Duitsche voetbal-overwinning op Nederland-Mariniers terug in Rotterdam OVERSTE SAXON 75«le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De voetbalwedstrijd HollandDuitschland. De terugkeer der Mariniers uit het Saargebied. Historische Avonturenroman door G. P. BAKKER. 38) ..Zeker omdat ze op een bankje in zeker Hem vertrekje behoorden te zitten." .Hoe langer de oorlog duurt hoe grooter sL:o^arde van het goud wordt"' beweerde „En hoe slechter de menschen", hernam "Miteles. „Als ik over het goud begin, mu ih wej een liedje willen huiien. Ieder ®et veel goud in aanraking komt, wrdt er geestelijk door verlaagd. Wonden n ,men heelen door er dunne zilveren of Widen plaatjes op te leggen zegt Para- wuus, de groote heelmeester. Zeker is dat Zfcrïde ophoudt en de genezing er door ™baast wordt, maar op de ziel werken de widen schijven juist omgekeerd." -le draaft door, oude dokter", verweet ™ercurius hem. li i"1.6"5 Seval", meende Saxon, „moet ik om van vervloekte schijven geven Paarden te koopen. Een voor den bode, nJ°9r u en een voor mij." J^ntales schudde het hoofd. „We heb- JS! u,t°ch reeds duidelijk gemaakt dat we -2™den zijn. En we zijn te trotsch op die ."radschap dan dat we het vuile goud ge- Ïïnge seven zich er tusschen te drie mannen gaven elkander de „Het zou onheusch zijn verder aan te dringen", besloot de overste. „En nu, overste", begon de bode der goden, „komt er nog een pakkend slot. Verwijt mij niet dat ik niet eerder heb ge sproken. Ik had daarvoor een geldige reden. De prinses is op Bingunstein. Ze wilde zelf een onderzoek instellen. Met groote moeite hebben de meester en Bern- hard haar tot nog toe teruggehouden." „Een paard. We moeten dadelijk ver trekken." De drie vrienden stonden op. Saxon hinkte naar Mlentje, de beide sol deniers volgden hem. „Mientje", verklaarde hij. „Ik ga er op uit. We hebben een plannetje, een voor- deelig zaakje." „Mag ik meegaan?" vroeg ze „Beter niet. Het is mannenwerk." Hij stopte haar een goudstuk in de hand. „Mijn handgeld", verklaarde hij. Ze legde beide handen op zijn schouders, keek hem lang in de oogen. ..Niet te lang wegblijven". Haar blik ver telde de rest. „Neen. meisje", loog Saxon. Tot ziens, heeren", zei ze. .Adieu, mevrouw", groetten de beide anderen, bogen met een zwier als cavaliers aan 't hof en zwaaiden hun verfonfaaide hoeden zoo eerbiedig, dat de verschoten veeren het gras raakten. HOOFDSTUK XXV. Saxon zat aan een hoektafeltje in de groote gelagkamer. Door het venster kon hij den weg overzien. Bijna de geheele onderverdieping werd door de zaal ingeno men. Aan de eene zijde leidde een breede eikenhouten trap naar de bovenvertrek ken. Mercurius en Praxiteles waren vertrok ken. De eerste om de beriohten over te brengen aan den koning van Zweden. Saxon wachtte nu op een tweede, die met een paar goede paarden zou terugkeeren. De overste begon ongeduldig te worden. Marion op Bingumstein. Slechts vier uren rijden van hier verwijderd. De lust be kroop hem den afstand te voet af te leg gen. maar daardoor zou hij nog later bij haar zijn. Dat vervloekte wachten; de tijd drong, Marion. Hij verlangde er naar haar weer te zien, haar in zijn armen te nemen. Heel zijn hart smachtte naar de eenige vrouw, die hij ooit had liefgehad, de eenige vrouw, die er voor hem op de wereld be stond. Marion, de mooiste vrouw, die een man zelfs in zijn wildste droomen zich kon voorstellen. Zijn verloofde. Hij zag haar ovaal, ivoorkleurig gelaat voor zich met de groote bezielende zwarte oogen onder de lange wimpers, de krans van donkere lok ken, zag het spottende, raadselachtige lachje om de warme roode lippen, het lachje dat hij alleen begreep, zag haar trotsche slanke, maar toch zoo mooi ge vormde verleidelijke gestalte. Zijn Marion. Hij zat met het handvat van zijn bier- kruik in de hand, half onbewust van zijn omgeving, te droomen. Eensklaps werd hij opgeschrikt door het gekletter van talrijke paardenhoeven op den straatweg alsof een geheel regiment in aantocht was. Hij keek tersluiks uit het venster, zorg dragende dat hij van buiten niet was te zien en bemerkte dat de ge heele weg bezet was met ruiters en voet volk Overal om de herberg werden pos ten uitgezet. Gesnapt! Doch