Mariniers en schoolcompagnie motorbrigade naar het Saargebied
Het geheimzinnige Landhuis
75lle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De mariniers naar het Saargebied.
Naar het Saargebied.
FEUILLETON.
De Mariniers, die Zaterdag naar het Saargebied vertrekken,
maakten gisteren een marsch door Rotterdam.
Mariniers op het Schuttersveld te Rotterdam, na het in ontvangst nemen van hun noodrantsoen.
De eerste Engelsche troepen in Calais.
Een deel1 der Engelsche troepenmacht is reeds te Calais aangekomen. Een troep infanteristen marcheert
door Calais.
SCHOOLCOMPAGNIE MOTORBRIGADE* NAAR HET SAARGE
BIED. Gistermorgen vertrok de schoolcompagnie van de motor
brigade te Haarlem naar Rotterdam om vandaar naar 't Saarge
bied te vertrekken. Minister Deckers spreekt de manschappen toe.
PRINS ALEXANDER de
zoon van prins Paul van Zuid-
Slavië, vertrok uit Engeland
om thuis Kerstmis te vieren.
BRITSCHE EN FRANSCHE SOLDATEN. Britsche soldaten bestemd voor het Saargebied ondergebracht
in een kazerne te Calais.
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Priestley, door H. A. C. S.
41)
Ik schrijf aan jou, Bob, onstuimig op
alle manier. Het is een verlichting voor mij
iemand te hebben, tegen wien ik kan pra
ten, iemand om wien ik geef, en op wien ik
vertrouwen kan! Weet je, hoe 'n eenzame
duivel ik altijd geweest ben? Ik heb het
alleen maar deze laatste maanden gereali
seerd, zoolang ik deze brieven aan jou heb
geschreven. Ik heb vroeger nooit intiem
aan iemand geschreven: het was mijn be
hoefte om over Jean te praten, die mij voor
het eerst mij deed uiten, maar, doordat ik
het doe, is iets geheel nieuws er uit gebo
ren. Iets, dat heelemaal niet met Jean te
maken heeft. Ik ben dichter bij jou geko
men, in mijn gescheiden zijn van jou, meer
dan ik ooit deed, toen ik bij je was. Ik ver
moed, dat er millioenen menschen zijn, die
door schrijven een vriendschap zouden
kunnen tot stand brengen zooals zij het
nooit zouden kunnen door een werkelijk
gesprek. Laten zij het probeeren en het
ontdekken! Misschien heeft het jou iets
vreeslijks bezorgd. Ik zal nu nooit meer
kunnen afkomen van de gewoonte aan je
ie schrijven maar je kunt ze altijd on
gelezen verbranden. Dat is het allerbeste
van brieven. Er is nooit eenige dwang voor
iemand om te antwoorden.
Het is nu een van Londen's rookerige
morgens, 't Is alsof de volgende minuut
alles in vlam zal uitbreken. En door den
rook heen is er het geluid van een geratel,
alsof iedereen weet dat het vuur op komst
is, en aan het oppakken is, zoo snel als hij
kan. De man is er om de ontbijtboel op
te ruimen. Hij lijkt precies op Horatio
Bottomley 1) met een spraakgebrek en een
schelle stem. Hij spreekt als een koordame,
die ln gezelschap erg behoorlijk is. Als hij
mij weer gaat vertellen van de heeren, die
hij gekend heeft, gooi ik de inktpot naar
zijn hoofd.
Je MARK.
Beste Bob.
20 Jermyn Street.
De jonge Rossett is er geweest en is ver
trokken ,en het vreemde is, dat ik geen be
hoefte heb de kamer te ontsmetten, zelfs
niet om de ramen open te gooien. Ik sta
meer aan zijn kant dan ik ooit voor moge
lijk gehouden had. Neen, niet aan zijn
kant. Gezien zijn houding tegenover Jean
en tegenover het leven in het algemeen,
zou ik dat nooit kunnen! Maar hij heeft
zijn geval, op zijn manier, voorgesteld,
zonder er zichzelf in het minst van bewust
te zijn. Hij is één keer eerlijk geweest en
voor hem is het heelemaal hetzelfde als
zijn oneerlijkheid. Hij weet beslist het
onderscheid van het een en het ander niet.
Hij kwam binnen als een opgejaagde rat.
Hij vroeg mij om een wiskey, die ik hem
gaf. Hij was aan alle bewuste antipathie
jegens mij voorbijhij dacht heelemaal
niet aan mij, behalve als aan een mogelijk
1) Een bekende figuur uit Londen, jour
nalist, Parlementslid en een financieele
avonturier.
middel van ontspanning. Na op allerlei
manieren gewrongen en gedraaid te heb
ben. is hij tegen een volmaakt blinde muur
opgeloopen. Hij is ten gronde gericht. De
jacht is uit.
Ik vertelde hem ineens dat voorwaarde
voor de gehoopte hulp van zijn kant was,
dat hij meedoogenloos eerlijk zou zijn. Ik
zei, dat niets, wat hij vertellen kon, mij zou
kunnen schokken, dus, dat hij het beste
deed met alles voor den dag te komen. Dat
deed hij. Tenminste met het meeste. Ik
vermoed, dat kerels als hij nooit met alles
voor den dag komen; zoo zit het er bij hen
in om iets achter te houden. Het eind van
hun denken is altijd, dat het verstandiger
is leugens te vertellen dan de waarheid
dit verlangen om iemand beet te nemen
zal hen nooit verlaten, voor de adem uit
hun lichaam is maar, zoover hij kon,
vertelde hij mij alles.
