Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland.
Zoo naar?
AKKERTJES
75sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 8 Januari 1935
Derde Blad
No. 22943
Nieuwjaarsrede van den Voorzitter.
Weinig perspectieven voor 1935.
O
In de hedenmiddag gehouden vergade
ring van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rijnland heeft de voorzit
ter, de heer D. ten Cate Brouwer zijn ge
bruikelijke Nieuwjaarsrede gehouden,
waaraan het volgende is ontleend.
De heer D. ten Cate Brouwer.
Geconstateerd moet worden, dat van
vele artikelen de productie bij lange na
niet kon worden opgenomen, hetgeen leid
de tot verkoopprijzen, die dikwijls beneden
kostprijs lagen. Nog steeds bestaat er bij
velen 't streven om de productie en omzet
op peil te houden, hetgeen men dan wil
forceeren met abnormaal lage prijs-notee-
rlngen. Men vergeet daarbij dat een der
gelijk streven ook door anderen gehuldigd
wordt en moet dan, helaas te laat, consta-
teeren dat de opzet niet geslaagd is, dat
de omzet toch even gering is gebleven bij
verliesbrengende prijzen.
Te weinig wordt gerealiseerd, dat van
diverse artikelen er een productie-moge
lijkheid bestaat, die zelfs boven de bijna
niet te verzadigen behoeften-markt van
de na-oorlogscbe jaren uitgaat. Ook de
laatste jaren is het productie-apparaat
desondanks vaak te veel uitgebouwd.
Gaat men uit van het standpunt dat de
jaren 1913 en 1914 normale jaren waren,
dan zou deze productie-mogelijkheid
slechts zooveel grooter mogen zijn dan de
toename van de bevolking van Nederland
en de verhooging van de welvaart wet
tigen.
Van vele industrieele producten is ech
ter de voortbrengings-mogelijkheid in veel
g'rootere mate gestegen, zoodat, wanneer
men tenminste niet blind is voor het feit
dat lr, den tegenwoordigen tijd van alge-
meene verarming, de consumptie-moge
lijkheid in het algemeen niet grooter of
gelijk kan zijn aan die van normale tij
den. een productie-beperking in deze be
drijven tot saneering der markt hoog noo-
dig is.
Deze productie-beperking dient naar
mijne overtuiging door onderling overleg
en onder toezicht en met medewerking
van de overheid, dan ook tot stand te
komen. Zoo niet, dan zullen meerdere be
drijven, die de verliessaldo's niet meer
kunnen en willen dragen, haar poorten
sluiten en de financieele posities van de
overblijvenden ernstig worden geschokt,
hetgeen voor onze algemeene volkswel
vaart in dezen critieken tijd van zeer na-
deeligen invloed zou kunnen zijn.
Het is de vraag of de Regeering niet
goed zou doen om reeds thans te berich
ten dat fabrieken, die door onmatige uit
zetting van de productie-mogelijkheid een
geheele branche ernstig schaden, er niet
op mogen rekenen dat bij productiebeper
king met de vergroote capaciteit rekening
zal worden gehouden.
Dat de uiteindelijke resultaten van meer
dere bedrijven dan ook zoo zeer ongunstig
zijn, is naar mijn meening niet uitsluitend
tbe te schrijven aan een abnormale on
derconsumptie, maar voor een belangrijk
deel aan een in het wilde weg opgevoerde
productie.
Uiteraard is de toestand, waarin de ver
schillende bedrijven in het district der
Kamer verkeeren, verschillend. Dat ook
door contingenteering beschermde bedrij
ven over het afgeloopen jaar geen opti
mistische klanken laten hooren, is zeer
teleurstellend, men had van deze zijde
juist een meer gunstig bericht verwacht.
Opvallend is hierbij, dat van de zijde der
Leidsche fabrieken van wollen garens en
sajet met machinale breierijen, bericht in
kwam dat contingenteering haar eer na
deel dan voordeel inbracht. Evenmin werd
algemeen een stelsel van beschermende
rechten gewenscht, omdat men daarvan
noch verruiming van afzet noch uitbrei
ding van de werkgelegenheid voor eigen
bedrijf verwachtte.
