EEN FEEST VAN BLOEMEN EN KLEUREN. LEIBSCH D* Gr LAD - Derde Blad Zaterdag 9 Februari 1935 BINNENLAND. DE POSTERIJBEGROOTING. MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EERSTE KAMER. Mi nis tri re Ie redevoeringen voor de microfoon. Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer in zake de Posterij begrooting 1935 wordt tiet volgende ontleend: De minister acht het een eisch van Roede bedrijfsvoering, dat bil de beper king. welke od de txxstbestelllne moest ■worden toegepast, rekening is gehouden met de intensiteit van het postverkeer In overeenstemming hiermede is ten piatte- lande met zeer verspreid gelegen wonin gen het aantal bestellingen geringer dan tn groote plaatsen of dichte komvormin- gen. waar het postverkeer aanzienlijk grooter en naar verhouding van meer be lang is terwijl aan de hestelling naar evenredigheid minder kosten zUn verbon den Een en ander neemt niet weg. dat in de kommen van alle dorpen 2 bestel lingen ziln verdeeld. Alleen ln de buiten wijken kan het voorkomen, dat de be stelling in de late ochtenduren plaats vindt. Tot veranderingen in algemeenen kin in den thans bestaanden toestand, bijv. door verruiming van den kring, waar binnen twee of drie bestellingen worden gedaan, kan niet worden overgegaan. Ter zake van de verdeeling van de be schikbare opbrengst der gelukstelegram men deelt de minister mede. dat deze ver deeling thans bij hem in nadere overwe ging is Te dien einde heeft hij den be langhebbenden medegedeeld, dat de thans geldende regeling aan het einde van dit jaar wordt beëindigd. Ten aanzien van de naasting der ge meentelijke telefoonnetten deelt de minis ter mede. dat de ingestelde commissie o.m. tot taak heeft het voorbereiden van een regeling, waardoor de uit de naasting voor de betrokken gemeenten voortvloeien de flnancleele bezwaren zooveel mogelijk rullen worden getemperd en aan de baten- derving door de gemeenten te lijden, op redelijke wijze zal worden tegemoet ge komen. De minister is overtuigd, dat ter wille van een goede ontwikkeling van het tele fonische verkeersmiddel in Nederland in zijn geheel de naasting van de netten in de drie in het Voorloopig Verslag ge noemde groote gemeenten niet achterwege kan blijven. Hij heeft een open oog voor de belangen der betrokken gemeenten en verwacht, dat. mede door den arbeid der genoemde commissie een oplossing zal worden bereikt, die zoowel door het Rijk els door de gemeenten kan worden aan vaard. Ook naar de meening van den minister verdient het aanbeveling, dat leden van de regeering slechts hij hooge uitzondering van de radio gebruik maken. Alleen bij belangrijke onderwerpen die de algeheele belangstelling van hef Nederlandsche volk hebben moet door de reeeering van de microfoon kunnen worden gebruik ge maakt. Dit standpunt wordt door de regee- ring in het algemeen ingenomen en de ipraktijk leert 't in toepassing gebracht. Gebruikelijk is. dat indien ministers, hoofden van departementen zich in hun hoedanigheid van regeeringspersoon tot het Nederlandsche volk richten, hetgeen dan geschiedt over beide Nederlandsche omroepzenders. de radio-omroepcontrole- commissie den tekst der uit te spreken redevoeringen niet opvraagt. Zoo is dus de tekst der redevoering van den minister van Onderwijs welke werd uitgesproken op 29 October 1934 niet aan evenbedoelde commissie voorgelegd Een in voorbereiding zijnde wijziging van het radioreglement zal o.m. aan dit gebruik een wettelijken grondslag geven hetgeen echter niet wegneemt. dat op deze rede voeringen van toepassing zijn de 3 in T en T. wet genoemde normen, zoodat zij niet in strijd mogen zijn met de veiligheid van den Staat, den openbare orde en de goede zeden. Iets anders is echter, indien een minister der Kroon op verzoek en als gast van een omroepvereeniging een redevoering houdt voor de microfoon dier vereeniging. zooajs bijv. het geval was op 6 Februari 1934. toen de minister van Onderwiis sprak voor de A.V.R O.