EEN FEEST VAN
BLOEMEN EN KLEUREN.
LEIBSCH D* Gr LAD - Derde Blad
Zaterdag 9 Februari 1935
BINNENLAND.
DE POSTERIJBEGROOTING.
MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE
EERSTE KAMER.
Mi nis tri re Ie redevoeringen voor de
microfoon.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer in zake de Posterij begrooting
1935 wordt tiet volgende ontleend:
De minister acht het een eisch van
Roede bedrijfsvoering, dat bil de beper
king. welke od de txxstbestelllne moest
■worden toegepast, rekening is gehouden
met de intensiteit van het postverkeer In
overeenstemming hiermede is ten piatte-
lande met zeer verspreid gelegen wonin
gen het aantal bestellingen geringer dan
tn groote plaatsen of dichte komvormin-
gen. waar het postverkeer aanzienlijk
grooter en naar verhouding van meer be
lang is terwijl aan de hestelling naar
evenredigheid minder kosten zUn verbon
den Een en ander neemt niet weg. dat
in de kommen van alle dorpen 2 bestel
lingen ziln verdeeld. Alleen ln de buiten
wijken kan het voorkomen, dat de be
stelling in de late ochtenduren plaats
vindt. Tot veranderingen in algemeenen
kin in den thans bestaanden toestand, bijv.
door verruiming van den kring, waar
binnen twee of drie bestellingen worden
gedaan, kan niet worden overgegaan.
Ter zake van de verdeeling van de be
schikbare opbrengst der gelukstelegram
men deelt de minister mede. dat deze ver
deeling thans bij hem in nadere overwe
ging is Te dien einde heeft hij den be
langhebbenden medegedeeld, dat de thans
geldende regeling aan het einde van dit
jaar wordt beëindigd.
Ten aanzien van de naasting der ge
meentelijke telefoonnetten deelt de minis
ter mede. dat de ingestelde commissie o.m.
tot taak heeft het voorbereiden van een
regeling, waardoor de uit de naasting
voor de betrokken gemeenten voortvloeien
de flnancleele bezwaren zooveel mogelijk
rullen worden getemperd en aan de baten-
derving door de gemeenten te lijden, op
redelijke wijze zal worden tegemoet ge
komen.
De minister is overtuigd, dat ter wille
van een goede ontwikkeling van het tele
fonische verkeersmiddel in Nederland in
zijn geheel de naasting van de netten in
de drie in het Voorloopig Verslag ge
noemde groote gemeenten niet achterwege
kan blijven. Hij heeft een open oog voor
de belangen der betrokken gemeenten en
verwacht, dat. mede door den arbeid der
genoemde commissie een oplossing zal
worden bereikt, die zoowel door het Rijk
els door de gemeenten kan worden aan
vaard.
Ook naar de meening van den minister
verdient het aanbeveling, dat leden van
de regeering slechts hij hooge uitzondering
van de radio gebruik maken. Alleen bij
belangrijke onderwerpen die de algeheele
belangstelling van hef Nederlandsche volk
hebben moet door de reeeering van de
microfoon kunnen worden gebruik ge
maakt. Dit standpunt wordt door de regee-
ring in het algemeen ingenomen en de
ipraktijk leert 't in toepassing gebracht.
Gebruikelijk is. dat indien ministers,
hoofden van departementen zich in hun
hoedanigheid van regeeringspersoon tot
het Nederlandsche volk richten, hetgeen
dan geschiedt over beide Nederlandsche
omroepzenders. de radio-omroepcontrole-
commissie den tekst der uit te spreken
redevoeringen niet opvraagt.
Zoo is dus de tekst der redevoering van
den minister van Onderwijs welke werd
uitgesproken op 29 October 1934 niet aan
evenbedoelde commissie voorgelegd Een in
voorbereiding zijnde wijziging van het
radioreglement zal o.m. aan dit gebruik
een wettelijken grondslag geven hetgeen
echter niet wegneemt. dat op deze rede
voeringen van toepassing zijn de 3 in T
en T. wet genoemde normen, zoodat zij
niet in strijd mogen zijn met de veiligheid
van den Staat, den openbare orde en de
goede zeden.