Wanneer men een algemeene conclusie
moet trekken uit de rapporten van ver
schillende bedrijven, dan kan helaas niet
anders geconstateerd worden dan dat het
jaar 1934, met uitzondering van een paar
bedrijfstakken, voor alle bedrijven ongun
stig of zeer ongunstig is geweest. De het
vorig jaar uitgesproken verwachting, dat
de algemeene toestand zich iets zou
verbeteren, is helaas niet bewaarheid. Ge
lukkig is de algemeene gang van zaken in
twee voor het .district der Kamer zeer be
langrijke takken van bedrijf, zooals de
Bloembollen-teelt en de Haringvisscherij
bemoedigend, de toegenomen export voor
de bloembollen, zoowel in hoeveelheid als
waarde, is vooral in den tegenwoordigen
tijd een te gunstig verschijnsel, om niet
te worden gememoreerd.
Daarentegen zijn b.v. de resultaten van
Beton, Dakpannen, Schelpkalk, Kalkzand
steen, Vruchtensap en Jam, Zeep, Leder
waren en Suikerwerk-fabrieken, hoofdza
kelijk tengevolge van de ongebreidelde
concurrentie slecht geweest. De werkgele
genheid in deze bedrijven is, ook door de
verminderde drukte in het bouwbedrijf,
in het algemeen genomen in de tweede
helft van het jaar hoe langer hoe minder
geworden, met het gevolg dat ontslag van
werklieden in het eind van 1934 heeft
plaats gehad of nog zal volgen.
De gang van zaken in andere belang
rijke groepen, zooals b.v. de Groenten- en
Vleesch-Conserven-fabrieken en enkele
textielbedrijven was hoogstens iets min
der ongunstig. Vermindering van afzet,
verkoop tegen nauwelijks loonende prij
zen en ook hier dreigend ontslag van per
soneel.
Een minder goede gang van zaken, ge
durende den laatsten tijd, weerspiegelde
zich duidelijk in de aanmerkelijke verla
ging van het belastbaar inkomen in de 25
gemeenten van het district der Kamer. Be
droeg dit belastbaar inkomen over het be
lastingjaar 1932/33 nog 81.745.730 gulden,
in het laatste belastingjaar 1933/'34 daalde
dit met meer dan 13.000.000 gulden tot
68.726.234, een verlaging van niet minder
dan ruim 16",/ in ééén jaar. Het belastbaar
inkomen van de gemeente Leiden daalde
met iets meer dan 10°/o, n.l. van 37.798.908
op 33.610.953 gulden. Met 25"/o en meer gin
gen achteruit de belastbare inkomens van
de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valken
burg, Noordwijkerhout, Voorhout, Leimul-
den, Rijnsaterwoude, Woubrugge, Hazers-
woude, Zevenhoven en Noordwijk.
Het zal geen verwondering behoeven te
baren, wanneer deze dalende lijn van het
totaal belastbare inkomen in het district
der Kamer zich voor het jaar 1934/35 zal
voortzetten. Verzwaring van lasten, in wel
ken vorm dan ook, is door handel en in
dustrie onmogelijk meer te dragen. Ver
lichting van deze lasten is dringend nood
zakelijk.
De eigenaars van industrieele bedrijven,
die thans met opoffering van kapitaalbezit
hun fabrieken nog openhouden, hebben 't
recht van de Regeering met klem te vra
gen thans maatregelen te nemen, dat vaste
lasten en andere kosten onverwijld in flink
tempo omlaag gaan.
Wil de Regeering geen devaluatie van
ons betaalmiddel, laat zij dan maatregelen
treffen, dat onze bedrijven door verlaging
van kosten en lasten, kunnen blijven be
staan, zulks ook, opdat ons land als geheel
genomen zich aan het wereldprijsniveau
zal kunnen aanpassen en de verloren ex
port-markten, die thans nog open zijn,
kunnen herwinnen. Tevens wil ik hierbij
wijzen op de zoo hoogst noodzakelijke
organisatie van boven af van onzen export.
