DE MARINIERS UIT DE SAAR DEFILEEREN VOOR H M DE KONINGIN Tooneelwedstrijd „Nut en Vermaak" 75,le Jaargang MAANDAG 18 FEBRUARI 1935 No. 22978 STADSNIEUWS. Ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD yOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DÉR ADVERTENTIES:] per regel voor advertentie^ uit Lelden en plaatsen waar happefi van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager turk1 fKleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling WoeMdaps en Zaterdags 50 ote. bij maximum aantal woorden van 30. -'Incasso volgens poistrécht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5' ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANTa Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week 1.0.18 Franco per post f2.35 per 3 maanden portokosten (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. EEN NIEUW KOUDE-RECORD. NOG SLECHTS 5/1000 GRAAD BOVEN HET ABSOLUTE NULPUNT. Blijkens een door prof. dr. W. J. de Haas ln Den Haag gehouden lezing, heeft hij Vrijdag in het Kamerlingh Onnes-labora- torium alhier een temperatuur bereikt, welke nog slechts 5/1000 graad boven het absolute nulpunt is gelegen. Prof. de Haas wees er daarbij op, dat men de beteekenis van dit record niet moet afmeten naar het feit, dat men nog rijfduizendste graad boven het absolute nulpunt bleef, doch naar de verhoudilng tan deze temperatuur tot het vorige record, 0.071 gr. A. Vervolgens betoogde spr. dat men een temperatuur van nul graden absoluut tO A) niet moet opvatten, dat een li chaam van die temperatuur geen energie meer bevat. Integendeel, het bevat dan cog de geweldige hoeveelheid electronen- energie, die we er niet uit kunnen halen. De warmte-energie is slechts 'n gesuper- poneerde energie, die onregelmatig aan wezig ls en er af genomen kan worden. Wat de cryogeen-experimenten berei ken, is niets anders dan het afnemen van die gesuperponeerd energie. Er treden bij zeer lage temperaturen merkwaardige verschijnselen op. ln de eerste plaats wordt de electrische weerstand van metalen óf uiterst gering óf valt geheel weg. In het laatste geval treedt de merkwaardige toestand op, dat «n in een gesloten metalen kring een- mwal aanwezige electrische stroom niet meer tot stilstand komt. Maar als er geen weerstand meer bestaat, is er ook geen dectro-motorische kracht meer, en dit, zei is een heel gekke toestand. In de tweede plaats is uit experimenten gebleken, dat, wanneer men een metalen tol bij zulke zeer lage temperaturen ln een homogeen magnetisch veld brengt, de krachtlijnen er niet meer in dringen, het- rij geconcentreerd of verspreid, maar er omheen gaan. Dat wil zeggen de magne tische inductie wordt nul en wij krijgen Sus bij zoo'n lichaam in zeer lage tem peratuur, den mysterieuzen toestand, dat er geen krachtlijnen doorheen gaan. Wat men van dezen toestand moet den ken, kan men thans nog niet zeggen. De toestand, dat de electrische weerstand weggevallen is, de z.g. super-conductivi- teit kan men beschouwen als een soort vierden aggregaatstoestand. Gisteravond ls de tooneelwedstrijd der populaire vereeniging „Nut en Vermaak" tot een goed einde gebracht door het (bui ten mededinging) opvoeren door de jubi- laresse zelf van „Grompie", het bekende Engelsche blijspel in 4 bedrijven, waarin destijds wijlen dr. Willem Royaards trium- fen behaalde, terwijl ook Max Pallenberg er hier mee is gekomen. Nut en Vermaak heeft zich daarbij van goede zijde doen kennen: er blijft mooie vooruitgang te constateeren. Jammer dat het toempo nog niet iets hooger werd opgevoerd, het zou het geheel ten goede zijn gekomen. De zware rol van Grompie was ln han den van den heer J. Snel en hij heeft zich dankbaar gekweten van deze op dracht. Vooral het goede hart, dat schuilt achter al dat bulderen kwam goed uit. Naast hem dient vermeld de heer Van Eg- mond als de vervoerder van den diamant en de heer J. W. Boom als Jarvis, de diet, die weinig pleizler beleeft van zijn ver metele