van deze wijze
van restitutleverleenlng hebben de pluim
veehouders dan niet. Wat aan den eenen
kant gerestitueerd zou worden, zou aan
den anderen kant door den lageren
prijs weer minder worden ontvangen.
Pluimveehouders, die zouden juichen over
rechtstreeksche restitutie, zouden zich
blij maken met een doode musch. Voorts
zou het Landbouwcrisisfonds ettelijke mil-
lioenen armer zijn.
Zou rechtstreeksche restitutie op alle
geproduceerde eieren administratief ge
makkelijk uitvoerbaar zijn, zoo vroegen
wij nog.
Ook hier vrees ik moeilijkheden, was
het antwoord. Men zal natuurlijk moeten
voorkomen, dat eieren, waarop eenmaal
restitutie is gegeven, niet opnieuw worden
aangeboden. Er zouden dus centrale lnle-
veringsplaatsen moeten worden gevormd,
waar de eieren, waarvoor restitutie is ont
vangen, b.v. worden gestempeld. Intus-
schen blijft ook dan nog fraude mogelijk.
U ziet, dat het wel begrijpelijk is. dat de
Minister aan den roep om rechtstreeksche
restitutie van graanrechten op alle eieren
geen gehoor heeft gegeven.
Nieuwe plannen.
Laat ik er nog eens uitdrukkelijk op
mogen wijzen zoo ging de heer Van
Rhijn voort dat de bestaande econo
mische toestand ook den Minister niet
bevredigt. Wij zitten dus niet bij de pak
ken neer; nieuwe pannen ter verbetering
worden onderzocht. De heer Tukker, die
zich als directeur der pluimveecentrale
zoo met hart en ziel aan de pluimveehou
derij geeft, heeft verschillende mogelijk
heden in onderzoek.
Kunt u daarover nog iets mededeelen?
Ik wil dat gaarne doen was het ant
woord omdat een van deze plannen
dezer dagen is verwezenlijkt.
Zoo straks deelde ik u reeds mede, dat
voor de eieren naar het buitenland een
restitutie van '/3 cent is vastgesteld om de
positie van het Nederlandsche ei op de
wereldmarkt door de heffing op granen
niet te schaden. De vraag is onderzocht
of dit bedrag van <h cent thans nog op
een juiste berekening berust. Latere crisis
maatregelen hebben veroorzaakt, dat in
het pluimveevoeder duurdere eiwitrijke
bestanddeelen moeten worden verwerkt.
Onderzocht is nu of ook hiervoor een res
titutie moet volgen. De Minister heeft
Dinsdag 1.1 een gunstige beslissing geno
men. waardoor de restitutie van f. 0 50 tot
f. 0 70 stijgt Het gevolg biervan zal zijn,
ciat de prijs van het ei een krachtigen
steun ondervindt.
In nader onderzoek is een plan om de
pluimveehouderij ln hoofdzaak te beper
ken tot die deelen des lands, waar zij een
HET VREEMDELINGENKAMP
BIJ BEILEN.
MEN WEET TER PLAATSE NOG
VAN NIETS.
(Van onzen reisredacteun.
Eenige dagen geleden is gemeld, dat
het ln het voornemen der regeering zou
liggen, de ongewenschte vreemdelingen,
die om practlsche of humanitaire redenen
niet over de grens konden worden ge
leid, in een werkkamp samen te brengen,
dat in de omgeving van Bellen zou wor
den ingericht. Dit bericht viel ongeveer
samen met een door de overheid ln alle
plaatsen des lands gehouden telling van
Chlneezen en met ln de groote steden,
speciaal Amsterdam, ondernomen razzia's
onder buitenlandsche communisten. De
vraag is dan ook opgeworpen, voor welke
groep van buitenlanders dit nieuwe werk
kamp zou moeten dienen.
