Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Zoo naar? AKKERTJES 75sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 8 Januari 1935 Derde Blad No. 22943 Nieuwjaarsrede van den Voorzitter. Weinig perspectieven voor 1935. O In de hedenmiddag gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland heeft de voorzit ter, de heer D. ten Cate Brouwer zijn ge bruikelijke Nieuwjaarsrede gehouden, waaraan het volgende is ontleend. De heer D. ten Cate Brouwer. Geconstateerd moet worden, dat van vele artikelen de productie bij lange na niet kon worden opgenomen, hetgeen leid de tot verkoopprijzen, die dikwijls beneden kostprijs lagen. Nog steeds bestaat er bij velen 't streven om de productie en omzet op peil te houden, hetgeen men dan wil forceeren met abnormaal lage prijs-notee- rlngen. Men vergeet daarbij dat een der gelijk streven ook door anderen gehuldigd wordt en moet dan, helaas te laat, consta- teeren dat de opzet niet geslaagd is, dat de omzet toch even gering is gebleven bij verliesbrengende prijzen. Te weinig wordt gerealiseerd, dat van diverse artikelen er een productie-moge lijkheid bestaat, die zelfs boven de bijna niet te verzadigen behoeften-markt van de na-oorlogscbe jaren uitgaat. Ook de laatste jaren is het productie-apparaat desondanks vaak te veel uitgebouwd. Gaat men uit van het standpunt dat de jaren 1913 en 1914 normale jaren waren, dan zou deze productie-mogelijkheid slechts zooveel grooter mogen zijn dan de toename van de bevolking van Nederland en de verhooging van de welvaart wet tigen. Van vele industrieele producten is ech ter de voortbrengings-mogelijkheid in veel g'rootere mate gestegen, zoodat, wanneer men tenminste niet blind is voor het feit dat lr, den tegenwoordigen tijd van alge- meene verarming, de consumptie-moge lijkheid in het algemeen niet grooter of gelijk kan zijn aan die van normale tij den. een productie-beperking in deze be drijven tot saneering der markt hoog noo- dig is. Deze productie-beperking dient naar mijne overtuiging door onderling overleg en onder toezicht en met medewerking van de overheid, dan ook tot stand te komen. Zoo niet, dan zullen meerdere be drijven, die de verliessaldo's niet meer kunnen en willen dragen, haar poorten sluiten en de financieele posities van de overblijvenden ernstig worden geschokt, hetgeen voor onze algemeene volkswel vaart in dezen critieken tijd van zeer na- deeligen invloed zou kunnen zijn. Het is de vraag of de Regeering niet goed zou doen om reeds thans te berich ten dat fabrieken, die door onmatige uit zetting van de productie-mogelijkheid een geheele branche ernstig schaden, er niet op mogen rekenen dat bij productiebeper king met de vergroote capaciteit rekening zal worden gehouden. Dat de uiteindelijke resultaten van meer dere bedrijven dan ook zoo zeer ongunstig zijn, is naar mijn meening niet uitsluitend tbe te schrijven aan een abnormale on derconsumptie, maar voor een belangrijk deel aan een in het wilde weg opgevoerde productie. Uiteraard is de toestand, waarin de ver schillende bedrijven in het district der Kamer verkeeren, verschillend. Dat ook door contingenteering beschermde bedrij ven over het afgeloopen jaar geen opti mistische klanken laten hooren, is zeer teleurstellend, men had van deze zijde juist een meer gunstig bericht verwacht. Opvallend is hierbij, dat van de zijde der Leidsche fabrieken van wollen garens en sajet met machinale breierijen, bericht in kwam dat contingenteering haar eer na deel dan voordeel inbracht. Evenmin werd algemeen een stelsel van beschermende rechten gewenscht, omdat men daarvan noch verruiming van afzet noch uitbrei ding van de werkgelegenheid voor eigen bedrijf verwachtte. Wanneer men een algemeene conclusie moet trekken uit de rapporten van ver schillende bedrijven, dan kan helaas niet anders geconstateerd worden dan dat het jaar 1934, met uitzondering van een paar bedrijfstakken, voor alle bedrijven ongun stig of zeer ongunstig is geweest. De het vorig jaar uitgesproken verwachting, dat de algemeene