overval en voorts de butler van den heer Werter. Van de dames was het vooral de Suzan van mevr. Drommel Renner, die waardeering verdient en voorts trad nog M. Verhoorn als Virginia op den voorgrond. Het was een waardig slot voor den goed geslaagden tooneelwedstrijd! Twee prijzen, ter beschikking gesteld voor deze opvoering werden toegekend aan den heer Snel en aan mevr. Drommel Renner. Na afloop werd de uitslag van dezen wedstrijd bekend gemaakt. De jury be stond uit de heeren mr. H. R. Goudsmit, F. H. N. Bloemink en B. W. Menkhorst. Bij monde van laatstgenoemde werden de prijzen uitgereikt. Na afloop dankte de voorzitter, de heer v. d. Steen, allen, die tot het welslagen van den wedstrijd hadden medegewerkt, de Jury etc. De uitslag. Eerste prijs: A. D. T. V. te Amsterdam, met „Mijn en Dijn", van mevr. Van Am- mersKuiler. Tweede prijs: „Helmers", te Amsterdam, met „Het lied van alle1 tijden", van A. D. Scheffer. Derde prijs: Haarlem's Tooneel met: „Dat, wat Je niet hebt", van mevr. Betsy RanucciBeekman. Vierde prijs: „De Brabanders", te Eind hoven, met „De gemaskerde Venus", van A. J. Zoetmulder. Prijs beste uitspraak: A. D. T. V. Prijs beste samenspel: A. D. T. V Prijs beste tooneelaankleeding: Helmers. Prijs beste tooneel-speelster: mevr. L. HogerzeilSpeerstra als Josine in „Mijn en Dijn." Prijs beste tooneelspelerde heer W. Bischot Jr. als André in „Het lied van alle tijden." Prijs voor .de best gespeelde bijrol (dame): mevr. A. van VliegenCornells als Eulalia in „Dat, wat je niet hebt". Prijs voor de best gespeelde bijrol (heer) do heer Frans Paro als Jan Verlind in de „Gemaskerde Venus". Prijs regie: de heer Chr. Laurentius voor „Mijn en Dijn". Ook het publiek mocht een prijs toe kennen: deze is ten deel gevallen aan „Helmers" met „Het lied van alle tijden". Dit stuk verkreeg 49 stemmen, tegen „Mijn en Dijn" 48 en „Dat, wat je niet hebt" 46. De wedstrijd. Nu de wedstrijd is afgeloopen, zullen wij, oudergewoonte, in het kort nog iets zeggen over de diverse opvoeringen. Voor af zij de jubileerende vereeniging echter van harte gelukgewenscht met het uitne mend verloop, ook wat over 't algemeen het peil der vijf wedstrijd-avonden be treft. Er is voor dilettanten in doorsnee behoorlijk en in enkele gevallen zelfs uit muntend spel vertoond. De reeks begon met De gemaskerde Venus een blijspel van A. J. Zoetmulder, die op het tooneel zijn sporen al heeft verdiend en ook in dit stuk een alleszins te waar- deeren gegeven op vlotte wijze heeft uit gewerkt. „De Brabanders" uit Eindhoven vermochten echter niet hieruit te halen, wat er in zit. Speciaal de overgangen, die de groote bekoring van het stuk uitma ken, waren te weinig overtuigend; alles bleef daardoor te vlak. Vooral gold dit de hoofdfiguren en met name den musicus Schlezing. De meeste rollen bereikten niet meer dan een goede middelmaat, met uit zondering van de operette-diva, die zeer onvoldoende was en van de rol van Jan Verlind, waarvan de vertolker een dank baar gebruik maakte om in aanmerking te komen voor den prijs voor de beste bij rol heeren. ®°'en: HM. de Koningin in gesprek met den Engelschen verbindingsofficier Moore die met het detachement mariniers uit de Saar is teruggekeerd op doorreis naar Engeland. Beneden: H.M. inspecteert den motordienst. Dat, wat je niet hebt, het dankbare stuk van mevr. Ranucci Beekman, gespeeld door Haarlem's Too neel, werd vlot vertolkt. Annie had heel goede monmenten evenals de baron, doch deze viel terug toen het uit was met zijn meesterschap over het leven. Bepaald zoo weggeloopen uit de werkelijkheid was de Eulalia. Overigens ook middelmaat. Toch werd hier een goed sluitend geheel reeds verkregen. Het lied van alle tijden blijft een dankbaar stuk romantiek, waar van de auteur, de heer D. H. Scheffer. reeds veel pleizier beleefde. Het bevestigt nogmaals de meening, dat de romantiek niet dood is! Ook al oordeelen wij dit lied niet meer van onze tijden. „Helmers". uit Amsterdam, gaf