75ste Jaargang DONDERDAG 31 JANUARI 1935 No. 22963 dagblad vVOQR leiden en omstreken Leidsch Crisis-Comité. STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ots. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:' Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post 1.2.35 per 3 maanden portokosten <voor binnenland f0.80 per 3 mnd.) Oit nummer bestaat uit VIER blaoen EERSTE BLAD. Giro No. 188690. Beden ontvingen wij per kas: N.N. f. 2.50. AFSCHEID VAN MR. A. VAN DER ELST. ALS AMBTENAAR VAN HET O. M. BIJ HET KANTONGERECHT. Mr. A. van tor Hst. Onder groqte belangstelling vond gis teren in de strafzitting van het Kanton gerecht het afscheid plaats van mr. A. v. d. Eist als ambtenaar bij het O. M., na een werkzaamheid in onze stad van ongeveer 35 jaren, In de geheel gevulde zittingkamer van het Kantongerechtsgebouw aan het Ra penburg waren o.m. aanwezig de kanton rechter mr. F, Ligtenberg, de griffier mr. H. van Oordt, burgemeester mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, alle plaatsvervangende kantonrechters, diverse advocaten, de commissaris van politie de heer Meyer alsmede hoofdinspecteur Eskens en vele vrienden, familieleden en belangstellen den. Ook merkten wij op de leden van het personeel bij het Parket dat gelijk bekend met ingang van morgen bij het Kanton gerecht te Den Haag wordt ondergebracht (het Leidsch Kantongerecht blijft be staan!) en het volledig corps Rijks veldwachters uit het kanton Leiden. Na behandeling van een kleine zaak was allereerst het woord aan den kanton rechter mr. F. Ligtenberg. Rede van Mr. Ligtenberg. Aan mr. A. van der Eist is op zijn ver zoek, aldus spr., met ingang van 1 Fe bruari a.s., eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van ambtenaar van het Open baar Ministerie bij het Kantongerecht te Leiden, onder dankbetuiging voor de door hem bewezen diensten. Dit beteekent, dat mr. v. d. Eist heden zijn laatste zitting als ambt. O. M. bij woont en hiermede afscheid neemt van een ambt, dat hij bijna 36 jaren onafge broken met eere heeft bekleed. Mr. v.d Eist is op 4 October 1890 ge promoveerd tot doctor in de rechtsweten schap, waarna hij eenige jaren als advo caat werkzaam is geweest, om op 2 Mei 1899 benoemd te worden tot ambt. v. h. Openb. Ministerie te Alkmaar. Ruim een Jaar later, 23 Juli 1900 volgde zijn benoe ming in gelijke functie te Leiden. Sedert dien is mr. v. d. Eist te Leiden gebleven. Wat mr. v. d. Eist in die jaren voor het Leidsche parket heeft gedaan is moeilijk onder woorden te brengen. Dat het lang geen gemakkelijke taak is ge weest staat wel vast. Het Kanton Leiden toch heeft altijd be hoort tot een der belangrijkste Kantons der eerste klasse E, waarin het volgens de wet van 5 Juli 1920, S. 181, tot regeling van de samenstelling der rechterlijke col- legièn en kantongerechten is gerangschikt. Het aantal processen-verbaal, dat In die jaren door de handen van Mr. v. d. Eist is gegaan beloopt enkele honderdduizenden. Het getal der weeklijstnummers van het afgeloopen jaar bedroeg ruim 11200. Ik behoef niet te zeggen dat dit een zeer groot getai voor één enkelen ambtenaar. Voor de zaak ter terechtzitting wordt uitgeroepen is er heel wat administratieven on toch ook juridischen arbeid verricht. In vroeger jaren had Mr. v. d. Eist meer medewerkers ter parkette dan thans. Naar mate hij in jaren toenam en ook bet aantal zaken vermeerderde, vermin- oerde het getal medewerkers. Toen ik ongeveer 7 jaar geleden te Lei oen kwam was de eenige hulp van den neer v. d. Eist zijn getrouwe rijksklerk de jeel' Rigthart van Gelder, die eenige jaren