PRESTO I U.» ZEEPPOEDER. 7j,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 6 Februari 1935 Derde Blad No. 22968 BINNENLAND. NOTARIS J.WAGEMAKER CRISIS-BERICHTEN. KUNST EN LETTEREN. ONZE KOLENMIJNBOUW IN DE PUT. prijsdaling en inkrimping van het afzetgebied door buiten- landsche maatregelen. Geen overcapaciteit. (Van onzen reisredacteur). HEERLEN, Februari. De Nederlandsche kolenmijnen behoo- „n tot de beste van Europa, eensdeels door hun gunstige geografische ligging, anderdeels door de kwaliteit van het pro duct, maar vooral door den zeer modernen bedrljfsopzet van de ontginning en de be kwame bedrijfsvoering. De staatsmijn Maurlts geldt als de meest moderne en Kst geoutilleerde kolenmijn ter wereld, peie nationale industrie verkeert thans bulten haar schuld in groote moeilijk- beden, uitsluitend veroorzaakt door maat delen van het buitenland. Onze kolenmijnindustrie is nog jong. jaar opkomst dateert eigenlijk van om- treeks 1900, daar pas In het einde der Brige eeuw geconstateerd werd, dat in luid-Limburg belangrijke kolenlagen morkomen buiten het gebied, dat reeds (oor de Domaniale mijn werd geëxploi- zerd. In 1900 waren drie mijnen in be- (rtjft, die samen 320.000 ton steenkolen roortbrachtendertig jaar later waren bet twaalf mijnen (vier staatsbedrijven en acht particuliere), die tezamen rond 15.211 000 ton produceerden. Deze produc tie steeg nog het Jaar daarop tot rond 12.901.000 ton Sindsdien is het met onze mijnindustrie bergaf gegaan. Normale ontwikkeling. De snelle groei van ons mijnbedrijf was {eenszins abnormaal. Het zeer beperkte Jederlandsche mijngebled is op regelma te wijze in ontginning gebracht, geheel binnen de grenzen van een natuurlijke ifietmarkt. Roofbouw werd niet gedreven, ille neven- eu afvalproducten werden doelmatig verwerkt en benut, de loonen tn de sociale voorzieningen staken gun- tüg bij het buitenland af en de veiligheid In de mijnen was ver boven het gemid delde. Van een werkelijke overcapaciteit kan biet worden gesproken. De Nederlandsche mijnindustrie kan aan onze nationale be hoefte voor vrijwel alle kolen kolensoorten met uitmuntende producten tegen rede lijke prijzen voldoen. Wanneer het moge- ijk zou zijn het blnnenlandsch verbruik voor onze eigen mijnen te reserveeren, louden we aan uitvoer geen behoefte heb- ta, daar nationale vraag en nationale productie elkaar zoo ongeveer dekken. In den wereldoorlog is gebleken, wat een dgen mijnindustrie waard is; van een te kort aan brandstoffen behoeft In zulk een geval thans geen sprake te zijn. Rationalisatie. De bedrijfsleiding heeft ernaar gestreefd de productie te vermeerderen door een ver doorgevoerde mechanisatie. In abstracto is dat zeer toe te juichen: elke maatregel, Se genomen wordt om ln dit gevaarlijke toep, waarin de arbeider bovendien spoedig verslijt, handenarbeid door ma te te vervangen, is een weldaad voor 4 samenleving. Ook economisch gespro ten ls een dergelijk streven te verdedigen: I de kolenmijnbouw bedraagt het loon M"< der productiekosten, dat is veel meer dan bij de meeste andere bedrijven, wodat het voor de hand ligt, dat een lechaniseerlng de bijzondere aandacht beeft. Daarbij werd de nog overgebleven handenarbeid zooveel mogelijk verlicht en («aneerd. In de goede jaren hebben de mijnar beiders er dan ook alleen voordeel van gehad. Vóór de crisis werd de arbeidsge legenheid der bevolking er niet door ge schaad en had de rationalisatie niet de minste werkloosheid ten gevolge. Aan den lenen kant vermeerderde de prestatie per man en wel gemiddeld van 278 