BOUWKUNSTIG SCHOON.
75Ite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 31 December 1934
Achtste Blad
No. 22937
SPAANSCHE BRIEVEN.
GEMFNIÏH N'FI'WS.
ONZE STADSPOORTEN.
51
V4-H
jjpP
'rn 1-1
=1
J.S'
HET SPAANSCHE KRUIKENMANNETJE.
Het was een tropisch warme dag. 's Mor
gens vroeg had mijn hospes mij al ipet zijn
drukke Spaansche gebaren en zijn lulde,
doordringende stem verzekerd, dat het dien
dag stikkend heet zou worden, en hij had
er spottend aan toegevoegd dat hij niet
goed begreep, dat Iemand zijn eigen koele
vaderland verliet om ln 'n stad als Madrid
ln „oude boeken te komen lezen waar nie
mand om gal".
Mijn hospes verkeerde ln een dubbele
dwaling. Eenerzijds meende hij dat Holland
een groot deel van het Jaar door sneeuw en
Ijs bedekt was, en dat de bewoners van die
koele gewesten een goed deel van den dag
op de schaats doorbrachten of ln lange
slierten op klompen glijbaantje speelden.
Anderzijds had hij een zeer geringe mee
ning over de boeken die hij in mijn kamer
had gezien.
De warmte maakte mij gelaten. Bedaard
begon lk aan mijn harde broodje en mijn
groote kom koffie, die de Spanjaarden bij
hun ontbijt doorgaans met een lepeltje
naar binnen hevelen. Bij zulk een warmte
dient men vooral niet te praten. Overigens
Is praten bij het ontbijt al een hoogst on
verstandige zaakMet eenlge verbazing
keek lk dus naar een andere gast van dit
aardige pension, een dikke dame, die met
hevige gesticulaties en een stortvloed van
woorden mij probeerde te overtuigen dat
men bij zulk een temperatuur niet kon
leven
Na het middagmaal omstreeks twee
uur was de hitte ln de straten Inderdaad
verzengend geworden, en lk zegende het
gezonde verstand en het practische vernuft
van de Spanjaarden, die hun hulzen zoo
uitmuntend hebben weten in te richten,
dat zelfs zulk een warmte binnenshuis niet
merkbaar of hinderlijk werd.
Mijn ramen waren met blinden gesloten,
de balcondeuren stonden half open en
daarvoor hing een mooi, breed gordijn van
kralen, dat door den tocht zachtjes heen
en weer bewogen werd. Deze gordijnen van
kralen zijn uiterst geschikt, zij sluiten af
en werken verkoelend. Het verbaast mij
zeer, dat zij ln Nederland niet ln grooter
getale worden ingevoerd, zij zouden zeer
geschikt zijn voor de afsluiting van open
staande tuin- en balcondeuren. Er zijn heel
aardig beschilderde gordijnen bij, men ziet
bijv. voor barbierswinkels wel zulk een
deur-afsluiting van kraaltjes met een
kleurige afbeelding van het kappersbedrijf.
De vloer van mijn kamer die op de
derde verdieping ligt is van mooie vler
kante tegels, die een frisch roode kleur
hebben en lederen morgen door het meisje
worden geboend tot zij glimmen als spie
geltjes. Het meubilair is zeer eenvoudig,
alleen het strikt noodige staat er, en dit
heeft aangename, heldere tinten. De tem
peratuur was in huis heel behagelijk en
men kan er heel goed inspannend geeste
lijk werk bij doen.
Van bulten drongen weinig geluiden door
de meeste menschen deden een dutje of
bleven ln ieder geval in hun huls. Af en
toe snorde een oude motorfiets met een
dreinend lawaai de sterk oploopende straat
waaraan dit pension ligt, op, dan werd het
weer stil. Een enkele maal wordt zoo'n na-
middagstilte verbroken door een troepje
Zigeumers, waarvan er een op een oude
trompet blaast om de aandacht te trek
ken. Daarna laat men een hondje met een
kanten rokje aan en een bepluimd hoedje
op een beetje op zijn achterpootjes dansen,
begeleid door het ringel-rangel van een
tamboerijn, die met veel vuur bewogen
wordt door een slordig uitziende, zeer don
kere Zigeunerin, die vroeger wel heel mooi
moet zijn geweest. Over deze Zigeuners
schrijf ik eens ln een volgenden brief, het
is een merkwaardig volkje.
