PRESTO I
U.» ZEEPPOEDER.
7j,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 6 Februari 1935
Derde Blad
No. 22968
BINNENLAND.
NOTARIS J.WAGEMAKER
CRISIS-BERICHTEN.
KUNST EN LETTEREN.
ONZE KOLENMIJNBOUW
IN DE PUT.
prijsdaling en inkrimping van
het afzetgebied door buiten-
landsche maatregelen.
Geen overcapaciteit.
(Van onzen reisredacteur).
HEERLEN, Februari.
De Nederlandsche kolenmijnen behoo-
„n tot de beste van Europa, eensdeels
door hun gunstige geografische ligging,
anderdeels door de kwaliteit van het pro
duct, maar vooral door den zeer modernen
bedrljfsopzet van de ontginning en de be
kwame bedrijfsvoering. De staatsmijn
Maurlts geldt als de meest moderne en
Kst geoutilleerde kolenmijn ter wereld,
peie nationale industrie verkeert thans
bulten haar schuld in groote moeilijk-
beden, uitsluitend veroorzaakt door maat
delen van het buitenland.
Onze kolenmijnindustrie is nog jong.
jaar opkomst dateert eigenlijk van om-
treeks 1900, daar pas In het einde der
Brige eeuw geconstateerd werd, dat in
luid-Limburg belangrijke kolenlagen
morkomen buiten het gebied, dat reeds
(oor de Domaniale mijn werd geëxploi-
zerd. In 1900 waren drie mijnen in be-
(rtjft, die samen 320.000 ton steenkolen
roortbrachtendertig jaar later waren
bet twaalf mijnen (vier staatsbedrijven
en acht particuliere), die tezamen rond
15.211 000 ton produceerden. Deze produc
tie steeg nog het Jaar daarop tot rond
12.901.000 ton Sindsdien is het met onze
mijnindustrie bergaf gegaan.
Normale ontwikkeling.
De snelle groei van ons mijnbedrijf was
{eenszins abnormaal. Het zeer beperkte
Jederlandsche mijngebled is op regelma
te wijze in ontginning gebracht, geheel
binnen de grenzen van een natuurlijke
ifietmarkt. Roofbouw werd niet gedreven,
ille neven- eu afvalproducten werden
doelmatig verwerkt en benut, de loonen
tn de sociale voorzieningen staken gun-
tüg bij het buitenland af en de veiligheid
In de mijnen was ver boven het gemid
delde.
Van een werkelijke overcapaciteit kan
biet worden gesproken. De Nederlandsche
mijnindustrie kan aan onze nationale be
hoefte voor vrijwel alle kolen kolensoorten
met uitmuntende producten tegen rede
lijke prijzen voldoen. Wanneer het moge-
ijk zou zijn het blnnenlandsch verbruik
voor onze eigen mijnen te reserveeren,
louden we aan uitvoer geen behoefte heb-
ta, daar nationale vraag en nationale
productie elkaar zoo ongeveer dekken. In
den wereldoorlog is gebleken, wat een
dgen mijnindustrie waard is; van een te
kort aan brandstoffen behoeft In zulk
een geval thans geen sprake te zijn.
Rationalisatie.
De bedrijfsleiding heeft ernaar gestreefd
de productie te vermeerderen door een ver
doorgevoerde mechanisatie. In abstracto
is dat zeer toe te juichen: elke maatregel,
Se genomen wordt om ln dit gevaarlijke
toep, waarin de arbeider bovendien
spoedig verslijt, handenarbeid door ma
te te vervangen, is een weldaad voor
4 samenleving. Ook economisch gespro
ten ls een dergelijk streven te verdedigen:
I de kolenmijnbouw bedraagt het loon
M"< der productiekosten, dat is veel meer
dan bij de meeste andere bedrijven,
wodat het voor de hand ligt, dat een
lechaniseerlng de bijzondere aandacht
beeft. Daarbij werd de nog overgebleven
handenarbeid zooveel mogelijk verlicht en
(«aneerd.
