De begrooting voor Onderwijs.
LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Dinsdag 11 December 1934
Minister Marchant over het spellingvraagstuk.
LAND- EN TUINBOUW.
THIJS IJS EN DE WINTERKONING
vaste gedragslijn ten deze, naar aantel
ding van door wachtgelders bij de 1™™!
Ingestelde beroepen, over deze zaak mét
den Raad van State afdeellng geschil^
van bestuur van gedachten gewisseld
lage) met het onderwijs In een vaste klasse
zijn belast.
Gezien de ongunstige positie, waarin
deze jonge menschen verkeeren bij gemis
van vrijwel elk uitzicht op een betrekking,
de diensten welke zij aan het onderwijs
bewijzen en het lelt. dat zij in het alge
meen het corps vormen, waaruit de kwee-
kelingen met bijzondere toelage, moeten
voortkomen, bestaat er naar meening van
B. en W. aanleiding, om de evenbedoelde
regeling, zy het dan ook eenlgszins gewij
zigd. voor het tijdvak van 1 September
1934—1 September 1935 te continueeren.
Het komt het College voor. dat de toe
lage geleidelijk tot een voor lederen kwee-
keling gelijk bedrag van 1.100 per jaar
behoort te worden teruggebracht. Bij wijze
van overgang zou de regeling dan voor
het tijdvak van 1 September 19341 Sep
tember 1935 zoo kunnen zijn, dat de kwee-
kelingen. die vóór 1 September 1934 een
toelage genoten van 1.160 1 140.— of
i. 120 resp. ontvangen f 140, f. 120.— of
1.100.en de overigen f. 100.
ONTSLAG
BOVENTALLIGE LEERKRACHTEN.
De ongunstige flnancleele omstandig
heden, waarin de gemeente verkeert, ma
ken het noodig, dat de afvloeiing van de
boventallige leerkrachten bij het open
baar gewoon lager onderwijs in zoodanig
tempo geschiedt, dat op 1 Januari 1936
geen boventallige leerkrachten meer bil
dat onderwijs werkzaam zijn. Zulks kan
echter niet worden bereikt door het ver-
leenen van ontslag alleen aan onderwij-
zerstessen), die 60 jaar of ouder zijn. Op
dit oogenblik toch is geen enkele 60-jarige
onderwijzer(es) bij het gewoon lager on
derwijs in vasten dienst van onze gemeen
te. terwijl in 1935 slechts één leerkracht
den 60-jarigen leeftijd zal bereiken. Bo
vendien achten B. en W. het gewenscht
te breken met den regel, dat aan 60-jarige
onderwijzers'essen) ontslag wordt ver
leend, nu zij van Rijkswege worden ver
plicht de 60-jarige wachtgelders in tijde
lijke betrekkingen te herplaatsen.
Om die redenen zouden B en W. thans,
voor zooveel mogelijk, de laatst aange-
stelden voor ontslag in aanmerking wen-
schen te brengen. Voor jongere menschen
toch is het minder bezwaarlijk dan voor
de ouderen om na hun ontslag dan eens
aan deze. dan weer aan gene school tijde
lijk werkzaam te worden gesteld Deze
regel (ontslag van de laatst aangestelden
zouden B en W willen toepassen met deze
uitzondering, dat in het algemeen het eerst
de vrouwelijke leerkrachten voor ontslag
in aanmerking komen en dat, wanneer
later ook mannelijke leerkrachten voor
ontslag zouden moeten worden voorge
dragen, het eerst de ongehuwde manne
lijke leerkrachten en daarna de gehuwde
mannelijke leerkrachten worden ontslagen
Verder deeltei B. en W. nog mede, dat
het in hun bedoeling ligt te bevorderen,
dat de na te noemen leerkrachten, na hun
ontslag, aan dezelfde school, waaraan zij
thans werkzaam zijn, worden aangewezen
tot kweekeling, om zelfstandig met het
onderwijs in wezen hoegenaamd geen ver
andering zal beteekenen.
In den loop van 1935 zullen B en W. nog
een voorstel doen tot het verleenen van
eervol ontslag aan de dan nog resteerende
boventallige leerkrachten.
