75ste Jaargang DONDERDAG 3 JANUARI 1935 No. 22939 STADSNIEUWS. BUITENLAND. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zaïkenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ots. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens poetrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f portokosten (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. LUSTRUMVIERING 1935. De Lustrumcommissie van het Leidsch Studentencorps deelt ons mede, dat a.s. Dinsdagavond om halfnegen in „De Burcht" een bijeenkomst zal worden ge houden met vertegenwoordigers der buurt commissies teneinde de plannen te be spreken voor een passende en met het onderwerp der Maskerade overeenkomen de versiering der stad tijdens de komende lustrumweek Waar het van het grootste belang is, dat deze versiering in onderling overleg wordt ontworpen, vertrouwt de Lustrumcommis sie, dat alle buurtcommlssies in deze bij eenkomst vertegenwoordigd zullen zijn. ZILVEREN JUBILEUM J. J. GULDEMOND Bij den Gem. Reinigingsdienst. In tegenwoordigheid van het volledige ambtenarencorps werd hedenmorgen de heer J. J. Guldemond, die zijn 25-jarig jubileum als dieper bij den Relnigings- en Ontsmettingsdienst mocht vieren, in de directiekamer gehuldigd. De directeur, de heer J. H. de Jong, sprak den jubilaris ln hartelijke bewoor dingen toe. Hij memoreerde de beteekenis van dezen dag en zeide vervolgens het een aangename taak te achten hem hartelijk te mogen feliciteeren, in de eerste plaats namens het College van Burgemeester en Wethouders, meer in het bijzonder na mens den Wethouder van dezen dienst, voorts namens ambtenaren en hem zelf. Spr. stond vervolgens stil bij de onder deden van den dienst waaraan de jubi laris in den loop der jaren zijn krachten gaf en belichtte daarbij zijn eerlijk ka rakter en groote arbeidslust. Hierbij was het strafregister van Guldemond van dien aard, dat Burgemeester en Wethouders gaarne bij de herdenking van dit jubi leum de gebruikelijke gratificatie voor 25- jarige getrouwe dienstvervulling wilden toekennen. Namens allen geeft spr. uiting aan den wensch, dat deze dag voor den jubilaris er een mag zijn van groote dankbaarheid en blijdschap. Wij allen, aldus besloot spr. zijn rede, wenschen u toe, dat gij met dezelfde opgewektheid als tot heden door u aan den dag gelegd, uw arbeid nog vele jaren in goede gezondheid zult mogen verrichten. Moge het „Arbeid Adelt" nog lang uw parool blijven en het „Rust Roest" verre van u zijn. Vandaag is het natuurlijk voor u rust. Moogt ge vooral nu herdenken het aangename in uw 25-jarige loopbaan on dervonden: het minder prettige, dat na tuurlijk ook wel eens zal zijn gepasseerd, weert ge thans uit uw gedachten. De heer Guldemond dankte getroffen voor alle tot hem gerichte goede woorden, daarbij in het bijzonder er zijn voldoening over uitsprekende, dat zijn arbeid blijkt te worden gewaardeerd. Door enkele collega's van de afd. waterwerken was den jubilaris lntusschen nog een keurige schemerlamp aangeboden. HET LEIDSCHE INSCHAKELINGSPLAN. VERSCHILLENDE BEZWAREN. 40-JARIG JUBILEUM VAN MEJ. D. VOLTMAN. A.s. Zaterdagmiddag om 2 uur zal rmj. D. Voltman, directrice der Kweekschool voor Bewaarschoolhouderessen aan het Rapenburg in de Stadsgehoorzaal worden gehuldigd in verband met het feit, dat zij I gedurende 40 jaren aan deze school is ver bonden. RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE. De Minister van Onderwijs. Kunsten en Wetenschappen heeft bepaald, dat de naam van het Rijksmuseum van Ethno- grafie alhier van 1 Januari 1935 af luidt: Rijksmuseum voor Volkenkunde. MILITARIA. De reserve-luitenants A. van Dop, W. D. J. Scheepens, J. P. van Kats, W. Haverman, H. Haagsma, J. J. van der Burg, J. van Wijk, D. de