Het langste schip - Kerstducht „Uiüer" naar Indië
Het geheimzinnige Landhuis
75,te JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
Het nieuwe Fransche s.s. „Normandië" dat in aanbouw
is te St. Nazaire. Het schip is het langste ter wereld.
FEUILLETON.
EEN KIJKJE OP 'T FLOEPEN DEK VAN HET NIEUWE FRANSCHE S.S. „NOR-
MANDIë" ..de rivale van bet grootste Engelsche schip )l}Queen Mary"*
MILITAIRE VRACHTAUTO'S - worden ingescheept in het ruim van het schip, dat
de Engelsohe militairen, bestemd voor het Saargebied, zal vervoeren vap, Dover
naar Calais.
AN NT EN MAX ALS FILMPART
NERS. Het echtpaar Anny On dra
en Max Schmeling in de film ,,Ein
junges Madchen ejn junger Mann'\
HET VERTREK VAN DE „UIVER"
van Schiphol hedenmorgen half vier,
voor de Kerstvlucht naar Indië.
uit het Engelsch yan Hugh Walpole
en J. B. Priestley, door H. A. C. S.
40)
Wij zwegen weer een paar minuten,
daarna zei ze zachtjes: „Herinner jij Jé
dien langen, langen middag, dien wij in
Dartmoor hadden, en toen we, net zooals
tu, zaten?"
Natuurlijk deed lk dat, omdat dat een
tweede van onze groote dagen was. Maar
net was nu mijn beurt en, met den besten
wil ter wereld, kon ik het niet laten. „Neen,
ft kan niet zeggen, dat ik het doe", merkte
'k luchtigjes op. „Het lijkt mij, dat wij zoo-
teel lange middagen gehad hebben".
„Wat een onverdraaglijke opmerking,
Robert!"
„Maar, Marjorie, lk
Maar toen zagen wij elkaar aan en lach
ten. Nu waren we vrienden. Wij gingen,
nogal omzichtig, ernstiger praten. Ik zal
niet herhalen, wat we zelden, 't Is voldoen
de, dat wij beiden toegaven verkeerd ge
daan te hebben. Wij waren koel, moet je
veten, maar vriendelijk, bepaald vrlende-
d)k. Er was, natuurlijk, nog een afstand,
J'en wij beiden moesten afleggen, er was
nog veel grond te veroveren. Maar wij
deden beiden geweldige pogingen. „Ik kan,
dat weet ik", zei Marjorie, „mijn geest van
«hankelljkheid zóólang den vrijen teugel
«ten, dat het ziekelijk wc«t. Dat klinkt
tek, maar je weet wat ik ^edoel". En ik
*«1 het. „En ik, wat mij betreft", bracht
ik in het midden, „kan volkomen ondraag
lijk onverdraagzaam zijn, verwaand,
poenig".
„Dat kun je", antwoordde zij, met on
rustbarende bereidwilligheid.
„Ik wil toegeven", ging ik door, „dat ik
het bij het verkeerde eind had in de zaak
van mrs. Masham. Ik behandelde haar
niet netjes".
„Je bedoelt", zei ze met nadruk, „je be
handelde mij niet netjes".
„Zeker, als je dat wilt. Ik behandelde jou
niet netjes. Maar lk dacht op het oogen-
blik aan mijn houding tegenover mrs.
Masham, waarmee al de moeilijkheden be
gonnen".
„O neen, ik niet", viel zü in de rede. „De
moeilijkheden begonnen in werkelijkheid
lang daarvoor".
„Misschien, maar die beschiedenis bracht
ze aan den gang. En ik zie nu in", ging ik
door, onder de hand warm wordend, „dat
mijn houding tegenover mrs. Masham,
alles bij elkaar genomen, te onverdraaglijk
was. Jij had gelijk en ik deed verkeerd".
„Prachtig, Robert!" mompelde zij.
„Ja, zei ik. „jij hadt gelijk. Ik was te
haastig en beoordeelde de vrouw verkeerd.
Welk recht had ik, die haar niet kende, om
over haar op die manier te oordeelen! Ik
ken haar nu beter, en, ofschoon ik niet
kan beweren, dat zij een van de weinige
van den hemel neergedaalden ls, óf erg
wijs óf erg verstandig, zie ik in. dat zij een
onschadelijk, bemlnlijk schepsel is, goed
van hart, en een beetje pathetisch, en
zeker niet iemand, die een zoo zondig
mensch als ik mag verachten".
Zij keek mij aan met opgetrokken wenk
brauwen „Mijn beste man, het is niet noo-
dlg om jezelf weg te gooien. Ik verlang
niet, dat je een valschen eed gaat doen.
Je weet heel goed, dat zij een erg domme,
zelfzuchtige, eerzuchtige oude vrouw is".
Ik zag hier een valstrik. Ik zou er niet
inloopen. „Neen, neen, wees niet sarcas
tisch, Marjorie. Ik geef toe, dat lk het bij
het verkeerde eind had. Ik weet niet, dat
zij zoo is en nu geef ik vrijwillig toe, dat
het niet zoo is. Jij had gelijk".