Wat ten deze door onze Regeering wordt
gedaan, steekt armelijk af bij wat andere
landen doen.
Aanhoudende slechte bedrijfs-resultaten
tasten de innerlijke waarde van de fabrie
ken ernstig aan. met als gevolg een drei
gende executie door de bankinstellingen,
die crediet-hypotheken en andere credleten
verstrekthebben. De banken trachten uit
een eisch van zelfbehoud de verleende
voorschotten regelmatig in te krimpen, de
credieten moeten worden teruggebracht,
maar voor vele fabrikanten is zulks zoo
goed als onmogelijk. Om thans een bedrag
van f. 1000 te kunnen aflossen, moet de fa
brikant tweemaal zooveel producten ver-
koopen als ten tijde toen het crediet werd
opgenomen.
De toestand van meerdere fabrikanten is
daardoor hoogst moeilijk en wanneer er in
het afgeloopen jaar niet meer onderne
mingen zijn geliquideerd, dan is zulks al
leen daaraan toe te schrijven, dat de be
trokken bank ondanks het feit, dat noch
rente, noch aflossing betaald wordt, het
voor haar voordeeliger achtte, depositie te
laten staan. En op deze wijze functioneert
er in onze maatschappij nog veel, wat fei
telijk economisch niet te handhaven is.
Met de grootst mogelijke nauwlettend
heid zullen de banken er echter op hebben
toe te zien. dat, ook al zouden zij zelf
ctearbij zonder veel kleerscheuren van een
crediet kunnen afkomen, er geen bedrijven
tot liquidatie worden gedwongen, die nog
rendabel gemaakt kunnen worden.
Niet alleen crediet nemen, ook credlet-
geven schept verplichtingen.
Ondanks den ongunstigen toestand,
waarin de industrie zelf verkeert is het de
industrie, die vooral ook den druk moet op
vangen van alle steunmaatregelen. Denk
aan de verhooging van invoerrechten, den
werkloozensteun. den steun aan den land
bouw en den steun aan de veeteelt. Ik
vraag mij bezorgd af „hoe lang kan dat
nog duren?"
De regeering meent dat deze noodig zijn.
Het zij zoo, maar de positie van menig
fabrikant is niet gunstiger dan van menig
lid van de gesteunde groepen. De Industrie
vraagt vooralsnog geen directen finan-
cieelen steun, wel wenscht zij met klem,
dat de regeering doet wat in haar ver
mogen is om de behulpzame hand te
bieden.
Van de bedrijfsgroepen kan het volgende
worden gemeld.
Bankwezen.
Voor Leiden en omstreken kan 't Bank
bedrijf niet terugzien op een jaar van
groote inkomsten; met tevredenheid wordt
geconstateerd, dat in vele onderdeelen
geen verdere achteruitgang plaats greep.
Noodzakelijke saneeringen zijn, voor zoo
ver het zich laat aanzien, doorgevoerd,
waardoor de situatie over het geheel ge
nomen iets overzichtelijker is geworden.
Het incasso-bedrijf gaat voort steeds
meer de zeer nadeelige invloed te onder
vinden van de door geen kostengrens ge
limiteerde concurrentie van den Post
cheque- en Girodienst. Zonder eenige twij
fel zal deze tak van het bedrijf, welke in
de laatste jaxen niet meer rendabel ge
maakt kan worden, als slachtoffer van de
concurrentie van het Staatsbedrijf moeten
vallen.
Wollen Garens- en Sajet-industrie.
In vergelijking met het voorgaande jaar
is de omzet in het binnenland niet onbe
langrijk verminderd. Ook de export van
meer dan twee-draads-getwljnde garens
liep in vergelijking met deze periode in
1933 terug met een bedrag van f. 174.000
over de eerst elf maanden van 1934.
De verwachtingen voor 1935 zijn niet be
moedigend.
Breierijen.
In de Breierijen ging de productie sterk
achteruit, het grootste deel van het jaar
kon niet gewerkt worden. De prijzen zijn
teruggeloopen. De behaalde financieele
resultaten blijven belangrijk beneden die
van 1933.