Jong, C. Roggen, G. J. Bier, G. Verberg, O Houwen en H. W. J. Bosch, allen van het 4de regiment infanterie en J. F. van Hulsteyn, J. Brink, H. J. W. Wes tenberg, E. J. Uhlenbeek, F. S. van Nierop, B. J. Maarssen, W. van Dijk, H. A. D. van den Wall Bake en A. Rullmann, allen van het 6de regiment veldartillerie zijn met Ingang van 1 Januari j.l. benoemd tot reserve-eerste-luitenant. WAARSCHUWING. De Secretaris van den Armenraad geeft in overweging geen relaties aan te knoopen met de Vereeniging Middenstandsbelangen alvorens inlichtingen bij hem te hebben ingewonnen. Deze vereeniging is gevestigd, Tweede Lombardstraat 19 te Rotterdam; tot voor kort was het adres Klein Cool- straat 40 a, Rotterdam. In het wekelijksche orgaan van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers „De Nederlandsche Werkgever" treffen wij het volgende artikel aan over het onlangs ook door ons beschreven „lnschakellngs- plan". „Een subcommissie uit het Leidsche Crisiscomité, de z.g. inschakelingscommis sie, heeft eenigen tijd geleden onder lei ding van haar voorzitter Dr. Brinkgreve het „Leidsche inschakelingsplan" uitge werkt, dat beoogt, de productie en de wel vaart binnen Leiden te doen toenemen en zoodoende de werkloosheid te doen ver dwijnen. In het kort komt het plan hierop neer, dat men de 3000 werkloozen, die er in Lei den zijn, van gemeentewege aan een aan tal met name genoemde openbare werken te werk stelt en hen betaalt met een nieuw soort geld, Leidsch gemeentegeld genoemd, dat door de gemeente wordt ge creëerd en alleen gangbaar is binnen Leiden. De Leidsche middenstanders en anderen, die dit geld van de werkloozen in betaling ontvangen, kunnen het weer gebruiken voor betalingen aan de ge meente en aan hun Leidsche personeel, evenals voor betalingen aan Leidsche gros siers en fabrikanten. Hetzelfde geldt voor deze laatsten. Verschillende van de be treffende groepen hebben zich reeds bereid verklaard, zulk geld in betaling aan te nemen. De redeneering van de inschakelings commissie is, dat er in de bedoelde bedrij ven door de verhoogde inkomens der werk loozen meer te doen zal zijn, zoodat daar in meer personen zullen kunnen worden gebruikt. Dit personeel zal dan niet meer behoeven te worden aangesteld bij open bare werken. Zoo ontstaat er een nieuwe toestand van grooter productie en grooter welvaart, die zoo vertrouwt de commis sie op den duur zichzelf zal kunnen instand houden. In Het Volk heeft Prof. Dr. J. Tinber gen een critische bespreking van dit plan gegeven. Hij wijst op het gevaar voor de preciatie van het Leidsche geld, wanneer men niet over voldoende Nederlandsch geld beschikt om betalingen buiten Lei den te doen. De commissie wil dit bezwaar ondervangen door ieder die Nederlandsch geld noodig heeft en slechts over Leidsch geld beschikt, in de gelegenheid te stel len dit te verkrijgen, door bemiddeling van een gemeentelijken girodienst, van de menschen, die juist meer Nederlandsch geld hebben dan strikt noodig is. Eerst wanneer er zooveel Leidsch geld in om loop zou zijn, dat niemand meer over méér Nederlandsch geld zou beschikken dan hij strikt noodig heeft, zou de moei lijkheid zich voordoen. lntusschen meent Prof. Tinbergen, dat waar volgens een door hem gemaakte ruwe berekening wel een 40 pet. van wat de Leidsche consu ment betrekt Leidsche prestaties vertegen woordigt, de zaak eerst spaak zou loopen, indien meer dan dit percentage van de betalingen van consumenten met Leidsch geld zou moeten geschieden. Maar zoo betoogt hij verder er zit aan deze quaestie nog een andere zijde. De ver hoogde bedrijvigheid in Leiden zal ook verhoogden „invoer" van Nederlandsche niet-Leidsche goederen medebrengen, tegenover welke verhooging voorloopig geen verhoogde uitvoer van Leidsche pro ducten