De begrafenis van minister Kalff. 75«to Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 18 Januari 1935 Derde Blad No. 22952 Het laatste afscheid op „Westerveld". BINNENLAND. BESTEL EEN WINTERBOEK CORRESPONDENTIE. (Vervolg van gisteren.) Om half drie hadden zich op de be graafplaats ter weerszijden van den weg, die de rouwstoet zou afleggen eenige hon derden belangstellen geschaard. Tot hen behoorden o.a. mr. J. Schokking, vice-ad- mlraal Rambonnet en lult.-generaal Mul ler Massis, leden van den Raad van State, de hoofdingenieur directeur van den Rijks waterstaat te Haarlem lr. W. G. C. Ge- llnck, de hoofd-ingenieur P. J. van Voorst Vader, verder de heer A. W. Hacke, dlr.- generaal van het Depart, van Arbeid, Herbert Cremer, directeur der Dell Maat schappij, mr. G. Vissering, oud-voorzitter van de commissie voor de Zuiderzeewerken en oud-pres. van de Nederlandsche Bank, lr. S. Smeding directeur van den Wierin- germeerpolder, lr. Houben, directeur van den Rijksdienst tot uitvoering van de Zui- der zee steunwerken, Jhr. van den Bergh van Heemstede, vertegenwoordiger van de Kon. Ned. Ver. voor de Luchtvaart, ir. A. Wurfbain, lid van den Raad van Beheer der K.L.M. A. Plesman, dir. d. K.L.M.mr. W. F J. Froweln, voorz. van de directie der Staatsmijnen in Limburg, dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van het Departement van Handel en Nijverheid, dr. A. Hammersfeld, griffier van het Permanent Hof van Intern. Justitie te Den Haag en dr. W. Schucking, lid van dit Hof, ir. H. M. Damme, directeur-generaal van P.T.T., lr. M. Damme, directeur van Werk spoor, waarvan de overledene eveneens het directeurschap heeft bekleed. Namens de Vrijheidsbond waren aan wezig mr. W. C. Wendelaar, M. H. de Boer, mr. J. Rutgers en H. J. Pippel. Namens de Eerste Kamerfractie van deze partij waren er mr. D. Fock, mr. H. Smeenge en mr. Gelderman; namens de Tweede Kamer-fractie dr. Blerema, C. J. van Kempen en H. D. Louwers. Voorts merkten wij o.a. op den voorzitter der Eerste Kamer, baron de Vos van Steen- wijk, vele leden van de Eerste en Tweede Kamer, den deken van het Corps Diploma tique te Den Haag, baron Von Adler Creutz Zweedsch Gezant en jhr. mr. dr. A Röell, commissaris der Koningin in Noord-Hol land. Om 3 uur werd de met bloemen bedekte kist uit de kapel gedragen. Achter de dra gers schaarde zich de familie, onmiddel lijk gevolgd door den minister-president en alle ministers. Terwijl de stoet grafwaarts schreed, speelde het bij het graf opgestelde spoor- harmoniecorps Crescendo, waarvan de overledene beschermheer was „Ases Tod" van Grieg. Achter het eerste deel van den stoet sloten zich honderden belangstellenden aan. Ook rondom het graf stonden vele honderden belangstellenden. (Reeds geplaatst in een deel onzer vorige oplage.) Nadat de kist met het stoffelijk over schot in de groeve op de begraafplaats Westerveld was neergelaten, trad minis ter-president dr. H. Colijn naar voren. Deze sprak ongeveer in de volgende be woordingen. Rede dr. H. Colijn. Het is op uitdrukkelijk verlangen van de familie, dat deze teraardebestelling een strikt eenvoudig karakter zql dragen. Om die reden is dan ook afgezien van een ter aardebestelling met militaire eer, zooals door de Regeering was aangeboden Ook is het de wensch van de familie, dat hier geen groep van redevoeringen wordt ge houden, doch er is slechts aan enkelen gelegenheid gegeven te getuigen van hun waardeering voor hem, die van ons is heengegaan. Het is spr. een sterke behoefte om hier in het openbaar te getuigen van zijn groote waardeering van hem en zijn ambt genooten voor den heengeganen collega. Dit sterven