ANEKDOTEN.
DE DEUR.
OPLOSSINGEN.
1.
Vrijdagavond stopt Moes Bigmans
Haar dozijntje in het bad.
En de kleine, rose blgjes
Spart'len vergenoegd ln 't nat!
2
Moes heelt bei haar oogjes noodig.
Is me dat ook een geplas!
En ze denkt: Wat zou 'k graag willen,
Dat het bad-uur over was!
3.
Rosesnuit, een bijdehandje,
Stopt de zeep op eenmaal weg,
Dreigend met haar poot knort Moeder:
Wacht tot 'k j'over 't knietje leg!
4.
Hansje Krulstaart, een klein broertje.
Plonst "met zóó'n geweld ln bad,
Dat Moes zucht: - Wat zou "k beginnen,
Als 'k geen gummi-schort aan had!
5.
Frits en Frans wasschen elkander,
't Loopt uit opeen vechtpartij,
Foei - riep Moeder - wou je slaan, dan
Krijg je ook nog straf van mij!
6.
Snoetekop, de allerjongste,
Zucht: De kuip Is ook zoo vol!
Maar haar oudste broertje, Rond, zegt:
Malle meid, dat ls juist dol!
7.
Eind'lijk, elnd'lijk zijn de blgjes
Allen dan weer even frisch
Ieder krijgt een schoon' pyama.
Of 't dozijntje netjes ls!
8.
Ziet Moes dan haar lievelingen
Op een lange, lange rij
In het blggenledlkantje,
Ja, dan is ze toch wel blij!
9.
Lachend zegt ze: Mijn dozijntje
Is toch heusch een kiekje waard!
En van blijdschap komt de krul dan
Weer terug ln Moeders staart.
(Nadruk verboden)'
Ingezonden door drietal De Geus.
Op een examen.
Leeraar: Hoeveel inwoners heeft Europa?
Candidaat: Jaeh.... hum.
Leeraar: Mijn waarde, schiet een beetje
op, want hoe langer u wacht, des te meer
worden het.
Ingezonden door Marietje Laterveer.
Moeder (bij den dokter)„Och dokter,
Ik ben zoo ongerust, mijn kleine roept
maar aldoor: no, no, no. Zou het kindje
soms de Êngelsche ziekte krijgen?"
(No ls de vertaling van neen in het En-
gelsch).
Ik zit op school vlak bij de deur;
Dat is wel fijn, zegt Jan
Ik kijk dan door het bovenglas:
„Jö! meester komt er an!"
Zoo waarschuw ik de and'ren gauw.
En daadlijk is het stil,
Als meester bij ons binnenkomt
En hij beginnen wil.
Maar in de les is 't minder leuk:
Die deur vlak bij de hand!
Vóórdat ik êt weet, sta 'k in de gang,
Juist aan den and'ren kant!
HERMANNA
.(Nadruk verboden).
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT
HET VORIGE NUMMER.
1.
Smllde, smid, el.
2.
Ambachtsschool, schol los,
as, lam,
boom.
3.
Roelofarendsveen, Roelof,
arend s,
veen.
4.
Mijn.
5.
Waterval.
6.
Een glas op een voet.
7.
Rie, Jan, Bert, Sam.
8.
Natuurlijk op hun voeten.