Wollen Deken-Industrie.
Ofschoon de mate van bedrijvigheid in
het afgeloopen jaar in de diverse fabrieken
onderling wel verschilde, was de afzet
in de eerste negen maanden niet onbe
vredigend. In een fabriek werd zelfs gedu
rende vrij geruimen tijd in vol bedrijf met
twee ploegen gewerkt.
Het aantal fabrieken in Nederland, die
dekens fabriceeren, is in het afgeloopen
jaar toegenomen, waardoor er, nu mede
door den zachten winter, de afname be
langrijk is teruggeloopen, er thans een
fhnke overproductie is, met als gevolg een
verkoop tegen verliesbrengende prijzen.
In verschillende fabrieken is aan het
eind van dit jaar het personèel aanzienlijk
ingekrompen.
Gewatteerde- en Donzen
Deken-Industrie.
De contingenteering van de grondstoffen
voor deze industrie, zooals katoenen en
kunstzijden manufacturen, die in ge-
wenschte kleur en afwerking en kwaliteit
hier te lande niet of zeer moeilijk te ver
krijgen zijn, veroorzaakt in dit bedrijf ern
stige moeilijkheden. Doordat klaargemaak
te gewatteerde en donzen dekens bij elke
hoeveelheid vrij kunnen worden geïmpor
teerd en de grondstoffen niet, moest het
bedrijf te Leiden er zelfs toe overgaan op
bepaalde tijden de gereede producten te
importeeren, waardoor de werkgelegen
heid te dezer stede geschaad werd.
Mede door den algemeenen ongunstigen
toestand en het zachte weer in de laatste
maanden, is de vraag belangrijk terug
geloopen, waardoor een groot gedeelte van
de arbeiders moest worden ontslagen. De
vooruitzichten voor 1935 zijn zeer pessi
mistisch.
Touwfabricage.
Ondanks de toch reeds ongekend lage
prijzen van de grondstoffen bij den aan.-
vang van 1934, is het peil dier prijzen;
na een aanvankelijke stijging in het voor
jaar, nog verder gedaald.
De productie aan de fabriek te Leider
dorp kon in verband met het afbranden
van de fabriek in Edam nog iets worden
opgevoerd. De verkoop van de aldaar ge
fabriceerde tapijten, matten en loopers
nam toe.
BloemboUenbedrijf.
Niettegenstaande de meeste valuta's van
de landen, waarheen geëxporteerd werd,
sinds het vorig jaar nog meer gedaald
zijn, is 1934 voor de bloembollenteelt en
handel beter geweest dan zijn beide voor
gangers.
De export van bloembollen bedroeg in
1934 44 millioen K.G., met een waarde
van 22 millioen gulden. De gemaakte prij
zen waren iets hooger. De export was
2 millioen K.G. en pl. m. 3 millioen gulden
grooter dan het vorig jaar.
Toch blijft de hooge waarde van onzen
Nederlandschen gulden voor den export
'n groote belemmering, daar de productie
kosten niet in die mate zijn gedaald als
de valuta van meerdere buitenlandsche
koopers is gedeprecieerd. Daarbij komt nog
dat de hooge invoerrechten den prijs der
bloembollen in de diverse landen aan
zienlijk verhoogen.
Voor 1934 werden vastgesteld minimum
prijzen, zoowel voor de binnenlandsche
markt, als voor den export. De teelt
beperking werd gehandhaafd onder bij
voeging van een bepaling, waarbij aan de
kweekers van bloembollen 85"/» der mini-
mum-prijzen werd gegarandeerd. Door
dezen maatregel werd een inzinking der
prijzen voorkomen en voorkwam men
eveneens de zoozeer gevreesde dumping.
De zeer overvloedige oogst gaf een uit
stekende opbrengst. Waren de boven
genoemde maatregelen niet tot stand ge
komen, dan zouden de financieele resul
taten dit jaar zeer slecht geweest zijn.