Op grond van het vorenstaande geven
B. en W. mitsdien in overweging, met in
gang van een nader door het College te
bepalen dag, wegens opheffing van hunne
betrekking, eervol ontslag te verleenen aan
a. Mej. J. J. van Doorn, als onderwijzeres
aan de Centrale school voor het 7e en 8e
leerjaar;
b. Mej. J. de Zwart, als onderwijzeres aan
de o. 1. school aan de Vrouwenkerksteeg;
c. Mej. E. eMewis, als onderwijzeres aan
de o. 1. school aan de Medusastraat B;
d. Mej. G. K Thorbecke, als onderwij
zeres aan de o. 1. school aan de Paul Kru-
gerstraat;
e. Mej. A. C. van Houwelingen, als on
derwijzeres aan de o. 1. school aan de Paul
Krugerstraat.
VERLAGING LICHTTARIEVEN,
Zooals bekend, valt in den laatsten tijd
in het geheele land een niet onaanzien
lijke daling van het gasverbruik te con-
stateeren, die, naast de crisis, in hoofd
zaak aan het toenemend gebruik van petro
leum voor verlichting en verwarming moet
worden geweten; door groote prijsverla
gingen en door het in den handel brengen
van verbeterde toestellen tracht men thans
het vroeger voor de petroleum verloren ge-
gane gebied terug te winnen.
Uit den aard der zaak ondervindt ook de
Gasfabriek alhier in niet geringe mate de
concurrentie van de petroleum; terwijl
toch over de jaren 1931, 1932 en 1933 de
gaslevering practisch constant is gebleven,
is over de eerste tien maanden van dit
jaar een daling van het verbruik ingetre
den van 3.2"/« of van 490.000 M3. en ver
wacht moet worden, dat die daling zich
verder zal voortzetten.
Onder deze omstandigheden zijn B. en
W. met Commissarissen der Stedelijke Fa
brieken van Gas en Electriciteit van oor
deel, dat, hoezeer de gasprijs alhier reeds
thans lager is dan in tal van andere ge
meenten, door een merkbare tariefsverla
ging getracht moet worden verdere daling
van het gasverbruik tot staan te brengen.
En aangezien het gevaar voor verdere in
zinking van het gebruik het grootst is ten
aanzien van de kleine verbruikers, zal die
tariefsverlaging, wil zij het beoogde doel
bereiken, vooral gericht moeten zijn op
een verlaging van den grondprijs en van
de met dien prijs samenhangende tarieven.
Vermits voorts vooral ten platteland het
gasverbruik sterk afneemt, zal het tevens
noodzakelijk zijn in de gemeenten, waarin
Leiden zelf de distributie in handen heeft,
tot een aanzienlijke tariefsverlaging over
te gaan en zullen de daar geldende prijzen
die in het algemeen thans 1 a 2 ct. hooger
zijn dan de Leidsche prijzen, geleidelijk op
de basis van laatstgenoemde behooren te
worden gebracht.
Op grond van een en ander geven B.
en W„ zulks in overeenstemming met het
voorstel van Commissarissen, in overwe
ging de Gasverordening in dien zin te wij
zigen, dat voor het gas een zgn. trappen-
tarief wordt ingevoerd en wel voor:
gewoon gas: voor de eerste 50 M3 per
maand: 8 cent; muntgas 9 cent;
gewoon gas: voor de volgende 60 M3 per
maand: 6'/i cent; muntgas 6'/i cent;
gewoon gas: voor de overige M3. per
maand: 4 cent; muntgas 4 cent.
Daartegenover komen de vastrecht-ta
rieven te vervallen.
RECLAME
DOOR RHEUMATIEK TOT WANHOOP
GEDREVEN.
Nu is hij veel beter en slaapt weer heerlijk.
Wat Kruschen Salts kan doen voor lijders
aan rheumatlek. ziet ge uit onderstaand
schrijven uit Alkmaar:
„Sinds jaren was ik lijdende aan rheu-
matische pijnen van alles geprobeerd,
en tot wanhoop gedreven. Ik kwam bij een
mijner kennissen, die mij Kruschen Salts
aanraadde. Ik heb direct een flacon ge
haald en ben er mee begonnen. Ik heb nu
mijn derde flacon en kan tot mijn groote
vreugde meedeelen, dat ik zoo goed als
geheel verlost ben van mijn pijn. Ik voel
me weer jong, heb weer lust tot uitgaan
en slaap weer heerlijk." T. B. te A.