Er behoeft weinig twijfel over te be
staan en de inlichtingen, die wij hier en
daar hebben Ingewonnen, wijzen ook ln die
riohtlng dat hier in de eerste plaats
niet gedacht is aan de onschuldige pinda-
mannetjes, die op een eerlijke manier
trachten in hun onderhoud te voorzien,
noch aan andere buitenlanders, die nie
mand in den weg loopen. Met de roerige
vreemdelingen, die hier meest op slinksche
wijze zijn binnengekomen en zelfs in den
vreemde hun politieke activiteit voortzet
ten, staat het echter anders. Men kan er
moeilijk de gevangenissen mee volstoppen
en het gaat niet aan ze over de grens te
leiden. Want België begeert ze al evenmin
binnen haar territoir en overbrenging
naar Duitschland beteekent voor de mees
ten het concentratiekamp met alle daar
aan verbonden verschrikkingen, lang
durige gevangenisstraf, of zelfs een wis
sen dood.
Opsluiting in een werkkamp ver van de
bewoonde wereld, lijkt dus voor de laatste
categorie de eenige oplossing. Zulk een
kamp zou dan in de buurt van Bellen wor
den gesticht. Wij hebben eens ter plaatse
een onderzoek Ingesteld, maar het merk
waardige is nu, dat men er in Bellen zelf
niets meer van weet dan de gewone
krantenlezer. Het gemeentebestuur is van
de plannen der regeering totaal onkundig
en het weet nog niet eens, of het wel erg
happig op de eer moet wezen. Het kamp
brengt onder de neringdoenden wel eenig
vertier, vooral omdat er natuurlijk bewa
kers en administratieve ambtenaren aan
verbonden zullen zijn, maar een verzame
ling van dergelijke extremistische en
meestal niet zeer scrupuleuze elementen
brengt toch ook veel zorgen mee.
In de buurt van Beilen zijn wel terrei
nen, die voor het beoogde doel in aanmer
king komen. Er liggen daar uitgestrekte
heidevelden en zandverstuivingen, waar in
wijden omtrek nauwelijks bewoners zijn
te vinden. Het rijk heeft echter nog op
geen enkel terrein beslag gelegd. De ge
meente heeft in eigendom het zoogenaam
de Terhorster zand, doch dit is als een
natuurpark bedoeld en men zal het voor
een ander doel zeker niet vrijwillig
afstaan. Niet ver van Beilen liggen even
wel de gronden van de Vuilafvoer Maat
schappij, een semi-officieele instelling,
waar het Haagsche stadsvuil wordt ver
werkt. Daar is nog ruimte genoeg voor een
kamp, terwijl de zeggenschap, die de
regeering in het bestuur heeft, haar de
verkrijging er van gemakkelijk maakt.
Het gekste is tenslotte, dat ook het
departement van blnnenlandsche zaken
in Den Haag van niets schijnt te weten.
Tenminste, tot voor kort duidden de
inlichtingen, die wij ontvingen, in die
richting. Op korten termijn schijnt dus de
stichting van het beoogde kamp niet te
zijn te verwachten.
NIEUWE REGELING SURSÉANCE
VAN BETALING.
Op 16 Maart a.s. in werking.
Naar wij vernemen zal de nieuwe rege
ling van de surséance van betaling, waar
bij het dwangaccoord buiten faillissement
wordt ingevoerd, op 16 Maart a.s. in wer
king treden. (Tel.)
DE PARAPLUIE-INDUSTRIE EN DE
CONTINGENTEERING.
In enkele dagbladen is melding ge
maakt van moeilijkheden, die de para-
pluie-fabrikanten in Nederland zouden
ondervinden van de contingenteering
hunner grondstoffen.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat in
alle gevallen, waarin de parapluie-in-
dustrle behoefte heeft aan bepaalde con-
tingenteering-onderworpen stoffen, bij
zondere toewijzingen worden verleend.