In de stilte die dan volgt, hoort men nu
en dan het elegante trippelpasje van een
ezeltje, dat met zijn fijne pootjes zich
voorzichtig voorwaarts begeeft op deze
hellende straat. De ezeltjes vormen een
liefde van mij, ik houd van hun sierlijken
gang, hun mooien peinzenden kop met de
zwaarmoedig starende oogen en de vrien
delijke uitdrukking van hun geheele wezen.
Plotseling werd de stilte van de ln de zon
'gloeiend heet geworden straat verbroken
door een scherpen, feldoordringenden
roep: botljo, botijo(de Spaansche j
klink als de ch van ons woord kachel). Dit
ls een bekende stem, zij is van een Anda-
loezlschen venter in aarden kruiken, waar
in het water frisch blijft.
Ik schoof het gordijn van koralen ter
zijde en werd op het balcon vrijwel ver
blind door het schelle licht. In mijn kamer
was het bijna donker en koel doordat alles
afgesloten was, op het balcon schitterde
het van het licht van de prachtige, heete
Spaansche zon ln een staalblauwen hemel.
Beneden gaat langzaam maar veerkrachtig
de Andaloezische venter in aardewerk
naast zijn beladen ezeltje de straat op.
Helder en opgewekt klinkt zijn stem als hij
met zijn eentonigen roep zijn aardewerk
aanprijst, en hij schijnt niet mismoedig te
worden door al die gesloten vensters. Hij
gaat door op den brandend heeten zomer
middag, straat ln straat uit, Madrid door
om te zien of Iemand een kruikje van hem
koopen wil.
Ge kent die Spaansche kruikenventers
wel, er zijn er die Frankrijk, België en
Nederland doortrekken, en bij hun terug
komst ln hun dorp wonderlijke verhalen
doen uit die verre landen. De andere dor
pelingen luisteren aandachtig en als goede
Spanjaarden eenigszins wantrouwend naar
hem, maar als hij vertelt dat hij ln Neder
land eenige guldens krijgt voor een kruik
die in Spanje slechts eenige stuivers kost,
■lachen zij spottend en ongeloovlg. Maar zij
die, naast hun ezeltje voorttrekkend, tot
in Holland zijn gekomen en daar honder
den kruikjes hebben verkocht, laten dan
hun spaarduitje zien dat zij met moeite en
ontbering hebben vergaard, en zij glim
lachen tevreden.
Verscheidene van deze arme, eenvoudige
menschen waren tot het voornemen geko
men altijd maar verder te trekken met
hun koopwaar, en zij werden in de groote
en kleinere buitenlandsche steden een be
kende. pittoreske verschijning, die de aan
dacht trok door den schilderachtigen een
voud die van hen en hun ezeltje uitging
Zij verkochten hun waren en vertrokken
als hun herhaaldelijk aangevulde voorraad
voldoende had opgeleverd.
mm
Een der grootste schrijvers van de heden-
daagsche wereldlitteratuur, de Portugees
Aquilino Ribeiro, heeft in een aangrijpend
ROOFOVERVAL TE VORST
BIJ VENLO.
ONGEVEER f. 5000 GESTOLEN.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
ls een brutale roofoverval gepleegd op een
viertal oude menschen, de gebroeders en
gezusters Llpzlg, die samen wonen in een
klein vervallen boerderijtje aan een land
weg te Vorst (nabij Venlo).
Met een auto zijn de roovers ln het holst
van den nacht gekomen uit de richting
Venlo. Zij hebben de auto vlak bij het
huisje aan een kant van den weg gezet en
hebben daarna een aanvang gemaakt met
hun rooftocht.
Hot huisje is laag gebouwd en het kostte
den Inbrekers met behulp van een ladder
dan ook niet veel moeite een dakraampje
te foreeeren om op deze wijze de woning
van de oude menschen. die in diepe rust
laeen, binnen te dringen. Hun eerste werk
was het electrlsch licht onklaar te maken
Met electrische zaklantaarns vonden zij
den weg naar de slaankamer van de bewo
ners. Deze waren intusschen wakker ge
worden en doodelijk verschrikt, zagen zij
plotseling vier indringers in het kleine
kamertje staan.