In het algemeen kan gezegd worden, dat
de toestand in het bloembollenvak iets
beter geworden is. De export naar Enge
land, Duitschland, Amerika, België, Noor
wegen en Zweden nam toe, die naar Dene,
marken. Frankrijk en Canada af. Een
kleine export vindt er thans plaats naar
Japan.
Bouwmaterialen.
De sinds April van het afgeloopen jaar
regelmatige achteruitgang van de bedrij
vigheid in de bouwvakken, vertoonde een
merkbaren terugslag op de met deze
branche samenhangende fabrieken. In de
eerste acht maanden werden dit jaar
32925 stuks nieuwe bouwwerken aange
vangen, tegen 39560 gedurende deze pe
riode in 1933. In September zijn op nieuwe
terreinen 4494 bouwwerken aangevangen,
in October 4058 stuks. Eind September
waren in uitvoering pl.m. 2500 woningen
tegen plan. 2911 in einde September 1933.
Beton.
Ofschoon gedurende vrijwel het geheele
Jaar de vraag belangrijk minder geweest
is dan in het voorgaande jaar, is de per-
soneel-bezetting bij de meeste fabrieken
gehandhaafd. Als gevolg daarvan zijn de
voorraden thans zeer belangrijk en liepen
de prijzen tot een ongekend laag niveau
terug. Wanneer de toestand zich niet in
gunstigen zin wijzigt, zal ontslag van per
soneel niet kunnen uitblijven.
Ernstige moeilijkheden bij den afzet
van hunne producten ondervinden daaren
boven de betonfabrikanten door de vracht-
verhoogingen, ontstaan door de invoering
van de Wet op de Evenredige Vrachtver-
deeling.
Kalkzandsteen.
In 'het eerste half jaar kon in één der
grootste fabrieken in ons district nog met
een dubbele ploeg gewerkt worden en was
afzet van de productie goed mogelijk.
Geleidelijk aan is de toestand ongunstiger
geworden, de reeds hiervoren gememoreer
de achteruitgang van de bedrijvigheid in
de bouwvakken maakte, nadat eerst
groote voorraden waren gekweekt, inkrim
ping van de productie dringend nood
zakelijk.
In de laatste maanden is de reeds ge
ringe vraag nog verder teruggeloopen,
waardoor nog meer personeel moest wor
den ontslagen. Het gevolg van dezen on-
bevredlgenden gang van zaken was, dat
de prijzen hoe langer hoe lager geworden
zijn en thans een niveau bereikt hebben,
dat 25 °/o a 30 "/o ligt beneden dat in 1914.
De invoer van de Belgische steen, die
hier te lande de voornaamste concurrent
van de kalkzandsteen is, liep over de eerste
elf maanden van 1934 terug met 38272 ton
en bedroeg in totaal in deze periode
1.188.200 ton of circa 94.000.000 steen. De
gemiddelde waarde verminderde van
f. 41.94 tot f. 35.90 per tien ton.
Dakpannen.
In de eerste helft van het afgeloopen
jaar kon de productie tegen niet onrede
lijke prijzen worden ondergebracht. Ge
leidelijk, hoofdzakelijk als gevolg van de
afnemende drukte in de bouwnijverheid,
is de toestand ongunstiger geworden.
In de laatste paar maanden zijn de
voorraden aan de fabrieken belangrijk
opgeloopen en dientengevolge de prijzen
gezakt tot een peil, waarop loonende
productie niet mogelijk is. Meerdere fa
brieken zullen daardoor in dezen winter
niet fabriceeren en slechts een sterk in
gekrompen personeel aan den gang hou
den.
De invoer van Belgische onverglaasde
dakpannen nam in vergelijking met het
vorig jaar in 1934 toe met 1106 ton en
bedroeg in totaal 7796 ton. De prijs van
deze geïmporteerde pannen bedroeg dit
jaar in doorsnede f. 14.60 per ton, tegen
f. 13.56 per ton in 1933. Mede tengevolge
van de Evenredige Vrachtverdeellng wordt
steeds meer per auto vervoerd.
Schelpkalk.
De toestand van deze oud-hoUandsche
industrie over 1934 is nog ongunstiger dan
in het voorgaande jaar, toen de afzet
reeds ruim onvoldoende was om de be
drijven op normale wijze op gang te
houden.