In de goede jaren hebben de mijnar
beiders er dan ook alleen voordeel van
gehad. Vóór de crisis werd de arbeidsge
legenheid der bevolking er niet door ge
schaad en had de rationalisatie niet de
minste werkloosheid ten gevolge. Aan den
lenen kant vermeerderde de prestatie per
man en wel gemiddeld van 278 ton per
arbetder in 1926 tot 393 ton in 1933, dat
ls met 42%. Aan den anderen kant konden
tot 1931 door den nog sneller stijgenden
atzet steeds meer mijnwerkers in dienst
'orden genomen. De sindsdien voortdurend
slechter wordende prijzen maakten een
tersnelde rationalisatie noodig, doch ten
slotte kon een vermeerderde afzet zelfs
de economische resultaten niet op peil
houden, zoodat verzuimdiensten en massa
ontslagen moesten volgen. Toen ook nog
de afzet verminderde door allerlei maat-
'egelen van het buitenland, verergerde
tog de toestand.
Buitenlandsche maatregelen.
Het zijn deze maatregelen van het bui
tenland, die ons Nederlandsche mijnbe
drijf ln den tegenwoordigen toestand heb
ben gebracht. De lage prijzen en de ver
mindering van het afzetgebied van onzen
mijnbouw zijn niet het gevolg van eigen
overproductie of eerlijke buitenlandsche
concurrentie.
Het natuurlijke afzetgebied van onze
mijnindustrie verbruikt niet meer kolen
i hier worden geproduceerd, zoodat een
overproductie niet bestaat. De afzet wordt
evenwel in het buitenland kunstmatig be
kt, zcodat de industrie meer en meer op
de binnenlandsche markt is aangewezen,
beze wordt echter bestreken door aanbie
dingen uit het buitenland tegen kunst
matig verlaagde prijzen, die vaak beneden
de Productiekosten zijn gelegen. In het
"Sen land vindt men daarvoor compen
satie ln beschermde hooge prijzen.
ti„ alleen de openlijke of bedekte con-
nngenteeringen in het buitenland belet
ten voor den Nederlandschen mijnbouw
vop export van kolen en cokes, ook de uit-
«'Premies, de goedkoope spoorwegvrach-
en de rechtstreeksche dumpingsmaat-
fmi van sommige staten maken de
ncurrentie in het buitenland moeilijk,
«o niet veelal onmogelijk. De vernieuwing
v "et handelsverdrag met Duitschland
!lr- '°°r de mijnindustrie niet het ge-
Jbe resultaat opgeleverd. Duitschland
200.000 ton minder invoeren, waar-
"Wnoyer Nederland 100.000 ton minder
p. Wvoeren. De toestand voor de Ne-
atl°snhe kolen op de Duitschc markt
ionium, r zóó slecht, dat deze luttele
U'ee f wlnst de productie van ruim
werkdagen op alle mijnen gezamen-
- nauwelijks verlichting beteekenen.
RECLAME.
1836
dan m
Un m
I
'KOST ENKELE CENTEN
1 SPAART TALLOZE GULDENS i
Misschien zal de contingenteerlng ten
aanzien van Polen en Rusland een gun
stige uitwerking hebben. Met België ls de
regeering nog steeds aan het onderhan
delen. In zekere arbeiderskringen vraagt
men nu om uitvoerpremles, die onze re
geering nog steeds van de hand heeft ge
wezen.
Wanneer het mogelijk zou zijn, de gren
zen voor buitenlandsche kolen te sluiten,
zouden de moeilijkheden van de baan zijn
Voor een klein land in de eigenaardige
positie van Nederland moet zoo iets echter
uitgesloten worden geacht. Wat evenwel
de gevolgen van den huldigen toestand
zijn voor de mijnarbeiders en de geheele
mijnstreek, hebben we gisteren gezien.
NIEUW VERTROUWEN IN
VOLKENBOND.
MINISTER DE GRAAFF VERDEDIGT
ZIJN BELEID TEGENOVER DE
EERSTE KAMER.
Nederland en België.
Versohenen is de Memorie van Antwoord
aan de Eerste Kamer inzake de begrooting
van het departement van buitenlandsche
Zaken voor 1935. Hieraan is het volgende
ontleend
Ook de minister heeft met groote vol
doening kennis genomen van de actie van
den Volkenbondsraad met betrekking tot
de Saarkwestie en het HongaarschZuid-
Slavische conflict. Het verheugt hem, dat
het succes ten aanzien van deze beide
punten behaald ook hier te lande nieuw
vertrouwen ln den Volkenbond heeft
gewekt.
