Opgravingen te Halsteren - Mijn-ongeluk tn België
OVERSTE SAXON
75ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DE BRUGBOUW BIJ ZWIJNDBECHT. Zeer zware betonpalen
worden geheid volgens een nieuwe Engeische methode. De palen zijn
®an gewapend beton, 15 meter lang en 1.20 meter dik. Zij worden
met een luchtdruk hamer in den grond gedreven.
IN VERBAND MET DEN AANLEG VAN HET VECHTKANAAL is de Kortenhoefsche dijk, die Kortenhoef met" Loosdrecht verbindt,
doorgestoken. In het ontstane gat heeft men een pontonbrug gelegd, waardoor het verkeer tusschen beide plaatsen weer hersteld is.
Historische Avonturenroman
door G. P. BAKKER.
13)
„Bravo", zeide de Groninger. „Jij hebt
Je bier verdiend, makker. Pluk even een
bos gras, ik zal hem even naaien, dan hin
den we 't gras er aan, dan weten ze, dat bij
geen vol gewicht heeft, anders gaat het
geld kosten."
Een dor omstanders greep een handvol
gerst „Puike Groninger wintergerst",
legde Edzke uit, „Dat brengen we overal
heen waar hongersnood of gebrek is. Als
je 't pelt, krijg je de beste gort van de
Wereld."
De ander begon de dop er af te halen.
..Je kunt het ook met de vingers doen,
maar dat duurt wat lang", zeide de Gro
ninger goedig. De man stak de korrel in
den mond.
„Juist", knikte de jongen. „Zoo vreten
de varkens het."
„Maar nu jij", zei de ander. „Om een
kruik bier, dat je dit niet kunt." Hij greep
een musket en strekte het bij de punt van
de tromp recht vooruit.
Edzke nam het geweer over, trachtte de
toer na te doen, maar het musket zakte.
„Geef mij er eens twee", zei Saxon. Hij
pakte in elke hand een en strekte de
armen zijdelings uit, bleef zoo staan-
„Jij bent een kerel", zei de soldaat, be
tastte den gespierden arm. „Je moest bij
ons komen, dan ben je gauw korporaal."
„Dank je", antwoordde Willem. „Mis
schien als er bij ons in Holland oorlog
komt maar jullie moet zelf je ruzietje
maar uitvechten.", lachte hij. „Bij ons in
Holland is het beter."
„Maar de meisjes zijn hier vroolijker.
Dat zal je ondervinden, kameraad. Ga
maar mee". En gezamenlijk trokken ze
naar de havenkroeg, waar de wedden
schappen werden opgenomen.
De beide blonde dochters van den baas
trachtten weldra onder vroolijken kout en
niet altijd even kuische grapjes de altijd
droge kelen met bier te lesschen.
HOOFDSTUK X.
Reeds eenige dagen was Saxon als
schippersknecht in het verwoeste Maag
denburg, waar het nog steeds rook naar
bloed en roet. De straten waren gedeelte
lijk opgeruimd, maar van de gebouwen
stond weinig meer dan brokstukken
zwartgebrande steen, pier en daar had
men rpet planken getracht kleine huizen
weer bewoonbaar te maken of op de fon
damenten van een verdwenen huis een
barak of loods te bouwen. Slechts op de
nieuwe Markt stond nog de Domkerk en
het Onze Lieve Vrouwen-klooster.
Langs de ruines was hij naar het huls
met den toren geloopen. De toren was ver
dwenen, het puin grootendeels verwijderd.
De eerste kelder lag open.
Hellebaardiers bewaakten den bouwval.
De eens zoo mooi bloeiende tuin lag daar
als een troosteloos afgebrand beeld van
smart en wanhoop. Ook hier stonden
schildwachten.
De opperste leiding heeft zeker den
moed nog niet opgegeven, de schatten van
de prinses Von Ebertot te vinden dacht
Saxon verheugd het bewijs dat ze niets
gevonden hebben. Waarom die strenge be
waking Juist hier?
„Is dit het huis waar je wezen moet,
Willem?" vroeg Edzke „Nu dan is er nie
mand meer thuis om je te ontvangen. Je
kunt er zelfs niet eens in, zoo goed wordt
het door de keizerlijken bewaakt. Maar
misschien kan de meester je helpen."
„Wat weet je van den meester, Edzke?"
„Heel veel. Veel meer dan je zoudt den
ken. Vader en ik varen vrij geregeld op de
Elbe. Toevallig hebben we eens een paai
mannen opgevisch, die door de soldaten
werden achtervolgd. We hebben ze ver
borgen en heelhuids afgeleverd. Je moet
weten dat hij een geloovig Protestant ls,
al zou je het zoo niet aan hem zeggen.
