BOUWKUNSTIG SCHOON. 75Ite Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 31 December 1934 Achtste Blad No. 22937 SPAANSCHE BRIEVEN. GEMFNIÏH N'FI'WS. ONZE STADSPOORTEN. 51 V4-H jjpP 'rn 1-1 =1 J.S' HET SPAANSCHE KRUIKENMANNETJE. Het was een tropisch warme dag. 's Mor gens vroeg had mijn hospes mij al ipet zijn drukke Spaansche gebaren en zijn lulde, doordringende stem verzekerd, dat het dien dag stikkend heet zou worden, en hij had er spottend aan toegevoegd dat hij niet goed begreep, dat Iemand zijn eigen koele vaderland verliet om ln 'n stad als Madrid ln „oude boeken te komen lezen waar nie mand om gal". Mijn hospes verkeerde ln een dubbele dwaling. Eenerzijds meende hij dat Holland een groot deel van het Jaar door sneeuw en Ijs bedekt was, en dat de bewoners van die koele gewesten een goed deel van den dag op de schaats doorbrachten of ln lange slierten op klompen glijbaantje speelden. Anderzijds had hij een zeer geringe mee ning over de boeken die hij in mijn kamer had gezien. De warmte maakte mij gelaten. Bedaard begon lk aan mijn harde broodje en mijn groote kom koffie, die de Spanjaarden bij hun ontbijt doorgaans met een lepeltje naar binnen hevelen. Bij zulk een warmte dient men vooral niet te praten. Overigens Is praten bij het ontbijt al een hoogst on verstandige zaakMet eenlge verbazing keek lk dus naar een andere gast van dit aardige pension, een dikke dame, die met hevige gesticulaties en een stortvloed van woorden mij probeerde te overtuigen dat men bij zulk een temperatuur niet kon leven Na het middagmaal omstreeks twee uur was de hitte ln de straten Inderdaad verzengend geworden, en lk zegende het gezonde verstand en het practische vernuft van de Spanjaarden, die hun hulzen zoo uitmuntend hebben weten in te richten, dat zelfs zulk een warmte binnenshuis niet merkbaar of hinderlijk werd. Mijn ramen waren met blinden gesloten, de balcondeuren stonden half open en daarvoor hing een mooi, breed gordijn van kralen, dat door den tocht zachtjes heen en weer bewogen werd. Deze gordijnen van kralen zijn uiterst geschikt, zij sluiten af en werken verkoelend. Het verbaast mij zeer, dat zij ln Nederland niet ln grooter getale worden ingevoerd, zij zouden zeer geschikt zijn voor de afsluiting van open staande tuin- en balcondeuren. Er zijn heel aardig beschilderde gordijnen bij, men ziet bijv. voor barbierswinkels wel zulk een deur-afsluiting van kraaltjes met een kleurige afbeelding van het kappersbedrijf. De vloer van mijn kamer die op de derde verdieping ligt is van mooie vler kante tegels, die een frisch roode kleur hebben en lederen morgen door het meisje worden geboend tot zij glimmen als spie geltjes. Het meubilair is zeer eenvoudig, alleen het strikt noodige staat er, en dit heeft aangename, heldere tinten. De tem peratuur was in huis heel behagelijk en men kan er heel goed inspannend geeste lijk werk bij doen. Van bulten drongen weinig geluiden door de meeste menschen deden een dutje of bleven ln ieder geval in hun huls. Af en toe snorde een oude motorfiets met een dreinend lawaai de sterk oploopende straat waaraan dit pension ligt, op, dan werd het weer stil. Een enkele maal wordt zoo'n na- middagstilte verbroken door een troepje Zigeumers, waarvan er een op een oude trompet blaast om de aandacht te trek ken. Daarna laat men een hondje met een kanten rokje aan en een bepluimd hoedje op een beetje op zijn achterpootjes dansen, begeleid door het ringel-rangel van een tamboerijn, die met veel vuur bewogen wordt door een