-microfoon Dan wordt zoo danige redevoering beschouwd als een onderdeel van het door die organisatie vorzorgde programma: zij valt dan als eoodanig onder de bepalingen van het radio-reglement, zoodat de uitzendende vereenigine tot overlegging van een schema of tekst der rede kan worden ver plicht. Het staat geheel ter beoordeeling van de controle-commissie of zij van haar bevoegdheid in dezen al dan rdet gebruik wil maken waarbij uiteraard ten aanzien van redevoeringen van mintsters welke dezen niet in he- hoedanigheid van re- eeeringsoersoon uitspreken, geen uitzon dering wordt gemaakt. Het vraagstuk van het opnemen van advertenties in de omroepbladen is een van de onderwerpen, welks op de verhou ding tusschen den radio-omroep en de pers van invloed zijn, aldus zegt, ae mi nister De Wilde. Zooals de ministers tijdens de monde linge beraadslaging van deze begrooting in de Tweede Kamer mededeelde, zal hij trachten voor beide daarbij betrokken partijen een solutie te bevorderen, waar door beiden worden bevredigd. Ten einde hiertoe te geraken, heeft de minister den Radio-raad verzocht, evenbedoelde vraag stukken, die een zekere tegenstelling tus schen omrocD en oers veroorzaken, doch die bezwaar'ijk los van elkancm kunnen worden behandeld, met belanghebbenden te bespreken er. hem het resultant van deze besprekingen mede te deelen. Na ont vangst. van het advies van den Radio- raad zal hij zijn standpunt ter zake be palen. VERSCHUIVING DER CRISISLASTEN. AFWENTELING ONTMOET BEZWAREN BIJ DE EERSTE KAMER. Aan het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de wetsontwerpen le. tot wij ziging van de wet van 15 Juli 1929; 2e. tot wijziging van de wet van 8 December hou dende tijdelijke voorziening tot verster king van de middelen tot dekking van de uitgaven des Rijks: en 3e. houdende voor zieningen ter zake van gemeentelijke kosten van werkloosheldszorg, wordt het volgende ontleend. De motiveering van het standpunt der regeering. dat de werkloosheidslasten niet Rijkslasten zijn, maar gemeentelasten en dit ook moeten blijven, achtten sommige leden voor krachtige bestrijding vatbaar, en zoo de weigering der regeering om de Rijksbijdrage aan het werkloosheidssubsi- diefonds op een zeker percentage der werkloosheidsuitgaven te bepalen. Deze leden hadden zeer sterk den In druk. dat het uitgangspunt der regeering bij deze wetsontwerpen ls geweest, dat het Rijksbudget moet worden ontlast Aan de vraag, of de gemeenten eventueel ln staat zullen zijn de gevolgen van het boven eerst en het laatst genoemd ontwerp te dragen, is daarbij naar hun meening niet vee! aandacht geschonken De regeering denkt daarover blijkbaar te optimistisch. Zoowel uit principieel als uit financieel en staatsrechtelijk oogpunt bestonden er bij deze leden ernstige bezwaren tegen deze beide wetsontwerpen. Over de prln- cipleele bezwaren zouden zij desnoods kunnen heenstappen, maar de financieele en staatsrechtelijke wogen voor hen zeer zwaar. Eentge andere leden, die in beginsel ge voelden voor het denkbeeld de crlsislasten meer geleidelijk over de geheele bevolking te verdeelen. hadden toch wel bezwaar tegen de thans voorgestelde uitvoering daarvan aangezien deze de flnanciee.le aansprakelijkheid van de gemeente ver mindert. Eenlge leden meenden nader de aan dacht te moeten vestigen op het feit, dat bij aanneming van het le en het 3e ont werp aan de gemeenten over het alge meen, zij het ln verschillende mate aan een groot aantal gemeenten in zeer sterke mate een zelfstandig financieel bestaan geheel wordt ontnomen. Deze leden zagen hierin niets minder dan een ramp. Ook andere leden wezen er op, dat de financieele moeilijkheden, waarin vele ge meenten verkeeren en verscheidene, naar hun meening, nog zullen gaan verkeeren, voornamelijk haar grond vinden ln de wet van 15 Juli 1929. Immers, naar hun meening. deugt de grondslag van deze wet niet; zij toch heeft de gemeenten te zeer beperkt op het gebied van zelfstan dige