Kruschen Salts bevat zes verschillende
minerale zouten. Deze zouten sporen de
afvoerorganen aan tot krachtige werking;
Uw lichaam wordt bevrijd van overtollig
urinezuur en andere schadelijke afvalstof
fen, die meestal ooreaak zijn van rheu-
matiek. Wanneer U trouw blijft aan de
kleine dagelijksche dosis, zullen deze
stoffen zich niet weer ophoopen. Rheuma
tlek komt niet terug; frlsch bloed zal Uw
lichaam doorstroomen,, ge voelt U jeugdig
en energiek als nooit tevoren.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten
a f. 0 90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelas
ting inbegrepen. Let op. dat op het etiket
op de flesch. zoowel als op de buitenver
pakking de naam Rowntree Handels
Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. 2923
Voorts stellen B. en W. met het oog op
de voor velen moeilijke tijdsomstandig
heden voor, het bedrag van f0.40. dat als
vergoeding wegens extra administratie- en
incasso-kosten van de verbruikers bij nlet-
tijdige betaling wordt geheven te verlagen
tot f0.15.
Voor Leiden wordt dus de gasprijs in
het algemeen met 1 cent per M3 verlaagd,
terwijl de verlaging voor de buitengemeen
ten, waarin Leiden zelf het gas distribueert
ten slotte zelfs 2 a 3 cent per M3 zal
bedragen.
De kosten van de boven voorgestelde
tariefsverlaging met inbegrip van die,
welke voortvloeien uit de daarmede ge
paard gaande verlaging van de tarieven
voor de groot-industrie, zullen per Jaar
plm. f. 130 000 bedragen.
Naast een verlaging van de gastarieven
komt het B en W. met Commissarissen
tevens noodig voor de electrlciteltstarieven,
met name die. geldende voor winkels e.d.,
café's en de kleine industrie, eenigermate
te verlagen. Ook in het verbruik van elec
triciteit tooh valt als gevolg van allerlei
omstandigheden een teruggang waar te
nemen, die in de eerste tien maanden van
1934 plm. 2 of 765.000 K.W.U. heeft be
dragen
De wijziging van het dubbeltarief be
staat in een verlaging van den prijs per
eenheid van de bulten den spertijd afge
nomen eerste 2500-eenheden per jaar van
11 tot 10 cent.
Wat het winkeltarief betreft, strekt de
voorgestelde wijziging in de eerste plaats
tot verlaging van het volgens dit tarief
verschuldigde vastrecht per jaar en wel in
dien zin. dat voortaan voor de berekeqing
van de totale aansluitwaarde niet meer i
een gedeelte van een hectowatt voor een
hectowatt, doch een gedeelte van een deca-
watt voor een decawatt zal worden gere
kend. Moet thans b.v. voor een halven
hectowatt aan vastrecht f. 14 40 per jaar
worden betaald, bij de voorgestelde wijzi
ging zal uit dezen hoofde slechts 5 x f .1.44
is (.7.20 verschuldigd zijn.
Voorts strekt het voorstel tot verlaging
van den prijs per K.W.U. van 5 tot 4 cent
voor de eenheden boven de eerste 500 per
jaar afgenomen.
Ten slotte wordt aan het winkeltarief
een zoodanige uitbreiding gegeven, dat het
voortaan ook voor café's en daarmede ge
lijk te stellen inrichtingen zal gelden. Aldus
wordt mede tegemoetgekomen aan het
adres van 15 September 1933 van den Al-
gemeenen Bond van Koffiehuishouders en
Slijters in Nederland, waarin voor deze in
richtingen toepassing van een vastrecht
tarief wordt gevraagd.
Door deze tariefsveranderingen zal de
Electriciteitsfabriek. plm. f25.000 's jaars
aan inkomsten derven.