Het werk was blijkbaar verdeeld. Twee
van hen hielden de oude lieden ln be
dwang en de twee anderen doorzochten
systematisch het huisje.
Een der twee zusters, een vrouw van
diep in de zestig, wilde om hulp roepen.
De twee mannen legden haar echter cm
ruwe w|jze het zwijgen op. Hierbij werd zij
aan het hoofd gewond. Een der twee ge
broeders werd een kussen op het hoofd
geduwd, zoodat hij niets kon zien.
Een halfuurtje iater verdwenen de in
dringers. Zij hadden gevonden wat zij
zochten: eenige effeoten, bankpapier en
enkele gouden tientjes, geborgen ln een
trommeltje, ter waarde van ongeveer 5000
gulden, het geheele bezit uitmakende van
de vier oude menschen.
Met gedoofde lichten verdwenen zij per
auto in de richting Velden. Omkeeren van
den wagen op dezen smallen landweg was
niet mogelijk. Het is niet onwaarschijnlijk,
dat zich in de auto nog een vijfde persoon
bevond, die bulten de wacht hield en die
als chauffeur optrad. Dit staat echter
niet vast.
Gistermorgen zeer vroeg werd de ge
meentepolitie gewaarschuwd, die een eer
ste onderzoek instelde. Vervolgens ls de
marechaussee te Venlo, waaronder het ter
rein, waar de roofoverval ls gepleegd, res
sorteert. gealarmeerd.
Het signalement, dat de doodelijk ver
schrikte mensehen konden opgeven, ls
zeer onvolledig, te meer daar de daders een
masker droegen en hun hoofddeksel ver
over het hoofd hadden getrokken.
Het is vrijwel zeker, dat de inbrekers op
de hoogte waren van de plaatselijke situa
tie en wisten, dat de familie van Llpzlg
haar bezittingen ln huls bewaarde. Onmid
dellijk is de politie tot ver ln den omtrek
gewaarsohuwd om uit te zien naar de auto.
Het onderzoek wordt met kracht voort
gezet.
RECLAME-
2765
DRAlSfflAvAN-VALKEMBURGi'S''
A •iLEVERTR,
LEEUWARDEN
schoonen roman een treffend juiste teeke-
ning van zulk een rondtrekkenden Spatan-
schen leurder ln aardewerk gegeven. De
groote kunstenaar Ribeiro, wiens werk in de
geheele beschaafde wereld diende gekend,
gelezen en bewonderd te worden, is ln staat
geweest het waarachtig menschelijk en het
echt Spaansche in dezen ln vreemde lan
den rondtrekkenden koopman te zien en
het met meesterschap van taal en stijl weer
te geven.
Ribeiro beschrijft dan hoe een Andaloe
zische koopman in aardewerk op zijn tocht
naar Parijs een elndweegs begeleid wordt
door een armen kunstenaar, een beeldhou
wer uit 'n Portugeesch stadje, die eens een
mooie Parljsche actrice tot gids had ge
diend en haar niet meer had kunnen ver
geten.
Beiden, de koopman en de kunstenaar,
zijn arm en gaan te voet naar Paftjs, de
stad van hun droomen. En onderweg spre
ken zij over hetgeen zij in Parijs verwerke
lijkt denken te vinden; de een denkt er de
liefde te vinden van de schoone vrouw
wier naam hij nauwelijks kent, en de ander
verkoopt ln zijn. verbeelding reeds duizen
den aarden kruiken.
Ribeiro heeft deze twee menschen met
hun idealen, hun verwachtingen, hun
moeiten, hun tegenslagen en hun onuit
roeibaar geloof voortreffelijk geteekend.
Ziet men nu eens zulk een Spaanschen
koopman in aardewerk, die blijmoedig en
rustig naast zijn met kruiken beladen ezel
tje voortwandelt door vreemde steden en
dorpen, dan wordt men ontroerd bij de ge
dachte aan zijn vaste vertrouwen in zich
zelf en zijn doorzettingsvermogen.