is niet omgegaan buiten de ambtelijke taak. Tijdens een ambtelijken reistocht is de kiem gelegd voor de ziekte, die hem sloopte. Men vergete niet, dat de groote spanningen, ook in zijn werk het weerstandsvermogen van deze krachtige figuur verzwakt hadden. Toen spr. twee jaar geleden door H M. de Koningin geroepen werd een ministerie samen te stellen en besloten had daarin ook een vertegenwoordiger van de liberale richting in ons land op te nemen, gingen wijn gedachten al heel spoedig naar den heer Kalff. Spreker toch had hem aan het werk gezien als directeur van de Spoor wegen, waar hij met vaste hand en groot beleid het bewind voerde. Hij heeft zich niet vergist in zijn karakter. Van politieke personen kan men, wan neer zij voor een openbare taak geroepen worden, verlangen dat ze aan die roep stem gehoor geven. Hier was dit anders. De heer Kalff had een aangenamen werk kring, doch verwisselde dien in een moei lijke periode voor een functie in 's Lands belang, waarbij hij bovendien belangrijke persoonlijke offers bracht. Zijn werk was zeer moeilijk. Op verkeersgebied toch heerschte een bijna chaotische toestand en het was zijn taak, daarin verbetering te brengen. Voor die verbetering heeft hij de grondslagen gelegd. Doch helaas heeft hij de voltooiing er van niet kunnen aanschouwen. Zijn heen gaan beteekende een groot, bijna onher stelbaar verlies voor den lande. Hij bezat verschillende eigenschappen, die hem bui tengewoon geschikt maakten voor zijn ambt. Hij was in elk opzicht de regent, iemand die het verstond wat regeeren be- teekent, doch daarnaast had hij de groote gave samen te kunnen werken met men- schen van andere richting. Hij is als liberaal ln het Kabinet getre den en hij is liberaal gebleven, maar een van zeer voorname allures. Hij zocht naar wat vereenigde en niet naar de verschillen Als minister verliezen ook zijn ambtge- wwten veel aan hem, evenals het land dat hij zoo trouw gediend heeft. Het zal zeer moeilijk zijn een vervanger voor hem te vinden. Als mensch is heengegaan een man, die door hoffelijkheid, welwillendheid, zake lijkheid en bondigheid, sterk zal worden gemist. Zijn karakter is boven sprekers lof verheven. Hij was wat de Engelschman zoo typeerend uitdrukt: Every inch a gentleman. Dat is de getuigenis, die spre ker mede namens zijn ambtgenooten aan dit graf wil afleggen. Doch het laatste woord mag dit niet zijn Zijn groote gaven van hart en verstand had ook hij ontvangen van Hem, van Wien alle gaven afdalen. Wij zijn Gode dank schuldig voor hetgeen Hij het Vaderland in dezen man geschonken heeft. Na den minister-president trad naar voren dr. H. van Manen, lid van de direc tie der Ned. Spoorwegen, die de volgende rede heeft uitgesproken: Toespraak van dr. H. van Manen Dr. H. van Manen wees er op, dat het arbeidsveld van minister Kalff voorname lijk het spoorwegbedrijf is geweest. Wat voor andere belangrijke werkzaamheden hij daarnaast of daarna ook verricht heeft. Vijf en dertig jaar heeft hij dat bedrijf met al zijn gaven gediend. De Ned. Spoor wegen hebben het daarom op hoogen prijs gesteld, dat hier namens hen getuige nis mag worden afgelegd van hun diep gevoelde waardeering voor zijn werk en zijn persoon. Reeds op 40-jarigen leeftijd werd Kalff in de leiding der Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij opgenomen. Hij was daartoe bij uitstek geschikt, man van karakter, begiftigd met een scherp ver stand en met een warm hart, streng maar rechtvaardig en gevoelig voor de leiding van het zoo veelzijdige spoorwegbedrijf. Gedurende 20 jaar heeft hij daarvan deel uitgemaakt en in die jaren werd de con currentie