De brand te Leiderdorp - Huldiging „Pipa "de Groot - Jubileum Brunhilde
l
OVERSTE SAXON
75«te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
W -
ZILVEREN JUBILEUM Dames Gymnastiek Vereeni-
ging Brunhilde" alhier. Nationale dames-wedstrijden in
de Stadsgehoorzaal. De dames van ,,Donar" ujt de
residentie in actie.
OP DE NOORDZEE 3 K.M. buiten Domburg is een nieuwe kabe! gelegd
voor de defecte telefoonverbinding VlissingenEngeland. Op de plaats
waar men den kabel heeft laten zakken, is een boei uitgezet.
Historische Avonturenroman
door G. P. BAKKER.
10)
■.Weet je wat we gaan doen?" stelde Oli-
"er voor. „We gaan naar de tent van
®oole Floor en straks als het donker wordt
het vrouwenkamp, daar wonen de
wouwen van de getrouwde .soldaten en
ook ongetrouwde meisjes, die den kost
'Menen met wasshen, verplegen, krui-
oon zoeken en nog zooveel meer. Er zijn er
ale heel mooi en aardig zijn en graag een
"oudje uit willen. En geld hebben we nu.
■e aandeel ls acht daalders. Geen slechte
dag".
■he tent van Floor?"
.Ja, op het feestplein. Ginds achter de
Mplaats".
Ze gingen over een breeden weg. Aan
™i kant op een heuveltje ging Olivier
«aan.
.Kijk, Willem", legde hij uit. „Van hier
ie 't geheele kamp overzien. Daar is
het vrouwenkamp. Verder zie je de groote
'e'de, waardoor een riviertje stroomt. Een
Stoot voordeel voor een legerplaats, ginds
"Sgen uitgestrekte wouden. De zon schijnt
ktst op den boschrand, die nu scherp af-
heekt tegen den blauwen hemel."
.he plaats schijnt mij goed gekozen voor
(eï groot kamp."
Pt ander keek hem verwonderd aan.
„Geloof dat maar. Onze ingenieurs zijn
knappe kerels. Er zijn ook Hollanders bij.
Weet je dat jou landslui de beste schans-
meesters zijn? Men zegt dat Von Pappen-
heim er prat op gaat, dat hij van hen
niets meer kan leeren".
„Hoe zou ik dat weten? Komt zeker van
het dijken bouwen. We hebben altijd tegen
het water te kampen. De zee maakt Hol
land groot en machtig, maar we moeten
er altijd tegen vechten. Soms wint de zee,
soms winnen wij. Wat is dat daar?"
„Het galgenveld".
Ze wandelden verder. Het groote feest
plein lag een eind van het kamp verwij
derd. Het was aan alle zijden door ten
ten en kramen omringd. Groote tenten
dienden als herberg. Ze waren van voren
gedeeltelijk open bn versierd met slingers
van gitoen en veelkleurige vlaggen. Er
naast stonden kramen waar allerlei voor
werpen verkocht werden, meest door jonge
meisjes onder schertsenden kout. De be
koring van het eeuwig vrouwelijke werd
door de ondernemers niet miskend. Er
stonden kramen, waar met ware pistolen
om prijzen werd geschoten en kanstenten
waar men ijzeren ringen om geldstukken
moest werpen, wonderdokters deftig in
het zwart, goochelaars in de meest bonte
en fantastische kleeren, monniken die
heelende zalven verkochten, dansende
beren en klimmende apen, gedresseerde
muizen en werkende vlooien.
Zelfs was er een tooneeltent, waarin
harlekinades werden opgevoerd Op een
verhoogden voorbouw stond Pierrot met
zijn meelgezidht tn zijn wit pak met groote
roode knoopen hl een mengelmoes van
talen uit te schreeuwen hoeveel wonder
baarlijks en schoons er binnen te zien zou
zijn Harlekijn in zijn bonte lappen sloeg
de trommel. Scaramouche blies de trompet
de kwaadaardige gebochelde Polichinel
sioeg nijdig de pauken. Cassander keek
naar den vroolijken dans van zijn dochter
Colombine, die in haar korte uitstaande
rokjes van tule en gaas ondanks haar
vader niets van haar slanke beenen ver
borg. Een veelkoppige menigte, soldaten,
vrouwen en kinderen, verdrong zich om
niets van het schoone schouwspel te
missen.
De tent van Floor was zeker een der
grootste. Ver uitgebouwd op het plein
stonden tafels stoelen en banken.
„Hallo, Floor", schreeuwde Olivier tegen
een groote forsche vrouw met mooie don
kere oogen. „Twee bier", en wierp een
daalder op tafel.