De Nederlandsche regeering ls overtuigd,
steeds een constructieve Volkenbondspoll-
tlek te hebben gevoerd. Het streven naar
zoodanige politiek mag evenwel niet er
toe leiden, plannen aanhangig te maken
of initiatieven te nemen, waarvan het nut
twijfelachtig is, of waaraan te voren vast
staat, dat ln het tegenwoordig stadium der
ontwikkeling practiscihe verwezenlijking is
uitgesloten. Het scheppen van een inter
nationaal georganiseerde en bestuurde
politiemacht is naar het oordeel der
regeering in zijn algemeenheid onder de
bestaande verhoudingen nog niet te ver
wezenlijken. De minister is van oordeel,
dat men voor het oogenblik beter doet met
aandacht te besteden aan de verplichtin
gen van internationale rechtshandhaving,
welke voortvloeien uit het Volkenbonds
verdrag, en de mogelijkheden te benutten,
welke dit verdrag biedt, dan zich bezig te
houden met voorhands nog onuitvoerbare
plannen van een internationale weer
macht.
Op de opmerking, dat Nederland geen
belang had zich te mengen in de in het
Saargebled bestaande moeilijkheden, zöu
de minister willen antwoorden, dat het
optreden der internationale troepenmacht
juist strekte om moeilijkheden te voor
komen die, indien zij inderdaad waren
ontstaan, zeer ernstige gevolgen hadden
kunnen medebrengen, waarbij ook Neder
landsche belangen zeer zeker zouden zijn
betrokken.
Ofschoon naar het oordeel van den mi
nister ten overvloede, heeft hij geen be
zwaar tegen de verklaring dat, ten aanzien
van een nieuwe regeling der aan het eind
van den oorlog aan de orde gestelde Ne-
derlandschBelgische verhoudingen, het
kabinet dezen koers blijft volgen, die bij de
vorming van het kabinet in overeenstem
ming met de in het voorloopig verslag be
doelde verklaring van zijn formateur ls
vastgesteld
Of ook na de jongste kabinetswisseling
de Belgische regeering nog een even groote
bereidheid aan den dag zal leggen om met
Nederland tot gedachtenwisseling over een
regeling te komen als te voren, dient te
worden afgewacht. De Nederlandsche re-
geering zou niets liever willen dan daartoe
te kunnen medewerken. Bepaalde onder
handelingen konden tot dusver niet wor
den aangevangen.
Ten aanzien van den zoogenaamden
stop van Lixhe, zij vermeld dat, sinds de
openstelling van het verbindingskanaaltje
tusschen het in gebruik genomen gedeelte
van het Albertkanaal en de Zuidwillems
vaart benoorden Maastricht, een niet on
belangrijk gedeelte van het verkeer tus
schen Luik en Antwerpen, en met name
sleepen, niettemin den ouden weg via
Maastricht blijft volgen, en zulks niet
tegenstaande den „stop" bij Lixhe en het
scheepvaartrecht dat België heft van
vaartuigen die hun weg kiezen via de
sluis bij Ternayen. Aldus blijkt opnieuw
dat ook Belgische belangen door dien stop
en die heffing worden geschaad.
Inderdaad was de aangelegenheid der
Belgische enclaves in Noord-Brabant, na
dat de tegen het op 11 Juni 1892 getee-
kende verdrag tot regeling van de grens
tussohen Baarle-Nassau en Baarle-Hertog
gerezen bezwaren de ratificatie van dat
verdrag hadden onmogelijk gemaakt, in
de jaren 19001911 wederom tusschen de
beide regeeringen ter sprake gebracht
zonder dat dit tot een resultaat heeft ge
leid. De minister is bereid met zijn ambt-
genooten in overleg te treden teneinde te
overwegen in hoever het thans wensche-
lijk zou zijn de pogingen tot totstand
koming van een bevredigende regeling te
hervatte».
HANDELSVERDRAG MET
ITALIË.
een wetsontwerp ingediend.
Gunstige bepalingen voor den invoer
van Stamboekvee en Kaas.