naar overig Nederland zal staan. De kans is dus aanwezig, dat het Neder landsche geld uit Leiden wegstroomt. Dit acht hij slechts te vermijden afgezien van de mogelijkheid van verkoop van Leidsche vermogensbestanddeelen aan de overige Nederlanders door een zeker streven naar lokale autarkie. In welken omvang dit echter mogelijk is, is niet zeker. Er is z. i. echter geen bezwaar een zekere bevoorrechting van Leidsche pro ducten toe te passen, omdat de winst van werkgelegenheid veel grooter zou zijn dan het verlies aan werkgelegenheid elders en dit verlies z. i. geheel tot het verleden zou behooren, indien men elders hetzelfde plan zou gaan volvoeren. Prof. Tinbergen meent verder, dat in dien er, om geen moeilijkheden als hier boven geschetst, te verwekken, slechts een beperkt bedrag in totaal wordt uitgege ven, als gevolg van de door de „injecties" vergroote bedrijvigheid eenerzijds het aan tal werkloozen zal afnemen, dat bij de openbare werken moet worden geplaatst, anderzijds de gemeente-ontvangsten gun stiger zullen worden. Hij acht het niet on denkbaar, dat er ten slotte een evenwicht wordt bereikt, waarbij geen verdere uit gifte van gemeentegeld noodig zou zijn. Zeker is dit echter niet. In ieder geval vermoedt hij op grond van ruwe bereke ningen, dat in elk geval voor een tijd van beteekenis, b.v. een jaar of twee jaar, een zeer aanmerkelijke verbetering van den toestand zou kunnen worden verkregen. Veel beter zou hij het tenslotte achten, Indien een dergelijk program op natio nale of internationale basis zou worden uitgevoerd. Tot zoover Prof. Tinbergen. O. i. is hij ondanks de bedenkingen, door hem gefor muleerd, nog te optimistisch omtrent de werking van dit plan. Er is veel in, dat ook ons niel voldoende duidelijk is; er rijzen allerlei vragen. In de eerste plaats dunkt ons de stimu- leerende werking, die hiervan zou uitgaan op de Leidsche bedrijvigheid sterk over dreven. Deze werkloozen ontyangen thans steun en consumeeren het totaal van dit steunbedrag binnen Leiden. De meerdere „bedrijvigheid" van het Leidsche plan ver wacht, kan slechts voortvloeien uit de omstandigheid, dat deze werkloozen voortaan in den vorm van „Leidsch geld" méér zullen ontvangen dan hun tegen woordig steunbedrag. Zeer zeker beteekent dit vóór alles een stijging van de omzet ten der winkeliers; maar dat zulks in belangrijke mate aan de werkgelegenheid in Leiden zou ten goede komen, betwijfe len wij sterk. Men kan nu eenmaal on mogelijk eischen. dat de Leidsche mid denstand niet anders dan Leidsche pro ducten zal verkoopen en dat b.v. de Leid sche kleermakers geen buiten Leiden ge fabriceerde stof mogen bezigen voor hun costuums. Kaas en boter komen toch even min als margarine uit Leiden zelf. In ieder geval is de verhooging van inkom sten van deze werkloozen in het wezen der zaak niet te beschouwen als een uit vloeien van de creatie van „Leidsch geld", maar als resultaat van hun tewerkstelling bij openbare werken. Maar zal men kunnen zeggen daartoe zou de gemeente niet kunnen overgaan, wanneer zulks belangrijke kosten voor haar medebracht. Door de uitgifte van dit „Leidsche geld" worden die kosten tot een minimum voor haar teruggebracht en worden zelfs de steunuitkeeringen be spaard. Hier rijzen nu nieuwe vragen en moei lijkheden. Het is ons n.l. ook na de uit eenzetting, hierboven door Prof. Tinber gen gegeven, niet duidelijk geworden hoe nu eigenlijk de verhouding is waarin de gemeente staat tot dit door haar uitgege ven „geld". Zijn 't eenvoudige bons zonder waarde, die de gemeente nimmer behoeft in te lossen? Of vertegenwoordigen deze papiertjes of munten inderdaad een gelijk bedrag aan Nederlandsche munt? Uit de uiteenzetting van Prof. Tinbergen valt op te maken, dat de gemeentelijke