i™? Weer werd terzijde gestaan door den uo-brieadier majoor Spa riikcvoidwachter mmermans a's tijdelijk schrijver. ik meen de heeren waarnemend ambte naren van het Openbaar Ministerie niet te kort te doen, wanneer ik spreek, dat, on danks hunne vaak groote gaven en vol ledige toewijding, de hulp, die de heer v. d. Eist van hen heeft gehad, betrekkelijk gering is gebleven. Dit lag aan den heer v. d. Eist zelf, die niet gaarne werk uit handen gaf, daar hij zelf zooveel van werken hield. Ik zeg dit zonder eenige andere bedoe ling aan om te doei) uitkomen dat mr v. d. Eist bij zijn afscheid kan terugzien op een welbesteed leven. Waren zijn huiselijke omstandigheden anders geweest, dan ware mr. v. d. Eist wellicht niet te Ledden gebleven, doch had hij ongetwijfeld den meer gebruikelijken loopbaan van de leden van het Openbaar Ministerie gevolgd. Toch heb ik wel eens gedacht, dat de liefde, die hij in het Kantongerechtswerk gevoelde, heeft medegewerkt tot zijn be sluit om Leiden niet te verlaten. Ik kan hieromtrent1 niet uit eigen er varing spreken, maar van zeer verdien stelijke leden van het Openbaar Minis terie heb ik wel eens gehoord, dat de tijd ten parkette van het Kantongerecht door gebracht, voor hen de aangenaamste van hun ambtelijke loopbaan is geweest., zoo wel door den aard van het werk. als door een groote mate van zelfstandigheid, die zij daar hadden. De heer v. d. Eist nu heeft die zelf standigheid nog in meerdere mate kunnen genieten dan anderen, doordat zijn parket steeds buiten de Arrondissementshoofd plaats is gebleven. Met mr. v. d. Eist gaat thans ook het Leidsche parket heen. Wij nemen dus afscheid, niet slechts van den heer v. d. Eist, doch mede van het Leidsche parket. Voor den heer Rigthart van Gelder be teekent dit overplaatsing naar 'sGraven- hage. Wellicht ook voor den heer Tim mermans. Ik wensch hen beiden aldaar een zoo'n aangenamen werkkring toe als zij onder den heer v. d. Eist gehad hebben. Tenslotte moge ik den heer v. d. Eist, mede namens de heeren mr. Brfët, Cos- man Vos, Nord Thomson, de Clerq en Bolsius, Kantonrechters-.plaatsvervangers' mr. Coebergh. oud-Kantonrechter-plaats- vervanger, mr. Langemeijer en van Nou- huys, oud-waarnemend-ambtenaar van het Openbaar Ministerie, mr. van Oordt, Griffier mrs. Regensburg en Hovingh, waarnemend-griffier, ter herinnering aan dezen dag aanbieden de „War Memoirs" van David Lloyd George, den bekenden Engelschen staatsman. Ik vertrouw, dat u, mijnheer v. d. Eist, vele aangename uren met dit boekwerk zult doorbrengen, daar u reeds bijzondere belangstelling hiervan hebt aan den dag gelegd. Thans moge ik u tot afscheid de hand drukken, na u de verzekering te hebben gegeven, dat de weinige jaren, die ik met u heb mogen samenwerken aan de rechts- bedeeling van het Leidsch Kantongerecht, bij mij steeds in aangename herinnering zullen blijven. Moge het u gegeven zijn om. met me vrouw uwe echtgenoote en de uwen, nog vele gelukkige jaren in goede gezondheid te genieten. Andere sprekers. Mr. P. E. Briët voerde het woord namens de plaatsvervangende kantonrechters. Deze wees er o.m. op, dat de plaats vervangende kantonrechters niet zoo goed op de hoogte zijn van hetgeen door mr. v. d. Eist is gepresteerd, doch wel weet spr. dat hij steeds een bezonken oordeel had, zijn rust en bezadigdheid kwam ook tot uiting in het gewone leven. Spr. her innerde er aan, hoe mr. v. d. Eist in 1900 hier gekomen is en Leidsch burger is ge bleven; greep vervolgens in korte trekken terug op het proefschrift waarop mr. v. d. Eist 4 October 1890 promoveerde; een deel der daarin