slordig uitziende, zeer don kere Zigeunerin, die vroeger wel heel mooi moet zijn geweest. Over deze Zigeuners schrijf ik eens ln een volgenden brief, het is een merkwaardig volkje. In de stilte die dan volgt, hoort men nu en dan het elegante trippelpasje van een ezeltje, dat met zijn fijne pootjes zich voorzichtig voorwaarts begeeft op deze hellende straat. De ezeltjes vormen een liefde van mij, ik houd van hun sierlijken gang, hun mooien peinzenden kop met de zwaarmoedig starende oogen en de vrien delijke uitdrukking van hun geheele wezen. Plotseling werd de stilte van de ln de zon 'gloeiend heet geworden straat verbroken door een scherpen, feldoordringenden roep: botljo, botijo(de Spaansche j klink als de ch van ons woord kachel). Dit ls een bekende stem, zij is van een Anda- loezlschen venter in aarden kruiken, waar in het water frisch blijft. Ik schoof het gordijn van koralen ter zijde en werd op het balcon vrijwel ver blind door het schelle licht. In mijn kamer was het bijna donker en koel doordat alles afgesloten was, op het balcon schitterde het van het licht van de prachtige, heete Spaansche zon ln een staalblauwen hemel. Beneden gaat langzaam maar veerkrachtig de Andaloezische venter in aardewerk naast zijn beladen ezeltje de straat op. Helder en opgewekt klinkt zijn stem als hij met zijn eentonigen roep zijn aardewerk aanprijst, en hij schijnt niet mismoedig te worden door al die gesloten vensters. Hij gaat door op den brandend heeten zomer middag, straat ln straat uit, Madrid door om te zien of Iemand een kruikje van hem koopen wil. Ge kent die Spaansche kruikenventers wel, er zijn er die Frankrijk, België en Nederland doortrekken, en bij hun terug komst ln hun dorp wonderlijke verhalen doen uit die verre landen. De andere dor pelingen luisteren aandachtig en als goede Spanjaarden eenigszins wantrouwend naar hem, maar als hij vertelt dat hij ln Neder land eenige guldens krijgt voor een kruik die in Spanje slechts eenige stuivers kost, ■lachen zij spottend en ongeloovlg. Maar zij die, naast hun ezeltje voorttrekkend, tot in Holland zijn gekomen en daar honder den kruikjes hebben verkocht, laten dan hun spaarduitje zien dat zij met moeite en ontbering hebben vergaard, en zij glim lachen tevreden. Verscheidene van deze arme, eenvoudige menschen waren tot het voornemen geko men altijd maar verder te trekken met hun koopwaar, en zij werden in de groote en kleinere buitenlandsche steden een be kende. pittoreske verschijning, die de aan dacht trok door den schilderachtigen een voud die van hen en hun ezeltje uitging Zij verkochten hun waren en vertrokken als hun herhaaldelijk aangevulde voorraad voldoende had opgeleverd. mm Een der grootste schrijvers van de heden- daagsche wereldlitteratuur, de Portugees Aquilino Ribeiro, heeft in een aangrijpend ROOFOVERVAL TE VORST BIJ VENLO. ONGEVEER f. 5000 GESTOLEN. In den nacht van Zaterdag op Zondag ls een brutale roofoverval gepleegd op een viertal oude menschen, de gebroeders en gezusters Llpzlg, die samen wonen in een klein vervallen boerderijtje aan een land weg te Vorst (nabij Venlo). Met een auto zijn de roovers ln het holst van den nacht gekomen uit de richting Venlo. Zij hebben de auto vlak bij het huisje aan een kant van den weg gezet en hebben daarna een aanvang gemaakt met hun rooftocht. Hot huisje is laag gebouwd en het kostte den Inbrekers met behulp van een ladder dan ook niet veel moeite een dakraampje te foreeeren om op deze wijze de woning van de oude menschen. die in diepe rust