Indien gij eens in uw straat, onder uw
venster, het elegante trippelpasje van het
met roodbruine kruiken beladen ezeltje
hoort, en de tengere, donkere koopman u
zijn waar aanbiedt, meen dan niet, zooals
sommigen, dat dit een handig opgezette
vertooning ls van een of ander groot wa
renhuis, dat op deze wijze zijn waren aan
den man tracht te brengen.
Deze kleine Spaansche koopman ls in
den grond van zijn hart een groot dichter
en een groot fantast, die altijd door verder
trekt omdat hij achter den horizon een
stad verwacht waar hij al zijn kruikjes zal
kunnen verkoopen, zoolang tot hij het
sommetje zal hebben opgespaard dat hij
noodlg heeft om het kleine huls met het
erf te koopen waar hij zijn dagen in rus-
tlgen arbeid te midden van zijn gezin zal
kunnen doorbrengen.
Middelerwijl trekt hij voort ondanks
regen en zonnehitte, van stad tot stad en
maakt hii met heldere, eentonige stem zijn
waren bekend zonder dat hem de vensters
die gesloten blijven kunnen ontmoedigen,
ln Spanje niet en In den vreemde niet.
Dr. JOHAN BROUWER.
HAAR ZWAGER MET EEN MES
GESTOKEN.
Een vrouw in arrest.
In Eist, gemeente Rhenen, heeft de
oudste dochter van een der inwoners Za
terdagmiddag na een woordenwisseling
haar zwager Jan Klomp met 'n mes neer
gestoken. De toestand van Klomp, die ge
huwd Is en twee jeugdige kinderen heeft,
ls bevredigend. De vrouw ls te Rhenen in
arrest gesteld.
o
BRAND IN EEN VERFFABRIEK
TE -AMSTERDAM.
Aan de overzijde van het IJ.
Zaterdagmiddag te ongeveer half vijf is
te Amsterdam de brandweer gealarmeerd
voor een brand welke was uitgebroken
aan de overzijde van het IJ in de verf-
maleril en opslagplaats van lakken en
olie van den heer Tiggers, aan den gras
weg. Het vuur had zijn oorsprong gevon
den in de werkplaats, waar het gretig
voedsel vindend in vele met verf gevulde
potten, vrii snel tot de zoldering opkroop,
daar doorheen sloeg en ook de eeste ver
dieping waar emballage en ander brand
baar materiaal was opgeslagen, aantastte.
Toen de brandweer ter plaatse was moest
zij. daar de eigenaar noch iemand van het
pesoneel aanwezig was zich tot het vrij
staande perceel toegang verschaffen door
het inslaan van een ruit en het openbre
ken van een der deuren. Weldra was een
viertal slangen uitgelegd en werd het vuur
zoo krachtig bestreden, dat de vlammen
geen gelegenheid kregen door den kap
naar bulten te slaan en na een kwartier
de overmacht van het water moesten er
kennen.
De opslagplaats was vrijwel uitgebrand,
terwijl van de eerste verdieping o.m. de
vloer geheel verkoold ls. De schade is vrij
aanzienlijk.
De beneden gelegen kantoorruimte heeft
geen schade. De eigenaar, die tijdens het
blusschen ter plaatse kwam. is op beurs-
polis verzekerd. Het Juiste bedrag der ver
zekerde waarde kon niet worden opgege
ven omdat men de polls niet kon vinden.
INBRAAK BU EEN TANDARTS
TE EDE.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
is een inbraak gepleegd ten huize van den
tandarts van Andel te Ede.
Door het breken van een slot heeft men
kans gezien het huis binnen te dringen.
Uit een kastje ln de spreekkamer van
den arts wordt een bedrag van f. 630 ver
mist. Tevens zijn er eenige voorwerpen
van waarde buit gemaakt.
Van de daders ontbreekt tot nu toe elk
spoor.
o
OUDE ZWERVER OVERREDEN EN
GEDOOD.
Zaterdagavond te ongeveer half zeven
ls de 70-jarige zwerver Frans Hosboomer,
zonder vaste wdonpltiats. dte op den Rijks
straatweg bij de Klomp '(Veenendaal) den
weg wilde oversteken, door een personen
auto gegrepen en op stlyf gedood.
o
AUTOBOTSING BIJ HALFWEG.