vervatte wenschen is intusschen vervuld. Wijhebben, aldus spr., aan het blijven van mr. v. d. Eist te Leiden te danken, dat hij hier een belangrijke rol in het maat schappelijke leven heeft vervuld, o.a. als lid van den gemeenteraad en als bestuurs lid van verschillende vereenigingen. Het woord „Partir c'est mourir un peu" geldt ook als men afscheid neemt van het ambt, dat men in jonge jaren met ambi tie, later meer plichtgetrouw vervult. Een deel van het leven valt met dat afscheid weg. Spr. was er van overtuigd, dat mr. v. d. Eist nog veel zou terugden ken aan de jaren bij het parket door gebracht, zij het dan met weemoed. Spr. hoopte, dat hij nog vele jaren zou mogen genieten van het mooie, dat ook de herfst van het leven nog schenkt. Mr. E. C. Wiersma, sprekend namens de Leidsche advocaten wees er op, dat het een wijd veld is, waarop de ambtenaar van het O. M. zijn ambt moet uitoefenen. Als er eens een korte strijd want de zaken waren niet alle gewichtig ontstond tus- schen de verdedigers en den ambtenaar die bij de wet moet stilstaan, terwijl de advocaten wel eens over oneffenheden kunnen heenstappen, dan heeft een te leurstellende beslissing toch in alle 35 jaren geen afbreuk gedaan aan de goede onderlinge verstandhouding. De wet wil nu het ontslag van mr. v. d. Eist en hij heeft het verstandig aange vraagd. Hier past het woord „berusting", dat ook in de wet voorkomt. Er is echter toch ook op geluk te wijzen: n alle jaren heeft de gezondheid van :len scheidende nimmer geleden en dank zij zijn huiselijk geluk kan hij een nieuwe toekomst beginnen. Spr. hoopte, dat mr. v. d. Eist nog vele jaren zou mogen genie ten van een aangenamen levensherfst en -winter. De griffier mr. v. Oordt wees er op, dat het wel ongebruikelijk is een griffier op een strafzitting het woord te zien nemen. Hij wilde echter gaarne herinneren aan de hartelijke onderlinge verhouding tusschen de gezinnen der Leidsche rechterlijke ambtenaren, die ook als goede buren bij elkaar oploopen en waarvoor spr. hartelijk dank bracht. Spr. hoopte dat mr. v. d. Eist nog dikwijls zou terugdenken aan den „goeden oudeh tijd". Mr. Langemeyer, w. o. ambtenaar bij het O. M. uit Den Haag merkte op, dat mr. v. d. Eist steeds belangstelde in de maat schappelijke vraagstukken en veel be grip en vooral hart had voor de nooden en levenswijze van hen, die voor hem ge bracht werden. Namens de volontairs bracht spr. mr. v. d. Eist de beste wenschen voor zijn ver der leven over. De heer Rigthart van Gelder, klerk bij het parket, overhandigde den scheidende vervolgens namens het personeel, den con cierge en den deurwaarder onder harte lijke woorden een mooie foto van het ge bouw. waarin hij zoovele jaren heeft ge werkt. Vervolgens nam mr. v. d. Eist zelf het woord en dankte voor dc geschenken en de toespraken. Toen ik hier kwam. aldus spr., waren er 2200 verbalen Ingeschre ven. Den laatsten tijd is het veel drukker geworden, gevolg van den uitbouw der sociale wetgeving, de uitbreiding der bevolking, van het verkeer en de crisis wetgeving, met haar chaos van Kon. Besluiten enz De hoofdzaak daarvan rust op de schouders van den kantonrechter; nu zijn er 10.000 verbalen per jaar. Het O. M. bereidt voor, de kantonrechter be slist. Spr. prees de conscientieuse uitoefe ning van dat werk. evenals dat van de plaatsvervangers, al is den laatsten tijd de band met dezen zwakker geworden. Nog wenschte spr. den jongeren ambte naren veel succes in hun looohaan toe, dankte den heer Rigthart van Gelder voor zijn arbeid en bracht lof aan majoor Timmermans. Tevens prees hij de veld wachters