geleidelijk door samenwerking vervangen en had samensmelting tot één bedrijf plaats. De moeilijkheden van de oorlogsjaren en na-oorlogsjaren werden overwonnen en het bedrijf kwam tot ver dere ontwikkeling. Het is niet mogelijk, doch ook niet noodig van dat alles het persoonlijk aandeel van Kalff aan te wij zen, men kan het moeilijk te groot nemen of de beteekenls er van te hoog aanslaan. Hij was een harde en degelijke werker, die nimmer overhaast een beslissing nam. Hij hield van rustige bestudeering en over weging en stond open voor overleg. Hij was een aantrekkelijk mensch, die gaarne een ander hielp en elk onaangenaam woord vermeed, zoolang dat mogelijk was. Bij zijn afscheid van de spoorwegen had hij ook van dat gedeelte van het per soneel, dat hem na de fusie met tegenzin en wantrouwen had ontvangen, het ver trouwen en de liefde weten te winnen en zagen allen hem noode gaan. Het is met diepen weemoed, dat wij thans voor altijd afscheid nemen van den man, die voor de Nederlandsche Spoor wegen zoo ontzaggelijk veel heeft gedaan. Namens de Nederlandsche Spoorwegen zal de naam Jacob Adriaan Kalff bewaard blijven als die van een der meest toege wijde dienaren en een der bekwaamste leiders en wie het, zooals ik, steeds een voorrecht gevonden hebben, met hem te mogen samenwerken, zielen zijn nage dachtenis in hooge eere houden. Hij ruste in vrede. Toespraak mr, Wendelaar. Mr. W. C. Wendelaar sprak als voor zitter van den Vrijheidsbond het volgende: De Liberale Staatspartij de Vrijheids bond zal het op hoogen prijs stellen, dat de familie mij de gelegenheid heeft ge geven hier een woord van groet te bren gen aan den man, die hare beginselen met zooveel overtuiging aangehangen en met zooveel bekwaamheid verdedigd heeft, overal waar zulks noodig was. Vast in de leer en toch soepel genoeg om zich aan te passen aan de eischen van een abnormalen tijd; krachtig in de zaak maar zoo eenigszins zacht naar den vorm; van zijn groot verstand het uiterst mogelijke vragend doch zonder de eischen van zijn gevoelsleven te veron achtzamen: zóó heeft Kalff, de stoere, ernstige werker, gearbeid in onzen geest voor het vaderland. Namens den Vrijheidsbond breng ik hem daarvoor eerbiedig onzen warmen dank en verzeker ik mevrouw Kalff en de ver dere familie, dat wij trotsch als wij op hem waren bij zijn leven na zijn heen gaan hem niet zullen vergeten, maar hem zullen blijven eeren. Mr. J, Kalff Jr. spreekt. De oudste broer van den overledene mr. J. Kalff Jr.. oud-hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad, had het woord ge vraagd om te zeggen wat zijn gezin en de familie in den overledene verliest. Zijn heengaan laat een leegte achter, welke op smartelijke wijze wordt gevoeld. Wij waren trotsch op hem, niet in het minst toen hij zich ging wijden aan de zaken van 's Lands belang. welke zaken tenslotte echter teveel van zijn krachten hebben gevergd. Zijn heengaan is een onherstel baar verlies voor zijn gezin, waarvan hij het middelpunt vormde. De herinnering aan hem gaat gepaard met groote dank baarheid. Moge hij voor zijn kinderen een lichtend voorbeeld zijn. Tot slot sprak de oudste zoon van den overledene, de heer J. Kalff, die mede namens de familie allereerst dank bracht aan H, M. de Koningin voor de betoonde belangstelling bij het overlijden en voor het feit, dat Zij zich wel bij deze plechtig heid had willen doen vertegenwoordigen. Het speet de familie, dat zij verschil- 1-nde personen, die hier hadden willen snreken, had moeten telem\st"!len. De heer Kalff bracht dank ->an den spreker, en aan allen, die hierbij tegenwoordig zijn en besloot met enkele woorden van dank baarheid en liefde tot den overledene. HET WERKFONDS-1934. EERST THANS BEGINT 'T RADERWERK, ZIJ HET OOK MOEIZAAM, TE LOOPEN. Uiteenzetting van mr. Beyen. In een vergadering van het departement Den Haag van de Nederl. Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft de heer mr. J. W. Beyen, voorzitter van het Werk fonds 1934, een uiteenzetting van dit fonds gegeven. Spr. zeide dat helaas het werkfonds een teleurstelling is geworden. Het is met groote praal ingehaald, doch al spoedig bleken de organisatorische moeilijkheden bijzonder groot en maandenlang heeft het fonds met kinderziekten te kampen gehad. Eerst thans pas begint het raderwerk, zij het ook moeizaam, te loopen. Spr. wees op de groote verwachtingen en belangstelling, welke men van en voor dit werkfonds ge koesterd heeft. Ongeveer 850 plannen zijn ingediend, tezamen vorderende een bedrag van ruim f. 250 millloen. Maar het Werkfonds had niet alleen geld uit te geven om de binnenlandsche con junctuur op gang te brengen en de werk gelegenheid te verruimen, doch daarbij was uitdrukkelijk bepaald, dat het aanpas singsproces, dat zich in Nederland ging voltrekken, door het Werkfonds niet ver stoord mocht worden. Dit bracht mede, dat ln vele gevallen bijzondere eischen zouden moeten worden gesteld. In het begin van den arbeid van het fonds stonden openbare werken en de uit voering daarvan op den voorgrond. Men is begonnen met te onderzoeken welke wer ken ln de groote gemeenten voor uitvoering in aanmerking kwamen. En al spoedig slaagde men er in een aantal projecten te voor werkverruiming en het Werkfonds. Zij zoeken naar opdrachten. Blijft een op dracht uit, dan wordt geïnformeerd, wat de reden daarvan is. En is de reden dan van financieelen aard, dan wordt de mo gelijkheid van steunverleening nagegaan. Er wordt naar gestreefd, zooveel moge lijk de bedrijfstak te helpen, en niet het bepaalde bedrijf. De scheepsbouw valt buiten de wer kingsfeer van het werkfonds. Wel wordt herhaaldelijk op het belang van deze industrie bij de regeering gewe zen. De Nederlandsche scheepsbouw hangt zoozeer samen met den steun aan de scheepvaart, dat slechts de regeering dit vraagstuk kan overzien. Wat Duitschland betreft, in de daar te lande gevoerde politiek zeide spr. dat men moeilijk kan volhouden, dat dit een ver standige politiek is. Het kan goed afloo- pen, maar dit is niet van te voren te zeggen. o DE INDISCHE BEGROOTING. VOORLOOPIG VERSLAG DER TWEEDE KAMER. Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer, betreffende de Indische begroo ting, wordt het volgende ontleend: Zeer vele leden meenden, dat er reden is, zich af te vragen of de Gouverneur- Generaal wel steeds de gelegenheid weet te vinden, zoodanige belangstelling aan den dag te leggen voor de moeilijke problemen van het oogenblik, als noodig is voor hem, die, zonder over Indische ervaring van be- teekenis te beschikken, tot de Landvoogdij werd geroepen. Bij verscheidene dezer leden had het gevoerde beleid bovendien den indruk ge- wekt, dat de Landvoogd niet onbevangen vinden. Maar de besprekingen met die ge- j tegenover^de belangen^van denver- meenten en het Rijk betreffende de finan- ciering dier werken, eischten veel tijd. Vooral de onderhandelingen aangaande de loonsverlaging, welke door het Werk fonds werd geëischt, bemoeilijkten het werk. Spr. wil wel verklaren, dat met betrek king tot de doelstelling aangaande dit punt bij het Werkfonds weinig klaarheid heeft bestaan. Toch kan spr. niet anders zeggen, dan dat de groote arbeidersorganisaties hun medewerking hebben verleend bij den arbeid van het fonds. Deze houding van de