Teneinde de bovenvoorgestelde tariefs
herzieningen practisch niet illusoir te
maken, achten B. en W. het vooralsnog
niet gewenscht tot verhaal van de Omzet
belasting op de verbruikers in Leiden en ln
de gemeenten, waar Leiden zelf het gas
rechtstreeks aan de verbruikers levert, over
te gaan. ook al is de gemeente daartoe
volkomen bevoegd en al zou er overigens
ale aanleiding bestaan tot dit verhaal wèl
over te gaan. Deze wet toch zal, toegepast
op de wijze als de Minister van Financiën
laatstelijk heeft medegedeeld, aan de beide
bedrijven tezamen niet minder dan plm.
f100.000 per jaar kosten of f. 40.000 meer
dan waarop bij de bedrijfsbegTootlngen
voor 1935 is gerekend. Ook in dit tekort
zal dus nog behooren te worden voorzien.
Het niet-verhalen van de Omzetbelasting
op de verbruikers beteekent echter voor
hen een voordeel van 4 van hetgeen zij
voor hun gas- en electriciteitsverbruik
betalen.
Als gevolg van een en ander zal op de
begrooting van de Gasfabriek voor 1935
een bedrag van f. 150.000 en op die van de
Electriciteitsfabriek een van f45.000 moe
ten worden gedekt. Teneinde nu het even
wicht van de gemeente-begrootine voor
1935 niet te verstoren, hebben Commissa
rissen getracht voor deze bedragen dek
king te vinden zonder aantasting van de
op de ontwerp-gemeentebegrooting voor
dat jaar geraamde winsten en gelijk uit
hun schrijven blijkt, zijn zij. door mede
een beroep te doen op door de Fabrieken
gevormde reserves, daarin grootendeels ge
slaagd. Het zal intusschen duidelijk zijn.
dat "deze methode van dekking wel voor
één jaar kan worden gevolgd, doch dat
voor 1936 en volgende jaren het bedrijfs-
begrootlngsevenwicht zonder hulp van
reserves en dus alleen door ingrijpende be
zuiniging en versobering zal kunnen wor
den hersteld, ln welke richting Commissa
rissen trouwens reeds werkzaam zijn.
O
Plannen voor meer concentratie van scholen.
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Tweede Kamer inzake de begrooting
voor Onderwijs.
Hieraan is het volgende ontleend;
De opbouw van het onderwijs tot één ge-
geheel. zooals men dit het liefst zou wen-
schen, zou belangrijke kosten meebrengen;
maar wie meenen mocht dat men niette
min daarmede nu wel zou kunnen beginnen
vergist zich.
De Minister verdedigt zich in den breede
tegen de beschuldiging van overijling. Van
een herhaaldelijk gewekte ontstemming
door besluiten, welke de minister heeft uit
gelokt, is hem niets gebleken. Sedert zijn
optreden zijn nopens 252 zaken een advies
der afdeellng „geschillen van bestuur" van
den Raad van State bij zijn departement
ingekomen. Slechts in acht gevallen heeft
hij zich genoopt gezien aan de Koningin
een van het advies afwijkend besluit voor
te dragen.
De Minister geeft een uiteenzetting om
trent de ten vorige jare aangekondigde
perspectiefbesparing van f. 15.500.000. Bij
het algemeen dekkingsplan van het tekort
op den gewonen dienst 1935 is de perspec
tive besparing gesteld op f. 10.2 mill.,
waarvan het voor 1934 vastgesteld bedrag
in de ontwerp-begrootlng voor 1935
f. 5.300.000 tot uitdrukking komt. De ont
werp-begrootlng 1935 is rond f. 6.100.000
lager dan het eindcijfer voor 1934. Van deze
vermindering moet f. 4.300.000 te goed wor
den geschreven op de rekening van de voor
1934 verhoogde korting op de salarissen.