toestand zich iets zou verbeteren, is helaas niet bewaarheid. Ge lukkig is de algemeene gang van zaken in twee voor het .district der Kamer zeer be langrijke takken van bedrijf, zooals de Bloembollen-teelt en de Haringvisscherij bemoedigend, de toegenomen export voor de bloembollen, zoowel in hoeveelheid als waarde, is vooral in den tegenwoordigen tijd een te gunstig verschijnsel, om niet te worden gememoreerd. Daarentegen zijn b.v. de resultaten van Beton, Dakpannen, Schelpkalk, Kalkzand steen, Vruchtensap en Jam, Zeep, Leder waren en Suikerwerk-fabrieken, hoofdza kelijk tengevolge van de ongebreidelde concurrentie slecht geweest. De werkgele genheid in deze bedrijven is, ook door de verminderde drukte in het bouwbedrijf, in het algemeen genomen in de tweede helft van het jaar hoe langer hoe minder geworden, met het gevolg dat ontslag van werklieden in het eind van 1934 heeft plaats gehad of nog zal volgen. De gang van zaken in andere belang rijke groepen, zooals b.v. de Groenten- en Vleesch-Conserven-fabrieken en enkele textielbedrijven was hoogstens iets min der ongunstig. Vermindering van afzet, verkoop tegen nauwelijks loonende prij zen en ook hier dreigend ontslag van per soneel. Een minder goede gang van zaken, ge durende den laatsten tijd, weerspiegelde zich duidelijk in de aanmerkelijke verla ging van het belastbaar inkomen in de 25 gemeenten van het district der Kamer. Be droeg dit belastbaar inkomen over het be lastingjaar 1932/33 nog 81.745.730 gulden, in het laatste belastingjaar 1933/'34 daalde dit met meer dan 13.000.000 gulden tot 68.726.234, een verlaging van niet minder dan ruim 16",/ in ééén jaar. Het belastbaar inkomen van de gemeente Leiden daalde met iets meer dan 10°/o, n.l. van 37.798.908 op 33.610.953 gulden. Met 25"/o en meer gin gen achteruit de belastbare inkomens van de gemeenten Katwijk, Rijnsburg, Valken burg, Noordwijkerhout, Voorhout, Leimul- den, Rijnsaterwoude, Woubrugge, Hazers- woude, Zevenhoven en Noordwijk. Het zal geen verwondering behoeven te baren, wanneer deze dalende lijn van het totaal belastbare inkomen in het district der Kamer zich voor het jaar 1934/35 zal voortzetten. Verzwaring van lasten, in wel ken vorm dan ook, is door handel en in dustrie onmogelijk meer te dragen. Ver lichting van deze lasten is dringend nood zakelijk. De eigenaars van industrieele bedrijven, die thans met opoffering van kapitaalbezit hun fabrieken nog openhouden, hebben 't recht van de Regeering met klem te vra gen thans maatregelen te nemen, dat vaste lasten en andere kosten onverwijld in flink tempo omlaag gaan. Wil de Regeering geen devaluatie van ons betaalmiddel, laat zij dan maatregelen treffen, dat onze bedrijven door verlaging van kosten en lasten, kunnen blijven be staan, zulks ook, opdat ons land als geheel genomen zich aan het wereldprijsniveau zal kunnen aanpassen en de verloren ex port-markten, die thans nog open zijn, kunnen herwinnen. Tevens wil ik hierbij wijzen op de zoo hoogst noodzakelijke organisatie van boven af van onzen export. Wat ten deze door onze Regeering wordt gedaan, steekt armelijk af bij wat andere landen doen. Aanhoudende slechte bedrijfs-resultaten tasten de innerlijke waarde van de fabrie ken ernstig aan. met als gevolg een drei gende executie door de bankinstellingen, die crediet-hypotheken en andere credleten verstrekthebben. De banken trachten uit een eisch van zelfbehoud de verleende voorschotten regelmatig in te krimpen, de credieten moeten worden teruggebracht, maar voor vele fabrikanten is zulks zoo goed als onmogelijk. Om thans een bedrag van f. 1000 te kunnen aflossen, moet de fa brikant tweemaal zooveel producten ver- koopen als ten tijde toen het crediet werd opgenomen. De toestand van meerdere fabrikanten is daardoor hoogst moeilijk en wanneer er in het afgeloopen jaar niet meer onderne mingen zijn geliquideerd, dan is zulks al leen daaraan toe te schrijven, dat de be trokken bank ondanks het feit, dat noch rente, noch aflossing betaald wordt, het voor haar voordeeliger