werknemersorganisaties werd er echter niet gemakkelijker op, omdat men van de loonsverlaging een principieel punt maakte Het duurde gerulmen tijd eer men zich op dit punt gevonden had. Men moet niet verwachten dat men loongeschillen van het geheele land de wereld uit kan helpen door de bescheiden wijze waarop het Werk fonds tot nu toe zijn taak kon uitoefenen. Echter wordt in dat opzicht, zij het ge leidelijk, wel iets bereikt. Naast deze steunverleening voor open bare werken staat de industrieele steun verleening. Tal van plannen zijn ingediend, doch na onderzoek bleken slechts relatief weinige indeeën voor verwezenlijking in aanmerking te kunnen komen. De oprich ting van nieuwe industrieën stuit bijna al tijd af op handelspolitieke bezwaren. Wan neer de mogelijkheid Op dit gebied echter maar eenigszins voor verwerkeling in aan merking komt, wordt het project ernstig en grondig onderzocht. En spr. wil niet zeg gen, dat het a priori onmogelijk is om met eenige groote industrieele projecten te komen, maar hij wil slechts een waarschu wend woord laten hooren tot diegenen, die al te gemakkelijk praten over de industria lisatie van Nederland. Dan is er een tweede groep, die van „industriebankprojecten". Spr. kan zich denken, dat er zich gevallen kunnen voor doen, waarin industriebanken van nut konden zijn. Er bestaat hier groote belang- tselling voor. Zelfs zijn er in sommige pro vincies instituten voor opgericht. Spr. denkt, dat men wel spoedig bij het Werk fonds zal aankloppen. Wat de industrie- banken zelf betreft, spr. verwacht er niet veel van. In vele gevallen zou nog wel iets te berei ken zijn door fabrikant en afnemer nader tot elkaar te brengen. Tenslotte is er de steunverleening voor den export. Uit dit alles blijkt, in welke richting het werkfonds op het industrieele terrein het zoekt. Hoewel het terrein moeilijk is en er veel aan vast zit, zal men hier binnenkort tot resultaten kunnen komen. Voorts is er een speciale commissie inge steld voor de jeugdwerkloosheid. Ook heeft het Werkfonds eenige be moeienis met het woningvraagstuk en de daarmede verband houdende quaestie der huurverlaging. De beslissingen op dit ge bied moeten echter geheel aan de regee- ringsinstanties worden overgelaten. Tenslotte wees spr. nogmaals op den langen tijdsduur welke de besprekingen vorderen. Op de rede van mr. Beijen volgde eenige gedachtewisseling. Mr. Beyen deelde daarna nog mede dat voor den steun aan gemeenten een be paald schema wordt gevolgd. Er is een groot aantal projecten, die bijzonder in teressant zijn, doch van geen waarde blij ken, omdat zij niet direct uitvoerbaar zijn. En de plannen, die inderdaad, na bespro ken te zijn, direct uitgevoerd zouden kun nen worden, zijn slechts gering. De in dustrieele projecten worden alle bezien in wekelijksche bijeenkomsten. Dat een geval blijft liggen, is menschelijkerwijs gespro ken uitgesloten. De vorm van steunverleening is ver schillend. De normale vorm is: renteloos voorschot. Dit voorschot zal echter niet altijd renteloos zijn, doch een bepaald aantal jaren. Wat betreft de besprekingen met de ar beidersorganisaties, heeft de regeering een bepaald standpunt ingenomen en bepaal de toezeggingen gedaan. Voorts deelde spr. mede, dat het Werk fonds toegestaan heeft: 9'h millioen voor rijkswerken, 3'/! mill, voor andere publiek rechtelijke organen en 6 a 7 ton voor in dustrieele ondernemingen. Spr. nam aan, dat dit tempo in den eerstkomenden tijd zeer versneld zal worden. Wat de plannen betreft, deze betreffen in hoofdzaak rijkswegen, provinciale we gen, verbetering van waterverbindingen, tunnelbouw, uitbreiding van Schiphol