giro ze alleen inwisselt tegen Nederlandsch geld, voor zoover er binnen Leiden personen zijn, die Nederlandsch geld bij die giro storten om Leidsch geld te verkrijgen Maar al wisselt de-gemeente zelf dit geld nooit in, zij neemt het wél in betaling. Dit wordt uitdrukkelijk medegedeeld. Men zal er dus belasting, gas, water, electrici- teit mee kunnen betalen. Maar dan be teekent zulks, dat de gemeente voortaan een steeds grooter deel van haar inkom sten zal ontvangen in een geld, dat buiten Leiden niet gangbaar is, zoodat zij in mindere mate dan vroeger aan haar ver plichtingen zal kunnen voldoen. Hierbij rijst dan verder de vraag of de gemeente dit Leidsche geld opnieuw zal mogen uit geven voor andere doeleinden dan voor betaling van de loonen der tewerkgestelde werkloozen. Komt op deze wijze ook het comptabel beheer der gemeente overeen komstig de Gemeentewet niet op losse schroeven te staan? Vast staat, dat de gemeente de ingezele- nen niet kan verplichten dit geld in beta- I ling aan te nemen inplaats van wettige munt. Maar daaruit volgt, dat dit geid minder waarde zal moeten hebben dan gewoon Nederlandsch geld, óók voor de j gemeente zelf, die het in toenemende j mate zal ontvangen naarmate de proef langer duurt en er dus meer van dat geld zal worden uitgegeven. Is het de bedoe ling, dat de gemeente uiteindelijk verplicnt zal zijn het geld in te wisselen legen Nederlandsch geld. dan komt de heele zaak in haar wezen hierop neer, dat zij een soort vlottende schuld creëert tot on bepaalde bedragen, waardoor er ten slotte een zware last op de gemeente zal druk ken, die aan de toekomstige welvaart van Leiden zeker niet ten goede zal komen. Uitzetting van den geldvoorraad om „koopkrachtinjecties" te verrichten, kan slechts een voorbijgaand effect hebben en moet na korter of langer tijd tot dieper inzinking leiden. In het gegeven geval heeft men feitelijk te doen met een vorm van inflatie; men zou van stedelijke in flatie kunnen spreken. Wordt Leiden vol gepompt met dit geld, dan zal het spoe diger zijn gedeprecieerd dan Prof. Tin bergen verwacht, juist omdat het zelfs binnen de gemeente niet overal in beta ling zal worden genomen en omdat noch de inwoners, noch de gemeente zelf, er iets aan hebben voor betalingen in overig Nederland. Dit zal ertoe leiden, dat de prijzen van verbruiksartikelen, de huren enz. in Leidsoh geld uitgedrukt, omhoog zullen gaan, waardoor de afzet van ver bruiksartikelen weer zal terugloopen en de bedrijvigheid zal afnemen. Wij vragen ons ook af, wat de Leidsche fabrikanten, groothandelaren, enz. die belangrijke bedragen in dit Leidsche geld van hun Leidsche afnemers ontvangen, daarmee zullen kunnen uitrichten. Zij kunnen dat geld niet beleggen en er even min buiten Leiden iets voor koopen, ter wijl de kans, dat zij het zullen kunnen inwisselen tegen Nederlandsch geld voort durend geringer zal worden. Zóó bekeken, beteekent het plan een verkapte belasting van buitengewone zwaarte, op het be drijfsleven gelegd. Hoe kan men daarvan in ernst blijvende vergrooting van de wel vaart in Leiden verwachten? Eindelijk zijn wij het beslist oneens met Prof. Tinbergen's meening, dat indien deze methode meer algemeen werd toegepast, de voordeelen nog veel grooter zouden worden. Zelf erkent hij, dat het stelsel de lokale autarkie in de hand werkt. Nu is niets noodlottiger voor de algemeene be drijvigheid dan stedelijk protectionisme. Maar nationaal toegepast leidt het evenzeer tot landelijke autarkie en infla tie van het ruilmiddel." DE ALGEMEENE TOESTAND. FranschItaliaansch accoord verzekerd Nieuwe nota van Abessinië aan den Volkenbond. De telegrammen hebben gisteren nog medegedeeld, dat de Fransche minister Laval hedenavond naar R-me gaat! Er is dus