belastingheffing, en zij is gemaakt ln een tijd van voorspoed. Nu de tegenspoed ls gekomen, kan niet langer worden ge steund door den staat, wiens eigen geld middelen ln betreürenswaardigen toestand vefkeeren Deze léden waren van oordeel, dat bij onze gemeentelijke zelfstandigheid be hoort de bevoegdheid tot het heffen van een gemeente-inkomstenbelasting, natuur lijk onder controle van hoogere autori teiten, maar niet een absoluut moeten steunen op de rijksmiddelen en voor een goed deel op Inkomsten van rijksingezete nen buiten de gemeente. Eenige leden merkten naar aanleiding van de vermindering der ultkeerlng van het Rijk van f.75 mlUloen tot f.46 mil- lioen op, dat het Rijk aldus zijn eigen financiën heeft verbeterd, doch die der gemeenten in slechteren toestand heeft gebracht. Hoofdgrief van deze leden is, dat de nieuwe regeling van de financiering der werkloosheid ook geen oplossing brengt. De bedragen, welke het Rijk bij elkaar brengt zijn onvoldoende om de kosten der werk loosheid te blijven bestrijden, terwijl an derzijds de gemeenten, trots alle bezuini gingen en beperking van eigen taak hare begrootingen niet sluitend kunnen maken. Het bedenkelijkste gevolg van dezen toe stand achtten ook deze leden het verslap pen van het verantwoordelijkheidsgevoel bij de gemeentebesturen. GEEN NIEUWE BIOSCOPEN MEER. Naar het ..Handelsblad" verneemt heeft het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond de leden op Maandag 11 Februari a.s. bijeengeroepen voor een bui tengewone spoedeischende ledenvergade ring, waarin het hoofdbestuur aan de orde zal stellen een voorstel, om te besluiten voorloopig tot 31 Maart 1936 geen nieuwe zaken te laten gaan explolteeren, behoo- rende tot een der volgende bedrijven: filmbedrijven (waaronder niet verstaan worden: filmproducenten), film-import- zaken, filmverhuurkantoren, permanente bioscopen en reizende bioscopen. KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBOND. Voor het lidmaatschap der Geschillen commissie van den Kon. Ned. Midden standsbond zullen aan den Bondraad ter voorloopige benoeming worden voorgedra gen de heeren prof mr. A. C. Josephus Jitta. prof mr. C. W. de Vries, beiden te 's Qravenhage en mr. A. J. Romijn te Leiden, die zich bereid verklaarden, deze functie te aanvaarden. -o— DIRECTEUR KEURINGSDIENST VAN WAREN TE 's GRAVENHAGE. Ter voorziening in de vacature ontstaan door het eervol cntslag hetwelk aan dr. J. D. Filippo. directeur van den Keurings dienst van Waren, in verband met liet bereikt hebben van den 65-jarlgen leeftijd ls verleend, hebben B. en W. van 's Gra- venhage op de voordracht geplaatst: 1. Dr. F. H v. d. Laan, directeur van den Keuringsdienst voor het gebied Utrecht; 2 Dr. W. Schut, scheikundlge-bacterio- loog bij den Keuringsdienst van Waren voor het gebied Rotterdam, tevens plaats vervangend directeur. VERSPREIDE BERICHTEN. Op verzoek ls met 1 April eervol ont slagen J A M. Wljnands als burgemeester van Oud-Valkenburg. RECLAME. 6054 Uw 7f>niIWf>n "omen tot rust, kal- uwr AiCUUVYCU meeren en worden daarbij tevens gesterkt door 't gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. BIJ Apoth. en Drogisten OM WETTELIJKE BETEUGELING VAN HET CADEAUSTELSEL. Hernieuwde aandrang van de drie Ned. Middenstandsbonden. Men schrijft ons: Reeds herhaalde malen mochten de be sturen van de drie Nederlandsche Mid denstandsbonden zich tot den minister van economische zaken wenden terzake van een wettelijke regeling van het cadeaustel sel. Laatstelijk was zulks het geval bij schrijven van 19 Maart 1934, waarin uit voerig stelling werd genomen tegenover het advies, door den Nijverheldsraaxi ln deze materie uitgebracht en verschillende bezwaren, door genoemden Raad tegen de wettelijke beteugeling van dit concurren- tie-euvel aangevoerd, werden weerlegd. In de kringen van den Nederlandsohen Middenstand wordt kwalijk begrepen, waarom een wettelijke bestrijding van dit euvel nog steeds achterwege blijft 's Mi