Grof Aardewerk.
De vervaardiging van bloempotten en
draineerbuizen, schoorsteenpotten enz.,
welke in het district aan vele handen werk
verschaft, is in de laatste maanden aan
merkelijk teruggeloopen. De buitengewone
scherpe concurrentie, door de mindere
vraag en uitgezette productie ontstaan,
heeft de verkoopprijs thans teruggebracht
tot beneden kostprijs.
Houthandel
De, zij het ook langzaam doorschrijden
de huurdaling met als gevolg een niet on
belangrijke waarde-vermindering van
huizen, deed de nieuwbouw niet onbelang
rijk teruggaan, waardoor de omzetten in
den Houthandel beduidend geringer waren
dan in het vorig jaar.
De financieele resultaten waren ongun
stig, De verwachting voor 1935, zoowel voor
den Houthandel als voor alle andere
bouwmateriaal-bedrijven, is dan ook verre
van gunstig.
Scheepsbouw.
Deze tak van bedrijf, in vroegere jaren
van meer dan gewone beteekenis voor de
werkgelegenheid in ons district, is nog
steeds te rangschikken onder de indus
trieën die het zwaarst getroffen zijn.
In het afgeloopen jaar was de toestand
nog ongunstiger dan in het toch reeds
zoo ongunstige jaar 1933. Een der belang
rijkste werven in ons district. Sinds 1877
ononderbroken voorzien van orders op
nieuwbouw, kon voor het eerst sinds haar
bestaan, in het afgeloopen jaar geen en
kele opdracht boeken. Een gering aantal
werklieden kon voor reparatiewerk aan
den gang gehouden worden.
Hollandsche Constructie-Werkplaatsen
Hoewel in het algemeen bij de IJzer-
constructie-werkplaatsen nog van geen
opleving gesproken kan worden waren
de hier ter stede gevestigde werkplaatsen
van bovengenoemde fabriek flink van op
drachten voorzien, terwijl belangrijke
utiliteitswerken, die in de technische
wereld zeer de aandacht trokken, nog in
uitvoering zijn.
Trawlvïsscherij.
De haringvisscherij werd in 1933 vroeg
beëindigd, zoodat verschillende schepen de
trawlvisscherij evenals het voorgaande jaar
reeds in December begonnen. In het eer
ste halfjaar namen ongeveer 70 Katwijk-
sche loggers aan de trawlvisscherij deel,
RECLAME.
4414
Wordl ga weer gekweld door die
nare pijnen, waardoor Ge Uw werk
niet meer kunt blijven verrichten.
Neem nu foch eens één of twee
"AKKERTJES" die Uw pijnen zullen
verdrijven en U ook in aeze dagen
fit en opgewekt zullen maken.
Neaeriandsdi Ongeëvenaard tegen Hoofd"?
Product pjjn> Kiespijn, Neuralgie, Ze»,
nuwpijn, Vrouwenpijnen, enz.'
Ks/----.. Per 12 st. 52 ct. Zakaoosje 20 ct.
Vólgens reception Apotheker Dumorrt 1
AKKER.CACHETS
het laatste halfjaar verminderde dit tot
27 schepen in verband met den aanvang
van de haringvischerij.
De besommingen waren minder dan ia
1933, hetgeen slechts ten deele goedge
maakt kon worden door lagere exploitatie
kosten.
Haringvisscherij.
Werd in 1933 door de reeders onderling
'n regeling (datum van uitvaren en lengte
der netten betreffend) getroffen, in het
afgeloopen jaar werd dit door de Regee
ring voorgeschreven.
Vanaf 15 September kon van het crediet
ad f. 750.000 gebruik worden gemaakt. Het
crediet werd verstrekt uit het Landbouw-
Crisisfonds. De maximum-prijzen voor
Volle- en Steurharing zouden resp. f. 9 en
f. 7 bedragen. De prijzen voor de verschil
lende op te nemen partijen werden vast
gesteld door vanwege de Centrale aange
stelde ambtenaren. Op goedgekeurde par
tijen kon men een voorschot van 85 be
komen. Voor het opbergen werd een ver
goeding van 25 ets. per kantje betaald.