plotseling een wijziging ten goede ingetreden! Volgend program is bekend gemaakt: Laval vetrekt hedenavond om 20.20 uur uit Parijs en komt morgen om 17 uur te Rome aan. Hij zal worden vergezeld door den secretaris-generaal van den Qual d'Orsay, Leger, den onderdirecteur voor Afrikaansche en Levant-aangelegenheden, de Saint Quentin en zijn kabinets-chef, Rochat. Bij zijn aankomst te Rome zal hij worden ontvangen door Mussolini. Zaterdag zal worden bestemd voor be sprekingen tusschen Laval en Mussolini. Zoo noodig zullen de besprekingen Zondag wrrden voortgezet. Zaterdagavond geeft Mussolini ter eere van Laval een diner. Zondag zal een banket worden aangericht in de Fransche ambassade. Hoogstwaarschijnlijk Maandag zal een bezoek worden gebracht door Laval aan den Paus. Dinsdagmiddag vertrekt Laval weer uit Rome en komt dan Woensdag om 9.20 uur weer te Parijs aan. Donderdag zal hij waarschijnlijk naar Geneve vertrekken ter deelneming aan de zitting van den Volkenbandsraad. Hoe de wijziging ten goede ontstond, wordt aldus verklaard: Gedurende den ministerraad, waarin Laval onbeperkte volmacht werd verleend voor de voortzetting der onderhandelingen met Rome, werd Laval aan de telefoon ge. roepen. Hij ontving onmiddellijk daarna den Itallaanschen gezant. Na een kort onderhoud met hem stelde Laval zich telefonisch in verbinding met den Fran- schen ambassadeur te Rome. Kort daarop bracht Pfluegl, de Oosten- rijksche gezant, een bezoek aan den Quai d'Orsay. Daar onmiddellijk daarop hiet vertrek van Laval naar Rome bekend ge maakt werd, neemt men in welingelichte kringen aan, dat de bezwaren der Ween- sche regeering met betrekking tot het garandeeren van de Oostenrijksche onaf hankelijkheid door de Kleine Entente in getrokken, of in ieder geval niet meer in den tot dusver geldenden omvang ge handhaafd zijn. Te Weenen zijn volgende inlichtingen aan de pers verstrekt: In de afgeloopen dagen hebben de Oos tenrijksche vertegenwoordigers te Rome en te Parijs herhaaldelijk gelegenheid PRODUCTIE-BEPERKING BIJ CLOS EN LEEMBRUGGEN. De directie der N V. Sajetfabrieken P. Clos en Leembruggen deelt ons mede, dat zij zich tot haar leedwezen genoodzaakt ziet haar productie te gaan beperken. Hoewel de buitenlandsche concurrentie hier te lande hieraan niet geheel en al vreemd is, moet de hoofdoorzaak toch ge zocht worden in een toeneming van de export-moeilijkheden, waarvan helaas geen spoedige oplossing te verwachten is. Als gevolg hiervan zal voorloopig slechts vier dagen per week worden gewerkt, ter wijl ook eenig personeel moet worden ont slagen. BINNENLAND. Teraardebestelling M. Adatcl te Den Haag (Binnenland, 3e Blad). Het autobusongeluk te Renswoude; één der slachtoffers overleden (Gemengd, 3e Blad). Ernstig ongeluk te Amsterdaméén doode en eenige gewonden (Gemengd, 3e Blad). Hotelbrand te Warffura; de hotelhouder in arrest gesteld. (Laatste Berichten, le Blad). HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving: W. H. J. Zwetsloot, Haarlemmerweg 4, Leiden. Wol- en veehandel; handel in schapen. Eigenaar: W. H. J. Zwetsloot, Leiden. Wijziging: F. P. van Dijk, Noordeinde 43, Leiden. Handel in galanterieën en porselein. Vesti ging filiaal: Kerkstraat 3, Bodegraven o/d. naam I.VA De in het Prentenkabinet der Rijks universiteit alhier gehouden tentoonstel- I ling van Nederlandsche teekeningen ver- I worven in de jaren 1907 tot en met 1934 1 wordt verlengd tot 31 Januari a.s. Bij beschikking van den Minister van Financiën is de inspecteur der directe be lastingen, enz. A. W. Kamp, toegevoegd aan het hoofd van de inspectie der dir. bel. te Leiden, 2de afd., aangewezen als hoofd van genoemde inspectie. Met ingang van 15 Januari a.s. wordt de heer G. C. Heijmans, schrijver bij de Ned. Spoorwegen