ton per arbetder in 1926 tot 393 ton in 1933, dat ls met 42%. Aan den anderen kant konden tot 1931 door den nog sneller stijgenden atzet steeds meer mijnwerkers in dienst 'orden genomen. De sindsdien voortdurend slechter wordende prijzen maakten een tersnelde rationalisatie noodig, doch ten slotte kon een vermeerderde afzet zelfs de economische resultaten niet op peil houden, zoodat verzuimdiensten en massa ontslagen moesten volgen. Toen ook nog de afzet verminderde door allerlei maat- 'egelen van het buitenland, verergerde tog de toestand. Buitenlandsche maatregelen. Het zijn deze maatregelen van het bui tenland, die ons Nederlandsche mijnbe drijf ln den tegenwoordigen toestand heb ben gebracht. De lage prijzen en de ver mindering van het afzetgebied van onzen mijnbouw zijn niet het gevolg van eigen overproductie of eerlijke buitenlandsche concurrentie. Het natuurlijke afzetgebied van onze mijnindustrie verbruikt niet meer kolen i hier worden geproduceerd, zoodat een overproductie niet bestaat. De afzet wordt evenwel in het buitenland kunstmatig be kt, zcodat de industrie meer en meer op de binnenlandsche markt is aangewezen, beze wordt echter bestreken door aanbie dingen uit het buitenland tegen kunst matig verlaagde prijzen, die vaak beneden de Productiekosten zijn gelegen. In het "Sen land vindt men daarvoor compen satie ln beschermde hooge prijzen. ti„ alleen de openlijke of bedekte con- nngenteeringen in het buitenland belet ten voor den Nederlandschen mijnbouw vop export van kolen en cokes, ook de uit- «'Premies, de goedkoope spoorwegvrach- en de rechtstreeksche dumpingsmaat- fmi van sommige staten maken de ncurrentie in het buitenland moeilijk, «o niet veelal onmogelijk. De vernieuwing v "et handelsverdrag met Duitschland !lr- '°°r de mijnindustrie niet het ge- Jbe resultaat opgeleverd. Duitschland 200.000 ton minder invoeren, waar- "Wnoyer Nederland 100.000 ton minder p. Wvoeren. De toestand voor de Ne- atl°snhe kolen op de Duitschc markt ionium, r zóó slecht, dat deze luttele U'ee f wlnst de productie van ruim werkdagen op alle mijnen gezamen- - nauwelijks verlichting beteekenen. RECLAME. 1836 dan m Un m I 'KOST ENKELE CENTEN 1 SPAART TALLOZE GULDENS i Misschien zal de contingenteerlng ten aanzien van Polen en Rusland een gun stige uitwerking hebben. Met België ls de regeering nog steeds aan het onderhan delen. In zekere arbeiderskringen vraagt men nu om uitvoerpremles, die onze re geering nog steeds van de hand heeft ge wezen. Wanneer het mogelijk zou zijn, de gren zen voor buitenlandsche kolen te sluiten, zouden de moeilijkheden van de baan zijn Voor een klein land in de eigenaardige positie van Nederland moet zoo iets echter uitgesloten worden geacht. Wat evenwel de gevolgen van den huldigen toestand zijn voor de mijnarbeiders en de geheele mijnstreek, hebben we gisteren gezien. NIEUW VERTROUWEN IN VOLKENBOND. MINISTER DE GRAAFF VERDEDIGT ZIJN BELEID TEGENOVER DE EERSTE KAMER. Nederland en België. Versohenen is de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van het departement van buitenlandsche Zaken voor 1935. Hieraan is het volgende ontleend Ook de minister heeft met groote vol doening kennis genomen van de actie van den Volkenbondsraad met betrekking tot de Saarkwestie en het HongaarschZuid- Slavische conflict. Het verheugt hem, dat het succes ten aanzien van deze beide punten behaald ook hier te lande nieuw vertrouwen ln den Volkenbond heeft gewekt. De Nederlandsche regeering ls overtuigd, steeds een constructieve Volkenbondspoll- tlek te hebben