Ingediend ls een wetsontwerp tot goed
keuring van de op 1 Maart 1934 te Rome
tusschen Nederland en Italië gesloten
handelsovereenkomst met bijbehoorend
slotprotocol.
Aan de memorie van toelichting wordt
het volgende ontleend:
Gedurende 1933 werden verschillende in
formeele besprekingen met de Italiaan-
sche regeering gevoerd teneinde te gera
ken tot de wegneming van eenige moei
lijkheden, die over en weer in het han
delsverkeer tusschen Nederland er. Italië
werden onde-vonden.
De definitieve onderhandelingen over
een regeling terzake werden evenwel aan
gehouden ln afwachting van de Inwer
kingtreding van de gewijzigde Crisis-In-
voerwet.
Nadat de Italiaansche regeering zich
had bereid verklaard te onderhandelen op
den grondslag, welke ln de gewijzigde Cri-
sis-Invoerwet is nedergelegd, hebben te
Rome van 1726 Februari 1934 onderhan
delingen plaats gehad, welke geleid heb
ben tot de onderteekenlng daar ter stede
op 1 Maart 1934 van de Handelsovereen
komst, waarvan thans goedkeuring wordt
gevraagd.
De Italiaansche regeering bleek bereid
te zijn faciliteiten te verleenen voor stam
boekvee van het Hollandsch-Friesche-,
Rijn-Maas-IJssel- en Groningsche ras, en
wel door het toestaan van een zeer ver
laagd Invoerrecht, terwijl hetzelfde zal
geschieden ten aanzien van Goudsche en
Edammer kaas voor de bij de overeen
komst vastgestelde hoeveelheid van 300.000
K.G. per jaar. Daarnevens werden de in
voerrechten op taploca-wortelmeel en dex
trine ln Italië verlaagd en die op aardap
pelmeel gefixeerd; deze laatste concessie
beteekende de afwending van een verhoo
ging van het tarief voor dit voor Neder
land zeer belangrijke uitvoerartikel. Van
Nederlandsche zijde werd toegestemd in
consolidatie van den vrijdom van invoer
recht voor gepelde rijst, perziken en bloem
kool. voor de laatste twee producten
sleohts gedurende het seizoen, waarin Ita
lië aan de markt is, terwijl ten aanzien
van de Nederlandsche tarieven voor aman
delen en citroenen met het oog op de
voorgenomen wijziging van het tarief van
Invoerrechten een bijzondere regeling is
getroffen.
De door Italië verleende tarief conces
sies werden verkregen mede in verband
met een regeling van den Italiaanschen
invoer hier te lande, voorzoover deze aan
contingenteerlng is onderworpen, op grond
van de bevoegdheden, welke de gewijzigde
Crisis-Invoerwet verleent. Daarnaast wer
den waarborgen verkregen voor den uit
voer van Nederlandsche goederen naar
Italië voor het geval deze daar te lande
aan contingenteeringsmaatregelen zouden
worden onderworpen;
Op 14 Növember 7934 werden tusschen
het ministerie van Buitenlandsche Zaken
en het Italiaansche Gezantschap te Den
Haag nota's gewisseld ter zake van de toe
passing op Nederlandsche kalveren van
het douane-regime, dat thans voor den
invoer in Italië van Zwitsersche kalveren
geldt.
De overeenkomst, waarvan thans de
goedkeuring van de staten-Generaal
wordt gevraagd, zal van kracht zijn tot 31
Maart 1935 en, behoudens opzegging vóór
31 Januari 1935, van kracht blijven gedu
rende een termijn van drie maanden, ge
rekend van 1 April 1935 af en zoo vervol
gens, tenzij zij minstens twee maanden,
gerekend van 1 April 1935 af en zoo ver
volgens, tenzij zij minstens twee maanden
voor den beëindigingsdatum wordt opge
zegd.
In het bij de Overeenkomst gevoegde
Slot-protocol is een nadere regeling ge
troffen voor de toepassing van de ver
dragstarieven voor bepaalde producten,
Voorts zijn de partijen overeengekomen
onder welke voorwaarden een regeling tot
stand zal kunnen komen voor den invoer
van Nederlandsch bier in Italië, waarvan
het gevolg zal zijn, dat dit bier onder de
gunstigste accijns-regeling zal komen te
vallen. Tevens zijn de partijen overeenge
komen zoo spoedig mogelijk onderhande
lingen te zullen voeren over de uitbreiding
van de handelsbetrekkingen tusschen Ned.