Het was, alles bij elkaar tenslotte, niet
verschrikkelijk veel. Het begon, vermoed
ik, jaren en jaren geleden op Farthing
Hall (hoe merkwaardig, dat dat vreemde
huis de achtergrond bij alles in deze kleine
geschiedenis schijnt te zijn!), toen hij,
een ellendig, ziekelijk jongetje, met geen
weerstandsvermogen, met een natuurlijke
neiging tot liegen en stelen, beefde voor
zijns vaders temperament en dronk met
den staljongen, en flirtte met de keuken-
meld. Hij had verlangens en nooit eenig
geld om ze te bevredigen. Hij haatte de
streek. Dat, stel ik mij voor, is de werke
lijke sleutel tot den geheelen toestand.
Alles wat godsdienst voor zijn vader was
het huis, het dal, de heuvels, de oude ge
schiedenissen en legenden, al de trots over
de plaats en de familie, deed hem walgen.
Hij haatte den nevel en de saaiheid en de
landelijke uitzichten en geluiden. Hij hield
er van op een paard te wedden, maar was
bang er op te rijden. Keswick was het
dlchtstblj, om iets vroolijks te vinden, en
hij trok er heen wanneer hij maar kon,
maar dat was niet zoo gemakkelijk en be-
teekende slaag, als hij terugkwam. Ik ver
beeld mij, dat, als hij een ander type van
jongen geweest was sportlef, eerlijk en
vriendelijk, met gehechtheid aan zijn ge
boortegrond de geschiedenis èn van
hemzelf èn van zijn vader geheel anders
geweest zou zijn. Die oude Rossett, zooals
jij hem gezien hebteen tamelijk harte
lijke, vriendelijke, oude jongen, met een
warm hart zou, door trots en liefde voor
zijn zoon, zich ontplooid hebben en uitge
groeid zijn. Maar hoe zou eenig vader trots
kunnen hebben met het oog op dezen
ziellgen kleinen nul? Nu, thuis kwam hij
ln een soort beroerdheid en moeilijkheden,
werd nooit naar school gestuurd, zooals
had moeten gebeuren en toen, op acht
tien of zoo, omdat hij zoo'n last thuis was,
kreeg hij zijn wensch en werd voor het
een of andere baantje naar Londen ge
stuurd.
De gevolgen zijn, natuurlijk, duidelijk
genoeg. Drinken, vrouwen, schulden, geld
schieters, leugens, slechte gezondheid en
dan, durf ik zeggen (ofschoon hij het niet
wilde toegeven), erger dingen, die hem, als
alles beaend was, terecht doen komen,
heel dicht, bij de teedere klauwen der wet.
In elk geval dat is het, waar hij angst voor
heeft, nu. Hij ziet de gevangenis, die hem
aankijkt. Enkele jaren geleden ontmoette
hij Mulligan, den dikken, bleeken, vrou
wen vervolgenden gentleman, over wien ik
al geschreven heb. Mulligan leeft, blijkt
het, van arme schepselen als Rossett, en
haalt er, zou ik denken, iets heel moois uit.
Welke greep precies Mulligan op den jon
gen heeft, weet ik niet valschheid in
geschrifte komt er bij te pas, vermoed ik.
In ieder geval, Mulligan is Rossett's hel op
aarde. Hij jaagt hem, avond en morgen, op.
Hij kan hem niet ontsnappen, waar hij ook
heengaat. Het noemen van Mulligan zelfs
jaagt hem al de stuipen op het lijf. Hij
zweet Mulligan uit elke porie.
En zoo je zult je verwonderen, Bob,
dat op dat moment ik den jongen niet in
kleine stukjes scheurde, en hem uit het
raam gooide kwam hij steeds dichter bij
het vuilste en beestachtigste deel van zijn
geschiedenis, namelijk dat hij Mulligan
zou helpen in de gunst te komen bij Jean.
Dat is de wijze, waarop hij het voorstelde.
Zelfs hij durfde niet heelemaal al de
consequenties onder woorden brengen.
Mulligan heeft Jean verschillende keeren
ontmoet en den jongen Rossett laten be
grijpen, dat „als hij het in orde kon maken
met zijn zuster", hij, Mulligan, het „in
orde maken zal" met den jongen Rossett.
Bij dit punt verspilde ik geen woorden
om vriend Rossett precies uit te leggen wat
hij was. Geen woorden of zelfs slagen van
mij zouden hem in het minst invloed op
hem gehad hebben. Hij was ver van mij
weg, in oorden van duisternis en vreeslijk
heden, waar ik hem nooit zou kunnen vol
gen. Ook had ik niet veel gelegenheid. Hij
brak plotseling los (en zonder dat hij in
het minst wist, dat hij het deed) ln een
soort Apologia pro vita sua 1).
1) Verdediging van eigen leven (titel van
een beroemd boek van Newman).
(Wordt vervolgd),