laeen, binnen te dringen. Hun eerste werk was het electrlsch licht onklaar te maken Met electrische zaklantaarns vonden zij den weg naar de slaankamer van de bewo ners. Deze waren intusschen wakker ge worden en doodelijk verschrikt, zagen zij plotseling vier indringers in het kleine kamertje staan. Het werk was blijkbaar verdeeld. Twee van hen hielden de oude lieden ln be dwang en de twee anderen doorzochten systematisch het huisje. Een der twee zusters, een vrouw van diep in de zestig, wilde om hulp roepen. De twee mannen legden haar echter cm ruwe w|jze het zwijgen op. Hierbij werd zij aan het hoofd gewond. Een der twee ge broeders werd een kussen op het hoofd geduwd, zoodat hij niets kon zien. Een halfuurtje iater verdwenen de in dringers. Zij hadden gevonden wat zij zochten: eenige effeoten, bankpapier en enkele gouden tientjes, geborgen ln een trommeltje, ter waarde van ongeveer 5000 gulden, het geheele bezit uitmakende van de vier oude menschen. Met gedoofde lichten verdwenen zij per auto in de richting Velden. Omkeeren van den wagen op dezen smallen landweg was niet mogelijk. Het is niet onwaarschijnlijk, dat zich in de auto nog een vijfde persoon bevond, die bulten de wacht hield en die als chauffeur optrad. Dit staat echter niet vast. Gistermorgen zeer vroeg werd de ge meentepolitie gewaarschuwd, die een eer ste onderzoek instelde. Vervolgens ls de marechaussee te Venlo, waaronder het ter rein, waar de roofoverval ls gepleegd, res sorteert. gealarmeerd. Het signalement, dat de doodelijk ver schrikte mensehen konden opgeven, ls zeer onvolledig, te meer daar de daders een masker droegen en hun hoofddeksel ver over het hoofd hadden getrokken. Het is vrijwel zeker, dat de inbrekers op de hoogte waren van de plaatselijke situa tie en wisten, dat de familie van Llpzlg haar bezittingen ln huls bewaarde. Onmid dellijk is de politie tot ver ln den omtrek gewaarsohuwd om uit te zien naar de auto. Het onderzoek wordt met kracht voort gezet. RECLAME- 2765 DRAlSfflAvAN-VALKEMBURGi'S'' A •iLEVERTR, LEEUWARDEN schoonen roman een treffend juiste teeke- ning van zulk een rondtrekkenden Spatan- schen leurder ln aardewerk gegeven. De groote kunstenaar Ribeiro, wiens werk in de geheele beschaafde wereld diende gekend, gelezen en bewonderd te worden, is ln staat geweest het waarachtig menschelijk en het echt Spaansche in dezen ln vreemde lan den rondtrekkenden koopman te zien en het met meesterschap van taal en stijl weer te geven. Ribeiro beschrijft dan hoe een Andaloe zische koopman in aardewerk op zijn tocht naar Parijs een elndweegs begeleid wordt door een armen kunstenaar, een beeldhou wer uit 'n Portugeesch stadje, die eens een mooie Parljsche actrice tot gids had ge diend en haar niet meer had kunnen ver geten. Beiden, de koopman en de kunstenaar, zijn arm en gaan te voet naar Paftjs, de stad van hun droomen. En onderweg spre ken zij over hetgeen zij in Parijs verwerke lijkt denken te vinden; de een denkt er de liefde te vinden van de schoone vrouw wier naam hij nauwelijks kent, en de ander verkoopt ln zijn. verbeelding reeds duizen den aarden kruiken. Ribeiro heeft deze twee menschen met hun idealen, hun verwachtingen, hun moeiten, hun tegenslagen en hun onuit roeibaar geloof voortreffelijk geteekend. Ziet men nu eens zulk een Spaanschen koopman in aardewerk, die blijmoedig en rustig naast zijn met kruiken beladen ezel tje voortwandelt door vreemde steden en dorpen, dan wordt men ontroerd bij de ge dachte aan zijn vaste vertrouwen in zich zelf