achtte, depositie te laten staan. En op deze wijze functioneert er in onze maatschappij nog veel, wat fei telijk economisch niet te handhaven is. Met de grootst mogelijke nauwlettend heid zullen de banken er echter op hebben toe te zien. dat, ook al zouden zij zelf ctearbij zonder veel kleerscheuren van een crediet kunnen afkomen, er geen bedrijven tot liquidatie worden gedwongen, die nog rendabel gemaakt kunnen worden. Niet alleen crediet nemen, ook credlet- geven schept verplichtingen. Ondanks den ongunstigen toestand, waarin de industrie zelf verkeert is het de industrie, die vooral ook den druk moet op vangen van alle steunmaatregelen. Denk aan de verhooging van invoerrechten, den werkloozensteun. den steun aan den land bouw en den steun aan de veeteelt. Ik vraag mij bezorgd af „hoe lang kan dat nog duren?" De regeering meent dat deze noodig zijn. Het zij zoo, maar de positie van menig fabrikant is niet gunstiger dan van menig lid van de gesteunde groepen. De Industrie vraagt vooralsnog geen directen finan- cieelen steun, wel wenscht zij met klem, dat de regeering doet wat in haar ver mogen is om de behulpzame hand te bieden. Van de bedrijfsgroepen kan het volgende worden gemeld. Bankwezen. Voor Leiden en omstreken kan 't Bank bedrijf niet terugzien op een jaar van groote inkomsten; met tevredenheid wordt geconstateerd, dat in vele onderdeelen geen verdere achteruitgang plaats greep. Noodzakelijke saneeringen zijn, voor zoo ver het zich laat aanzien, doorgevoerd, waardoor de situatie over het geheel ge nomen iets overzichtelijker is geworden. Het incasso-bedrijf gaat voort steeds meer de zeer nadeelige invloed te onder vinden van de door geen kostengrens ge limiteerde concurrentie van den Post cheque- en Girodienst. Zonder eenige twij fel zal deze tak van het bedrijf, welke in de laatste jaxen niet meer rendabel ge maakt kan worden, als slachtoffer van de concurrentie van het Staatsbedrijf moeten vallen. Wollen Garens- en Sajet-industrie. In vergelijking met het voorgaande jaar is de omzet in het binnenland niet onbe langrijk verminderd. Ook de export van meer dan twee-draads-getwljnde garens liep in vergelijking met deze periode in 1933 terug met een bedrag van f. 174.000 over de eerst elf maanden van 1934. De verwachtingen voor 1935 zijn niet be moedigend. Breierijen. In de Breierijen ging de productie sterk achteruit, het grootste deel van het jaar kon niet gewerkt worden. De prijzen zijn teruggeloopen. De behaalde financieele resultaten blijven belangrijk beneden die van 1933. Wollen Deken-Industrie. Ofschoon de mate van bedrijvigheid in het afgeloopen jaar in de diverse fabrieken onderling wel verschilde, was de afzet in de eerste negen maanden niet onbe vredigend. In een fabriek werd zelfs gedu rende vrij geruimen tijd in vol bedrijf met twee ploegen gewerkt. Het aantal fabrieken in Nederland, die dekens fabriceeren, is in het afgeloopen jaar toegenomen, waardoor er, nu mede door den zachten winter, de afname be langrijk is teruggeloopen, er thans een fhnke overproductie is, met als gevolg een verkoop tegen verliesbrengende prijzen. In verschillende fabrieken is aan het eind van dit jaar het personèel aanzienlijk ingekrompen. Gewatteerde- en Donzen Deken-Industrie. De contingenteering van de grondstoffen voor deze industrie, zooals katoenen en kunstzijden manufacturen, die in ge- wenschte kleur en afwerking en kwaliteit hier te lande niet of zeer moeilijk te ver krijgen zijn, veroorzaakt in dit bedrijf ern stige moeilijkheden. Doordat klaargemaak te gewatteerde en donzen dekens bij elke hoeveelheid vrij kunnen worden geïmpor teerd en de grondstoffen niet, moest het bedrijf te Leiden er zelfs toe overgaan op bepaalde tijden de gereede producten te importeeren, waardoor de werkgelegen heid te dezer stede geschaad werd. Mede door den algemeenen ongunstigen toestand en het zachte weer in de laatste maanden, is de vraag belangrijk terug geloopen, waardoor een groot gedeelte van de arbeiders moest worden ontslagen. De vooruitzichten voor 1935 zijn zeer pessi mistisch. Touwfabricage. Ondanks de toch reeds ongekend lage prijzen van de grondstoffen bij den aan.