Het crisis-invoerbureau zal steeds be
reid zijn in voorkomende gevallen zoo
spoedig mogelijk te helpen.
voornaam bestaansmiddel vormt. Er zijn
streken, waar reeds een flinke steun uit
het landbouwcrisisfonds wordt genoten
b.v. voor tarwe, peulvruchten, vlas en bie
ten. Deze akkerbouwgebieden zouden de
pluimveehouderij moeten loslaten om de
bedrijven op het zand te helpen. Intus-
schen is de uitwerking, hoe billijk de ge
dachte zelve is, niet gemakkelijk. Moet
men het weidebedijf op de klei ook van
de pluimveehouderij uitsluiten? Hoe moet
het gaan met de gemengde ondernemin
gen? Hoeveel kippen moet een boer voor
eigen gebruik in zijn gezin kunnen hou
den? Is dit alles voldoende te controlee
ren? Zoo zouden nog tal van vragen kun
nen worden genoemd.
Het beste zou uiteraard zijn zoo ein
digde de heer Van Rhijn dat deze en
andere pannen niet verder zouden behoe
ven te worden overwogen, omdat de ex
portpositie verbetert. Maar zoolang dat
niet het geval is, zullen noodmaatregelen
moeten worden gezocht en toegepast ter
instandhouding der pluimveehouderij.
DE HEER J. W. MEYER.
ONTSLAG AAN DE MUSICI.
EERSTE KAMER.
Morgen herdenkt de heer J. W. Meijer
te Alphen zijn 25 jarig jubileum in dienst
der fa. N. Samsom N.V. aldaar. De heer
Meijer was eerst werkzaam als handzet-
ter; thans sinds ruim 20 jaar voorman-
machinezetter.
Zijn jubileum zal zeker niet ongemerkt
voorbijgaan.
TIJDELIJKE SLUITING VAN
HAAGSCHE CAFE's.
De hotels blijven buiten de protest-actie.
De Haagsche afdeeling van „Horecaf"
heeft het initiatief genomen, aldus lezen
wij in „Horecaf", tot het openen van een
actie om verbetering te verkrijgen voor de
café-bedrijven. Op uitnoodlging van „Ho
recaf" is dezer dagen een vergadering ge
houden, waartoe waren uitgenoodigd ver
tegenwoordigers van alle vereenigingen
van werkgevers in het hotel-, restaurant-
en cafébedrijf, verlofszaken en vergun
ninghouders. De voorzitter van de Haag
sche afdeeling van „Horecaf", de heer J.
N. van Hanja, had de leiding dezer bij
eenkomst. Vooral het standpunt, dat door
het Haagsche gemeentebestuur wordt in
genomen werd aan ernstige critiek onder
worpen. Besloten werd tot vorming van
een comité van actie. De heer Van Hanja
werd tot voorzitter van dit comité ver
kozen.
Ernstige maatregelen worden in uitzicht
gesteld. Rekening zal er gehouden moeten
worden met de mogelijkheid, dat de café's
binnenkort voor eenige dagen, of voor
langer gesloten zullen worden. De hotels
zullen door dezen maatregel niet getroffen
worden, omdat men hiermede aan de
vreemdelingen belangrijk ongerief zou be
zorgen. En dat is geenszins de bedoeling.
Het gevolg van dezen maatregel zal zijn,
dat aan de musici ontslag zal moeten wor
den verleend. De bedrijven zullen dan uit
hoofde geen oppervlakte-belasting behoe
ven te betalen. Uitsluitend om deze reden,
dus niet om de musici te treffen, zal het
waarschijnlijk tot dezen maatregel komen.
En dan zal blijken, als de zaken weer ge
opend worden, dat bij een aantal de musici
niet opnieuw worden geëngageerd. Dat dit
uitsluitend een maatregel zal zijn om de
exploitatiekosten eenigermate te drukken,
ligt voor de hand. Dat hiervan grootere
werkloosheid het gevolg zal zijn en tevens
voor de gemeente wederom een derving
van inkomsten zal beteekenen ander
zijds bovendien nog een extra-uitgave voor
werkloozensteun is begrijpelijk.