en zijn doorzettingsvermogen. Indien gij eens in uw straat, onder uw venster, het elegante trippelpasje van het met roodbruine kruiken beladen ezeltje hoort, en de tengere, donkere koopman u zijn waar aanbiedt, meen dan niet, zooals sommigen, dat dit een handig opgezette vertooning ls van een of ander groot wa renhuis, dat op deze wijze zijn waren aan den man tracht te brengen. Deze kleine Spaansche koopman ls in den grond van zijn hart een groot dichter en een groot fantast, die altijd door verder trekt omdat hij achter den horizon een stad verwacht waar hij al zijn kruikjes zal kunnen verkoopen, zoolang tot hij het sommetje zal hebben opgespaard dat hij noodlg heeft om het kleine huls met het erf te koopen waar hij zijn dagen in rus- tlgen arbeid te midden van zijn gezin zal kunnen doorbrengen. Middelerwijl trekt hij voort ondanks regen en zonnehitte, van stad tot stad en maakt hii met heldere, eentonige stem zijn waren bekend zonder dat hem de vensters die gesloten blijven kunnen ontmoedigen, ln Spanje niet en In den vreemde niet. Dr. JOHAN BROUWER. HAAR ZWAGER MET EEN MES GESTOKEN. Een vrouw in arrest. In Eist, gemeente Rhenen, heeft de oudste dochter van een der inwoners Za terdagmiddag na een woordenwisseling haar zwager Jan Klomp met 'n mes neer gestoken. De toestand van Klomp, die ge huwd Is en twee jeugdige kinderen heeft, ls bevredigend. De vrouw ls te Rhenen in arrest gesteld. o BRAND IN EEN VERFFABRIEK TE -AMSTERDAM. Aan de overzijde van het IJ. Zaterdagmiddag te ongeveer half vijf is te Amsterdam de brandweer gealarmeerd voor een brand welke was uitgebroken aan de overzijde van het IJ in de verf- maleril en opslagplaats van lakken en olie van den heer Tiggers, aan den gras weg. Het vuur had zijn oorsprong gevon den in de werkplaats, waar het gretig voedsel vindend in vele met verf gevulde potten, vrii snel tot de zoldering opkroop, daar doorheen sloeg en ook de eeste ver dieping waar emballage en ander brand baar materiaal was opgeslagen, aantastte. Toen de brandweer ter plaatse was moest zij. daar de eigenaar noch iemand van het pesoneel aanwezig was zich tot het vrij staande perceel toegang verschaffen door het inslaan van een ruit en het openbre ken van een der deuren. Weldra was een viertal slangen uitgelegd en werd het vuur zoo krachtig bestreden, dat de vlammen geen gelegenheid kregen door den kap naar bulten te slaan en na een kwartier de overmacht van het water moesten er kennen. De opslagplaats was vrijwel uitgebrand, terwijl van de eerste verdieping o.m. de vloer geheel verkoold ls. De schade is vrij aanzienlijk. De beneden gelegen kantoorruimte heeft geen schade. De eigenaar, die tijdens het blusschen ter plaatse kwam. is op beurs- polis verzekerd. Het Juiste bedrag der ver zekerde waarde kon niet worden opgege ven omdat men de polls niet kon vinden. INBRAAK BU EEN TANDARTS TE EDE. In den nacht van Zaterdag op Zondag is een inbraak gepleegd ten huize van den tandarts van Andel te Ede. Door het breken van een slot heeft men kans gezien het huis binnen te dringen. Uit een kastje ln de spreekkamer van den arts wordt een bedrag van f. 630 ver mist. Tevens zijn er eenige voorwerpen van waarde buit gemaakt. Van de daders ontbreekt tot nu toe elk spoor. o OUDE ZWERVER OVERREDEN EN GEDOOD. Zaterdagavond te ongeveer half zeven ls de 70-jarige zwerver Frans Hosboomer, zonder vaste wdonpltiats. dte op den Rijks straatweg bij de Klomp '(Veenendaal) den weg wilde oversteken, door een personen auto gegrepen en op stlyf gedood. o