- vang van 1934, is het peil dier prijzen; na een aanvankelijke stijging in het voor jaar, nog verder gedaald. De productie aan de fabriek te Leider dorp kon in verband met het afbranden van de fabriek in Edam nog iets worden opgevoerd. De verkoop van de aldaar ge fabriceerde tapijten, matten en loopers nam toe. BloemboUenbedrijf. Niettegenstaande de meeste valuta's van de landen, waarheen geëxporteerd werd, sinds het vorig jaar nog meer gedaald zijn, is 1934 voor de bloembollenteelt en handel beter geweest dan zijn beide voor gangers. De export van bloembollen bedroeg in 1934 44 millioen K.G., met een waarde van 22 millioen gulden. De gemaakte prij zen waren iets hooger. De export was 2 millioen K.G. en pl. m. 3 millioen gulden grooter dan het vorig jaar. Toch blijft de hooge waarde van onzen Nederlandschen gulden voor den export 'n groote belemmering, daar de productie kosten niet in die mate zijn gedaald als de valuta van meerdere buitenlandsche koopers is gedeprecieerd. Daarbij komt nog dat de hooge invoerrechten den prijs der bloembollen in de diverse landen aan zienlijk verhoogen. Voor 1934 werden vastgesteld minimum prijzen, zoowel voor de binnenlandsche markt, als voor den export. De teelt beperking werd gehandhaafd onder bij voeging van een bepaling, waarbij aan de kweekers van bloembollen 85"/» der mini- mum-prijzen werd gegarandeerd. Door dezen maatregel werd een inzinking der prijzen voorkomen en voorkwam men eveneens de zoozeer gevreesde dumping. De zeer overvloedige oogst gaf een uit stekende opbrengst. Waren de boven genoemde maatregelen niet tot stand ge komen, dan zouden de financieele resul taten dit jaar zeer slecht geweest zijn. In het algemeen kan gezegd worden, dat de toestand in het bloembollenvak iets beter geworden is. De export naar Enge land, Duitschland, Amerika, België, Noor wegen en Zweden nam toe, die naar Dene, marken. Frankrijk en Canada af. Een kleine export vindt er thans plaats naar Japan. Bouwmaterialen. De sinds April van het afgeloopen jaar regelmatige achteruitgang van de bedrij vigheid in de bouwvakken, vertoonde een merkbaren terugslag op de met deze branche samenhangende fabrieken. In de eerste acht maanden werden dit jaar 32925 stuks nieuwe bouwwerken aange vangen, tegen 39560 gedurende deze pe riode in 1933. In September zijn op nieuwe terreinen 4494 bouwwerken aangevangen, in October 4058 stuks. Eind September waren in uitvoering pl.m. 2500 woningen tegen plan. 2911 in einde September 1933. Beton. Ofschoon gedurende vrijwel het geheele Jaar de vraag belangrijk minder geweest is dan in het voorgaande jaar, is de per- soneel-bezetting bij de meeste fabrieken gehandhaafd. Als gevolg daarvan zijn de voorraden thans zeer belangrijk en liepen de prijzen tot een ongekend laag niveau terug. Wanneer de toestand zich niet in gunstigen zin wijzigt, zal ontslag van per soneel niet kunnen uitblijven. Ernstige moeilijkheden bij den afzet van hunne producten ondervinden daaren boven de betonfabrikanten door de vracht- verhoogingen, ontstaan door de invoering van de Wet op de Evenredige Vrachtver- deeling. Kalkzandsteen. In 'het eerste half jaar kon in één der grootste fabrieken in ons district nog met een dubbele ploeg gewerkt worden en was afzet van de productie goed mogelijk. Geleidelijk aan is de toestand ongunstiger geworden, de reeds hiervoren gememoreer de achteruitgang van de bedrijvigheid in de bouwvakken maakte, nadat eerst groote voorraden waren gekweekt, inkrim ping van de productie dringend nood zakelijk. In de laatste maanden is de reeds ge ringe vraag nog verder teruggeloopen, waardoor nog meer personeel moest wor den ontslagen. Het gevolg van dezen on- bevredlgenden gang van zaken was, dat de prijzen hoe langer hoe lager geworden zijn en thans een niveau bereikt hebben, dat 25 °/o a 30 "/o ligt beneden dat in 1914. De invoer van de Belgische steen, die hier te lande de