voor de uitoefening van hun taak: zij vormen een keurcorps, waar de regeering altijd op kan rekenen. Hij heeft steeds bewondering gehad voor de groote tact, waarmee zij mét het publiek om gaan. Na de aanwezigen dank te hebben ge zegd voor hun belangstelling sloot mr. Ligtenberg met een kort woord deze zitting, waarop men zich naar de feesteHjk versierde wachtkamer begaf, waar velen van de gelegenheid gebruik maakten mr. v. d. Eist. de hand te drukken terwijl intusschen de thee geserveerd werd. CHR. JEUGD VER. „NOMATEG". De Meisjesvereeniging A, onderafd. van de Chr. Jeugd-Ver. „Nomateg" heeft gister avond in haar gebouw aan den Middelweg een oudervergadering gehouden. Het rijk gevarieerde programma werd vlot afgewerkt en oogstte een dankbaar applaus. De stukjes bleken goed ingestu deerd. Ook het pianospel van mej. Kokke- dee vond veel bijval. Den penningmeester werd een verrassing bereid, doordat namens de meisjes een vol busje voor het Bouwfonds werd aange boden. ALLIANCE FRANsAISE. Lezing van Maurice Bedel. Voor de leden van de afdeeling sprak gisteravond de bekende schrijver Maurice Bedel over „Fiancailles et marlages mo- dernes en France". De conférencier maakt een vergelijking tusschen een verloving in een noordelijk land, waar de verloofden jarenlang de gelegenheid hebben elkaar voor het hu welijk te leeren kennen, en een verloving in Frankrijk, bij de rijke burgers omstreeks 1890, die aldus wordt getypeerd: Mama wijst haar dochter in de kerk op een voor hen zittend jongmensch en zegt: „.Kind, dat wordt je man". Studie en sport hebben thans groote veranderingen gebracht en verloving en huwelijk ontstaan uit spontaner gevoelens dan vroeger. Het nieuwe verschijnsel, de „camara derie", ontstaan door het samen studee- ren aan universiteiten en het moeten overwinnen van dezelfde moeilijkheden, vervult sommige ouderen met zorg. Met de nieuwe zeden verdwijnt evenwel lets van de vroegere bekoring. Een vriend van den spreker maakte zijn huwelijksreis per vliegtuig en uit de brieven bleek wel, dat de liefde in het gedrang kwam door de vele zorgen, die de motor vereischte. De „sens du foyer" is verloren gegaan. Toch wanhoopt de schrijver niet. De meisjes van 20 en de jonge mannen van 25 jaar toonen minder haast en minder zucht naar avonturen. De „tendresse", die mengeling van liefde, vriendschap en ver trouwen bestaat nog en geen dictator zal die ooit kunnen uitroeien. De conférencier besluit zijn geestige causerie met eenige vriendelijke woorden voor ons land, dat hij niet ziet als een land van uitsluitend tulpen en Volendam- mer visschers. De helaas weinig talrijke aanwezigen ge tuigden door een hartelijk applaus, hoe zeer de causerie hen geboeid had De voorzitter, de heer Bresson richtte tot den spreker eenige hartelijke woorden van dank en riep hem een tot weer ziens toe. DE HEER M. P. V. HOOIDONK. Veertig jaar bij het Christelijk Onderwijs. De heer v. Hooidonk. Zooals wij reeds eerder hebben mede gedeeld hoopt op 1 Februari a.s. de heer M, P. v. Hooidonk, wonende Schelpenkade alhier, den dag te herdenken, waarop hij voor 40 jaar zijn loopbaan bij het Chr. onderwijs begon. De heer van Hooidonk heeft zijn onder wijs genoten bij den heer Uytenbroek, in dertijd hoofd aan de school op de Uiterste gracht. Op 19-jarigen leeftijd deed hij zijn eindexamen. Hij werd toen door den hoofdonderwijzer de Lange voorgesteld aan Baron Stratenis, die hem aanstelde als gouverneur over zijn beide zoons. Na met de familie Stratenis eenige jaren in Dusseldorf vertoefd te hebben, was de heer van Hooidonk twee jaar werkzaam aan de Chr. School