AUTOBOTSING BIJ HALFWEG. Gistermiddag omstreeks twaalf uur heeft op den Haarlemmerweg te Halfweg een vrij ernstige auto-botsing plaats ge had. In de richting halfweg reed een auto, bestuurd door den heer A. uit Diemen, waarin nog twee personen gezeten waren. Deze wilde den Uitweg inrijden en gaf daartoe het noodige signaal, terwijl hij bovendien zijn richtingaanwijzer uitstak. Achter hem reed een andere auto, be stuurd door den heer H. uit Zandvoort, die alleen ln de auto was gezeten. Deze be merkte blijkbaar niet, dat de voor hem rijdende auto den Uitweg wilde inrijden, althans hij reed dezen in de zijde aan, met het gevolg, dat de wagen uit Diemen kantelde en zwaar beschadigd op den weg bleef liggen. Ook de wagen van den heer H. werd ernstig beschadigd. Het bleek dat een der drie inzittenden van de gekantelde auto gewond was, ter wijl hij bovendien over pijn in den rug klaagde. Een passeerende dokter uit Am sterdam verleende de eerste hulp, waarna deze gewonde naar huis kon worden ver voerd. BUITENLANDSCH GEMENGD. HEVIGE BRAND IN EEN FRANSCH OPVOEDINGSGESTICHT. In een opvoedingsgesticht te St. Malo ls gisteren brand uitgebroken. Verschei den pupillen sprongen in den eersten schrik uit de ramen om zich te redden. Elf hunner liepen deels ernstige brand wonden op. Een elfjarige Jongen kwam in de vlammen om; zijn lijk kon door de brandweer worden geborgen. De brand ls ontstaan doordat een der Jongens had gerookt in de nabijheid van een groepje kameraden, die bezig waren met het ont wikkelen van een film. AUTOBUS DOOR HET IJS GEZAKT. Op de Soengari, (in Mandsjoekwo), is een autobus met veertien inzittenden door het ijs gezakt. Geen der passagiers kon worden gered. Het autobusverkeer tus- schen Charbln en omliggende plaatsen, dat in den winter over de dichtgevroren rivier gaat, ls daarop stilgelegd. Het ijs was ten gevolge van het buitengewone zachte weer van den laatsten tijd onbe trouwbaar geworden. TIEN JAPANSCHE STUDENTEN VERDRONKEN. Men verkeert in ernstige ongerustheid over het lot van tien Japansche studen ten, die op eersten Kerstdag voor de Varsity waren gaan oefenen in de Mat- soesjima Baai bij Senddi. Later op den dag heeft men hun boot ln de baal terug gevonden maar van de roeiers heeft men geen spoor ontdekt Men neemt aan, dat zij zijn verdronken. DE RIJNSBURGER POORT. Blijft het te betreuren, dat verschillende poorten ten offer zijn gevallen aan de nuchtere sloopwoede van de tweede helft der 19de eeuw, het verdwijnen van de Rijnsburgerpoort is wel een der ergste schendingen van het stedeschoon geweest. Algemeen wordt uit bouwkunstig oogpunt deze poort de schoonste genoemd welke Leiden bezat. Doch voor we dit trachten nader te be lichten, eerst iets omtrent de stichting. De Rijnsburgerweg werd aangelegd even 1 voor 1400 op last van den Ruwaard Al- brecht van Beyeren, ten einde een betere verbinding te krijgen met Rijnsburg, Noordwijk, en verder. Volgens een artikel van Dr. Overvoorde in het Leidsch Jaar boekje van 1910 was het echter met dien aanleg een lijdensgeschiedenis en het bleef dit eeuwenlang. Het was aanvankelijk niet meer dan een smalle zand- of kleiweg. Evenmin als de Morschweg kon deze weg voor een mogelijken vijand van groote be- teekenis zijn. Laten we er even aan toe voegen. dat de weg in 1566, tot Oegst- geest althans, het eigendom der gemeente Leiden werd en daarna wel iets beter on derhouden, doch dat hij eerst in 1816 in behoorlijken staat werd gebracht, d.w.z. verbreed, bestraat en met twee rijen boo- men beplant, dus