nisters ambtsvoorganger heeft het cadeau stelsel indertijd openlijk als een „euvel" erkend; reeds eenige jaren wordt omtrent de wettelijke bestrijding overleg gepleegd en geadviseerd, maar een ontwerp van wet heeft het departement nog steeds niet verlaten. Voegt men daarbij de weten schap, dat in het buitenland het euvel met krasse maatregelen wordt ingeperkt en ook hier te lande, in één bepaalde be drijfstak, het absoluut verbod practisch zelfs geen tegenstand ontmoette, dan is de bevreemding van den Middenstand over het steeds maar uitblijven van een alge- meene maatregel hier te lande toch zeer wel te verklaren. De strijd om het bestaan wordt voor een overgroot deel van den Middenstand met den dag zwaarder en rechtstreeksche hulp wordt hier door de landsoverheid slechts op een uitermate beperkt terrein geboden. Temeer moet het daarom den Middenstand treffen, wanneer ook maat regelen. welke althans indirect de bedrijfs- moellljkheden zouden kunnen verlichten, achterwege blijven. Het cadeaustelsel nu ls. zeker in de tegenwoordige omstandig heden. een concurrentiemiddel, dat door de wijze, waarop het wordt gehanteerd en de daardoor gewekte verkeerde Indruk ken bij het koopend publiek, ontoelaatbaar meet worden genoemd. Met allen aandrang hebben daarom de hoofdbesturen der drie Nederlandsche Middenstandsbonden zich dezer dagen op nieuw tot den minister van economische zaken gewend met het verzoek ten deze de zoo dringend noodige maatregelen met alle kracht te bevorderen en door een wettelijke regeling een concurrentle-euvel uit te schakelen, waartegenover het be drijfsleven zelf vrijwel machteloos staat. OITu PROF. AALBERSE OVER „ORDENING". In de vergadering van den R.K. Partijraad In de heden gehouden 15de vergadering van den Partijraad der R.-K. Staatspartij te Utrecht heeft de voorzitter van de R.-K. Tweede Kamerfractie, prof. mr. Aalberse, een rede gehouden over het onderwerp; „De Ordeningsgedachte". Spreker zeide, dat voor zoo ver de be staande organisaties onmachtig zijn, de staat zelf van boven af de ordening ter hand moet nemen. Dit is reeds gebeurd bijv. door de instelling der crisis-centrales. In internationaal opzicht moet een actieve handelspolitiek worden gevoerd: de export moet bevorderd worden. Er moet plaats zijn voor contingenteering en tariefsver- hooging. Vervolgens moet er een publiekrechte lijke bedrijfs-organisatie komen, met ver ordende bevoegdheid en onder toezicht van de overheid. De overheid had dat reeds eerder moeten doen. aldus spr. Er waren trust, kartels en concerns ontstaan, een vrijwillige or dening, met het gevolg, dat het groeps egoïsme ongebreideld werken kon Door niet aanpassing van de prijzen aan de verlaagde productiekosten en de ingezon ken koopkracht werd de productie veel meer ingekrompen dan noodig zou zijn ge weest. Daardoor ontstond groote werk loosheid. Het dieptepunt der depressie zou minder diep gelegen hebben, als de kartels deze even egoïstische als bekrompen en van weinig economisch Inzicht getuigende po'itiek niet hadden gevolgd. De ordening moet dan ook staan onder controle van de overheid, die moet kunnen ingrijpen voor de handhaving van het al gemeen welzijn. Uit de genoemde bedrijfs organisaties moet nu echter voortkomen de nationale economische raad. het alge meen regelend lichaam, dat het zich uit leven van groepsegoïsme kan tegengaan. De aldus georganiseerde volkshuishou ding regele ook de internationale econo mische verhoudingen, hier echter met di recte medewerking van den staat, omdat de handelspolitiek nauw samenhangt met het. te voeren algemeen buitenlandseh be leid. Dit. stelsel heeft, niets van sociaiisme. want het privaat bezit der productiemid delen blijft gehandhaafd, terwij! de "e- drijfs-organisatie patroons en arbeiders omvat. DE TOLHEFFING OP DE BRUGGEN OVER DE GROOTE RIVIEREN. Financiering is ook anders wel mogelijk. In de heden verschenen Publicatie No. 10 (Bundel II) der Alg. Ned. Verkeers- federatie (A.N.V.F.) worden beschouwin gen gewijd aan het wetsontwerp inzake de tolheffing op de bruggen over de groote rivieren. Reeds in een vorige publicatie werd door de A.N V.F. aanget ond, dat tolheffing voor de financiering van den versnelden bruggenbouw met noodig is. In het ondcrwerpelijk wetsontwerp ls naar de meening der A.N.V.F. het motief van den versnelden bruggenbouw op den achtergrond geraakt, terwijl het fiscaal karakter op den voorgrond treedt. De Regeering wil f, 2.2 millioen leenen om DE EXPOSITIE TE HEEMSTEDE. WAT ER VAN 15 MAART TOT 19 MEI TE ZIEN ZAL ZIJN. Verlichting bij avond. (Van onzen reisredacteur) HEEMSTEDE, 8 Februari. Het doet deugd, ln deze dagen, waarin zooveel te melden is over nood en aftake ling, eens te schrijven over iets fleurigs. En wat kan men eigenlijk fleurigere bedenken dan een bloemententoonstelling. Een feest van kleuren en gratie en een feest van licht, van licht ook ln deze don kere dagen. Wie herinnert zich niet de prachtige bloemententoonstelling, die tien jaar gele den ln Heemstede werd gehouden? Dat was een evenement, een sprookje om nooit te vergeten. En nu ls men ongeveer op dezelfde plaats weer bezig ons zulk een feest te bereiden, dat eensdeels weer net zoo mooi zal zijn, net zoo grootsch en net zoo'n droom van kleurrijke genietingen, maar dat toch ook weer anders zal wezen, anders van plastiek en zelfs andere van opzet, De algemeene vereenlglng voor bloembollencultuur, gevestigd te Haarlem, heeft ln haar statuten staan, dat om de 10 jaar een tentoonstelling moet worden gehouden. Men heeft er o.a. een gehad ln 1910, maar in 1920 waren de tijdsomstan digheden er niet naar, zoodat men uitstel heeft genomen tot 1925. Nu ls het al weer 1935 en dus maakt de vereeniging zich weer op om aan het publiek te toonen, wat liefde voor bloemen en planten, kunstzin en welgefundeerde deskundigheid tezamen vermogen. Dat deze tentoonstel ling samenvalt met het 75-jarig bestaan der vereeniging, ls een reden te meer om eens extra goed voor den dag te komen. Drukke voorbereidingen. Een uitgestrekt terrein bij en op het be kende Groenendaal ls voor dit doel beschikbaar gesteld. Daar ls het nu een vertier van werklieden ,dle gebouwen en gebouwtjes opzetten, versieringen aan brengen en de verlichting aanleggen. Daartussohen ligt het rustige gebouwtje van het secretariaat, waarbinnen hard ge werkt wordt, gecorrespondeerd en gecon fereerd, en waar de heer H. J. Voors, de secretaris het epitheton „ijverig", voor zulke functlonnarlssen wat veel gebruike lijk,kan nimmer met meer recht dan hier aan iemand zijn gegeven persoonlijk leiding geeft aan de uitvoering van de door hem zelf ontworpen plannen. De heer Voors vertelde, dat er wel een verschil was in den opzet van deze ten toonstelling met die van haar voorgang ster. Men heeft van vroegere ervaringen geprofiteerd en naast veel. dat het publiek eerder zag, zal er ook veel nieuws te zien zijn. De vorige maal waren er bijvoorbeeld geen kleine tuinen. Toen kon men de op merking hooren: dat ls nu allemaal wel heel mooi, maar Ik heb maar zóóveel vier kante meter ter beschikking. Die klacht zal nu niet vernomen worden, want er is aan deze tentoonstelling verbonden een wed kamp in den aanleg van kleine stadstui nen, hetgeen ook heel instructief zal zijn. In de laatste Jaren ls verder het week-end huisje zeer in zwang gekomen; de exposi tie zal een aantal voorbeelden van zulke huisjes laten zien in een ideale omgeving, waar het hier juist op aan komt. Het nieuwste op dit gebied zal er wezen: een optrekje met een eigen particulier zwem bassin. zooals dat in het buitenland veel bestaat en ook hier ln de mode begint te komen. Een UcMfastijn, Een enkel crocusje bloeit al hier en daar in dit schoon aangelegde park, waarin de natuur en de cultuur aan elkaar zijn aan gepast. Maar het meeremdeel der bloemen wacht tot vlak voor de opening der ten toonstelling met de goddelijke gaven van haar kleurenpracht. Mlllloenen en