75,to Jaargang Donderdag 10 Januari 1935 No. 2 HOE WIMPJE KIST KONING WERD. a> RAADSELS. (Slot) Wimpje knikte, en heel zacht zei hij: „'t Is hier zoo héél mooi Mevrouw Brands vond Wimpje's stem metje heel aardig. En Wimpje scheen haar óók aardig te vinden, want al heel gauw verdween zijn angst en toen begon hij haar te vertellen over zijn opa en dat hij niet mee had mogen doen met de jongens „Niets kreeg ik, zei hij. „En zij haalden overal zooveel centen en lekkers op Terwijl Wimpje dit vertelde, kwam dok ter Brands, die, met de auto, tante Mies had gehaald, de kamer binnen. Zelfs tante Mies vond toen Wimpje heel aardig. Vreemd keek het arme ventje allen aan, toen hij mocht zitten a an de keurig ge dekte en met bloemen versierde tafel. Hij durfde bijna niet eten van het lekkers, dat op zijn bordje lag. Langzaam hapte hij ook in de groote snede van het Driekoningen-brood, en hij beetop de boon! Dit was waarlijk al heel toevallig! Want nu was hij Koning! ..Fijn, dat we nu zoo gauw een Koning vonden!" riepen Elly en Greetje uit, toen vader een kroon, uit goudpapier geknipt, op Wimpje's hoofd drukte. En wat had de arme jongen het dien avond best! Maar heel vroeg was 't niet meer, toen Wimpje, volgestopt met aller lei lekkers en de kroon van goudpapier nog op zijn vlaskopie, door dokter Brands, die In de buurt nog een ernstigen patiënt moest bezoeken, naar opa's huisje werd gebracht. En dat was toch zoo fijn! Want in een auto had hij nog nooit gereden! Ook net warme speelpakje, dat Greetje toch niet graag wilde dragen, nu zij daarin op een jongen geleek, mocht Wimpje houden en ook de warme wollen kousjes. Opa, on gerust over zijn lang wegblijven, stond al met een gezicht, waarop hevige angst zich afteekende, naar Wimpje uit te zien. Hij stond juist weer aan de deur, turende in de duisternis. Vreeselijk schrikte hij, toen de auto voor zijn huisje stopte. Hij dacht, dat Wimpje een ongeluk was overkomen en nu in een auto werd thuisgebracht. Doch 't duurde niet lang, of zijn angst maakte plaats voor vreugde, bij het hooren van WimpJes stem, die uit de auto hem al toeriep „O opa, ik heb lekkers voor u mee gebracht!" Ook dokter Brands, die den angst op opa's gelaat dadelijk had opgemerkt, liep op den bevenden grijsaard toe, stelde hem vlug gerust, duwde hem een papiertje in de hand en stapte daarna weer in zijn auto Toen eerst kwam Wimpje's tongetje los! „En ook al plagen de jongens mij nog veel meer, opa!" riep hij, nadat hij alles verteld had, lachende uit. „Toch zal ik om hun geplaag niet meer verdrietig zijn! Want ik ben Koning geweest, opa! Als een Koning, met een gouden kroon op mijn hoofd, at ik allerlei lekkers aan een mooie tafel vol bloemen. En 't waren zulke lieve menschen, opa! O, 't was toen juist, alsof ik een echte Koning was!" „Jij bent opa's kleine Koning, mijn Wlmpke!" sprak toen de oude man. „En voor mijn kleinen Koning koop ik morgen een warm jasje. Dan zullen de jongens Je niet meer plagen, kleine Koning. Dit dacht zeker ook die goede dokter, toen hij mij het papiertie gaf. „Koop daar maar tabak voor, opa", zei Wimpje goedig. Doch de oude man schud de zijn grijs hoofd. „Eerst een warm jasje voor mijn kleinen Koning en Daarna koopen we tabak. En nu moet de Koning naar bed!" Vroolijk had opa dit tot Wimpje gezegd. „Wat is opa vanavond blij", dacht de jongen. „Dat is bepaald, omdat ik een Koning ben geweest!" Met deze gedachte sliep Wimpje Kist op den Driekoningenavond in. En dien nacht lachte hij in zijn slaap. HU droomde, dat hU nog Koning was! TANTE JOH. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door Maarten Timmermans. Mijn geheel van 8 letters is een zeer geliefd iemand in ons land. De eerste 6 letters is iemand, die in sommige andere landen wel is, maar in ons land nu niet, vroeger wel, 7, 8 zUn dezelfde letters als 4, 5. n. Ingezonden door Ali van Cittert. Mijn eerste heeft men noodig om te schrijven, in mijn tweede kan mer van allerlei bewaren zoowel vloeibaar als vaste stof, mUn geheel is om mUn eerste in te doen. m. Ingezonden door Eisje Berg. Op welken mantel zit nooit een kraag? IV. Ingezonden door Adriaan -hoon Ik ben een plaats in het Noorden van ons land van 10 letters, 1, 2, 3, 4, is niet tam, 5, 2, 10 is een mooie statige boom, 7, 8. 9 is een voorzetsel, 6 is een mede klinker. V. Ingezonden door Marietje Laterveer. Hoe meer men er aan toevoegt hoe klei ner het wordt, hoe meer men er afhaalt, hoe grooter het wordt. VI. Ingezonden door Tini Deegenaars. Hoeveel volgen er na U? VH. Ingezonden door Mientje Stikvoort. Hoofdje rond en dikker. Dan een knikker. Beenen lang Als een Handjes rond en plat, Ra ra wat is dat? vin. ^Ingezonden door Nico Scheps. Welk spreekwoord staat hier. S..e..e h..r.n r.g..r.n n..t

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 11