Van de f. 15.500.000 aan perspectiefbezul-
nlgingen is in de ontwerp-begrootlng 1935
f. 6.100.000 minus f. 4.300.000 is f. 1 800.000
tot uitdrukking gekomen De verlaging
voor 1935 zou aanzienlijk grooter zijn ge
weest. als men niet rekening had moeten
houden met de verhooging van den post
wachtgelden voor het lager onderwijs,
waardoor de verlaging der begrooting
f 1 000.000 minder is dan zij anders zou zijn
geweest, en met het gewone jaarlijksch
adres aan uitgaven waarvoor in totaal
f. 2.500.000 kan worden geraamd.
Bij de f. 1.800.000 komen dus nog f. 1 mill,
en f. 2.5 mill. Dit maakt f. 5.3 millloen. In
de komende Jaren zal dus nog f. 10.2 mill,
moeten worden geëffectueerd.
De minister geeft aan, hoe hij zich voor
stelt deze bezuiniging te bereiken, zonder
zich aan de aangegeven maatregelen ge
bonden te achten. Z.i. kan het genoemde
bedrag worden bereikt door het vervallen
van wachtgelden: f. 2.809.000 door werking
van reeds genomen maatregelen bij het
voorbereidend hooger-, middelbaar- en nij
verheidsonderwijs f. 800.000; bezuiniging op
de onderwijzersopleiding f. 1.500.000; door
werking der verhooging van den toela
tingsleeftijd voor de lag. school f. 2.758.000;
concentratie van openbare en bijzondere
lagere scholen f 2.000.000; en diverse klei
nere nog in te voeren bezuinigingen
f. 333.000. Totaal f 10.200.000.
De minister heeft hiermede tevens aan
getoond, dat de verlaging van 't eindcijfer
der begrooting niet minder is dan het be
drag. dat hij een jaar geleden hoopte te
bereiken.
Bij de maatregelen, die binnen zeer kor
ten tijd in werking zullen treden, is o.m.
gedacht aan concentratie bij het openbaar
en bijzonder lager onderwijs, opheffing van
te gering bevolkte nijverheidsscholen en,
in de onderstelling dat de Staten-Generaal
zich met het wetsontwerp zullen vereeni
gen, het in werking treden van het voor
stel inzake de gewijzigde onderwijzersop
leiding.
De maatregelen welke een verdere ver
laging bij het Hooger Onderwijs kunnen
bewerkstelligen, maken nog een onderwerp
van gedachtenwisseling bij de regeering
uit.
Het doet den minister leed, dat vele
leden aanleiding vonden om zijn houding
ten opzichte van het spellingvraagstuk ten
sterkste af te keuren. Hij kan de aange
voerde gronden niet als juist erkennen. In
dien ergens de regeering haar zelfstandig
heid heeft te handhaven, dan is het inzake
de regeling van een onderwerp, waarover
nagenoeg alle sprekers der Kamer zich on
bevoegd verklaarden te oordeelen.
De schrijfwijze welke de regeering heeft
ingevoerd, ls niet die, welke door de aange-
inomen motie is veroordeeld. Als vinger-
wijziging voor de Regeering was de motie
niet bruikbaar. De minister achtte het met
zijn verantwoordelijkheid niet vereenigbaar
dat hij op dit punt den toestand liet zoo als
hij was, bij de wanorde in de schrijfwijze.
Ieder onderwijsman erkent dat een dwin
gend voorschrijven van De Vries en te
Winkel niet zou baten. Elke wijziging in
de schrijfwijze pleegt in elk volk eenige ge
moederen te verhitten. Een nieuwe schrijf
wijze wordt langs den weg van het onder
wijs algemeen. Ware de schrijfwijze zoo
maar plotseling in de wet en ln dienststuk-
ken verschenen, dan zou men aan vrede
hebben ingeboet wat men aan eenheid had
gewonnen.
Erkend wordt, dat het hooger onderwys
zich geleidelijk zoo heeft ontwikkeld, dat in
de verhoudingen niet dan met groote voor
zichtigheid kan worden ingegrepen.
De Instelling van een leerstoel van ho-
moeopathle is in dezen tijd alleen reeds om
de kosten niet mogelijk.
Betreffende den bijzonderen leerstoel van
de Maatschappij ter Bevordering der
Toonkunst te Utrecht verklaart de minis
ter, dat hij deze Maatschappij dankbaar is
voor haar Initiatief. Dat de beteekenls
hiervoor voor het geestelijk leven van ons
volk niet algemeen wordt ingezien, is een
bewijs hoe noodig het is ook door middel
van het hooger onderwijs in de toonkunst
de oogen voor haar hooge waarde te
openen.