dit tooneelspel in uitne mend in stijl gehouden vertooning op alles zins te loven wijze. Speciaal de mannelijke hoofdrol werd keurig volgehouden tot het einde, hoewel ook de vrouwelijke uit blonk. Jammer genoeg verviel de Crochet teveel ln ouderwetsch pathos en bleef Francoise onder den eisch van echte vrouw uit het volk. Ook enkele bijrollen kwamen niet genoeg uit de verf. De houten ham is een zeer goedkoope klucht van Jan van Ees en Henk Bakker. Toch kan dit nie- mandalletje een goed-lachs publiek onge twijfeld een aangenamen avond bezorgen, mits gespeeld in uiterst luchtlgen trant. Luctor et Emergo, uit den Haag, liet het daaraan totaal ontbreken, onderstreepte integendeel alles zwaar en gewichtig, waar door van het geheel weinig terecht kwam. Bovendien waren de noodige typen slecht gekozen. Mijn en Dijn het spel van eerzucht en ijdelheid van Jo van AmmersKüller, hoewel ook eenigs- zins verouderd, houdt niettemin de aan dacht volop gespannnen, vooral als het zoo in nauw-sluitend samenspel wordt ten tooneele gebracht als A.D.T.V.. uit Amster dam, het deed. Jammer, dat de mannelijke hoofdrol zijn stem niet meehad, anders was het over de gansche linie een eclatant succes geworden. De Josine werd allerkeu rigst „van binnen uit" en toch zoo argeloos gespeeld; alles natuur, wat er aan was. Ook de Robert, een zware rol, vond een goede vertolking. Op bijzonder hoog peil stond de scène a trois. Ook de bijrollen waren zon der uitzondering goed, uitgezonderd het Hoefje", dat teveel Annie-van Eesde in overdrijving en de verslaggever. Als merkwaardigheid zij gewezen op het feit, dat alle deelnemers stukken van Hol- landsche auteurs opvoerde! Een felicitatie waard. Gezien de groote belangstelling gis teravond was de schouwburg zelfs vrijwel uitverkocht! mogen we meenen dat deze wedstrijd een uitnemende propaganda ls geweest voor de Tooneelkunst. Mede door het goede gehalte! Nut en Vermaak heeft ook daardoor recht op warme dankbaar heid. Aan den Schouwburg is buiten een ver meldenswaardige verbetering aangebracht. De oude verlichting is vervangen door een moderne kwik-dampverlichting die het uit muntend doet. TRADITIE EN VERNIEUWING. Lezing van ds. L. D. Poot. Als laatste spreker in den lezingen cyclus „Traditie en Vernieuwing" sprak Zaterdagavond in de Marekerk ds. L. D. Poot, uit Den Haag, over „Wat traditie en vernieuwing samenbindt". Nadat spr. allereerst de beteekenis van den priester en den profeet in het Oude Testament had uiteengezet, waarbij hij den priester vergeleek met den man van de horizontale lijn en den profeet met den man van de verticale lijn, teekende hij de verhouding van Jezus, als de Hoogste Profeet, tegenover het priesterdom. Te allen tijde stond de profeet tegenover den priester; hierin zien wij den drang naar vernieuwing. Altijd is er profetisch protest geweest tegen de traditie, die op kwam uit den mensch. Wij hebben een zuivere en onzuivere traditie in de Christelijke Kerk. De heilige apostolische traditie werd daarna door spr. geteekend. waarbij hij ernstig waar schuwde tegen de vergodelijking van den mensch, zooals die door Rome wordt na- gestaan. Aangezien de tijden veranderen, is het juist noodig. dat er traditie is. Wat wij bij deze traditie echter allen voelen is een drang naar vernieuwing, mede doordat wij kinderen van de twintigste eeuw zijn. Nadat spr. den modernen mensch in deze eeuw had geteekend, wees hij op de tegen stelling van vroeger, toen men de waar heden open en bloot legde en nu waar men alles in groote geheimzinnigheid hult. Het christendom, aldus spr., zal niet zijn als een gesloten vijver, maar er zal ver- frissching en doorstrooming van den oerbron zijn. Het zal dynamisch, progres sief zijn. Vernieuwde vooruitgang zal er zijn. Uitvoerig zette spr. uiteen, dat wij steeds in het christendom het statische (conserveerende-stilstaande) tegen het dynamische element zien staan. Alles verkeert in vernieuwing. Vanzelf komt nu de vraag wat of