in den toestand waarin we hem hebben gekend tot voor ongeveer 15 jaar geleden. Strategisch kón deze weg niet zoo erg veel gevaar opleveren. Niettemin moest zijn toegang tot de stad gedekt zijn met een poort. We herinneren ons. dat in 1611 besloten werd tot stadsuitbreiding naar 't Noorden, dat in 1615 de Singels werden afgepaald en dat dus ongeveer 1620 de Singels wel zullen gegraven zijn geweest. Waarschijnlijk heeft men aan het einde der Steenstraat destijds volstaan met voorloopige versterkingswerken. Althans eerst op 13 Febr. 1631 werd door Die van den Gerechte besloten, een nieuwe poort te bouwen naar bestek en teekeningen van Jan Jans van Bachem elders genoemd Van Benthem. Eigenaardig is, dat de stad zelf dit werk niet uitvoerde, doch het wilde doen aanbesteden, waarvoor copiën van bestek en teekeningen, benevens „affixis billetten" gezonden werden naar de voor naamste steden van Holland en de overige Gewesten. Wij weten verder dat de Rijnsburger poort in 1632 werd voltooid en toen be schouwd werd als de voornaamste bouw- kunstigen merkwaardigheid welke Leiden bezat, en dat alles „scheelhoeks" zoo kun stig was samengevoegd, dat de knapste bouwmeesters van dien tijd er hun be- DOODELIJKE AANRIJDING OP ONBEWAAKTE OVERWEG. Op den onbewaakten overweg voor het station Blankenburg in Hannover is een personen-auto door een tandradtrein in den flank gereden. De bestuurder van de auto, de reiziger Heinz Henze, werd hierbij gedood en een mede-inzittende dame gewond. BRAND IN ITALIAANSCH CONSULAAT. In het Italiaansche consulaat in Yoko hama ls een brand uitgebroken, die het geheele gebouw in de asch heeft gelegd. De belangrijkste documenten konden in vei ligheid worden gebracht. DE „ATLANTIQUE"-AFFAIRE. De „Atlantique"-affaire is nog steeds niet geëindigd. Na de reeds gemelde veroordee ling van de assurandeurs, hebben thans ook de reddingsmaatschappijen (twee Fransche, 'n Nederlandsche en 'n Duit- sche), die er in geslaagd waren, het door de bemanning verlaten brandende schip op sleeptouw te nemen en naar Cherbourg te brengen, van de assuradeurs, die thans eigenaars zijn van het wrak, betaling ge- ëischt van een bedrag van 50 millioen francs. Het tribunaal van Bordeaux zal ook de zen eisch te behandelen hebben. GRIEPEPIDEMIE TE CHICAGO. Een griepepedemie, welke de kwaadaar digste ls van de laatste jaren, heeft te Chicago 27 personen het leven gekost bin nen twee dagen tijds. De autoriteiten hebben strenge voorzorgsmaatregelen ge nomen, ten einde een verdere uitbreiding tegen te gaan. &001X. e) l 4 8 6 wondering over te kennen gaven. De scheelhoeksche bouw hing natuurlijk weer samen met de strategische begrippen van dien tijd. Nu is het jammer, dat ik van dien Jan Jacobsz. van Banchem tot dusverre niets anders ben te weten gekomen, dan dat hij de Rijnsburgerpoort heeft ontworpen. Dat hij 'n man van buitengewone bekwaamhe den moet zijn geweest, blijkt dunkt mij wel hieruit, dat niet alleen leeken, doch ook de deskundigen den hoogsten lof hadden voor de Rijnsburgerpoort De poort werd voltooid naar de Dorische bouworde, zegt Van Mieris. En hij heeft gelijk. Doch vergelijk nu deze poort eens bij het Dorische poortje van de Lakenhal. Dat ziet men een enorm verschil. Die van de Lakenhal is geheel in den trant der Italiaansche Renaissance naar Palladio. Van 's-Gravenzande heeft alleen in het typisch Dorische fries tusschen de trigly- phen bij wijze van metopen verschillende werktuigen laten beeldhouwen, bij de la kennijverheid in gebruik. Hij heeft