Deze actie zal dus noodig bliiken te zijn
om de overheid te doen inzien, dat de nood
in het hotel-, café- en restaurantbedrijf
inderdaad zoo hoog is gestegen, dat alleen
zeer drastische maatregelen eenige uit
komst zullen kunnen brengen. Tenzij de
overheid tot een beter begrip van de zaak
komt.
Intusschen kregen we nog eens de be
vestiging. aldus „Horecaf". dat. als er niet
spoedig een verandering ten goede komt,
eenige bedrijven hun deuren zullen sluiten.
MOOIE OPDRACHT AAN „VREDESTEIN"
Naar wij vernemen is de levering van de
rubber vloerbedekking voor de halls en
gangen in het nieuwe gebouw van den
Volkenbond (Palals des Nations) te
Genève (plm. 12000 M2) opgedragen aan
de N.V. Rubberfabriek Vredestein te Loos
duinen. Voor deze opdracht was een
openbare inschrijving gehouden, waaraan
door de bekendste rubberfabrieken uit de
verschillende landen werd deelgenomen.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij K. B. Is aan mr. W. M. A. Weit-
jens op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend uit zijn betrekking van rechter-
plaatsvervanger in de arrondissements
rechtbank te 's-Gravenhage, onder dank
betuiging voor de als zoodanig bewezen
diensten.
Bij K. B. is benoemd tot notaris bin
nen het arrondissement Utrecht, ter stand
plaats der gemeente Zuilen mr. J. A. M.
Koch, candidaat, notaris en advocaat te
Utrecht.
De tweede ploeg niet-voorgeoelenden
der lichting 1935, aangewezen voor de on
derofficiersopleiding bij de infanterie van
alle korpsen, wordt 17 Juni voor eerste
oefening ingelijfd,
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
In den Senaat smulden we gisteren
verder aan de begrooting van Blnnen
landsche Zaken.
Nadat de heer Drooglever Fortuyn er
ook nog eens van zijn kant op gewezen
had, dat de autonomie der gemeenten een
noodzakeijk instituut is in ons staatrecht
en waar we thans in een overgangs
toestand leven zoo spoedig mogelijk
dient te worden besteld, en de heer De
Zeeuw aan het regeerlngsbeleld op dit
punt nog wat critiek had toegevoegd, heeft
Minister de Wilde dat beleid verdedigd.
Ook thans heeft hij in het licht gesteld,
dat de toestand van 's lands financiën en
de noodzakelijkheid van bezuiniging tot
drastische maatregelen heeft geleid en
moest leiden, te meer, waar ook verschei
dene gemeenten in zorgwekkenden toestand
verkeeren. Zullen we gaan twisten over
de vraag, wie de schuld hiervan draagt?
vroeg de Minister. Laat ons liever samen
aan het herstel werken en trachten den
toestand meester te blijven. Er zijn vele
goedwillende gemeente-besturen, maar er
zijn ook kwaadwillende, riep de Minister,
en daarom moest hij toonen de teugels in
handen te willen houden, en een eind te
willen maken aan communaal egoisme,
te meer. waar ook Gedeputeerde Staten
niet altijd in voldoende mate toezicht
hielden. De schuldenlast der gemeenten is
geklommen tot 2800 millioen gulden.
Daarom was centraal ingrijpen nood
zakelijk. De Minister heeft verschillende
van zijn maatregelen en circulaires nog
eens in het bijzonder verdedigd. Wat de
werkloosheids-lasten betreft stelde hij
zich op het standpunt, dat hier ln de
eerste plaats de familie van den werklooze
een taak heeft; daarna volgt de gemeen
ten, maar niet het Rijk. Krachtig is de
Minister in verzet gekomen tegen de be
schuldiging. als zou hij door macht-wel
lust worden gedreven; hij heeft tegen
over de gemeenten alleen gehandeld op
grond van zijn verantwoordelijkheid en
van het algemeen belang, dat een beslist
en centraal optreden noodzakelijk maakte.