Indië en Italië.
Ter vermijding van ongewenscht tijd
verlies bij het nemen van een eventueele
beslissing over de beëindiging van een
handelsverdrag achten de betrokken mi
nisters het in het algemeen gewenscht, dat
reeds aanstonds aan de Kroon machtiging
wordt verleend tot opzegging van een han
delsverdrag.
DE BESPREKINGEN MET BELGIE.
Het steenkolenvraagstuk de ernstige
moeilijkheid.
Bij de Nederlandsch-Belgische handels
besprekingen blijft het steenkolenvraag
stuk op het oogenblik nog steeds de ern
stige moeilijkheid voor het bereiken van
overeenstemming vormen. Gisterochtend
heeft deze aangelegenheid een punt van
bespreking uitgemaakt tusschen den mi
nister-president, den minister van Econo
mische Zaken, van Buitenlandsche Zaken
en van Financiën, bij welke bespreking
tevens tegenwoordig waren de voorzitter
van de Nederlandsche delegatie, de heer
Lamping, alsmede de voorzitters van de
subcommissies voor agrarische en in-
dustrieele vraagstukken, te weten de hee-
ren dr. Posthüma en mr. van Spaendonck.
h. ter kuile Jzn. t
Op zijn buitengoed de Heide op den
Hoogen Bredel bij Enschedé ls, 82 jaar
oud, overleden, de heer H. ter Kuile Jzn.
een der pioniers op textielgebied. die
Enschedé hebben groot gemaakt. Hij was
oud-directeur, thans commissaris van de
N.V. Spinnerij Tubantia, voorheen B„ W.
en H. ter Kulle, van de Ensch. Katoen
spinnerij en de Baumwollspinnerei Eiler-
mark te Glanerbrug.
RECLAME.
5834
Eiken winter leed hij aan
Winterhanden en Wintervoeten.
„Door mijn beroep moest ik den geheelen
dag op straat loopen en daardoor gingen
de plekken altijd open en begonnen te
zweren. Van alles probeerde ik, maar baat
vond ik niet, totdat ik met Kloosterbalsem
begon. Eiken ochtend en avond deed ik
die op de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Nu smeer ik
als 't koud wordt va/n te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedertdien geen
last meer van winterhanden en -voeten
gehad". Zoo schrijft ons de heer W. S. te
's-Gr„ wiens prigineele brief voor ieder
ter inzage ligt. Akker's Kloosterbalsem
kost per schroefdoos 35 et. en per pot
62'/i ct. en f. 1.04 en is overal verkrijg
baar. Onovertroffen bij brand- en snij-
wonden. Ook ongeëvenaard als wrljfmid-
del bij rheumatiek, spit en spierpijn.
Gebruik Akker's Kloosterbalsem.
BEGROOTING VAN KOLONIËN
Memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer.
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
het Departement van Koloniën is het vol
gende ontleend:
De opvatting, dat het Moederland in
het „imperium" een leidende plaats in
neemt, vindt in art. 1 van de Grondwet
geen steun. Evenmin is dit het geval met
de hieruit afgeleide stelling, dat Neder
land in beginsel voor de kosten van de
defensie aansprakelijk zou zijn.
Doch niet alleen daarom acht de mi
nister van Koloniën die stelling onjuist;
ook overwegingen verband houdend met
den aard der uitgaven, leiden hem tot die
slotsom. Met de hier aan het woord zijn
de leden is hij van oordeel, dat de defen
sie een aangelegenheid ls, waarbij het
Koninkrijk in zijn geheel belang heeft.
Uit deze waardeering vloeit echter recht
streeks voort, dat dan ook het Koninkrijk
in zijn geheel in de kosten der verdediging
moet bijdragen.