aan het station alhier, overgeplaatst als schrijver bij de Centrale Controle der Ned. Spoorwegen te Utrecht. Geslaagd voor het practijk-diploma Boekhouden Ver van Leeraren der Han- delswetenscbanDen de dames C. Duindam en N. S. Ridderikhof en de heeren C. Diezeraad, H. C. Gottenbos en A. Kloos, allen leerlingen van de middelbare Han delsavondschool „Kennis is Macht" alhier. BUITENEAND. Lavai's reis naar Rome. Overeenstem ming heet verzekerd (Buitenland, le Blad)! Nieuwe nota van Abessinië aan den Vol kenbond (Buitenland, le Blad). Het proces Hauptmann in Amerika (Buitenl. Gemengd 3e Blad en Tel. le BI.), gehad in contact te treden met de per sonen, die betrokken zijn bij de Fransch- Italiaansche onderhandelingen. Bij die gelegenheden hebben zij de wenschen van Oosterijk naar voren gebracht. Deze wen schen, aldus de m/ededeelingen, zouden thans gehoor hebben gevonden. Met dit pact van non-interventie heeft het door de vertegenwoordigers van Oos tenrijk te Geneve aangevatte wsrk zijn bekroning gevonden. De overeenkomst zal berusten op strikte wederkeerigheid en de wederzijdsche ver plichting der deelnemers zich niet te mengen in de politiek van een anderen staat en geen steun te verleenen aan ge welddadige revolutionnaire bewegingen, welke gericht mochten zijn tegen een der verdragsluitende partijen. In een zoodanig verdrag kan de pacifi catie van Midden-Europa worden gezien, aldus wordt verklaard. De uitnoodiging aan het pact deel te nemen zal op zco ruim mogelijke schaal worden verspreid. Behalve aan Oostenrijk en zijn buurstaten, zullen waarschijnlijk ook uitnoodigingen worden gezonden aan Frankrijk, Engeland, Roemenië en Polen. Dit laatste bevestigt het toegeven van Oostenrijk. Het Italiaansch-Fransch accoord neemt men thans als zeker aan, daar Laval de kns van een mislukking niet zou nemen. Officieel is men echter nog terughoudend. Het Fransche bezoek aan Engeland wordt als gevolg van een en ander uitge steld. Van Duitsche zijde wordt melding ge maakt van eenige communistische aan vallen op leden van het Duitsche front in het Saargebied. Van veel beteekenis is het echter niet. Het secretariaat van den Volkenbond publiceert een nieuw telegram, dat de re geering van Abessinië aan den raad en da leden van den Volkenbond heeft gericht. Abessinië handhaaft het standpunt, dat Italië den aanval in Ualuab heeft geopend. Italië heeft overigens, ook kortgeleden, weer een punt bezet, dat ongetwijfeld en zelfs volgens de Italiaansche kaarten tot het Abessinisehe gebied behoort. Italië wil blijkbaar steeds verder voorwaarts dringen. De Abessinisehe regeering heeft Italië reeds op 12 December voorgesteld zoo snel mogelijk de grenzen overeenkomstig het verdrag van 1903 vast te stellen. Thans neemt Abessinië kennis van de verkla ring der Italiaansche regeering volgens welke deze bereid is daartoe over te gaan, doch maakt bezwaar tegen de voorwaarde, dat de Abessinisehe regeering satisfactie moet geven aan Italië voor de verschil lende incidenten, alvorens hiertoe kan worden overgegaan. De regeering van Abessinië verklaart zich bereid alle eischen in te willigen, in dien is gebleken, dat zij inderdaad verant woordelijk is. FRANKRIJK. Nieuwe Fortificaties. De Matin" meldt uit Nancy, dat de Fransche generale staf ongeveer vier maanden geleden heeft besloten, ook te genover de opening van Monmedy, die volgens het eerste plan der grensverster- kingen slechts door gereedliggende mo biele troepen zou worden beschermd, be tonnen fortificaties te laten bouwen, die zich zullen uitstrekken over de streek tus schen Margut in de Ardennen en Arrancy in het Maas-departement. De bouw is reeds voor een bedrag vaa 18 millioen francs aanbesteed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1