er ver der een paar stapels lakens opgeplaatst. Doch verder is het klassieke schema In ln hoofdlijnen trouw gevolgd. De ordre dorica welke we bij de Rijns burgerpoort zien toegepast, is van geheel anderen aard. We zien hier weer de nawer king van den hoogbegaafden Fries, Hans Vredeman de Vries, wiens rol vooral in de ornamentale bouwkunst van de tweede helft der 16de en de eerste 30 jaren der 17de eeuw van overwegende beteekenis was. Vanaf Dantzig over geheel Noord- Duitschland, niet het minst in de drie vrije steden Hamburg, Bremen en Lubeck, ver der over Groningen, Friesland, Noord- en Zuid-Holland waren het zijne theoretische en vooral zijn talrijke plaatwerken, die een enormen invloed op de bouwkunst hebben gehad, zooals wij trouwens wel weten uit het werk van Lieven de Key en Luder van Bentheim. Hij kende de klas sieke bouwstijlen als geen ander doch ver vormde die in een gemengd Noord-Duitsch, Noord-Nederlandsch en Vlaamschen geest, zoodat overal zijn werk een uitdrukking van zuiver eigenlandsche schoonheid is, wat men van de latere barokarchitectuur niet altijd kan zeggen. Ik ga hier op het oogenblik niet verder op in, omdat ik over een paar weken een paar artikelen over Hans Vredeman de Vries en zijn invloed wil schrijven. De Rijnsburgerpoort moge dan ge bouwd zijn naar de Dorische orde, zij is geheel naar haar aspect een eigenlandsch product. Er is voor alles gestreefd om het gebouw picturaal zoo levendig mogelijk te doen verschijnen. De roode baksteen ls overal zeer regelmatig afgewisseld met zeer breede en forsche vooruitspringende zand- steenbanden, die hier ten overvloede den indruk wekken als of zij het geheele ge bouw krachtig in zijn verband willen hou den. Ook de hoeken zijn versierd met blokken van wisselende grootte, waarbij men weer even denkt aan een Gothische constructie. De geheele middenbouw met de vlakke pilasters is van zandsteen, waar in de zware banden zich voortzetten. De sluitsteen boven den boog is dorisch. Het fries met de triglyphen is eveneens dorisch. Doch een eigenaardigheid ls weer, dat het segmentvormige fronton doorbroken is, een eigenaardigheid, die we herhaaldelijk opmerken bij Banchems tijdgenoot, den Amsterdammer Hendrik de Keijzer. Tusschen die deelen van de frontonlljst is een zware cartouchevorm met rolwerk ornament geplaatst, dat het wapen van Leiden omsluit. Boven den middenbouw is het lage stülp- dak ver overstekend met een dorische bloklijst onder de goot. Ter weerszijden van den middenbouw ontdekken we zware vleugelstukken met voluutvormen, geheel naar den vollen weelderigen trant van Vredeman de Vries en Lieven de Key. Naar de stadszijde stond in het fries het jaartal ANNO 1632. Een fronton was hier niet aanwezig. Daar vond men evenals aan de landzijde het wapen van Leiden in een cartouche opgenomen, terwijl daar de geheele bovenmuur van voren bekleed was met gebeeldhouwde voorstellingen van potten en vazen ln zandsteen. Naast het middengedeelte bevond zich een platvorm, dat aan lustiger doeleinden werd dienst baar gemaakt dan aan 't verdedigen der stad. waartoe trouwens de poort nooit dienst heeft behoeven te doen evenmin als dit het geval was met de andere na 't Beleg gebouwde poorten. Doch daarover later. In leder geval blijkt uit de geheele structuur dat de Rijnsburgerpoort een typisch bouwwerk was, dat ter plaatse na allerlei verbreedingen, en in verband met de bebouwende singels een fraai stadsbeeld had kunnen vormen. N. J. S.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 25