Voor de verdeeling van deze bijdragen
voor de deelen van het Koninkrijk kun
nen, zooals de minister in de Tweede Ka
mer heeft opgemerkt, verschillende stel
sels worden gevolgd. Een op wettelijke
voorschriften berustende maatstaf is ten
deze niet aanwezig; men heeft rekening
te houden met een in den loop der jaren
gegroeide praktijk, waarbij er steeds naar
is gestreefd om ook de mate van belang
in aanmerking te brengen, die elk der ge-
biedsdeelen heeft bij bepaalde onderdee-
len van de defensie.
Vaststelling van een bepaalde, ln per
centages te formuleeren verhouding zal
wel nimmer op voor ieder bevredigende
wijze mogelijk zijn. Het kan dan ook geen
verwondering baren, dat bij alle tot dusver
op dit gebied getroffen regelingen utili
teitsoverwegingen een ruime plaats hebben
Ingenomen, waarbij ook de practlsche
vraag van de draagkracht der betrokken
gebiedsdeelen een groote rol heeft ge
speeld.
De voor 1935 toegepaste kostenverdee-
ling, die bovendien slechts van voorloopi-
gen aard ls, maakt hierop geen uitzonde
ring.
Aan het stelsel der kostenverdeeling
hecht de minister dan ook geen overma
tige waarde. In overeenstemming met de
staatkundige realiteit berust de verant
woordelijkheid voor de verdediging van
Indië, waarvoor de grondslagen door de
Regeering zijn vastgesteld, in het bijzonder
bij den minister van Koloniën, terwijl die
voor de beschikbaarstelling van het mate
rieel en het personeel van de vloot, dat
voor die verdediging noodig wordt geoor
deeld, aan den minister van Defensie blijft
toevertrouwd.
In vorenbedoelde grondslagen komt over
duidelijk tot uiting, dat Nederland in de
fensie-aangelegenheden de leiding heeft.
De G.-G. en de Volksraad kunnen omtrent
de samenstelling der vloot in Indië ad
vies uitbrengen, maar de beslissing berust
bij de Regeering, zoodat de Minister van
Defensie daarvoor mede de verantwoorde
lijkheid draagt.
Het is volkomen juist, dat de comman
dant der zeemacht niet den Minister van
Defensie, maar den G.-G. heeft te advi-
seeren over de samenstelling van de vloot
in Indië.
VLIEGVELD BIJ LEEUWARDEN.
Prov. Staten zeggen f. 78.000 toe
Provinciale Staten van Friesland heb
ben met 44 tegen 4 stemmen besloten
medewerking te verleenen aan het tot
standkomen van een luchthaven in Fries
land, 3 K.M. ten Noorden van Leeuwarden
en daartoe in de oprichtingskosten f 78.000
bij te dragen. Indien exploitante van het
terrein geen bevredigende toezegging wil
doen ter zake van eerbieding van de Zon
dagsheiliging zouden Ged. Staten de zaak
andermaal aan het oordeel van de Staten
moeten onderwerpen.
W. C. F. VAN HEST. t
Te Rotterdam is 71 jaar oud overleden
de heer W. C. F. van Hest, oud-algemeen
voorzitter van de Ned. R.-K. Handelsrei-
zigersvereeniging St. Christoffel, oud
voorzitter van de Katholieke sociale
actie, oud-voorzitter van het Katholiek
Vredescomité en oud-voorzitter van de
Vereeniging Eer en Deugd. Bovendien was
hij bestuurslid van het Kruisverbond So-
briëtas en van de Klesvereeniging Recht
en Orde. Hij was begiftigd met het gou
den eerekruis Pro Ecclesia et Pontifice. De
begrafenis zal Vrijdagmorgen op de Be
graafplaats te Crooswijk geschieden.
IVad.)
o
BURGEMEESTERS.
Bij Kon. Besluit is aan J. de Feyter op
zijn verzoek, met ingang van 13 Maart,
eervol ontslag verleend als burgemeester
der gemeente Zaamslag;
is aan H. A R, Jonkers, op zijn verzoek
met ingang van 1 April eervol ontslag
verleend als burgemeester der gemeente
Ophemert. met dankbetuiging voor de
langdurige diensten, door hem als bur
gemeester bewezen.
Gelijk wij gisteren nog konden melden,
is te Noordwij k plotseling overleden
notaris J. Wagemaker, die daar een groote
bekendheid genoot.