Iets anders is echter, indien een minister
der Kroon op verzoek en als gast van een
omroepvereeniging een redevoering houdt
voor de microfoon dier vereeniging. zooajs
bijv. het geval was op 6 Februari 1934.
toen de minister van Onderwiis sprak voor
de A.V.R O.-microfoon Dan wordt zoo
danige redevoering beschouwd als een
onderdeel van het door die organisatie
vorzorgde programma: zij valt dan als
eoodanig onder de bepalingen van het
radio-reglement, zoodat de uitzendende
vereenigine tot overlegging van een
schema of tekst der rede kan worden ver
plicht. Het staat geheel ter beoordeeling
van de controle-commissie of zij van haar
bevoegdheid in dezen al dan rdet gebruik
wil maken waarbij uiteraard ten aanzien
van redevoeringen van mintsters welke
dezen niet in he- hoedanigheid van re-
eeeringsoersoon uitspreken, geen uitzon
dering wordt gemaakt.
Het vraagstuk van het opnemen van
advertenties in de omroepbladen is een
van de onderwerpen, welks op de verhou
ding tusschen den radio-omroep en de
pers van invloed zijn, aldus zegt, ae mi
nister De Wilde.
Zooals de ministers tijdens de monde
linge beraadslaging van deze begrooting
in de Tweede Kamer mededeelde, zal hij
trachten voor beide daarbij betrokken
partijen een solutie te bevorderen, waar
door beiden worden bevredigd. Ten einde
hiertoe te geraken, heeft de minister den
Radio-raad verzocht, evenbedoelde vraag
stukken, die een zekere tegenstelling tus
schen omrocD en oers veroorzaken, doch
die bezwaar'ijk los van elkancm kunnen
worden behandeld, met belanghebbenden
te bespreken er. hem het resultant van
deze besprekingen mede te deelen. Na ont
vangst. van het advies van den Radio-
raad zal hij zijn standpunt ter zake be
palen.
VERSCHUIVING DER
CRISISLASTEN.
AFWENTELING ONTMOET BEZWAREN
BIJ DE EERSTE KAMER.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de wetsontwerpen le. tot wij
ziging van de wet van 15 Juli 1929; 2e. tot
wijziging van de wet van 8 December hou
dende tijdelijke voorziening tot verster
king van de middelen tot dekking van de
uitgaven des Rijks: en 3e. houdende voor
zieningen ter zake van gemeentelijke
kosten van werkloosheldszorg, wordt het
volgende ontleend.
De motiveering van het standpunt der
regeering. dat de werkloosheidslasten niet
Rijkslasten zijn, maar gemeentelasten en
dit ook moeten blijven, achtten sommige
leden voor krachtige bestrijding vatbaar,
en zoo de weigering der regeering om de
Rijksbijdrage aan het werkloosheidssubsi-
diefonds op een zeker percentage der
werkloosheidsuitgaven te bepalen.
Deze leden hadden zeer sterk den In
druk. dat het uitgangspunt der regeering
bij deze wetsontwerpen ls geweest, dat het
Rijksbudget moet worden ontlast Aan de
vraag, of de gemeenten eventueel ln staat
zullen zijn de gevolgen van het boven
eerst en het laatst genoemd ontwerp te
dragen, is daarbij naar hun meening niet
vee! aandacht geschonken De regeering
denkt daarover blijkbaar te optimistisch.
Zoowel uit principieel als uit financieel
en staatsrechtelijk oogpunt bestonden er
bij deze leden ernstige bezwaren tegen
deze beide wetsontwerpen. Over de prln-
cipleele bezwaren zouden zij desnoods
kunnen heenstappen, maar de financieele
en staatsrechtelijke wogen voor hen zeer
zwaar.
Eentge andere leden, die in beginsel ge
voelden voor het denkbeeld de crlsislasten
meer geleidelijk over de geheele bevolking
te verdeelen. hadden toch wel bezwaar
tegen de thans voorgestelde uitvoering
daarvan aangezien deze de flnanciee.le
aansprakelijkheid van de gemeente ver
mindert.