enz. Er is verschil tusschen de commissie schillende groepen der bevolking. De on langs plaats gehad hebbende voorziening in de vacature van Directeur van Econo mische Zaken, ln welke functie een oud voorzitter van den Indischen Onderne- mersraad is benoemd, die gedurende zijn geheele werkzaamheid in Indië ook tij dens zijn optreden als lid van den Volks raad getoond heeft slechts oog te heb ben voor de ondernemersbelangen, had dien indruk nog weder versterkt. Een aantal leden meenden tegenover een en ander het vele goede te mogen stellen, dat door den Gouverneur-Gene raal is en wordt verricht. Zij spraken daarbij hun bijzondere waardeering uit voor hetgeen de Landvoogd ten aanzien van de gezagshandhaving, het streven naar het herstel van het begrootingseven- wicht en de maatregelen tot steun aan het bedrijfsleven heeft gedaan. Vele leden verklaarden het ernstig te betreuren, dat tusschen de Indische Re geering en den Volksraad blijkbaar niet die samenwerking bestaat, welke 's Lands belang, in het bijzonder in de tegenwoor dige omstandigheden, eischt. Het ver schijnsel van een conflict tusschen Re geering en Volksraad, hetwelk naar den geest van de Indische Staatsregeling een uitzondering behoorde te zijn, doet zich steeds menigvuldiger voor. Verscheidene leden meenden, dat de Indische Regeering bij haar bemoeiingen op economisch gebied te aarzelend op treedt en er te zeer voor terugschrikt, principieel te kiezen voor een nieuwen koers, aansluitende bij de nieuwe en ken nelijk blijvende verhoudingen, welke een gevolg zijn van de wijzigingen, die zich in de laatste jaren in de internationale en de nationale economische en maatschap pelijke structuur hebben voltrokken. Verscheidene andere leden zagSn den toestand somberder in. Zij wezen op de onrustbarende daling der inkomens, op de voortdurende werkloosheid, op de volko men verarming der Indische bevolking, op de stijging der criminaliteit. m Verscheidene leden meenden de rijst- politiek der Regeering ter sprake te moe ten brengen. Deze leden vreesden, dat de op dit stuk getroffen maatregelen tot een prijsopdrijving hebben geleid, waarvan de voordeelen hoofdzakelijk in de zakken der handelaren en der eigenaren van rijst- pellerijen terecht zijn gekomen. Verscheidene leden konden hun te leurstelling niet verhelen over het feit, dat op het gebied der economische samen werking tusschen Nederland en Indië zoo weinig vooruitgang valt te bespeuren. In het bijzonder achtten zij het zeer te be treuren dat in Indië meer en meer de voorstelling ingang vindt, dat het Neder land bij die samenwerking er in de eer ste plaats om te doen zou zijn, zich zelf te bevoordeelen. Vele leden gaven uiting aan hun te leurstelling over het feit, dat de onder handelingen, welke gedurende geruimen tijd met Japan zijn gevoerd, tot een ne gatief resultaat hebben geleid. Enkele leden waren van oordeel, dat ten onrechte vóór den aanvang dier onder handelingen aan de Japansche Regeering mededeeling is gedaan van de bestaande voornemens tot contingenteering van den invoer van bepaalde producten. Deze leden meenden, dat de positie der onderhande laars daarmede in hooge mate is verzwakt Andere leden gaven daartegenover als hun gevoelen te kennen, dat de Regeering, ter bereiking van een zoo goed mogelijk resultaat, bezwaarlijk anders had kunnen doen dan de in voorbereiding zijnde maat regelen tijdelijk opschorten en daarvan aan de Japansche Regeering kennis geven DE K. XVIII TE PERNAMBUCO. Van den commandant van de K. XVIII is een telegram ontvangen, dat de onder zeeboot gisteren te Pernambuco is aan gekomen. Alles is wel. FUSIE O.S.P. EN