voornaamste concurrent van de kalkzandsteen is, liep over de eerste elf maanden van 1934 terug met 38272 ton en bedroeg in totaal in deze periode 1.188.200 ton of circa 94.000.000 steen. De gemiddelde waarde verminderde van f. 41.94 tot f. 35.90 per tien ton. Dakpannen. In de eerste helft van het afgeloopen jaar kon de productie tegen niet onrede lijke prijzen worden ondergebracht. Ge leidelijk, hoofdzakelijk als gevolg van de afnemende drukte in de bouwnijverheid, is de toestand ongunstiger geworden. In de laatste paar maanden zijn de voorraden aan de fabrieken belangrijk opgeloopen en dientengevolge de prijzen gezakt tot een peil, waarop loonende productie niet mogelijk is. Meerdere fa brieken zullen daardoor in dezen winter niet fabriceeren en slechts een sterk in gekrompen personeel aan den gang hou den. De invoer van Belgische onverglaasde dakpannen nam in vergelijking met het vorig jaar in 1934 toe met 1106 ton en bedroeg in totaal 7796 ton. De prijs van deze geïmporteerde pannen bedroeg dit jaar in doorsnede f. 14.60 per ton, tegen f. 13.56 per ton in 1933. Mede tengevolge van de Evenredige Vrachtverdeellng wordt steeds meer per auto vervoerd. Schelpkalk. De toestand van deze oud-hoUandsche industrie over 1934 is nog ongunstiger dan in het voorgaande jaar, toen de afzet reeds ruim onvoldoende was om de be drijven op normale wijze op gang te houden. Grof Aardewerk. De vervaardiging van bloempotten en draineerbuizen, schoorsteenpotten enz., welke in het district aan vele handen werk verschaft, is in de laatste maanden aan merkelijk teruggeloopen. De buitengewone scherpe concurrentie, door de mindere vraag en uitgezette productie ontstaan, heeft de verkoopprijs thans teruggebracht tot beneden kostprijs. Houthandel De, zij het ook langzaam doorschrijden de huurdaling met als gevolg een niet on belangrijke waarde-vermindering van huizen, deed de nieuwbouw niet onbelang rijk teruggaan, waardoor de omzetten in den Houthandel beduidend geringer waren dan in het vorig jaar. De financieele resultaten waren ongun stig, De verwachting voor 1935, zoowel voor den Houthandel als voor alle andere bouwmateriaal-bedrijven, is dan ook verre van gunstig. Scheepsbouw. Deze tak van bedrijf, in vroegere jaren van meer dan gewone beteekenis voor de werkgelegenheid in ons district, is nog steeds te rangschikken onder de indus trieën die het zwaarst getroffen zijn. In het afgeloopen jaar was de toestand nog ongunstiger dan in het toch reeds zoo ongunstige jaar 1933. Een der belang rijkste werven in ons district. Sinds 1877 ononderbroken voorzien van orders op nieuwbouw, kon voor het eerst sinds haar bestaan, in het afgeloopen jaar geen en kele opdracht boeken. Een gering aantal werklieden kon voor reparatiewerk aan den gang gehouden worden. Hollandsche Constructie-Werkplaatsen Hoewel in het algemeen bij de IJzer- constructie-werkplaatsen nog van geen opleving gesproken kan worden waren de hier ter stede gevestigde werkplaatsen van bovengenoemde fabriek flink van op drachten voorzien, terwijl belangrijke utiliteitswerken, die in de technische wereld zeer de aandacht trokken, nog in uitvoering zijn. Trawlvïsscherij. De haringvisscherij werd in 1933 vroeg beëindigd, zoodat verschillende schepen de trawlvisscherij evenals het voorgaande jaar reeds in December begonnen. In het eer ste halfjaar namen ongeveer 70 Katwijk- sche loggers aan de trawlvisscherij deel, RECLAME. 4414 Wordl ga weer gekweld door die nare pijnen, waardoor Ge Uw werk niet meer kunt blijven verrichten. Neem nu foch eens één of twee "AKKERTJES" die Uw pijnen zullen verdrijven en U ook in aeze dagen fit en opgewekt zullen maken. Neaeriandsdi Ongeëvenaard tegen Hoofd"? Product pjjn> Kiespijn, Neuralgie, Ze», nuwpijn, Vrouwenpijnen, enz.' Ks/----.. Per 12 st. 52 ct. Zakaoosje 20 ct. Vólgens reception Apotheker Dumorrt 1 AKKER.CACHETS het laatste halfjaar verminderde dit tot 27 schepen in verband met den aanvang van de haringvischerij. De besommingen waren minder dan ia 1933, hetgeen slechts ten deele