Eenlge leden meenden nader de aan
dacht te moeten vestigen op het feit, dat
bij aanneming van het le en het 3e ont
werp aan de gemeenten over het alge
meen, zij het ln verschillende mate aan
een groot aantal gemeenten in zeer sterke
mate een zelfstandig financieel bestaan
geheel wordt ontnomen. Deze leden zagen
hierin niets minder dan een ramp.
Ook andere leden wezen er op, dat de
financieele moeilijkheden, waarin vele ge
meenten verkeeren en verscheidene, naar
hun meening, nog zullen gaan verkeeren,
voornamelijk haar grond vinden ln de
wet van 15 Juli 1929. Immers, naar hun
meening. deugt de grondslag van deze
wet niet; zij toch heeft de gemeenten te
zeer beperkt op het gebied van zelfstan
dige belastingheffing, en zij is gemaakt ln
een tijd van voorspoed. Nu de tegenspoed
ls gekomen, kan niet langer worden ge
steund door den staat, wiens eigen geld
middelen ln betreürenswaardigen toestand
vefkeeren
Deze léden waren van oordeel, dat bij
onze gemeentelijke zelfstandigheid be
hoort de bevoegdheid tot het heffen van
een gemeente-inkomstenbelasting, natuur
lijk onder controle van hoogere autori
teiten, maar niet een absoluut moeten
steunen op de rijksmiddelen en voor een
goed deel op Inkomsten van rijksingezete
nen buiten de gemeente.
Eenige leden merkten naar aanleiding
van de vermindering der ultkeerlng van
het Rijk van f.75 mlUloen tot f.46 mil-
lioen op, dat het Rijk aldus zijn eigen
financiën heeft verbeterd, doch die der
gemeenten in slechteren toestand heeft
gebracht.
Hoofdgrief van deze leden is, dat de
nieuwe regeling van de financiering der
werkloosheid ook geen oplossing brengt. De
bedragen, welke het Rijk bij elkaar brengt
zijn onvoldoende om de kosten der werk
loosheid te blijven bestrijden, terwijl an
derzijds de gemeenten, trots alle bezuini
gingen en beperking van eigen taak hare
begrootingen niet sluitend kunnen maken.
Het bedenkelijkste gevolg van dezen toe
stand achtten ook deze leden het verslap
pen van het verantwoordelijkheidsgevoel
bij de gemeentebesturen.
GEEN NIEUWE BIOSCOPEN MEER.
Naar het ..Handelsblad" verneemt heeft
het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond de leden op Maandag 11
Februari a.s. bijeengeroepen voor een bui
tengewone spoedeischende ledenvergade
ring, waarin het hoofdbestuur aan de orde
zal stellen een voorstel, om te besluiten
voorloopig tot 31 Maart 1936 geen nieuwe
zaken te laten gaan explolteeren, behoo-
rende tot een der volgende bedrijven:
filmbedrijven (waaronder niet verstaan
worden: filmproducenten), film-import-
zaken, filmverhuurkantoren, permanente
bioscopen en reizende bioscopen.
KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBOND.
Voor het lidmaatschap der Geschillen
commissie van den Kon. Ned. Midden
standsbond zullen aan den Bondraad ter
voorloopige benoeming worden voorgedra
gen de heeren prof mr. A. C. Josephus
Jitta. prof mr. C. W. de Vries, beiden te
's Qravenhage en mr. A. J. Romijn te
Leiden, die zich bereid verklaarden, deze
functie te aanvaarden.
-o—
DIRECTEUR KEURINGSDIENST VAN
WAREN TE 's GRAVENHAGE.
Ter voorziening in de vacature ontstaan
door het eervol cntslag hetwelk aan dr.