nog eens mlllloenen bloemen zijn hier onder de gunstigste omstandigheden uitgeplant, zoodat het op 15 Maart een Beuren toover en llehtschittering belooft te worden van een onovertrefbaren luister. Een fc ?st van licht en kleuren niet al leen overdag. Misschien zal deze expositie des avonds nog veel mooier zijn, omdat er nu ook een verlichting wordt aangebracht. In de eerste plaats bereikt het tentoon- stelllngsbestuur daarmede, dat de stroom van bezoekers over een langeren tijd ver deeld zal worden en opstoppingen kunnen worden vermeden. Dat ls voor het publiek een prettig vooruitzicht, maar nog be langrijker ls, dat de verlichting de spre kende kleuren der bloemen nog fraaier maakt. In Engeland zijn sommige tuinen de onze op dit gebied al ver vooruit. Uit sluitend een dienende functie ls de ver lichting toegedacht ;de bloemen blijven in hoofdzaak en nergens zal een lichtbron te zien zijn, geen schijnwerpers worden geplaatst en geen hooge masten opge richt. Het wordt een indirecte verlichting, uitgaande van monumenten, die ook over dag hun aesthetische functie hebben als onderdeel der beplanting. Dit opent tevens perspectieven voor degenen, die ook 's avonds van hun tuin willen genieten. Overvloed, Een kenmerk van deze tentoonstelling zal zijn de overvloed. In 1925 begon juist alle beschikbare materiaal flinke waarde te krügen, zoodat de kweekers niet wisten of ze beter deden te exposeeren dan voor den verkoop beschikbaar te houden. Het allermooiste is daardoor soms die ten toonstelling ontgaan. Thans echter zijn er groote voorraden van het allerbeste en het allernieuwste en men brengt het naar desa tentoonstelling. De natuur, die op het ter rein aanwezig is, is ongerept gelaten; zij is alleen uitgebuit en verfraaid, zoodat het geheel aaneengerijd is tot een ideaal park. Overvloed wordt er ook verwacht van bezoekers. In 1925 zijn er een half millioen menschen geweest, nu hoopt men er nog meer te verwelkomen, ook al omdat de verkeersmiddelen sindsdien zoo zijn uit gebreid. In het buitenland bestaat voor deze gebeurtenis veel belangstelling, spe ciaal in de Ver. Staten, waar de verzorging van het eigen home juist thans de hobby vormt van den rijken Amerikaan. Er Is per s.s. Statendam een soort pelgrimage ontworpen naar het oude Holland, waar-, aan tevens een trip door het heele land verbonden ls. Daarvoor bestaat al veel animo. Het feit, dat de Koningin haar hooge bescherming aan deze onderneming heeft willen verleenen. wijst er ook op. dat het hier niet een gewone tentoonstelling geldt Het is geen verkoopsexpositie en het, publiek wordt er in geen enkel opzicht: lastig gevallen. Slechts schoonheid zal er. zijn te genieten, een belevenis waaraan in deze tijden dubbel behoefte bestaat. restitutie te verkrijgen van gelden, die voor bruggenbouw besteed zijn vóór de instelling van het Wegenfonds; eenig ver band van dit voornemen met den ver snelden bruggenbouw is niet aanwezig. Hetzelfde kan gezegd worden ten aanzien van het voornemen om f. 12 millioen te leenen om het bestaande voorschot aan het Wegenfonds te vereffenen en om f. 5.8 millioen te leenen, teneinde hiervan 'n drietal wegen in versneld tempo te ver beteren. Wil de Regeering deze f. 17.8 mill, uit een leening verkrijgen, dan moeten rente en aflossing van dit bedrag niet uit tolheffing worden gevonden, maar uit het batig saldo van de afdeeling Landwegen der Verkeersfondsbegrooting. dat thans ln zijn geheel wordt aangewend ter dekking van de tekorten van andere verkeersmid delen. Een ander bezwaar, dat de A.N.V.F. naar voren brengt, ls de leening van het bedrag van f. 50 millioen in één som, terwijl het slechts geleidelijk noodig is; in den bouw tijd der bruggen gaat daardoor ruim f. 3.5 millioen aan rente verloren. Voor den eigenlijken bruggenbouw, zon der meer, zou slechts f. 30 millioen noo dig zijn. In de publicatie wordt een plan uiteengezet voor het financieren van den bouw, eveneens in versneld tempo, dus in zeven