„O, ga niet door met te zeggen, dat ik
gelijk had!" riep zij uit, ,,'t Is idioot. Ik
probeer niet sarcastisch te zijn, lk laat dat
aan jou over. Ik vertel jou, dat zij is een
domme, zelfzuchtige, begeerige oude
vrouw; zij is volkomen onverdraaglijk. Als
je wist, wat ik te verduren heb gehad T"
„Nu, ben jij grof-onblllijk, Marjorie", zei
ik h&ciï*
„Natuurlijk! ik ben onbillijk! Ik heb
ongelijk! Zoodra ik een opmerking maak,
ben ik in het ongelijk, ofschoon jij me ge
zegd hebt, hoe ik het altijd bij het rechte
eind heb". Zij verloor nu snel haar goede
humeur.
„Maar zie je niet in", begon ik, nogal
logisch, „dat als Je nu gelijk hebt, je toen
ongelijk had en, als je toen gelijk had, je
nu ongelijk hebt
Zij hield haar handen tegen haar ooren
en gilde vrijwel. „O, houd op, houd opl Je
bent erger dan ooit, Robert. Je hebt niets
geleerd".
„Ik ben volkomen redelijk", zei ik. Ik
was nu zelf ontstemd.
Zij sprong overeind. „Je wordt belache
lijk", merkte ze ijskoud op.
„Maar je moet inzien begon ik, maar
zij viel mij in de rede.
,,'t Gaat regenen", zei ze. En werkelijk,
groote wolken pakten zich samen; het was
of onze idiotigheden plotseling de lucht
hadden bereikt. „Heb je er tegen om mij te
helpen deze dingen in te pakken?"
Ik deed het, in volmaakt zwijgen. Tegen
over die reusachtige onredelijkheid kon ik
niets zeggen. Een paar druppels vielen. De
gedachte, dat wij beiden op het punt
waren doornat te worden, gaf mij een
zeker genot. Maar toen hoorde ik het ge
luid van een auto, die van Garrowdale
kwam.
.Hallo, wat ls dat?" riep ik.
Marjorie keek den weg af. „O, dat is de
wagen van mrs. Masham, die terugkomt.
Ik zal er mee teruggaan, nu het zoo drei
gend is. Misschien doe jij beter ook mee te
komen. Ik weet zeker, dat je vriendin
Masham maar al te blij zal zijn je te zien".
„Ik zal liever opgehangen worden dan
dat ik het doe!" zei ik, terwijl ik naar de
auto keek, die naar ons toe kwam.
Marjorie gaf de flesch en de mand aan
den chauffeur. „Ik hoop, dat je niet te
nat wordt, Robert", zei ze, stapte toen in
en liet mij achter, terwijl ik haar nakeek.
En dat was dat. En ik werd inderdaad
erg nat, absoluut drijfnat tot mijn huid.
En, ofschoon ik nu warm en droog ben, en
het bijna! etenstijd is, ben ik nog in een
slecht humeur. Ja, natuurlijk, het is alles
erg gek en tegen den tijd, dat ik jou terug
zie, zal ik misschien in staat zijn met jou
hierover te grinniken. Maar op het oogen-
blik neen.
Ik heb geen ander nieuws en wacht op
het Jouwe.
ROBERT.
20 Jermyn Street.
Beste Bob,
Een erg kort briefje alleen maar om je
te vertellen dat Jean is aangekomen. Zij
is in Londen. Dat niet alleen, maar opeens
schreef ze mij om te zeggen, dat zij bij de
een of andere nicht logeert een miss
Carey, 31 Muffet Street, Bloomsbury, is het
adres en dat zij mij gaarne zou zien,
zoo gauw als het mij schikte. Het kostte
mij moeite niet in diezelfde seconde naar
Bloomsbury te vliegen, maar lk hield mij
zelf in gedeeltelijk omdat, nu zij dien
stap gedaan heeft, ik haar niet wensch te
verschrikken door de een of andere onstui
migheid en voor een ander deel omdat de
jonge Rossett mij dezen middag komt be
zoeken en ik de naakte waarheid uit hem
wensch te halen (niet, dat ik het zal ge
daan krijgen, natuurlljk(, voor ik haar zie.
Zij zou mij kunnen overhalen tot alles,
misschien zelfs om haar jongen broer met
liefde te bekijken, en ik wensch heelemaal
niet hem vanmiddag met liefde te be
kijken.
Dus heb ik een briefje, met een bode,
naar Bloomsbury gestuurd, waarin lk haar
vertel, dat ik tot haar beschikking sta (erg
koel geschreven, verzeker ik je, en alsof ik
haar advocaat ben, of iets dergelijks) en
vragend of zij bij mij komt lunchen mor
gen, hier. Dat zij werkelijk hier, in deze
kamer, zou eten en drinken, alleen met
mij, is het niet ongelooflijk? Gaan al
mijn droomen niet uitkomen? Heb ik het
bij het verkeerde eind als ik mijzelf ver
zeker, dat zij nooit naar Londen gekomen
zou zijn, alleen omdat zij haar broer
wenschte te helpen? Zij moet een beetje
aan mij gedacht hebben, anders zou zij
nooit aan mij geschreven hebben, zoo spoe
dig na aankomst. Die miss Carey. Is zij
goed voor haar, zorgzaam voor haar, attent
voor haar, of is zij een van die spinnige,
beenige, kille vrouwelijke relaties, die je
eiken hap, dien je eet, misgunnen, en maar
één deken op je bed leggen?
(Wordt vervolgd).