J. D. Filippo. directeur van den Keurings
dienst van Waren, in verband met liet
bereikt hebben van den 65-jarlgen leeftijd
ls verleend, hebben B. en W. van 's Gra-
venhage op de voordracht geplaatst:
1. Dr. F. H v. d. Laan, directeur van den
Keuringsdienst voor het gebied Utrecht;
2 Dr. W. Schut, scheikundlge-bacterio-
loog bij den Keuringsdienst van Waren
voor het gebied Rotterdam, tevens plaats
vervangend directeur.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Op verzoek ls met 1 April eervol ont
slagen J A M. Wljnands als burgemeester
van Oud-Valkenburg.
RECLAME.
6054
Uw 7f>niIWf>n "omen tot rust, kal-
uwr AiCUUVYCU meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door 't gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. BIJ Apoth. en Drogisten
OM WETTELIJKE BETEUGELING VAN
HET CADEAUSTELSEL.
Hernieuwde aandrang van de drie
Ned. Middenstandsbonden.
Men schrijft ons:
Reeds herhaalde malen mochten de be
sturen van de drie Nederlandsche Mid
denstandsbonden zich tot den minister van
economische zaken wenden terzake van
een wettelijke regeling van het cadeaustel
sel. Laatstelijk was zulks het geval bij
schrijven van 19 Maart 1934, waarin uit
voerig stelling werd genomen tegenover
het advies, door den Nijverheldsraaxi ln
deze materie uitgebracht en verschillende
bezwaren, door genoemden Raad tegen de
wettelijke beteugeling van dit concurren-
tie-euvel aangevoerd, werden weerlegd.
In de kringen van den Nederlandsohen
Middenstand wordt kwalijk begrepen,
waarom een wettelijke bestrijding van dit
euvel nog steeds achterwege blijft 's Mi
nisters ambtsvoorganger heeft het cadeau
stelsel indertijd openlijk als een „euvel"
erkend; reeds eenige jaren wordt omtrent
de wettelijke bestrijding overleg gepleegd
en geadviseerd, maar een ontwerp van
wet heeft het departement nog steeds niet
verlaten. Voegt men daarbij de weten
schap, dat in het buitenland het euvel
met krasse maatregelen wordt ingeperkt
en ook hier te lande, in één bepaalde be
drijfstak, het absoluut verbod practisch
zelfs geen tegenstand ontmoette, dan is
de bevreemding van den Middenstand over
het steeds maar uitblijven van een alge-
meene maatregel hier te lande toch zeer
wel te verklaren.
De strijd om het bestaan wordt voor
een overgroot deel van den Middenstand
met den dag zwaarder en rechtstreeksche
hulp wordt hier door de landsoverheid
slechts op een uitermate beperkt terrein
geboden. Temeer moet het daarom den
Middenstand treffen, wanneer ook maat
regelen. welke althans indirect de bedrijfs-
moellljkheden zouden kunnen verlichten,
achterwege blijven. Het cadeaustelsel nu
ls. zeker in de tegenwoordige omstandig
heden. een concurrentiemiddel, dat door
de wijze, waarop het wordt gehanteerd
en de daardoor gewekte verkeerde Indruk
ken bij het koopend publiek, ontoelaatbaar
meet worden genoemd.
Met allen aandrang hebben daarom de
hoofdbesturen der drie Nederlandsche
Middenstandsbonden zich dezer dagen op
nieuw tot den minister van economische
zaken gewend met het verzoek ten deze
de zoo dringend noodige maatregelen met
alle kracht te bevorderen en door een
wettelijke regeling een concurrentle-euvel
uit te schakelen, waartegenover het be
drijfsleven zelf vrijwel machteloos staat.
OITu
PROF. AALBERSE OVER „ORDENING".
In de vergadering van den R.K. Partijraad
In de heden gehouden 15de vergadering
van den Partijraad der R.-K. Staatspartij
te Utrecht heeft de voorzitter van de R.-K.
Tweede Kamerfractie, prof. mr. Aalberse,
een rede gehouden over het onderwerp;
„De Ordeningsgedachte".
Spreker zeide, dat voor zoo ver de be
staande organisaties onmachtig zijn, de
staat zelf van boven af de ordening ter
hand moet nemen. Dit is reeds gebeurd
bijv. door de instelling der crisis-centrales.