de traditie met deze vernieuwing samen bindt. Allereerst behoort daartoe wel een levend christelijk geloof, zooals ons dat in de catechismus wordt geteekend en dat levend zal zijn als een rivier, die zal blijven vloeien in de banen der traditie. BINNENLAND. B. en W. van Leiden hebben de reorgani satie-plannen inzake salarieering van het gemeente-personeel ingediend (2de Blad). De uitslag van den tooneelwedstrijd van „Nut en Vermaak" (Stadsnieuws, le Blad). Een nieuw koude-record van prof. dr. W. J. de Haas (Stadsnieuws, 1ste Blad). De gevolgen van den storm: eenige doo- den en groote schade (3de Blad). De mariniers uit het Saargebied zijn Zaterdag te Rotterdam teruggekeerd kau'^ein De Bruyne benoemd tot Officier de Orde van Oranie-Nassau; hedenmor- gpn werd voor H. M. de Koningin gede fileerd. (Binnenland, 2e Blad en Laatste Berichten, le Blad). De Nederlandsche deelneming aan de wereldtentoonstelling te Brussel (Binnen land, 2de Blad). Te ÏJmuiden is een verloofd paar van de pier geslagen en verdronken (Gemengd, 3de Blad). Auto in de Waal gereden; de bestuurder om het leven gekomen (Gemengd, 3e Blad) BTTTTENLAND Te Napels is tusschen Frankrijk en Duitschland de Saar-overeenkomst getee kend (Buitenland, 1ste Blad). Nieuwe Fransch-Engelsche besprekingen noodig over het Duitsche antwoord (Bui tenland, 1ste Blad). Herdenking van den dood van koning Albert van België (Buitenland, 1ste Blad). De Amerik. minister Hull over dc bui- tenlandsche politiek (Buitenland, le Blad) Wat wij tevens zullen moeten hebben, en dat geldt als tweede feit voor deze samenbinding, is een open vernieuwing. Na in 't voorbijgaan de verandering op alle gebied in deze wereld geschetst te hebben, toonde spr. de universaliteit van het christendom aan om dan te wijzen op de opende, levende belijdenis der apostelen, een belijdenis, die ook daarna door groote mannen, als Thomas van Aquino, Luther, Calvijn e.a. is uitgedragen. Als derde noodzakelijkheid voor de samenwerking van traditie en vernieuwing noemde spr. de intellectueele, religieuse deemoed. God vraagt deemoed en gehoor zaamheid. Voor onze onwetendheid moe ten wij uitkomen. Wij zullen geen conservators en denk beelden-makers zijn, maar gaan staan in deemoed voor God, dan verleert de mensch ook alle hoogmoed en overmoed tegen over zijn medemensch. Tenslotte zette spr. nog uiteen, dat om deze samenbinding te bereiken, wij zelf vernieuwde menschen dienen te zijn. Ons levensgeheim zal zijn, dat wij ons zelf aan God hebben overgegeven. Ons christendom zal de Pinkstergeest bezitten, wil het geen dood christendom zijn. De doorwerking van den Heiligen Geest, aldus eindigde spr., is het meest noodzakelijke. DE VOORMALIGE PETRUSKERK. Wordt brandweer-kazerne. Naar wij van welingelichte zijde verne men zullen B. en W. binnenkort aan den raad voorstellen te besluiten tot aankoop van een terrein, groot ongeveer 2000 vierk. meter en gelegen aan de Langebrug (een gedeelte van de afgebrande Petruskerk), voor den prijs van circa f. 40 000.— met de bedoeling daar ter plaatse een brandweer kazerne te bouwen. WIJKVERPLEGING DER CHR. WIJKVER. „LEVENDAAL". In het jaarverslag van de Wijkver pleging der Chr. Wijkver. „Levendaal" over 1934 lezen wij, dat de zuster 2656 be zoeken bij patiënten in de stad aflegde, terwijl 4955 behandelingen van patiënten in de kliniek plaats vonden benevens de behandeling van 21 hoogte zon-patiënten. Bovendien werden 34 baden verstrekt en 314 liter melk in het wijkgebouw uitge reikt. Dank zij veler steun konden in 1934 2200 liter melk, 1500 eieren en 206 maal tijden worden uitgereikt. Van Gebrs. v. W. ontving het Bestuur een partij wollen kousen en sokken, waar mede in dezen tijd menige wijkbewoner verrast kon worden. Het bestuur van de Ziekenverpleging dankt hartelijk ieder, die haar werk in 't afgeloopen jaar steunde en verwacht, dat die belangstelling in het nieuwe jaar niet zal verminderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1