NEDERL. AKKERBOUWCENTRALE.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
heeft vastgesteld voor telers van peul
vruchten. dat in afwijking van een vroe
gere bekendmaking de hieronder ver
melde soorten slechts tot ultimo Februari
in aanmerking komen om tegen den door
haar vastge6telden richtprijs aan den
handel of aan de Nederlandsche Akker
bouwcentrale te worden geleverd:
1. ronde bruine boonen (kogelboontjes) J
2. witte boonen:
3. blauwpeulerwten;
4. Wijker vale erwten;
5. platte capucijners. Hoornsche zoowel
als Mansholt capucijners;
6. rozijnerwten of wel grauwe erwten.
De regeling is gewijzigd op verzoek van
den peulvruehtenhandel, die bij dat ver
zoek aanvoerde, dat de in Nederland aan
wezige voorraden en de geldende prijzen
aanleiding geven, voor deze soorten na
ultimo Februari de „inkoopovereenkomst"
te ontbinden.
CRISIS-ZEEVISCHBESLUIT.
In de Crisis-Zeevisehbeschikking 19351
wordt het Orisis-Zeevischbesluit 19341
nader uitgewerkt. Hierin wordt als voor
waarde voor het uitvaren ter zeevisch-
vangst gesteld, dat ten aanzien van het
uitvarende schip een uitvaar-certificaat
moet zijn verleend door de Nederlandsche
Visscherij-Centrale, nadat de betrokkene
zich schriftelijk heeft verbonden tot be
taling van 1 "/o van de bruto-besomming
van de aan te voeren visch ten behoeve
van het Landbouw-Crisisfonds.
De termijn, waarvoor deze uitvaar-
certificaten hoogstens kunnen worden;
verleend, is voorloopig vastgesteld op twee
maanden. De mogelijkheid bestaat, dat na
verloop van dezen korten termijn aan het
verleenen van de uitvaar-certificaten
nadere voorwaarden worden verbonden,
waarbij bepaalde normen zullen worden
aangelegd t. a. v. de eischen, waaraan de
onderhavige schepen moeten voldoen.
Betrokkenen, die voornemens zijn sche
pen ter uitvaart in .gereedheid te brengen,
moeten met deze mogelijkheid rekening
houden, om straks teleurstelling te voor
komen.
PRIJS DER CONSUMPTIEMELK
De prijs voor het taxegedeelte van con-
sumptiemelk gekocht op regeerlngscon-
tract, is voor de volgende week bepaald
op 5'/i cent per liter, eventueel verhoogd
met premie of verminderd met de af
dracht voor de kwaliteit.
De afdracht voor andere in consumptie
gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent
per liter.
NÜ COR VAN DER LUGT MELSERT
EEN JAAR BLIJFT.
Het „Vad." heeft den heer C. v. d. Lugt
Melsert te Breda kort gesproken.
Hierbij deelt hij mede, dat, nu het be
sluit was gevallen, dat hij nog een jaar
zou aanblijven, het gezelschap in onge-
wijzigden vorm blijft bestaan.
Gevraagd, of hij een en ander kon me-
dedeelen omtrent de reden, welke hem
genoopt had dit besluit te nemen, deelde
de heer v. d. Lugt mede, dat in de confe
rentie te 's-Gravenhage was afgesproken,
daarover voorshands geen bijzonderheden
mede te deelen. Wel zeide de heer v. d.
Lugt, dat in de jaren, dat hij vaste bespe
ler van den Koninklijken Schouwburg in
Den Haag was, critiek hem niet gespaard
was gebleven en dat men het steeds had
doen voorkomen of hij in een bevoorrech
te positie verkeerde. Doch. zoo zeide hij,
wanneer dat het geval is, dan vraagt men
geen groote schadevergoeding, zooals
thans gedaan werd. Helaas moet ik nog
een jaar aanblijven, maar vandaag over
een jaar zeg ik: Goddank, nog slechts vijf
maanden.
LIEN KORTER.
Onder de auspiciën van de Concertdirec
tie dr. G. de Koos N.V. zal de Haagsche
zangeres Lien Korter een liederenavond
geven te Leiden in den foyer van de
Stadsgehoorzaal op Dinsdag 12 Febr. a.s.
om 20 uur. Hans Goemans zal de zange
res aan den vleugel begeleiden.