In internationaal opzicht moet een actieve
handelspolitiek worden gevoerd: de export
moet bevorderd worden. Er moet plaats
zijn voor contingenteering en tariefsver-
hooging.
Vervolgens moet er een publiekrechte
lijke bedrijfs-organisatie komen, met ver
ordende bevoegdheid en onder toezicht van
de overheid.
De overheid had dat reeds eerder moeten
doen. aldus spr. Er waren trust, kartels
en concerns ontstaan, een vrijwillige or
dening, met het gevolg, dat het groeps
egoïsme ongebreideld werken kon Door
niet aanpassing van de prijzen aan de
verlaagde productiekosten en de ingezon
ken koopkracht werd de productie veel
meer ingekrompen dan noodig zou zijn ge
weest. Daardoor ontstond groote werk
loosheid. Het dieptepunt der depressie zou
minder diep gelegen hebben, als de kartels
deze even egoïstische als bekrompen en
van weinig economisch Inzicht getuigende
po'itiek niet hadden gevolgd.
De ordening moet dan ook staan onder
controle van de overheid, die moet kunnen
ingrijpen voor de handhaving van het al
gemeen welzijn. Uit de genoemde bedrijfs
organisaties moet nu echter voortkomen
de nationale economische raad. het alge
meen regelend lichaam, dat het zich uit
leven van groepsegoïsme kan tegengaan.
De aldus georganiseerde volkshuishou
ding regele ook de internationale econo
mische verhoudingen, hier echter met di
recte medewerking van den staat, omdat
de handelspolitiek nauw samenhangt met
het. te voeren algemeen buitenlandseh be
leid.
Dit. stelsel heeft, niets van sociaiisme.
want het privaat bezit der productiemid
delen blijft gehandhaafd, terwij! de "e-
drijfs-organisatie patroons en arbeiders
omvat.
DE TOLHEFFING OP DE BRUGGEN
OVER DE GROOTE RIVIEREN.
Financiering is ook anders wel mogelijk.
In de heden verschenen Publicatie No.
10 (Bundel II) der Alg. Ned. Verkeers-
federatie (A.N.V.F.) worden beschouwin
gen gewijd aan het wetsontwerp inzake
de tolheffing op de bruggen over de groote
rivieren.
Reeds in een vorige publicatie werd door
de A.N V.F. aanget ond, dat tolheffing
voor de financiering van den versnelden
bruggenbouw met noodig is.
In het ondcrwerpelijk wetsontwerp ls
naar de meening der A.N.V.F. het motief
van den versnelden bruggenbouw op den
achtergrond geraakt, terwijl het fiscaal
karakter op den voorgrond treedt. De
Regeering wil f, 2.2 millioen leenen om
DE EXPOSITIE TE HEEMSTEDE.
WAT ER VAN 15 MAART TOT 19 MEI
TE ZIEN ZAL ZIJN.
Verlichting bij avond.
(Van onzen reisredacteur)
HEEMSTEDE, 8 Februari.
Het doet deugd, ln deze dagen, waarin
zooveel te melden is over nood en aftake
ling, eens te schrijven over iets fleurigs.
En wat kan men eigenlijk fleurigere
bedenken dan een bloemententoonstelling.
Een feest van kleuren en gratie en een
feest van licht, van licht ook ln deze don
kere dagen.
Wie herinnert zich niet de prachtige
bloemententoonstelling, die tien jaar gele
den ln Heemstede werd gehouden? Dat
was een evenement, een sprookje om nooit
te vergeten. En nu ls men ongeveer op
dezelfde plaats weer bezig ons zulk een
feest te bereiden, dat eensdeels weer net
zoo mooi zal zijn, net zoo grootsch en net
zoo'n droom van kleurrijke genietingen,
maar dat toch ook weer anders zal wezen,
anders van plastiek en zelfs andere van
opzet, De algemeene vereenlglng voor
bloembollencultuur, gevestigd te Haarlem,
heeft ln haar statuten staan, dat om de
10 jaar een tentoonstelling moet worden
gehouden. Men heeft er o.a. een gehad ln
1910, maar in 1920 waren de tijdsomstan
digheden er niet naar, zoodat men uitstel
heeft genomen tot 1925. Nu ls het al weer
1935 en dus maakt de vereeniging zich
weer op om aan het publiek te toonen,
wat liefde voor bloemen en planten,
kunstzin en welgefundeerde deskundigheid
tezamen vermogen. Dat deze tentoonstel
ling samenvalt met het 75-jarig bestaan
der vereeniging, ls een reden te meer om
eens extra goed voor den dag te komen.