R.S.P. Inzake de fusie tusschen O.S.P. en R.S.P. vernemen wij, dat Zondag de naam der nieuwe partij wordt vastgesteld. De beide partijbladen ..De Fakkel" en „De Lantaarn" zullen verdwijnen en wor den vervangen door het gemeenschappelijk orgaan „De Vlam". RECLAME- 4911 hebt een circulaire ontvangen met de vraag: van het landelijk comité tot steun van werklooze intellectueelenl Waarom hebt gij niet ge antwoord Wij zonden 50.000 cir culaires rond 0 Hoeveel heeft dat gev kost aan porti 0 En wie moet dat betalen? BESTEL DUS NOG HEDEN het in de pers zoo unaniem hoog geprezen Winterboek, bij het NATIONAAL COMITÉ Laan Copes van Cattenburgh 6 Den Haag. Gironummer 2424 Verblijd ons nu eens met een minimum bedrag van t 4 -. Ook grootere giften zijn welkom. NEDERLAND EN JAPAN. Zullen de handelsbesprekingen worden hervat? Uit Tokio wordt gemeld: Hoeroeitsji Nagaoka, de leider van de Japansche delegatie ter handelsconferen tie te Batavia, welke verdaagd is, wordt 18 Januari te Kobe verwacht, komende uit Batavia. Bij zijn aankomst te Tokio zal hij rapport uitbrengen over het verloop van de conferentie aan het departement van buitenlandsche zaken. Men acht het zeer waarschijnlijk, dat de Nederlandsch-Japansche handelscon ferentie zal worden hervat met een suc cesvolle beëindiging van de Nederlandsch- Japansche scheepvaartconferentie te Kobe die men met vertrouwen verwacht. HET AFSCHEID DER VERKIEZINGS COMMISSARISSEN. Een Nederlandsche, die het plebisciet niet licht vergeten zal. Men meldt ons uit Saarbrücken: De Zweedsche verkiezingscommissaris van Dudweiler, dr. Svanstroem, is gisteren met de, eveneens bij de verkiezingscommissie werkzame Nederlandsche mej. Greta de Wrede, in het huwelijk getreden. Zij heb ben zich te Dudweiler, waar zij elkander hebben leeren kennen, in den echt doen verbinden. Nadat de verkiezingscommissie zelf leeds Dinsdag uit het Saargebied was ver trokken, gaan nu ook de vele andere bij de commissie in dienst geweest zijnde bui tenlanders naar het vaderland terugkee- ren. Het blijkt nu hoezeer zij bij hun werk zaamheden ook in contact gekomen zijn met de bevolking en hoezeer hun volkomen objectiviteit en de nauwgezetheid, waar mede zij in deze moeilijke dagen de leiding gevoerd hebben, door de bevolking op prijs is gesteld, hetgeen ook tot uiting komt in de bij hun vertrek aan hen in de bladen gewijde artikelen en beschouwin gen. Daarbij wordt o.m. opgemerkt, dat juist in stilte veel goed en opofferingsvol werk is verricht voor de menschen, waar voor men dezen buitenlanders dankbaar kan zijn. o DRUKTE IN DE OLIE-INDUSTRIE. Groote orders uit Amerika. Naar het Nederlandsch Weekblad voor Kruidenierswaren verneemt, verkeert onze olie-industrie thans in een periode van groote bestellingen door Amerika, waar een aanzienlijk tekort aan oliën en vetten dreigt. Op grond van de plaats gehad heb bende verkoopen mag verwacht worden, dat deze drukte nog geruimen tijd zal aanhouden. Als gevolg van een en ander zijn de binnenandsche prijzen belangrijk opgeloopen. De noteering van ruwe ara- chide-olie is in weinige weken nagenoeg verdubbeld. Naar de „Tel." verneemt zijn deze orders te danken aan het feit, dat de katoen- zaadpitten-oogst, in Amerika gedeeltelijk mislukt is. Inplaats van dertien millioen kilo was de opbrengst slechts negen mil lioen kilo. Bovendien is door de groote afslachtingen van vee de vetproductie aanzienlijk verminderd. Als gevolg van een en ander werken onzo olie- en vetfabrieken dag en nacht en zelfs op Zondag. Abonné. Ingezonden Stukken op poli tieke redevoeringen kunnen wij niet opnemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9