Gistermiddag omstreeks twaalf uur
heeft op den Haarlemmerweg te Halfweg
een vrij ernstige auto-botsing plaats ge
had. In de richting halfweg reed een auto,
bestuurd door den heer A. uit Diemen,
waarin nog twee personen gezeten waren.
Deze wilde den Uitweg inrijden en gaf
daartoe het noodige signaal, terwijl hij
bovendien zijn richtingaanwijzer uitstak.
Achter hem reed een andere auto, be
stuurd door den heer H. uit Zandvoort, die
alleen ln de auto was gezeten. Deze be
merkte blijkbaar niet, dat de voor hem
rijdende auto den Uitweg wilde inrijden,
althans hij reed dezen in de zijde aan,
met het gevolg, dat de wagen uit Diemen
kantelde en zwaar beschadigd op den weg
bleef liggen. Ook de wagen van den heer
H. werd ernstig beschadigd.
Het bleek dat een der drie inzittenden
van de gekantelde auto gewond was, ter
wijl hij bovendien over pijn in den rug
klaagde. Een passeerende dokter uit Am
sterdam verleende de eerste hulp, waarna
deze gewonde naar huis kon worden ver
voerd.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
HEVIGE BRAND IN EEN FRANSCH
OPVOEDINGSGESTICHT.
In een opvoedingsgesticht te St. Malo
ls gisteren brand uitgebroken. Verschei
den pupillen sprongen in den eersten
schrik uit de ramen om zich te redden.
Elf hunner liepen deels ernstige brand
wonden op. Een elfjarige Jongen kwam in
de vlammen om; zijn lijk kon door de
brandweer worden geborgen. De brand ls
ontstaan doordat een der Jongens had
gerookt in de nabijheid van een groepje
kameraden, die bezig waren met het ont
wikkelen van een film.
AUTOBUS DOOR HET IJS GEZAKT.
Op de Soengari, (in Mandsjoekwo), is
een autobus met veertien inzittenden door
het ijs gezakt. Geen der passagiers kon
worden gered. Het autobusverkeer tus-
schen Charbln en omliggende plaatsen,
dat in den winter over de dichtgevroren
rivier gaat, ls daarop stilgelegd. Het ijs
was ten gevolge van het buitengewone
zachte weer van den laatsten tijd onbe
trouwbaar geworden.
TIEN JAPANSCHE STUDENTEN
VERDRONKEN.
Men verkeert in ernstige ongerustheid
over het lot van tien Japansche studen
ten, die op eersten Kerstdag voor de
Varsity waren gaan oefenen in de Mat-
soesjima Baai bij Senddi. Later op den
dag heeft men hun boot ln de baal terug
gevonden maar van de roeiers heeft men
geen spoor ontdekt Men neemt aan, dat
zij zijn verdronken.
DE RIJNSBURGER POORT.
Blijft het te betreuren, dat verschillende
poorten ten offer zijn gevallen aan de
nuchtere sloopwoede van de tweede helft
der 19de eeuw, het verdwijnen van de
Rijnsburgerpoort is wel een der ergste
schendingen van het stedeschoon geweest.
Algemeen wordt uit bouwkunstig oogpunt
deze poort de schoonste genoemd welke
Leiden bezat.
Doch voor we dit trachten nader te be
lichten, eerst iets omtrent de stichting.
De Rijnsburgerweg werd aangelegd even
1 voor 1400 op last van den Ruwaard Al-
brecht van Beyeren, ten einde een betere
verbinding te krijgen met Rijnsburg,
Noordwijk, en verder. Volgens een artikel
van Dr. Overvoorde in het Leidsch Jaar
boekje van 1910 was het echter met dien
aanleg een lijdensgeschiedenis en het bleef
dit eeuwenlang. Het was aanvankelijk niet
meer dan een smalle zand- of kleiweg.
Evenmin als de Morschweg kon deze weg
voor een mogelijken vijand van groote be-
teekenis zijn. Laten we er even aan toe
voegen. dat de weg in 1566, tot Oegst-
geest althans, het eigendom der gemeente
Leiden werd en daarna wel iets beter on
derhouden, doch dat hij eerst in 1816 in
behoorlijken staat werd gebracht, d.w.z.
verbreed, bestraat en met twee rijen boo-
men beplant, dus in den toestand waarin
we hem hebben gekend tot voor ongeveer
15 jaar geleden.