goedge maakt kon worden door lagere exploitatie kosten. Haringvisscherij. Werd in 1933 door de reeders onderling 'n regeling (datum van uitvaren en lengte der netten betreffend) getroffen, in het afgeloopen jaar werd dit door de Regee ring voorgeschreven. Vanaf 15 September kon van het crediet ad f. 750.000 gebruik worden gemaakt. Het crediet werd verstrekt uit het Landbouw- Crisisfonds. De maximum-prijzen voor Volle- en Steurharing zouden resp. f. 9 en f. 7 bedragen. De prijzen voor de verschil lende op te nemen partijen werden vast gesteld door vanwege de Centrale aange stelde ambtenaren. Op goedgekeurde par tijen kon men een voorschot van 85 be komen. Voor het opbergen werd een ver goeding van 25 ets. per kantje betaald. Ter bestrijding van de kosten waren dé deelnemers verplicht 10 cents per kantje te betalen over alle aangevoerde kantjes. Dit heeft de gezamenlijke reederijen plm, f. 40.000 gekost. Bijna 100.000 kantjes wer den dooi- de Centrale uit de markt ge nomen en het crediet werd ten volle ver bruikt. De combinatie bezit nu nog plm. 90.000 kantjes haring, welk kwantum, omdat de handel weinig voorraad heeft, op zich zelf niet te groot kan worden genoemd. Ook in Engeland zijn de voorraden niet groot en daarom is het waarschijnlijk, dat de prij zen daar verhoogd zullen worden. Duitsch land heeft zijn vloot de laatste jaren be langrijk uitgebreid en vischt tot einde December tegen vroeger einde November. De vangst is dan ook veel grooter dan vroeger, n.l. 617.836 tegen 464.286 kantjes in 1933 en 356.778 kantjes in 1932. De afzet naar Duitschland was bijzon der goed. hoewel de haring er bijna 100 duurder is. hetgeen verband houdt met de hooge prijzen voor andere voedings middelen aldaar.. Bleven de Dultsche ree derijen vorig seizoen met circa 100.000 vaten oude haring „zitten", die eerst de vorige maand geheel verkocht kunnen worden, de goede afzet in dit seizoen doet verwachten, dat in het voorjaar 1935 alles geplaatst zal kunnen worden. Voor den afzet van de hier In voorraad zijnde 90.000 vaten, mogen de verwach tingen echter niet te hoog gesteld worden, daar de afzetmoeilijkheden daarvoor te groot zijn. Overleg met den handel zal noodig zijn, om het risico zooveel mogelijk te beperken. De vangsten zijn bijna het geheele jaar goed geweest, zoodat 10 November bü het gedwongen beëindigen der teelt reeds 53.000 kantjes meer aangevoerd waren, dan bij het einde op 5 December van het vorig seizoen. Het Regeerings-crediet was toen ook ten volle gebruikt. Tot 11 November werden aangebracht 702.649 kantjes (waarin begrepen plm. 35.000 kantjes versche haring). Tegen in 1933 649.294, in 1932 558.692, in 1931 767.189. in 1930 724.247. Aan de Visscherij hebben dit jaar deel genomen 248 schepen, tegen vorig jaar 242. waarvan van Katwijk dit jaar 56 tegen vorig jaar 63. Ondanks de moeilijkheden vindt de ont wikkeling van het bedrijf nog steeds voortgang. Haringhandel. In tegenstelling met eenige vooraf gaande jaren is het in het voorjaar van 1934 mogelijk geweest de voorraden aan den man te brengen, hoewel de te bedin gen prijzen niet zoo geweest zijn. dat het risico van het houden van voorraden be looning heeft gevonden. De vangsten werden in den aanvang van het seizoen grif opgenomen, ook toen de aanvoeren grooter werden, waartoe vooral de afzet in het binnenland, waar het verbruik van Maatjesharing nog steeds toenemend is. zeer heeft medegewerkt. Tot midden Augustus was ook de ex port naar Duitschland goed te noemen. Dit was vooral toe te schrijven aan den aanvoer van grootere haring die op dat tijdstip zeer gevraagd was. De betaltngs-moeilij'kheden namen ech- tor toe Dat de handel op Duitschland onrustba rend terugloopt, demonstreeren de volgen de cijfers duidelijk: in 1930 werd geëxporteerd 39.155 180 K.G. met een waarde van f. 8.153.709; in 1931 werd geëxporteerd 47.352.075 K.3. met een waarde van f. 6.435 500; in 1932 toen het invoerrecht van 3 tot Mark werd verhoogd, waren de cijfers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9