gevoerd. Het streven naar zoodanige politiek mag evenwel niet er toe leiden, plannen aanhangig te maken of initiatieven te nemen, waarvan het nut twijfelachtig is, of waaraan te voren vast staat, dat ln het tegenwoordig stadium der ontwikkeling practiscihe verwezenlijking is uitgesloten. Het scheppen van een inter nationaal georganiseerde en bestuurde politiemacht is naar het oordeel der regeering in zijn algemeenheid onder de bestaande verhoudingen nog niet te ver wezenlijken. De minister is van oordeel, dat men voor het oogenblik beter doet met aandacht te besteden aan de verplichtin gen van internationale rechtshandhaving, welke voortvloeien uit het Volkenbonds verdrag, en de mogelijkheden te benutten, welke dit verdrag biedt, dan zich bezig te houden met voorhands nog onuitvoerbare plannen van een internationale weer macht. Op de opmerking, dat Nederland geen belang had zich te mengen in de in het Saargebled bestaande moeilijkheden, zöu de minister willen antwoorden, dat het optreden der internationale troepenmacht juist strekte om moeilijkheden te voor komen die, indien zij inderdaad waren ontstaan, zeer ernstige gevolgen hadden kunnen medebrengen, waarbij ook Neder landsche belangen zeer zeker zouden zijn betrokken. Ofschoon naar het oordeel van den mi nister ten overvloede, heeft hij geen be zwaar tegen de verklaring dat, ten aanzien van een nieuwe regeling der aan het eind van den oorlog aan de orde gestelde Ne- derlandschBelgische verhoudingen, het kabinet dezen koers blijft volgen, die bij de vorming van het kabinet in overeenstem ming met de in het voorloopig verslag be doelde verklaring van zijn formateur ls vastgesteld Of ook na de jongste kabinetswisseling de Belgische regeering nog een even groote bereidheid aan den dag zal leggen om met Nederland tot gedachtenwisseling over een regeling te komen als te voren, dient te worden afgewacht. De Nederlandsche re- geering zou niets liever willen dan daartoe te kunnen medewerken. Bepaalde onder handelingen konden tot dusver niet wor den aangevangen. Ten aanzien van den zoogenaamden stop van Lixhe, zij vermeld dat, sinds de openstelling van het verbindingskanaaltje tusschen het in gebruik genomen gedeelte van het Albertkanaal en de Zuidwillems vaart benoorden Maastricht, een niet on belangrijk gedeelte van het verkeer tus schen Luik en Antwerpen, en met name sleepen, niettemin den ouden weg via Maastricht blijft volgen, en zulks niet tegenstaande den „stop" bij Lixhe en het scheepvaartrecht dat België heft van vaartuigen die hun weg kiezen via de sluis bij Ternayen. Aldus blijkt opnieuw dat ook Belgische belangen door dien stop en die heffing worden geschaad. Inderdaad was de aangelegenheid der Belgische enclaves in Noord-Brabant, na dat de tegen het op 11 Juni 1892 getee- kende verdrag tot regeling van de grens tussohen Baarle-Nassau en Baarle-Hertog gerezen bezwaren de ratificatie van dat verdrag hadden onmogelijk gemaakt, in de jaren 19001911 wederom tusschen de beide regeeringen ter sprake gebracht zonder dat dit tot een resultaat heeft ge leid. De minister is bereid met zijn ambt- genooten in overleg te treden teneinde te overwegen in hoever het thans wensche- lijk zou zijn de pogingen tot totstand koming van een bevredigende regeling te hervatte». HANDELSVERDRAG MET ITALIË. een wetsontwerp ingediend. Gunstige bepalingen voor den invoer van Stamboekvee en Kaas. Ingediend ls een wetsontwerp tot goed keuring van de op 1 Maart 1934 te Rome tusschen Nederland en Italië gesloten handelsovereenkomst met bijbehoorend