Maar thuis bij Marglen gaat hij Zondags
driemaal naar de Martinikerk en, als daar
maar tweemaal dienst ls, naar een andere
Je moet hem zien deftig in 't zwart. Mar
glen met het Gezangboek met gouden
klampen in de hand- Later hebben we den
meester zelf een paar malen aan boord
gehad. De eerste maal op verzoek van den
rijken schipper Welcke. Dat is een groot
vriend van vader. Die schippers hier zijn
er na de verwoesting niet slechter op ge
worden. Ze hebben massa's gesmolten me
taal in de wacht gesleept en naar Ham
burg en andere plaatsen vervoerd. Je be
grijpt rijke lading, die geen cent kost. Een
schipper heeft hij eens verteld, dat hij met
anderen na de overgave het vuurtje mee
aangestookt had uit haat tegen de keizer
lijken."
„Best mogelijk, maar ik heb zelf de hui
zen bij de Hooge Poort het eerste zieD
branden."
Willem en Edzke waren dikke vrienden
geworden, gingen als gelijken met elkaar
om en Saxon hield werkelijk heel veel van
den vroolijken jongen, die over veel gezond
verstand beschikte en soms heel grappig
kon zijn.
„Het verwondert mij", zei hij, dat we
den meester nog niet weer gezien hebben.
Ik ben hier nu al een dag of vier."
„Ja, Het schip is voor een groot deel ge
lost. Je kunt nu graan dragen als de bestp-
Als je sterk bent, leer je het vlug."
„Maar vraag me niet naar dien eersten
nacht. Ik kon me niet bewegen, 't Was
alsof de beul mij onder handen had
gehad."
„Zeg Willem. Ik weet natuurlijk niet wat
je hier moet uitvoeren en het gaat me ook
geen drommel aan, maar mag ik je hel
pen? Ik speel altijd graag mee."
„Je waagt je hachje".
„En wat zou dat? Mijn grootvader was
een watergeus, vocht onder Barthold En-
tens, die onder de muren van Groninger,
sneuvelde. Dat waren snaakjes. Vroolijk
met eeren was zijn lijfspreuk, maar als
je grootvader vertellen hoort, zoo ondc:
mannen, dan was het meer vroolijk dan
eeren."
„Zoo!"
„Ja, en vader ik ook niet bang voor wat
ruzie. Doet ook nog graag mee Maar ge
trouwde menschen, dat is weei wat an
ders, en moeder is niet malsch. Op het
schip is hij de baas, maar thuis de Vrouw
Marglen. Als je eenmaal getrouwd bent".
„En toch ga ik trouwen!"
„Met wie?"
„Een heel mooi meisje, groot en slank
met groote donkere oogen en zwart haar.
Ze woont in Berlijn."
„Jawel, zeker een prinses. Dat weet lk".
„Weet je?"
„Och, elke pas verloofde man ziet in zijn
meisje in 't begin een prinses. Dat ken ik.
Maar als je ze een jaar later weer spreekt
en je vraagt vol belangstelling: hoe gaat
het met de prinses? dan hoor je heel wat
anders."
„En jij dan?"
„Dank je, meisjes zijn wel aardig, maar
als ze je eenmaal te pakken hebben, dan
bederven ze Je altijd de soep."
Onder deze wijsgeerige gesprekken wa
ren ze weer aan de haven gekomen, gin
gen aan boord en lieten zich zakken in het
vooronder-
Maar nauwelijks in kooi hoorden ze drie
maal tegen de buitenzijde van het sohlp
kloppen. Het afgesproken teeken.
In de duisternis zagen ze vaag een roei
boot langs zij. Twee mannen, visschers,
klommen aan dek.
„Kom maar in de kajuit", zei Edzke.
„Vader slaapt bij zijn vriend Welcke,
aan wal".
Toen ze aan de kleine tafel plaats geno
men hadden, zei de schipperszoon:
„Ik zal wel aan dek de wacht houden".
Edzke vertrok.
„Ik heb mijn mannen uitgezonden", be
gon de meester. „Een paar zijn reeds terug.
Het voornaamste is dat Pappenheim opge
broken is uit Astern In Thüringen en met
zijn geheele macht naar het noorden trekt.
De keizerlijken zijn beangst dat door een
verovering van Havelberg de geheele be
neden Elbe gevaar loopt. En dat is niet
denkbeeldig Zooals u weet bestaat het ge
heele leger van graaf Mansfeldt in het
Sticht uit slechts 3000 man. En nu kan
mijn hopman u goed nieuws mededeelen",
(Wordt vervolgd).
DE BEKENDE FILMSTER
POLA NEGRI is uit Amerika
te Berlijn aangekomen. Pola
Negri en Willy Forst.
HET ONGELUK OP DE MIJN HOMVENT TE BEYNE-HEUSAY. Vier mijnwerkera
zijn ingesloten. Een reddingsploeg gereed om in de mijn af te dalen.
HET BEGIN VAN DE WERKZAAMHEDEN AAN DEN GROOTEN' RIJKSWEG van Amsterdam via de Wieringermeer en den afsluitdijk!
naar Leeuwarden. Dit ie -het grootste werk momenteel in ons land in uitvoering.
TE HALSTEREN HEEFT MEN DEZER DAGEN EEN GERAAMTE OPGEGRAVEN.
Men vermoedt een Keltiaoh graf te hebben blootgelegd. De oudheidkundige dienst uit
onze stad heeJt inmiddels de opgravingen voortgezet.