Strategisch kón deze weg niet zoo erg
veel gevaar opleveren. Niettemin moest
zijn toegang tot de stad gedekt zijn met
een poort. We herinneren ons. dat in 1611
besloten werd tot stadsuitbreiding naar
't Noorden, dat in 1615 de Singels werden
afgepaald en dat dus ongeveer 1620 de
Singels wel zullen gegraven zijn geweest.
Waarschijnlijk heeft men aan het einde
der Steenstraat destijds volstaan met
voorloopige versterkingswerken. Althans
eerst op 13 Febr. 1631 werd door Die van
den Gerechte besloten, een nieuwe poort
te bouwen naar bestek en teekeningen van
Jan Jans van Bachem elders genoemd Van
Benthem. Eigenaardig is, dat de stad zelf
dit werk niet uitvoerde, doch het wilde
doen aanbesteden, waarvoor copiën van
bestek en teekeningen, benevens „affixis
billetten" gezonden werden naar de voor
naamste steden van Holland en de overige
Gewesten.
Wij weten verder dat de Rijnsburger
poort in 1632 werd voltooid en toen be
schouwd werd als de voornaamste bouw-
kunstigen merkwaardigheid welke Leiden
bezat, en dat alles „scheelhoeks" zoo kun
stig was samengevoegd, dat de knapste
bouwmeesters van dien tijd er hun be-
DOODELIJKE AANRIJDING OP
ONBEWAAKTE OVERWEG.
Op den onbewaakten overweg voor het
station Blankenburg in Hannover is een
personen-auto door een tandradtrein in
den flank gereden.
De bestuurder van de auto, de reiziger
Heinz Henze, werd hierbij gedood en een
mede-inzittende dame gewond.
BRAND IN ITALIAANSCH CONSULAAT.
In het Italiaansche consulaat in Yoko
hama ls een brand uitgebroken, die het
geheele gebouw in de asch heeft gelegd. De
belangrijkste documenten konden in vei
ligheid worden gebracht.
DE „ATLANTIQUE"-AFFAIRE.
De „Atlantique"-affaire is nog steeds niet
geëindigd. Na de reeds gemelde veroordee
ling van de assurandeurs, hebben thans
ook de reddingsmaatschappijen (twee
Fransche, 'n Nederlandsche en 'n Duit-
sche), die er in geslaagd waren, het door
de bemanning verlaten brandende schip op
sleeptouw te nemen en naar Cherbourg te
brengen, van de assuradeurs, die thans
eigenaars zijn van het wrak, betaling ge-
ëischt van een bedrag van 50 millioen
francs.
Het tribunaal van Bordeaux zal ook de
zen eisch te behandelen hebben.
GRIEPEPIDEMIE TE CHICAGO.
Een griepepedemie, welke de kwaadaar
digste ls van de laatste jaren, heeft te
Chicago 27 personen het leven gekost bin
nen twee dagen tijds. De autoriteiten
hebben strenge voorzorgsmaatregelen ge
nomen, ten einde een verdere uitbreiding
tegen te gaan.
&001X. e) l 4 8 6
wondering over te kennen gaven. De
scheelhoeksche bouw hing natuurlijk weer
samen met de strategische begrippen van
dien tijd.
Nu is het jammer, dat ik van dien Jan
Jacobsz. van Banchem tot dusverre niets
anders ben te weten gekomen, dan dat hij
de Rijnsburgerpoort heeft ontworpen. Dat
hij 'n man van buitengewone bekwaamhe
den moet zijn geweest, blijkt dunkt mij wel
hieruit, dat niet alleen leeken, doch ook de
deskundigen den hoogsten lof hadden voor
de Rijnsburgerpoort
De poort werd voltooid naar de Dorische
bouworde, zegt Van Mieris. En hij heeft
gelijk. Doch vergelijk nu deze poort eens
bij het Dorische poortje van de Lakenhal.
Dat ziet men een enorm verschil. Die van
de Lakenhal is geheel in den trant der
Italiaansche Renaissance naar Palladio.