Drukke voorbereidingen.
Een uitgestrekt terrein bij en op het be
kende Groenendaal ls voor dit doel
beschikbaar gesteld. Daar ls het nu een
vertier van werklieden ,dle gebouwen en
gebouwtjes opzetten, versieringen aan
brengen en de verlichting aanleggen.
Daartussohen ligt het rustige gebouwtje
van het secretariaat, waarbinnen hard ge
werkt wordt, gecorrespondeerd en gecon
fereerd, en waar de heer H. J. Voors, de
secretaris het epitheton „ijverig", voor
zulke functlonnarlssen wat veel gebruike
lijk,kan nimmer met meer recht dan hier
aan iemand zijn gegeven persoonlijk
leiding geeft aan de uitvoering van de
door hem zelf ontworpen plannen.
De heer Voors vertelde, dat er wel een
verschil was in den opzet van deze ten
toonstelling met die van haar voorgang
ster. Men heeft van vroegere ervaringen
geprofiteerd en naast veel. dat het publiek
eerder zag, zal er ook veel nieuws te zien
zijn. De vorige maal waren er bijvoorbeeld
geen kleine tuinen. Toen kon men de op
merking hooren: dat ls nu allemaal wel
heel mooi, maar Ik heb maar zóóveel vier
kante meter ter beschikking. Die klacht zal
nu niet vernomen worden, want er is aan
deze tentoonstelling verbonden een wed
kamp in den aanleg van kleine stadstui
nen, hetgeen ook heel instructief zal zijn.
In de laatste Jaren ls verder het week-end
huisje zeer in zwang gekomen; de exposi
tie zal een aantal voorbeelden van zulke
huisjes laten zien in een ideale omgeving,
waar het hier juist op aan komt. Het
nieuwste op dit gebied zal er wezen: een
optrekje met een eigen particulier zwem
bassin. zooals dat in het buitenland veel
bestaat en ook hier ln de mode begint te
komen.
Een UcMfastijn,
Een enkel crocusje bloeit al hier en daar
in dit schoon aangelegde park, waarin de
natuur en de cultuur aan elkaar zijn aan
gepast. Maar het meeremdeel der bloemen
wacht tot vlak voor de opening der ten
toonstelling met de goddelijke gaven van
haar kleurenpracht. Mlllloenen en nog
eens mlllloenen bloemen zijn hier onder de
gunstigste omstandigheden uitgeplant,
zoodat het op 15 Maart een Beuren toover
en llehtschittering belooft te worden van
een onovertrefbaren luister.
Een fc ?st van licht en kleuren niet al
leen overdag. Misschien zal deze expositie
des avonds nog veel mooier zijn, omdat er
nu ook een verlichting wordt aangebracht.
In de eerste plaats bereikt het tentoon-
stelllngsbestuur daarmede, dat de stroom
van bezoekers over een langeren tijd ver
deeld zal worden en opstoppingen kunnen
worden vermeden. Dat ls voor het publiek
een prettig vooruitzicht, maar nog be
langrijker ls, dat de verlichting de spre
kende kleuren der bloemen nog fraaier
maakt. In Engeland zijn sommige tuinen
de onze op dit gebied al ver vooruit. Uit
sluitend een dienende functie ls de ver
lichting toegedacht ;de bloemen blijven in
hoofdzaak en nergens zal een lichtbron
te zien zijn, geen schijnwerpers worden
geplaatst en geen hooge masten opge
richt. Het wordt een indirecte verlichting,
uitgaande van monumenten, die ook over
dag hun aesthetische functie hebben als
onderdeel der beplanting. Dit opent tevens
perspectieven voor degenen, die ook
's avonds van hun tuin willen genieten.