toen lachte hij om zijn eigen dwaasheid. Ze hebben toch geen twee regimenten ruiters van Hoick en Bemstein, geen paar duizend man noodig om mij te vangen dacht hij. Maar wat was hun doel? De deur van de herberg werd open geworpen. Een officier trad binnen, ge volgd door een bende musketiers en toen achter de anderen verscheen de galgen tronie van den vos, den rooden wacht meester. Er zaten maar weinig gasten in de zaal Gluiperig keek de vos rond, kreeg Saxon in zijn hoekje in de gaten, wees hem aan en schreeuwde: „Daar zit de spion." De officier monsterde Saxon, knikte en zei spottend: „Zoo, vriendje. Kom maar eens hier. Je gaat met ons mee." En toen terwijl hij zijn ironie eensklaps liet varen: „Grijpt hem, kerels!" Saxon had even vriendelijk terug ge lachen was opgesprongen en stond in enkele stappen boven aan de trap voor een der musketiers het bevel had kunnen op volgen en een hand naar hem kon uit steken. „Hem na. Grijpt hem tooh", klonk de stem van den officier. „Niet schieten, ezels. Levend vangen. Een doode spion is geen cent meer waard Saxon draaide zich bliksemsnel om, zag beneden zich de soldeniers de trap opstok- men. Hij bleef staan, wachtte hen boven kalm op. De eerste vervolger was met ge trokken zwaard vlak bij hem. Saxon duwde het zwaard met zwaaienden arm ter zijde, greep den man, hief hem op ondanks zijn tegenstribbelen en wierp hem met volle kracht tegen de beide kerels aan, die h^t dichtst bij hem waren. Zij vlo gen kletterend in hun borstharnassen achterover tegen de mannen aan, die op hen volgden. De geheele bende rolde vloe kend en tierend van de hooge; steile trap. Saxon snelde de gang in, hoorde nog het: „Wel allemachtig!" van den officier, rukte een deur open. die naar een vertrek aan de achterzijde van de herberg moest leiden. Hij kwam in een ruime kamer, sloot de deur achter zich, nam niet de minste notitie van een jonge dame, die in een bedstede lag en hem stom van verba zing aanstaarde. Hij wilde naar het groote raam, dat uit tal van kleine in lood gezette gekleurde venstertjes bestond, sloeg het open en zag in het bosch achter de her berg een aantal ruiters liggen en aan een boom dicht bij drie paarden vastgebonden, een roode vos, een witte schimmel en een zwarte Ardenner. Hij beantwoordde het lachje van de jonge vrouw, die nu blijkbaar den toe stand begreep door haar met de hand een vaarwel toe te wuiven en liet zich uit het raam vallen, deed onmiddellijk zijn keuze, den rooden vos, een hooge trotsche hengst met wilde manen en een paar vurige oogen, sprong op zijn rug, ontknoopte met één beweging de teugels en was om den hoek van den herberg verdwenen, gevolgd door het witte en het zwarte paard, vóór de ruiters in het bosch hem hadden kun nen bereiken. Om den hoek stiet hij op een groep mus ketiers, die uit de herberg kwamen aan rennen. maar de hengst kende zijn werk. Hij trapte links en rechts, stond op de voorbeenen, verhief zich luid brieschend op de achterbeenen zoodat de mannen verschrikt achteruit stoven, terwijl zijn beide losse kameraden hun best deden de verwarring te vergrooten. XWordt vervolgd), j Met 32 heeft het Nederlandsch elftal iu het Olympisch stadion te Amsterdam van Duitschland verloren. Twee momenten uit den strijd. Links de Dujtschers scoren het winnende doelpunt. Leo Halle heeft 't nakijken. Rechts: Moment voor het Duitsche doel. HET VELDLOOPKAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND over 10 K.M. bij Amster-v dam. De D-klassers nemen eep hindernis., TENGEVOLGE VAN DEN STORM is Zaterdagavond te Amsterdam een groote loopkraan in beweging gekomen en na DE TERUGKOMST VAN DE MARI- ®en botsing met een brug, omgevallen en op twee aan de kade liggende schepen ,,Thea'' en Jeannetfce" terecht ge- NIERS. - Vice-admiraal de Graaff t\ j l j speldt kapt. de Bruyne de onderscheiding fomen. l>e zoon van den schipper van -de ,,Thea werd op slag gedood, terwijl de echtgenoote van den schipper ernstig van 0fficjer in de orde van Oranje Nassau gewond werd. De ,,Jeannette" is vermoedelijk lek geslagen en kort na het ongeval gezonken. op de borst. De troep weer terug op de binnenplaats der kazerne te Rotterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5