Het stadhuis te Veere gerestaureerd - Belgisch vliegtuig verongelukt ;5'le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. let geheimzinnige Landhuis EB>* BELGISCH MILITAIR VLIEGTUIG is te Yperen bij het landen tegen het dak vliegtuig-loods gevlogen. De machine vloog in brand. De piloot verbrandde. Het uitgebrande toestel op het dak. OP DE STAATSMIJN „MAURITS" TE LUTTERADE is men bezig met den bouw van een drooggebouw voor de cokesfabricage. Een kijkje jn den houten tunnel, waaromheen straks het beton gestort za-l wordea. ik hgt Engelsoh van Hugh Walpole J. B. Priestley, door H. A. C. S. Beste Mark, Jk heb zooeven den laat6ten van Je twee «tven ontvangen, 't Zal, begrijp ik, een bal van vriendschap en naastenliefde 5® ie alles te vertellen, wat hier gebeurt, "W hier komt het. he opwinding begon gistermorgen, onge- tusschen tien en elf. 't Regende hard ous waren Trump en ik, om den tijd ï°'te komen, samen een pijpje aan het in de voorkamer, die hier de plaats de gelagkamer inneemt. Toevallig /«den wij beiden aan het venster en jjw uit naar het grijze gordijn van re- ®.Wy hoorden het geluid van een nade- ';-de auto en, nletsdoende buitenmen- ^fn als wij zijn, drukten wij dadelijk 5# neuzen tegen de ruiten. Een oogen ic later loeide er een enorme wagen '«J, hoog opgeladen met bagage en hij 3. het dal door, paar beneden, waar- IrWjk naar Keswick. „Dat is mrs. I^ham's wagen" zei Trump, 't Lijkt of zij Jwkt, of anders brengt ze haar vrien- (J? naar het station". En daarna had hij IJMefte over Masham te praten, maar ik l^ftde hem den mond door te zeggen, dat LlJar kende. Ik had behoefte een minuut I 15 denjten. Zat Marjorie in die auto? Waren zij allen vertrokken? En, als Mar jorie in die auto zat, den weg afrennend naar het station van Keswick, om den eersten trein naar wie-weet-waar te pak ken, wat voor den drommel moest ik doen, die daar vastgeplakt zat als een dwaas? Je kunt je voorstellen wat ik voelde, 't Scheen tweemaal zoo hard te regenen en plotseling kwam lk tot de conclusie, dat de arme kleine Trump een vreeslijk ver velende vent was. Ik begon hem te ondervragen. Kon ik naar Lambdale telefoneeren? Neen, dat kon ik niet. Kon ik daar een boodschap heen sturen? Neen, ik kon dat niet, be halve op Woensdag en Zaterdag, wanneer een vrachtrijder daarheen gaat. Ik kon, natuurlijk, van de post gebruik maken, maar dat zou minstens twee dagen nemen. „Ik ben benieuwd of de auto hier langs terugkomt", zei ik. „Als dat zoo is, zou ik hem kunnen tegen houden". „Wel, je weet nooit, je weet nooit", ant woordde Trump, ,,'t Is als altijd: je weet het nooit. Als ze alleen naar het station gegaan zijn, zal zij hier langs terugkomen, maar zij zijn misschien er mee weggegaan. U begrijpt, het is alles haast en herrie met die menschen vandaag hier, morgen weg. Bovendien, als zij terug komt, kan zij voorbij zijn voor je haar kunt laten stop pen. Zoo is het, begrijpt u". Ik begreep het en ging naar boven, naar mijn kamer, aan den eenen kant, omdat ik er over dacht een briefje te schrijven, en aan den anderen, omdat ik wenschte weg te komen van Trump's je dol makend gefilosofeer. Ik staarde naar bulten, naar den regen, en de mistige toppen, en vroeg mij zelfs af of het niet mogelijk zou zijn naar Laipbdale te wandelen. Ik was in een gekken toestand, vooral, daar ik geen be hoefte had Trump in vertrouwen te nemen. Ik voelde mij opeens bedrogen en gedrukt. Toen hoorde ik stemmen beneden, ging naar buiten op het balcon en ontdekte, dat Jean de bezoekster was. Ik ging naar be neden en trof haar, toen zij juist een af spraak had gemaakt over eieren met mrs. Trump. Zij glimlachte tegen mij, een beetje schuw, met die aardige donkere oogen van haar en ik nam haar ineens apart en vertelde haar wat er gebeurd was. „u ziet", besloot ik, „dat ik niet eens weet of zij daar nu nog is of niet". „Hoe vreeslijk voor u!" riep ze en dacht een oogenblik na. „Ik geloof, dat de auto