jaren, waarbij de Regeering in dien tijd ong. 13 millioen aan rentedragende voorschotten zou moeten verstrekken. Wordt dan uit de opbrengst der verkeers belastingen jaarlijks f. 2.5 millioen be schikbaar gesteld, dan zouden de voor schotten reeds ln 1950 geheel zijn afbe taald; wordt echter jaarlijks 2.5/30 ge deelte van genoemde opbrengst beschik baar gesteld (waarvan de wenschelijkheid wordt gemotiveerd), dan zouden de voor schotten reeds in 1947, dus zes jaar na de voltooiing van den bouw, kunnen zijn afbetaald. Uitvoerig wordt betoogd, dat tegen het verstrekken van voorschotten geen be zwaar kan worden gemaakt; ln 1935 al leen werd niet minder dan f. 18 millioen uit leeningsgelden voor spoorweg- en wa- terwegwerken beschikbaar gesteld. En ook de op te richten B.E.M. kan het niet zon der voorschotten van het Rijk stellen; deze zullen oploopen tot f. 6 millioen en eerst ln twintig jaar afgelst zijn. Deze voorschotten zullen dan ook niet minder dan f. 3 millioen aan rente vorderen, welk bedrag de tollen zullen moeten op brengen. Het ontworpen financieringsplan doet zien, dat versnelde bruggenbouw mogelijk ls uit bestaande bronnen van inkomsten; aanboring van nieuwe bronnen (tolhef fing) is daarvoor niet, noodig. De voordeelen van den bruggenbouw en de nadeelen van de tolheffing worden duidelijk uiteengezet. Tolheffing zou de voordeelen van versnelden bruggenbouw grootendeels te niet doen. zou een belang rijke belemmering voor het verkeer betee- kenen en aanleiding geven tot veel op-| onthoud en tijdverlies. Dat tolheffing de bestaande veergelden zou vervangen, kan niet worden volge houden; ook op de wegen wordt principieel geen tol geheven, hoe duur de aanleg ooi mocht zijn. De schelding tusschen Noord en Zuid- en tusschen Oost- en Wed- Nederland zal door den bruggenbouw worden opgeheven; tolheffing zal echter de voordeelen hiervan grootendeels op-, heffen en een nieuwe barrière vormen. Tenslotte maakt de A.N.V.F. de balsnj op en vraagt of de versnelling van den bruggenbouw met 4 1 S jaar wel waard is, wat de Regeering daarvoor vraagt, nl tolgeldheffing gedurende 20 a 25 laar mei een totale opbrengst van f. 30 millioen. op te brengen in hoofdzaak door het motor-I wegverkeer, boven hetgeen reeds door dttl verkeer wordt opgebracht, een leeningl van f. 20 millioen. die voor den eigen lijken bruggenbouw niet noodig ls en een uitgave van enkele mlllloenen aan on- noodige rente Daarmede zou de versnelde bruggen-1 bouw zeker veel te duur gekocht zijn; del A.N.V.F. wi] wel versnelden bruggenbouw.! acht deze een landsbelang van de eerstel orde en om die reden zelfs geboden, maarl niet tegen den prijs van bijna een kwartl eeuw tolheffing: vooral niet omdat, zoo-I als aangetoond wordt, financiering moge-I lijk is zonder tolheffing. CHRISTELIJKE MIDDENSTANDSBOND. In de te Utrecht gehouden algemeen® I vergadering van de Vereen, van den Chr. I Handeldrijvenden en Industrieelen Md- denstand in Nederland is in beginsel aan vaard om de vereeniging, welke tot dus-1 ver bestond uit lndividueele leden, samen- gebracht in plaatselijke afdeelingen, on I te zetten in een bond, bestaande uit plaatselijke Chr. Middenstandsvereentgm-1 gen, vakvereenlgingen, en natuurlijke per-1 sonen. die wonen in plaatsen, waar ge®" I Christelijke middenstandsvereenlging 6e" I vestig d ls Verschillende afdeelingen hadden hjj verzoek gedaan om op te treden tegen a® onredelijke concurrentie, den midden stand aangedaan door lnkoopbureaux van landbouw- en zuivelorganisatles, die all®1"* lei artikelen betrekken ver buiten huJ gew>ne werkingssfeer. De vergadering nam met algemeene stemmen een motie aan, waarin het bestuur verzocht wero> stappen te doen bij de regeering om tien, die daarbij betrokken zijn, bedrijfsst®11" te onthouden, zoolang zij direct of indw®c_ deelnemen aan coöperatieven inkoop van artikelen, die niet direct verband houd»1 met hun bedrijf. N-R^1, 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 10