Van 's-Gravenzande heeft alleen in het
typisch Dorische fries tusschen de trigly-
phen bij wijze van metopen verschillende
werktuigen laten beeldhouwen, bij de la
kennijverheid in gebruik. Hij heeft er ver
der een paar stapels lakens opgeplaatst.
Doch verder is het klassieke schema In
ln hoofdlijnen trouw gevolgd.
De ordre dorica welke we bij de Rijns
burgerpoort zien toegepast, is van geheel
anderen aard. We zien hier weer de nawer
king van den hoogbegaafden Fries, Hans
Vredeman de Vries, wiens rol vooral in de
ornamentale bouwkunst van de tweede
helft der 16de en de eerste 30 jaren der
17de eeuw van overwegende beteekenis
was. Vanaf Dantzig over geheel Noord-
Duitschland, niet het minst in de drie vrije
steden Hamburg, Bremen en Lubeck, ver
der over Groningen, Friesland, Noord- en
Zuid-Holland waren het zijne theoretische
en vooral zijn talrijke plaatwerken, die
een enormen invloed op de bouwkunst
hebben gehad, zooals wij trouwens wel
weten uit het werk van Lieven de Key en
Luder van Bentheim. Hij kende de klas
sieke bouwstijlen als geen ander doch ver
vormde die in een gemengd Noord-Duitsch,
Noord-Nederlandsch en Vlaamschen geest,
zoodat overal zijn werk een uitdrukking
van zuiver eigenlandsche schoonheid is,
wat men van de latere barokarchitectuur
niet altijd kan zeggen.
Ik ga hier op het oogenblik niet verder
op in, omdat ik over een paar weken een
paar artikelen over Hans Vredeman de
Vries en zijn invloed wil schrijven.
De Rijnsburgerpoort moge dan ge
bouwd zijn naar de Dorische orde, zij is
geheel naar haar aspect een eigenlandsch
product. Er is voor alles gestreefd om het
gebouw picturaal zoo levendig mogelijk te
doen verschijnen. De roode baksteen ls
overal zeer regelmatig afgewisseld met zeer
breede en forsche vooruitspringende zand-
steenbanden, die hier ten overvloede den
indruk wekken als of zij het geheele ge
bouw krachtig in zijn verband willen hou
den. Ook de hoeken zijn versierd met
blokken van wisselende grootte, waarbij
men weer even denkt aan een Gothische
constructie. De geheele middenbouw met
de vlakke pilasters is van zandsteen, waar
in de zware banden zich voortzetten.
De sluitsteen boven den boog is dorisch.
Het fries met de triglyphen is eveneens
dorisch. Doch een eigenaardigheid ls
weer, dat het segmentvormige fronton
doorbroken is, een eigenaardigheid, die we
herhaaldelijk opmerken bij Banchems
tijdgenoot, den Amsterdammer Hendrik de
Keijzer.
Tusschen die deelen van de frontonlljst
is een zware cartouchevorm met rolwerk
ornament geplaatst, dat het wapen van
Leiden omsluit.
Boven den middenbouw is het lage stülp-
dak ver overstekend met een dorische
bloklijst onder de goot.
Ter weerszijden van den middenbouw
ontdekken we zware vleugelstukken met
voluutvormen, geheel naar den vollen
weelderigen trant van Vredeman de Vries
en Lieven de Key.
Naar de stadszijde stond in het fries het
jaartal ANNO 1632. Een fronton was hier
niet aanwezig. Daar vond men evenals
aan de landzijde het wapen van Leiden in
een cartouche opgenomen, terwijl daar de
geheele bovenmuur van voren bekleed was
met gebeeldhouwde voorstellingen van
potten en vazen ln zandsteen. Naast het
middengedeelte bevond zich een platvorm,
dat aan lustiger doeleinden werd dienst
baar gemaakt dan aan 't verdedigen der
stad. waartoe trouwens de poort nooit
dienst heeft behoeven te doen evenmin als
dit het geval was met de andere na 't Beleg
gebouwde poorten. Doch daarover later.
In leder geval blijkt uit de geheele
structuur dat de Rijnsburgerpoort een
typisch bouwwerk was, dat ter plaatse na
allerlei verbreedingen, en in verband met
de bebouwende singels een fraai stadsbeeld
had kunnen vormen. N. J. S.