Overvloed,
Een kenmerk van deze tentoonstelling
zal zijn de overvloed. In 1925 begon juist
alle beschikbare materiaal flinke waarde
te krügen, zoodat de kweekers niet wisten
of ze beter deden te exposeeren dan voor
den verkoop beschikbaar te houden. Het
allermooiste is daardoor soms die ten
toonstelling ontgaan. Thans echter zijn er
groote voorraden van het allerbeste en het
allernieuwste en men brengt het naar desa
tentoonstelling. De natuur, die op het ter
rein aanwezig is, is ongerept gelaten; zij is
alleen uitgebuit en verfraaid, zoodat het
geheel aaneengerijd is tot een ideaal park.
Overvloed wordt er ook verwacht van
bezoekers. In 1925 zijn er een half millioen
menschen geweest, nu hoopt men er nog
meer te verwelkomen, ook al omdat de
verkeersmiddelen sindsdien zoo zijn uit
gebreid. In het buitenland bestaat voor
deze gebeurtenis veel belangstelling, spe
ciaal in de Ver. Staten, waar de verzorging
van het eigen home juist thans de hobby
vormt van den rijken Amerikaan. Er Is
per s.s. Statendam een soort pelgrimage
ontworpen naar het oude Holland, waar-,
aan tevens een trip door het heele land
verbonden ls. Daarvoor bestaat al veel
animo.
Het feit, dat de Koningin haar hooge
bescherming aan deze onderneming heeft
willen verleenen. wijst er ook op. dat het
hier niet een gewone tentoonstelling geldt
Het is geen verkoopsexpositie en het,
publiek wordt er in geen enkel opzicht:
lastig gevallen. Slechts schoonheid zal er.
zijn te genieten, een belevenis waaraan in
deze tijden dubbel behoefte bestaat.
restitutie te verkrijgen van gelden, die
voor bruggenbouw besteed zijn vóór de
instelling van het Wegenfonds; eenig ver
band van dit voornemen met den ver
snelden bruggenbouw is niet aanwezig.
Hetzelfde kan gezegd worden ten aanzien
van het voornemen om f. 12 millioen te
leenen om het bestaande voorschot aan
het Wegenfonds te vereffenen en om
f. 5.8 millioen te leenen, teneinde hiervan
'n drietal wegen in versneld tempo te ver
beteren. Wil de Regeering deze f. 17.8 mill,
uit een leening verkrijgen, dan moeten
rente en aflossing van dit bedrag niet uit
tolheffing worden gevonden, maar uit het
batig saldo van de afdeeling Landwegen
der Verkeersfondsbegrooting. dat thans ln
zijn geheel wordt aangewend ter dekking
van de tekorten van andere verkeersmid
delen.
Een ander bezwaar, dat de A.N.V.F. naar
voren brengt, ls de leening van het bedrag
van f. 50 millioen in één som, terwijl het
slechts geleidelijk noodig is; in den bouw
tijd der bruggen gaat daardoor ruim f. 3.5
millioen aan rente verloren.
Voor den eigenlijken bruggenbouw, zon
der meer, zou slechts f. 30 millioen noo
dig zijn. In de publicatie wordt een plan
uiteengezet voor het financieren van den
bouw, eveneens in versneld tempo, dus in
zeven jaren, waarbij de Regeering in dien
tijd ong. 13 millioen aan rentedragende
voorschotten zou moeten verstrekken.
Wordt dan uit de opbrengst der verkeers
belastingen jaarlijks f. 2.5 millioen be
schikbaar gesteld, dan zouden de voor
schotten reeds ln 1950 geheel zijn afbe
taald; wordt echter jaarlijks 2.5/30 ge
deelte van genoemde opbrengst beschik
baar gesteld (waarvan de wenschelijkheid
wordt gemotiveerd), dan zouden de voor
schotten reeds in 1947, dus zes jaar na
de voltooiing van den bouw, kunnen zijn
afbetaald.