alleen naar het station reed, omdat het de tijd is waarop zij gewoonlijk voorbij komt. En de chauffeur legt hier bijna altijd aan op den terugweg. Ik geloof, dat mrs. Trump het een of andere signaal heeft om haar te laten stoppen, omdat zij dikwijls din gen mee geeft eieren en kippen en andere' dingen naar Lambdale. Ik zal het haar vragen". En weg was zij. Zij kwam, binnen een minuut, terug, om te zeggen, dat de auto tegen gehouden zou worden op den terugweg tot mijn groote opluchting. Wij praatten toen over jou, en zfi zei ook, dat zij niets had gehoord van haar broer en vreeslijk bezorgd was. Toen vertelde ze mij, dat haar vader, die zich erg vervelend en eenzaam voelde, zijn ooren had gespitst, toen zij zoo langs haar neus weg had opgemerkt, dat er een be zoeker was, een oud-Oxforter, of een schrijver of zoo iets, die in het logement logeerde. „Hij zal hier wel komen", ging zo door, met een glimlachje, „bewerend, dat hij mr Trump moet spreken over iets, maar, in werkelijkheid, in de hoop u te zien. Ik weet, dat u vreeslijk tobt over uw eigen zaken „Ik ben mij niet bewust, dat lk vreeslijk tob", zei ik haastig, „maar natuurlijk heeft een man behoefte een dergelijke zaak te regelen. „Natuurlijk tobt u vreeslijk", antwoordde zij koeltjes. „U wenscht het in orde te ma ken, is het niet? U mist mrs. Newlands meer dan iets of iemand, dat weet ik. Hierop voelde zij opeens, dat zij te veel zei en stotterde: „Het spijt me ik had dat niet moeten zeggen, ls het niet? Erger ik u?" „Geen sikkepit", antwoordde ik haar. „Wat echter vader betreft, u zult vriend schap met hem sluiten, is het niet, zooals u beloofd hebt? Ik heb hem niets er van gezegd, dat u een vriend van Mark bent en lk geloof, dat het misschien beter zou zijn, als u niets zeidet. Hebt u er iets tegen?" En toen ik zelde, dat ik het niet had, ging zij haastig door: „Dat is laf en be- driegelijk, nietwaar om hem niets te vertellen? Maar hij zal er alleen maar uit zijn humeur door raken en misschien met u kibbelen en en ik zou zoo graag hem, juist op het oogenblik, voor moeilijk heden willen bewaren. Te praten met iemand zooals u, zou hem zoo'n boel goed doen. Wanneer hij thuis blijft en geen frisch mensch ontmoet, en hij is in een van die stemmingen, dan is hij precies als een bom en wij sluipen rond met de ge dachte, dat hij ieder oogenblik zal springen". Nu eens lachte zij, dan weer keek ze ernstig, dan weer kreeg ik een vriende lijken glimlach van haar en het deed mij ln mijn hart goed naar haar te kijken. Wij praatten nog een beetje langer en toen rende zij weg en liet mij alleen, ter wijl ik op de auto wachtte. Ik zat juist aan de lunch, toen ik haar op den weg hoorde. Mrs. Trump's signaal wat, naar ik ont dekte, een petroleumbllk was, bijna mid den op den weg geplaatst slaagde er in den wagen tegen te houden. Ik rende naar buiten en merkte, dat er niemand in de auto zat, behalve de chauffeur, die met mij terugwandelde naar het logement. Ik ver telde hem, dat lk een kennis was van mrs. Masham en vroeg hem of zij van huis ge gaan was. Maar neen, het bleek dat zij er nog was; hij had alleen enkele gasten naar het station gebracht. Dit benam mij bijna den adem. „Logeer de er niet een mrs. Newlands bij jullie?" vroeg ik, zoo gewoontjes als ik het kon zeggen. „Ik vermoed, dat zij, zooeven, ook vertrokken is". „Mrs. Newlands is de eenige, die niet vertrokken is, sir", zei hij, „zij blijft nog eenigen tijd". Toen was alles in orde. Je kunt je mijn opluchting indenken. „Wacht hier een oogenblik en vraag Trump om Je wat te drinken te geven, dan zal ik een briefje schrijven voor mrs. Newlands". En het was ook maar een klein briefje. Ik schreef een voudig: „Beste Marjorie, Ik logeer in „de Bruine Stier", Garrow dale. Wanneer en waar kan ik je ontmoe ten? Ik had gehoopt Mark hier te vinden, maar hij is naar Londen teruggekeerd". (Wordt vervolgd).. J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5