slotprotocol. Aan de memorie van toelichting wordt het volgende ontleend: Gedurende 1933 werden verschillende in formeele besprekingen met de Italiaan- sche regeering gevoerd teneinde te gera ken tot de wegneming van eenige moei lijkheden, die over en weer in het han delsverkeer tusschen Nederland er. Italië werden onde-vonden. De definitieve onderhandelingen over een regeling terzake werden evenwel aan gehouden ln afwachting van de Inwer kingtreding van de gewijzigde Crisis-In- voerwet. Nadat de Italiaansche regeering zich had bereid verklaard te onderhandelen op den grondslag, welke ln de gewijzigde Cri- sis-Invoerwet is nedergelegd, hebben te Rome van 1726 Februari 1934 onderhan delingen plaats gehad, welke geleid heb ben tot de onderteekenlng daar ter stede op 1 Maart 1934 van de Handelsovereen komst, waarvan thans goedkeuring wordt gevraagd. De Italiaansche regeering bleek bereid te zijn faciliteiten te verleenen voor stam boekvee van het Hollandsch-Friesche-, Rijn-Maas-IJssel- en Groningsche ras, en wel door het toestaan van een zeer ver laagd Invoerrecht, terwijl hetzelfde zal geschieden ten aanzien van Goudsche en Edammer kaas voor de bij de overeen komst vastgestelde hoeveelheid van 300.000 K.G. per jaar. Daarnevens werden de in voerrechten op taploca-wortelmeel en dex trine ln Italië verlaagd en die op aardap pelmeel gefixeerd; deze laatste concessie beteekende de afwending van een verhoo ging van het tarief voor dit voor Neder land zeer belangrijke uitvoerartikel. Van Nederlandsche zijde werd toegestemd in consolidatie van den vrijdom van invoer recht voor gepelde rijst, perziken en bloem kool. voor de laatste twee producten sleohts gedurende het seizoen, waarin Ita lië aan de markt is, terwijl ten aanzien van de Nederlandsche tarieven voor aman delen en citroenen met het oog op de voorgenomen wijziging van het tarief van Invoerrechten een bijzondere regeling is getroffen. De door Italië verleende tarief conces sies werden verkregen mede in verband met een regeling van den Italiaanschen invoer hier te lande, voorzoover deze aan contingenteerlng is onderworpen, op grond van de bevoegdheden, welke de gewijzigde Crisis-Invoerwet verleent. Daarnaast wer den waarborgen verkregen voor den uit voer van Nederlandsche goederen naar Italië voor het geval deze daar te lande aan contingenteeringsmaatregelen zouden worden onderworpen; Op 14 Növember 7934 werden tusschen het ministerie van Buitenlandsche Zaken en het Italiaansche Gezantschap te Den Haag nota's gewisseld ter zake van de toe passing op Nederlandsche kalveren van het douane-regime, dat thans voor den invoer in Italië van Zwitsersche kalveren geldt. De overeenkomst, waarvan thans de goedkeuring van de staten-Generaal wordt gevraagd, zal van kracht zijn tot 31 Maart 1935 en, behoudens opzegging vóór 31 Januari 1935, van kracht blijven gedu rende een termijn van drie maanden, ge rekend van 1 April 1935 af en zoo vervol gens, tenzij zij minstens twee maanden, gerekend van 1 April 1935 af en zoo ver volgens, tenzij zij minstens twee maanden voor den beëindigingsdatum wordt opge zegd. In het bij de Overeenkomst gevoegde Slot-protocol is een nadere regeling ge troffen voor de toepassing van de ver dragstarieven voor bepaalde producten, Voorts zijn de partijen overeengekomen onder welke voorwaarden een regeling tot stand zal kunnen komen voor den invoer van Nederlandsch bier in Italië, waarvan het gevolg zal zijn, dat dit bier onder de gunstigste accijns-regeling zal komen te vallen. Tevens zijn de partijen