te Leiderdorp, om vervolgens benoemd te worden aan de Middelste- graohtschool, hoofd de heer de Lange. Aan deze school heeft hij 12 jaar zijn arbeid verricht. Hierna verkreeg hij een plaats aan de Geref. Singelschoöl thans Lusthoflaanschool. Daaraan is hij thans reeds meer dan 25 jaar verbonden. Tijdens de studie voor zijn hoofdacte is de heer van Hooidonk door een ernstige ziekte getroffen, die hem verder studeeren onmogelijk maakte, zoodat hij in dit op zicht zijn ambitie het zwijgen moest opleggen. De jubilaris diende vele jaren de Geref. Kerk als diaken, terwijl hij thans als ge committeerde zitting heeft. Ook als be stuurslid van de Geref. Zondagsschool „Zaai uw zaad in den morgenstond" is hij al vele jaren trouw op zijn post geweest. De heer van Hooidonk is voorts secretaris van de Geref. Mannenvereeniging. DE INHOUD DER NATIONALE GEDACHTE. Voordracht van prof. Eigeman. Voor den studentenkring der afd. Lel den van het Nationaal Jongeren Verbond hield prof. mr. J. A. Eigeman over boven staand onderwerp een voordracht. Spr. begon met er op te wijzen, dat het verschil in levensbeschouwing leidt tot partijvorming. Dit neemt niet weg. dat er eenheid in verscheidenheid moet zijn. Deze eenheid wordt gevormd door de nationale gedachte, die door spr. als de componente van het historische en het vrijheidsbegin sel gezien wordt. Het historische beginsel houdt In de erkenning van het christelijk karakter onzer samenleving', het vrijheids beginsel berust op de erkenning van de gewetensvrUheid. Hierop is ons staatkundig bestel gebouwd. De geest des tijds van plm. 1900 heeft de nationale gedachte doen verzwakken. Deze tijdgeest wordt ge kenmerkt door het intellectualisme (alles wordt uiteen geredeneerd), het marxisme (het stoffelijk welzijn is het hoogste) en het modernisme (het verstand staat boven het godsdienstig begrip). Thorbecke is als de drager der liberale, Groen van Prinsterer als die van de his torische gedachte te beschouwen. Deze antithese is door den invloed van den tijdgeest min of meer geforceerd. Nu al- lerwege (In wijsbegeerte theologie, staat kunde enz.) verzet rijst tegen den geest van plm 1900 komt de synthese van de gedachten van Thorbecke en Groen als de verwezenlijking der historische nationale gedachte, de gedachte van Oranje. Spr. wees in dit verband op de uitingen van dr. Colijn in die richting. o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Opheffing Limburg en Co., Voorstraat 17, Voor schoten. Bloembollenkweekerij en handel en -broeierij. Wijzigingen: Van der Helm's Goedkoope Bazar, Sluis- weg 3, Katwijk a. Zee. Galanterieën, ijzer waren, enz. Vestiging filiaal: Haarlem merstraat 91, Leiden. J. Slof, Korteraar D. 110, Ter Aar. Zand en grinthandel. Overleden Eigenaar: J. Slof, Ter Aar. o ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doctoraal examen Rechtsgeleerdheid de heeren A. W. Udo, Schevenlngen en H, W. Glerum (A'daml en mej. B. van Haatten, Den Haag. BINNENLAND. De economische politiek der regeering. (3e Blad). De Eerste Kamer over de Defensie- begrooting. (Binnenland, 3e Blad), Aan den A.N.W.B. is het praedicaat „Koninklijke" verleend. (Binnenland 3e Blad). Toelichting van minister Van Steen- berghe inzake de zuivelpolitiek. (Land- en Tuinbouw, 3e Blad). Wat er te zien zal zijn op de R.A.I. (Sport 3e Blad). Instellingen van weldadigheid; de Mi nister van binnenl. zaken over de vraag of bestuursleden salaris mogen ontvangen. (Laatste Berichten, le Blad), BUITENLAND. De reis der Fransche ministers naar Lon den. (Buitenl., le Blad). De herdenking van den 2en verjaardag der