Ter bestrijding van de kosten waren dé
deelnemers verplicht 10 cents per kantje
te betalen over alle aangevoerde kantjes.
Dit heeft de gezamenlijke reederijen plm,
f. 40.000 gekost. Bijna 100.000 kantjes wer
den dooi- de Centrale uit de markt ge
nomen en het crediet werd ten volle ver
bruikt.
De combinatie bezit nu nog plm. 90.000
kantjes haring, welk kwantum, omdat de
handel weinig voorraad heeft, op zich zelf
niet te groot kan worden genoemd. Ook in
Engeland zijn de voorraden niet groot en
daarom is het waarschijnlijk, dat de prij
zen daar verhoogd zullen worden. Duitsch
land heeft zijn vloot de laatste jaren be
langrijk uitgebreid en vischt tot einde
December tegen vroeger einde November.
De vangst is dan ook veel grooter dan
vroeger, n.l. 617.836 tegen 464.286 kantjes
in 1933 en 356.778 kantjes in 1932.
De afzet naar Duitschland was bijzon
der goed. hoewel de haring er bijna 100
duurder is. hetgeen verband houdt met
de hooge prijzen voor andere voedings
middelen aldaar.. Bleven de Dultsche ree
derijen vorig seizoen met circa 100.000
vaten oude haring „zitten", die eerst de
vorige maand geheel verkocht kunnen
worden, de goede afzet in dit seizoen doet
verwachten, dat in het voorjaar 1935 alles
geplaatst zal kunnen worden.
Voor den afzet van de hier In voorraad
zijnde 90.000 vaten, mogen de verwach
tingen echter niet te hoog gesteld worden,
daar de afzetmoeilijkheden daarvoor te
groot zijn. Overleg met den handel zal
noodig zijn, om het risico zooveel mogelijk
te beperken.
De vangsten zijn bijna het geheele jaar
goed geweest, zoodat 10 November bü het
gedwongen beëindigen der teelt reeds
53.000 kantjes meer aangevoerd waren,
dan bij het einde op 5 December van het
vorig seizoen.
Het Regeerings-crediet was toen ook
ten volle gebruikt.
Tot 11 November werden aangebracht
702.649 kantjes (waarin begrepen plm.
35.000 kantjes versche haring). Tegen in
1933 649.294, in 1932 558.692, in 1931
767.189. in 1930 724.247.
Aan de Visscherij hebben dit jaar deel
genomen 248 schepen, tegen vorig jaar
242. waarvan van Katwijk dit jaar 56
tegen vorig jaar 63.
Ondanks de moeilijkheden vindt de ont
wikkeling van het bedrijf nog steeds
voortgang.
Haringhandel.
In tegenstelling met eenige vooraf
gaande jaren is het in het voorjaar van
1934 mogelijk geweest de voorraden aan
den man te brengen, hoewel de te bedin
gen prijzen niet zoo geweest zijn. dat het
risico van het houden van voorraden be
looning heeft gevonden.
De vangsten werden in den aanvang
van het seizoen grif opgenomen, ook toen
de aanvoeren grooter werden, waartoe
vooral de afzet in het binnenland, waar
het verbruik van Maatjesharing nog steeds
toenemend is. zeer heeft medegewerkt.
Tot midden Augustus was ook de ex
port naar Duitschland goed te noemen.
Dit was vooral toe te schrijven aan den
aanvoer van grootere haring die op dat
tijdstip zeer gevraagd was.
De betaltngs-moeilij'kheden namen ech-
tor toe
Dat de handel op Duitschland onrustba
rend terugloopt, demonstreeren de volgen
de cijfers duidelijk:
in 1930 werd geëxporteerd 39.155 180 K.G.
met een waarde van f. 8.153.709;
in 1931 werd geëxporteerd 47.352.075 K.3.
met een waarde van f. 6.435 500;
in 1932 toen het invoerrecht van 3 tot
Mark werd verhoogd, waren de cijfers