Inzake de ambtenaars-salarissen ver
klaarde de Minister, dat hij al jaren lang
op de wenschelijkheid van uniformiteit op
het gebied heeft gewezen (soms waren de
salarissen van dezelfde posten in de eene
gemeente 40 hooger dan in de andere)
en dat hij deze daarom is gaan bevorde
ren. Ook trad hij nogmaals in een verde
diging van zijn maatregelen en aanschrij
vingen inzake gehuwde en ongehuwde
ambtenaressen, welke hij volkomen ge
rechtvaardigd en principieel juist achtte,
ook met het oog op de natuurlijke plaats
der vrouw.
De Minister heeft voorts in zijn rede
eenige burgemeesters tegen aangevoerde
grieven verdedigd en verklaard niet te
gevoelen voor de instelling van commissies
met verordenende bevoegdheid van streek
plannen: zulke commissies (verklaarde de
Minister oolijk) zijn in strijd metde
autonomie.
De Kamer heeft de begrooting van
Blnnenlandsche Zaken alsmede die van
de Landsdrukkerij zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
TWEEDE KAMER.
INDISCHE BEGROOTING.
Als hors d'oeuvre besloot de Kamer met
68 tegen 4 stemmen (communisten) de
aanvraag van de bolsjewiek Schalker voor
een interpellatie over den toestand van
kleine boeren en tuinders niet toe te staan.
Immers
dit onderwerp kan binnenkort bij de
behandeling der Landbouw-crisis begroo
ting voldoende aan de orde komen.
Toen mochten verschillende sprekers
hun repliek afsteken op de rede van
Minister Colijn over de Indische begroo
ting, de vorige week gehouden. Wij zijn
niet van plan er veel aandacht aan te
wijden, want het is regel dat dergelijke
replieken neerkomen op herhaalde her
halingen. De heer van Boetselaer echter
vond het gewenscht te waarschuwen tegen
overdrijving inzake den economischen
toestand, die vond hij niet zóó
onbevredigend is, als het in het debat wel
is voorgesteld. Voorts willen wij van hem
aanteekenen, dat, naar zijn stellige oor
deel, een inlander zich voor vijf cent per
dag in voldoende mate kan voeden; het
ten vorige jaren genoemde bedrag van
2'/. cent achtte hij echter te laag. De heer
Cramer heeft er in het bijzonder zijn
spijt over betuigd, dat de Minister niet
wil weten van een uitkeering van Neder
land aan Indië; hij achtte daar niets
tegen, vooral niet, wanneer ze later zou
moeten worden terugbetaald. Ook andere
sprekers hebben over deze uitkeering nog
het hunne gezegd, maar over het alge
meen vallen er uit de replieken geen
nieuwe punten meer te vermelden.
Minister Colijn die deed uitkomen dat
er wel spoedig een nieuwe Minister van
Waterstaat zal worden benoemd heefb
de sprekers nogmaals van antwoord ge
diend. Van 'n min of meer geregelde uitkee
ring door Nederland aan Indië verklaarde
hij niet te willen weten; dit zou de auto
nomie van Indië stellig in gevaar bren
gen. Een ander denkbeeld zou zijn, dat
het moederland een deel der Indische
schuld overneemt, maar in de huidige
omstandigheden beteekent dit practisch
als oplossing liiets. De Minister verklaarde
'n heffing op rubber te zullen overwegen,
zcodra de prijs van het produet het zou
toelaten In het algemeen verklaarde de
Minister dat de economische toestand
van Indië zeker niet gunstig is, maar ver
geleken bij den toestand elders (Britsch-
Lndië, China) kan hij de vergelijking nog
ten volle doorstaan. Men kan echter den
Nederlandschen verbruiker niet dwingen
tot wel gebruik van Indische producten.
Natuurlijk wilde de Minister van de drie
communistische moties die wij de
vorig" week hebben vermeld niets
weten.
Het algemeen debat over de Indische
begrooting was hiermede afgeloopen.
M HAGENAAR.