Nazi-revolutie. (Buitenl., le Blad). De ChineeschJapansche wrijving. (Bui tenland le Blad. Poging tot samenzweering in Mexico. (Buitenl., le Blad). CRIMINOLOGISCH INSTITUUT. Voordracht van dr. Wiersma. Dr. D. Wiersma heeft gisteravond voor het Criminologisch Instituut gesproken over „Chronisch alcoholisme." Dr. Wiersma begon zijn voordracht met op té merken, dat een statistisch onder zoek, dat werd verricht met behulp van de gegevens, die door de herediteits- enquèle van de Groningsche hoogleeraren Heymans en Wiersma zijn verkregen, en kele zeer merkwaardige feiten heeft ge leerd Een groep van 27 dronkaards werd met een tweede groep van 312 geregelde, maar niet onmatige alcoholgebruikers en met de algemeene enquête-resultaten ver geleken. Daarbij bleken de dronkaards in verstandelijke prestaties ver beneden het gemiddelde te staan, doch dit geldt niet voor de geregelde gebruikers, die het ge middelde peil zelfs eerder iets overtreffen. Daaruit mag, zooals spr. nader betoogde, worden besloten, dat het slechte intellect der alcoholisten een gevolg is van het drankmisbruik. Het is een vergiftigings verschijnsel, een aanduiding van de be kende alcoholdementie. Ten aanzien van karakter en temperament gelden heel andere verhoudingen. De dronkaards blij ven in activiteit ver bij het gemiddelde achter, zij zijn in hooge mate menschen van het oogenblik en vertoonen allerlei minderwaardige karaktertrekken. Maar hier vinden wij, dat de geregelde gebrui kers juist tusschen de dronkaards en het algemeene gemiddelde in staan, zij vor men een overgang tusschen beide. Van chronische vergiftiging kan bij een gere geld matig gebruik echter geen sprake zijn daarom moet worden geconcludeerd, dat in de gevonden temperaments- en karak tereigenschappen een constitutie-eigen aardigheid, die als praedispositie tot alco holisme is te beschouwen, moet worden gezien. Deze praedispositie komt echter, zooals ook wel vanzelf spreekt, alleen tot uiting, wanneer de uitwendige omstandig heden daartoe meewerken, b.v. door bij zonder gemakkelijke bereikbaarheid van alcoholische dranken of door emotioneele conflicten. Daar de chronische alcoholis ten van huis uit minderwaardige persoon lijkheden zijn, is het geen wonder, dat hun criminaliteit zoo hoog is. Deze moet na melijk in de eerste plaats als een gevolg van hun temperament en van hun min derwaardige karaktereigenschappen wor den beschouwd. De werking van den alco hol (vergiftiging) en de invloed van slechte economische omstandigheden ko men eerst in de tweede plaats. De bestrijding van het alcoholisme valt uiteen in behandeling van alcoholisten en alcoholbestrijding. De eerste biedt slechts kans op succes, wanneer een regime van geheelonthouding kan worden doorge voerd. Daarnaast blijven echter opvoe dende maatregelen noodzakelijk. Uit het hier meegedeelde mag worden afgeleid, dat de alcoholbestrijding verkeerd doet met aan te sturen op prohibitie of plaat selijke keuze. Voor verreweg de meeste menschen is n.l. afschaffing van elk al coholgebruik onnoodig, terwijl het min derwaardige karakter van de tot alcoho lisme gepraedisponeerden ertoe zal leiden, dat juist zij gemakkelijk de verbodsbepa lingen zullen ontduiken en dus door deze maatregelen het moeilijkst worden be reikt, Noodig is een intensieve propagan da, niet zoozeer tegen het gelegenheidsge- bruik, als wel tegen den dagelijkschen borrel en het dagelijksche glas bier. En bij die propaganda kan positieve volksopvoe ding (jeugdvereenigingen, arbeidersbewe ging) van groote beteekenis zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1