overeenge komen zoo spoedig mogelijk onderhande lingen te zullen voeren over de uitbreiding van de handelsbetrekkingen tusschen Ned. Indië en Italië. Ter vermijding van ongewenscht tijd verlies bij het nemen van een eventueele beslissing over de beëindiging van een handelsverdrag achten de betrokken mi nisters het in het algemeen gewenscht, dat reeds aanstonds aan de Kroon machtiging wordt verleend tot opzegging van een han delsverdrag. DE BESPREKINGEN MET BELGIE. Het steenkolenvraagstuk de ernstige moeilijkheid. Bij de Nederlandsch-Belgische handels besprekingen blijft het steenkolenvraag stuk op het oogenblik nog steeds de ern stige moeilijkheid voor het bereiken van overeenstemming vormen. Gisterochtend heeft deze aangelegenheid een punt van bespreking uitgemaakt tusschen den mi nister-president, den minister van Econo mische Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Financiën, bij welke bespreking tevens tegenwoordig waren de voorzitter van de Nederlandsche delegatie, de heer Lamping, alsmede de voorzitters van de subcommissies voor agrarische en in- dustrieele vraagstukken, te weten de hee- ren dr. Posthüma en mr. van Spaendonck. h. ter kuile Jzn. t Op zijn buitengoed de Heide op den Hoogen Bredel bij Enschedé ls, 82 jaar oud, overleden, de heer H. ter Kuile Jzn. een der pioniers op textielgebied. die Enschedé hebben groot gemaakt. Hij was oud-directeur, thans commissaris van de N.V. Spinnerij Tubantia, voorheen B„ W. en H. ter Kulle, van de Ensch. Katoen spinnerij en de Baumwollspinnerei Eiler- mark te Glanerbrug. RECLAME. 5834 Eiken winter leed hij aan Winterhanden en Wintervoeten. „Door mijn beroep moest ik den geheelen dag op straat loopen en daardoor gingen de plekken altijd open en begonnen te zweren. Van alles probeerde ik, maar baat vond ik niet, totdat ik met Kloosterbalsem begon. Eiken ochtend en avond deed ik die op de plekken. Ze genazen binnen een week prachtig en voor goed. Nu smeer ik als 't koud wordt va/n te voren mijn handen en voeten eiken ochtend met Kloosterbalsem in en heb sedertdien geen last meer van winterhanden en -voeten gehad". Zoo schrijft ons de heer W. S. te 's-Gr„ wiens prigineele brief voor ieder ter inzage ligt. Akker's Kloosterbalsem kost per schroefdoos 35 et. en per pot 62'/i ct. en f. 1.04 en is overal verkrijg baar. Onovertroffen bij brand- en snij- wonden. Ook ongeëvenaard als wrljfmid- del bij rheumatiek, spit en spierpijn. Gebruik Akker's Kloosterbalsem. BEGROOTING VAN KOLONIËN Memorie van antwoord aan de Eerste Kamer. Aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van het Departement van Koloniën is het vol gende ontleend: De opvatting, dat het Moederland in het „imperium" een leidende plaats in neemt, vindt in art. 1 van de Grondwet geen steun. Evenmin is dit het geval met de hieruit afgeleide stelling, dat Neder land in beginsel voor de kosten van de defensie aansprakelijk zou zijn. Doch niet alleen daarom acht de mi nister van Koloniën die stelling onjuist; ook overwegingen verband houdend met den aard der uitgaven, leiden hem tot die slotsom. Met de hier aan het woord zijn de leden is hij van oordeel, dat de defen sie een aangelegenheid ls, waarbij het Koninkrijk in zijn geheel belang heeft. Uit deze waardeering vloeit echter recht streeks voort, dat dan ook het Koninkrijk in zijn geheel in de kosten der verdediging moet bijdragen. Voor de verdeeling van deze bijdragen voor de deelen van het Koninkrijk kun nen, zooals de minister in de Tweede Ka mer heeft opgemerkt, verschillende stel sels worden gevolgd. Een