Uitvoerig wordt betoogd, dat tegen het
verstrekken van voorschotten geen be
zwaar kan worden gemaakt; ln 1935 al
leen werd niet minder dan f. 18 millioen
uit leeningsgelden voor spoorweg- en wa-
terwegwerken beschikbaar gesteld. En ook
de op te richten B.E.M. kan het niet zon
der voorschotten van het Rijk stellen;
deze zullen oploopen tot f. 6 millioen en
eerst ln twintig jaar afgelst zijn. Deze
voorschotten zullen dan ook niet minder
dan f. 3 millioen aan rente vorderen,
welk bedrag de tollen zullen moeten op
brengen.
Het ontworpen financieringsplan doet
zien, dat versnelde bruggenbouw mogelijk
ls uit bestaande bronnen van inkomsten;
aanboring van nieuwe bronnen (tolhef
fing) is daarvoor niet, noodig.
De voordeelen van den bruggenbouw en
de nadeelen van de tolheffing worden
duidelijk uiteengezet. Tolheffing zou de
voordeelen van versnelden bruggenbouw
grootendeels te niet doen. zou een belang
rijke belemmering voor het verkeer betee-
kenen en aanleiding geven tot veel op-|
onthoud en tijdverlies.
Dat tolheffing de bestaande veergelden
zou vervangen, kan niet worden volge
houden; ook op de wegen wordt principieel
geen tol geheven, hoe duur de aanleg ooi
mocht zijn. De schelding tusschen Noord
en Zuid- en tusschen Oost- en Wed-
Nederland zal door den bruggenbouw
worden opgeheven; tolheffing zal echter
de voordeelen hiervan grootendeels op-,
heffen en een nieuwe barrière vormen.
Tenslotte maakt de A.N.V.F. de balsnj
op en vraagt of de versnelling van den
bruggenbouw met 4 1 S jaar wel waard
is, wat de Regeering daarvoor vraagt, nl
tolgeldheffing gedurende 20 a 25 laar mei
een totale opbrengst van f. 30 millioen. op
te brengen in hoofdzaak door het motor-I
wegverkeer, boven hetgeen reeds door dttl
verkeer wordt opgebracht, een leeningl
van f. 20 millioen. die voor den eigen
lijken bruggenbouw niet noodig ls en een
uitgave van enkele mlllloenen aan on-
noodige rente
Daarmede zou de versnelde bruggen-1
bouw zeker veel te duur gekocht zijn; del
A.N.V.F. wi] wel versnelden bruggenbouw.!
acht deze een landsbelang van de eerstel
orde en om die reden zelfs geboden, maarl
niet tegen den prijs van bijna een kwartl
eeuw tolheffing: vooral niet omdat, zoo-I
als aangetoond wordt, financiering moge-I
lijk is zonder tolheffing.
CHRISTELIJKE MIDDENSTANDSBOND.
In de te Utrecht gehouden algemeen® I
vergadering van de Vereen, van den Chr. I
Handeldrijvenden en Industrieelen Md-
denstand in Nederland is in beginsel aan
vaard om de vereeniging, welke tot dus-1
ver bestond uit lndividueele leden, samen-
gebracht in plaatselijke afdeelingen, on I
te zetten in een bond, bestaande uit
plaatselijke Chr. Middenstandsvereentgm-1
gen, vakvereenlgingen, en natuurlijke per-1
sonen. die wonen in plaatsen, waar ge®" I
Christelijke middenstandsvereenlging 6e" I
vestig d ls
Verschillende afdeelingen hadden hjj
verzoek gedaan om op te treden tegen a®
onredelijke concurrentie, den midden
stand aangedaan door lnkoopbureaux van
landbouw- en zuivelorganisatles, die all®1"*
lei artikelen betrekken ver buiten huJ
gew>ne werkingssfeer. De vergadering
nam met algemeene stemmen een motie
aan, waarin het bestuur verzocht wero>
stappen te doen bij de regeering om tien,
die daarbij betrokken zijn, bedrijfsst®11"
te onthouden, zoolang zij direct of indw®c_
deelnemen aan coöperatieven inkoop van
artikelen, die niet direct verband houd»1
met hun bedrijf. N-R^1,
2—3