Hij was blijkbaar een eer bekende klant.
„Prosit. Ook een glas, Floor? Kom een
oognblik bij ons zitten."
„Anders graag, maar ik heb geen tijd
en ik zal nog menig kruikje moeten drin
ken. Want het is feest vanavond.
„Welk feest?" vroeg Saxon.
„De brug wordt verdedigd", was haar
antwoord.
„Daar moeten we bij zijn", meende
Olivier. „Hoe laat?"
„Vijf uur. Beproef je kracht maar. Je
bent een stel flinke, jonge kerels. De
soldaten beginnen zich te vervelen.
Er moet afleiding komen. Er zal iets te
verdienen zijn."
„Willem," zei Olivier „Hier zijn je acht
daalders. Een goed Plan om te spelen.
DE OUDE PEERKE VER
HOEVEN op wien to
Loon op Zand een roofover
val gepleegd is.
Maar waarom wou je niet doorspelen? We
waren aan de winnende hand. Ik had ge
luk en zou veel meer gewonnen hebben."
„Neen," zei Saxon. „Verloren."
„Waarom ongeluksvogel?"
„De vos kon keeren, wat hij wilde. Eerst
laten winnen en dan komt de hartstocht
van het spel. Je zou alles kwijt geraakt
zijn."
,En die musketier dan met zijn dikken
kop?"
„Dief en diefjesmaat. Daarom vroeg ik
of Je geld genoeg had. Jij liet veel geld
zien. Lokaas. Ze lieten je in het begin
winnen."
„Verduiveld, ik geloof dat je gelijk hebt.
Ik begin te denken. Willem, dat je een
gladde vogel bent. Nog 'n kruikje. Prosit.'.
HOOFDSTUK XXI.
De trommen roffelden. Drie trommel
slagers kwamen ,de speelplaats opmar-
cheeren. Midden op het veld hielden ze
halt. De middelste trad vooruit. De sol
deniers verdrongen zich om hen heen om
het nieuws goed te kunnen hooren.
„Om vijf uur dezen achtermiddag zal de
brug worden verdedigd Soldeniers en
meerderen van alle wapenen kunnen
daaraan deelnemen. De overwinnaar zal
vijf gouden rijders als prijs ontvangen.
Mannen, houdt u gereed."
Wij gaan er heen," zei Olivier, „Ik wil
het eens probeeren. Als we vroeg zijn,
krijgen we een goede plaats. Het zal er
vol worden, want het is het meest ge
liefde spel, zoowel bij de deelnemers als
bij de toeschouwers. We stappen dade
lijk op."
DE 70e VERJAARDAG VAN „PIPA"
DE GROOT den administrateur van
,,De Kaag" te Warmond. Enthousiaste
Kaag-leden offreeren de door journalisten
geschonken groote taart.
SNEEUWVAL IN DE RESIDENTIE.
De jeugd profiteert er direct van. Het
maken van een sneeuwpop..
Ze wandelden naar het open veld buiten
het kamp. Over een vrij breede beek lag
een stevige houten batterij, die zeker vijf
vademen lang, maar nog geen vadem
breed was.
Reeds waren er vele toeschouwers aan
wezig, maar steeds meer menschen kwa
men opdagen. De soldeniers soms zelfs
groepsgewijze.
„Daar komen de onzen", riep Olivier en
Saxon zag den ouden wachtmeester met
zijn mannen aankomen. Ze legerden zich
dicht bij de brug in het gras.
Vroolijk trompetgeschal klonk door de
zonnige lucht. Een groot aantal officieren
verscheen. Ze gingen aan de overzijde van
de beek op een plankier op stoelen zitten.
Het veld was nu vol belangstellenden. Sol
deniers, vrouwen en kinderen. Kleine jon
gens waren als soldaten gekleed, met
trommels en trompetten.
Een overste liet de trommen roeren. Hij
wees twee wachtmeesters aan als kamp
rechters. Een hopman fungeerde als
heraut. Zijn luide stem klonk over het
heele veld.
„Degene, die de brug wil verdedigen,
komt aan deze zijde. Voor den eersten
overwinnaar worden vijf zilveren daalders
uitgeloofd".
Olivier stond dadelijk op. Een drietal
soldeniers van andere wapens volgden
hem.
Er werd geloot, Olivier had blijkbaar
geluk. Hij trok zijn laarzen uit en zijn jas.
Alleen in zijn broek gekleed ging hij mët
ontbloot bovenlijf op de brug staan.
iWordt vervolgdJ,