op wettelijke voorschriften berustende maatstaf is ten deze niet aanwezig; men heeft rekening te houden met een in den loop der jaren gegroeide praktijk, waarbij er steeds naar is gestreefd om ook de mate van belang in aanmerking te brengen, die elk der ge- biedsdeelen heeft bij bepaalde onderdee- len van de defensie. Vaststelling van een bepaalde, ln per centages te formuleeren verhouding zal wel nimmer op voor ieder bevredigende wijze mogelijk zijn. Het kan dan ook geen verwondering baren, dat bij alle tot dusver op dit gebied getroffen regelingen utili teitsoverwegingen een ruime plaats hebben Ingenomen, waarbij ook de practlsche vraag van de draagkracht der betrokken gebiedsdeelen een groote rol heeft ge speeld. De voor 1935 toegepaste kostenverdee- ling, die bovendien slechts van voorloopi- gen aard ls, maakt hierop geen uitzonde ring. Aan het stelsel der kostenverdeeling hecht de minister dan ook geen overma tige waarde. In overeenstemming met de staatkundige realiteit berust de verant woordelijkheid voor de verdediging van Indië, waarvoor de grondslagen door de Regeering zijn vastgesteld, in het bijzonder bij den minister van Koloniën, terwijl die voor de beschikbaarstelling van het mate rieel en het personeel van de vloot, dat voor die verdediging noodig wordt geoor deeld, aan den minister van Defensie blijft toevertrouwd. In vorenbedoelde grondslagen komt over duidelijk tot uiting, dat Nederland in de fensie-aangelegenheden de leiding heeft. De G.-G. en de Volksraad kunnen omtrent de samenstelling der vloot in Indië ad vies uitbrengen, maar de beslissing berust bij de Regeering, zoodat de Minister van Defensie daarvoor mede de verantwoorde lijkheid draagt. Het is volkomen juist, dat de comman dant der zeemacht niet den Minister van Defensie, maar den G.-G. heeft te advi- seeren over de samenstelling van de vloot in Indië. VLIEGVELD BIJ LEEUWARDEN. Prov. Staten zeggen f. 78.000 toe Provinciale Staten van Friesland heb ben met 44 tegen 4 stemmen besloten medewerking te verleenen aan het tot standkomen van een luchthaven in Fries land, 3 K.M. ten Noorden van Leeuwarden en daartoe in de oprichtingskosten f 78.000 bij te dragen. Indien exploitante van het terrein geen bevredigende toezegging wil doen ter zake van eerbieding van de Zon dagsheiliging zouden Ged. Staten de zaak andermaal aan het oordeel van de Staten moeten onderwerpen. W. C. F. VAN HEST. t Te Rotterdam is 71 jaar oud overleden de heer W. C. F. van Hest, oud-algemeen voorzitter van de Ned. R.-K. Handelsrei- zigersvereeniging St. Christoffel, oud voorzitter van de Katholieke sociale actie, oud-voorzitter van het Katholiek Vredescomité en oud-voorzitter van de Vereeniging Eer en Deugd. Bovendien was hij bestuurslid van het Kruisverbond So- briëtas en van de Klesvereeniging Recht en Orde. Hij was begiftigd met het gou den eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice. De begrafenis zal Vrijdagmorgen op de Be graafplaats te Crooswijk geschieden. IVad.) o BURGEMEESTERS. Bij Kon. Besluit is aan J. de Feyter op zijn verzoek, met ingang van 13 Maart, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Zaamslag; is aan H. A R, Jonkers, op zijn verzoek met ingang van 1 April eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Ophemert. met dankbetuiging voor de langdurige diensten, door hem als bur gemeester bewezen. Gelijk wij gisteren nog konden melden, is te Noordwij k plotseling overleden notaris J. Wagemaker, die daar een groote bekendheid genoot. NEDERL. AKKERBOUWCENTRALE. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale heeft vastgesteld voor telers van peul vruchten. dat in afwijking van een vroe gere bekendmaking de hieronder ver melde soorten slechts tot ultimo Februari in aanmerking komen om tegen den door haar vastge6telden richtprijs aan den handel of aan de Nederlandsche Akker bouwcentrale te worden geleverd: 1. ronde bruine boonen (kogelboontjes) J 2. witte boonen: 3. blauwpeulerwten; 4. Wijker vale erwten; 5. platte capucijners. Hoornsche zoowel als Mansholt capucijners; 6. rozijnerwten of wel grauwe erwten. De regeling is gewijzigd op verzoek van den peulvruehtenhandel, die bij dat ver zoek aanvoerde, dat de in Nederland aan wezige voorraden en de geldende prijzen aanleiding geven, voor deze soorten na ultimo Februari de „inkoopovereenkomst" te ontbinden. CRISIS-ZEEVISCHBESLUIT. In de Crisis-Zeevisehbeschikking 19351 wordt het Orisis-Zeevischbesluit 19341 nader uitgewerkt. Hierin wordt als voor waarde voor het uitvaren ter zeevisch- vangst gesteld, dat ten aanzien van het uitvarende schip een uitvaar-certificaat moet zijn verleend door de Nederlandsche Visscherij-Centrale, nadat de betrokkene zich schriftelijk heeft verbonden tot be taling van 1 "/o van de bruto-besomming van de aan te voeren visch ten behoeve van het Landbouw-Crisisfonds. De termijn, waarvoor deze uitvaar- certificaten hoogstens kunnen worden; verleend, is voorloopig vastgesteld op twee maanden. De mogelijkheid bestaat, dat na verloop van dezen korten termijn aan het verleenen van de uitvaar-certificaten nadere voorwaarden worden verbonden, waarbij bepaalde normen zullen worden aangelegd t. a. v. de eischen, waaraan de onderhavige schepen moeten voldoen. Betrokkenen, die voornemens zijn sche pen ter uitvaart in .gereedheid te brengen, moeten met deze mogelijkheid rekening houden, om straks teleurstelling te voor komen. PRIJS DER CONSUMPTIEMELK De prijs voor het taxegedeelte van con- sumptiemelk gekocht op regeerlngscon- tract, is voor de volgende week bepaald op 5'/i cent per liter, eventueel verhoogd met premie of verminderd met de af dracht voor de kwaliteit. De afdracht voor andere in consumptie gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent per liter. NÜ COR VAN DER LUGT MELSERT EEN JAAR BLIJFT. Het „Vad." heeft den heer C. v. d. Lugt Melsert te Breda kort gesproken. Hierbij deelt hij mede, dat, nu het be sluit was gevallen, dat hij nog een jaar zou aanblijven, het gezelschap in onge- wijzigden vorm blijft bestaan. Gevraagd, of hij een en ander kon me- dedeelen omtrent de reden, welke hem genoopt had dit besluit te nemen, deelde de heer v. d. Lugt mede, dat in de confe rentie te 's-Gravenhage was afgesproken, daarover voorshands geen bijzonderheden mede te deelen. Wel zeide de heer v. d. Lugt, dat in de jaren, dat hij vaste bespe ler van den Koninklijken Schouwburg in Den Haag was, critiek hem niet gespaard was gebleven en dat men het steeds had doen voorkomen of hij in een bevoorrech te positie verkeerde. Doch. zoo zeide hij, wanneer dat het geval is, dan vraagt men geen groote schadevergoeding, zooals thans gedaan werd. Helaas moet ik nog een jaar aanblijven, maar vandaag over een jaar zeg ik: Goddank, nog slechts vijf maanden. LIEN KORTER. Onder de auspiciën van de Concertdirec tie dr. G. de Koos N.V. zal de Haagsche zangeres Lien Korter een liederenavond geven te Leiden in den foyer van de Stadsgehoorzaal op Dinsdag 12 Febr. a.s. om 20 uur. Hans Goemans zal de zange res aan den vleugel begeleiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9