De vervulling van den leerstoel ln kin
dergeneeskunde te Groningne maakt een
onderwerp van overweging uit.
Aan de Nederlandsche Handelshooge-
school te Rotterdam zal ln geen geval een
hooger subsidie worden uitgekeerd dan
voor een sluitende exploitatie mogelijk is.
Gaarne zegt de minister toe, spoedig te
zullen voldoen aan den aandrang om de
Indiening van voorstellen tot wijziging van
de geldende regeling van de bijdragen der
z.g. buitengemeenten ten behoeve van
scholen voor gymnasiaal en middelbaar
onderwijs te bevorderen. Een desbetref
fend wetsontwerp heeft het departement
reeds verlaten.
De minister is het geheel eens met de
vele leden, die ook, en terecht, in verband
met de groote werkloosheid, waardoor voor
vele jongens en meisjes de gelegenheid tot
directe opleiding ln de praktijk ontbreekt,
een behoorlijke verzorging van het nijver
heidsonderwijs noodzakelijk achten.
Het ligt in de bedoeling, tot) de in voor
bereiding zijnde herziening van den alge-
meenen maatregel van bestuur tot uitvoe
ring van art. 16 der nijverheidsonderwijs
wet de mogelijkheid te bevorderen van de
instelling van een commissie voor georga
niseerd overleg van directeuren en leeraren
bij dit onderwijs.
De minister overweegt in hoeverre aan
het ambulante landbouwhuishoudonderwljs
meer vrijheid van toeweging kan worden
gegeven.
Er wordt thans aan het departement in
overleg met de rijksinspectie een alge-
meene herziening voorbereid van het z.g.
bevoegdhedenlbesluit en de daarbij behoo-
rende kostenprogramma's. Het ligt in de
bedoeling, voor de toelating tot deel
neming aan de examens ter verkrijging
van onderscheiden typen van acten ver
schillende graden van algemeene ontwik
keling te eischen.
De minister verdedigt uitvoerig zijn be
leid ten aanzien van het lager onderwijs,
waarbij hij met nadruk zegt, dat hier van
afbraak zou mogen worden gesproken. Op
den voorgrond moet worden gesteld, dat in
vele gevallen de opheffing van één of meër
openbare scholen niet anders beteekende
dan de aanpassing van de structuur van
het openbaar onderwijs bij de verschui
vingen tusschen openbaar en bijzonder
onderwijs, die sedert 1920 algemeen zijn
voorgekomen. Ook was het aangewezen ten
aanzien van het openbaar onderwijs maat
regelen te treffen, omdat op 1 Jan. 1932
110 openbare scholen voor gewoon L. O.
bestonden, elk met minder dan 24 leer
lingen als gemiddelde over 1931, waar
tegenover geen enkele bijzondere school
met een zoo gering aantal leerlingen stond.
De minister blijft vertrouwen op de
vrijwillige medewerking van het bijzonder
onderwijs om ons geheele onderwijsappa-
raat terug te brengen tot een zoodanige
samenstelling en zoodanige differentiatie
als met de financleele draagkracht van ons
volk in overeenstemming ls. Dit vertrou
wen vindt steun ln de feiten. Sedert l Juni
1933 zijn door schoolbesturen 37 bijzon
der lagere scholen opgeheven. Sedert 20
Juli 1933 zijn 340 openbaTe lagere scholen
opgeheven.
Nog hoogere opvoering van het aantal
leerlingen per leerkracht zou slechts door
wetswijziging kunnen geschieden; voor
het oogenblik acht de minister de daaraan
verbonden bezwaren althans voor het ge
woon L.O. te groot.
Een andere vraag is of redelijkerwijze
een onbegrensd bedrag aan overheidsgeld
beschikbaar kan blijven voor bijzondere
scholen, die men plaatselijk wenscht op
te richten zonder dat de overheid eenige
voorwaarde van doelmatige distributie van
scholen vermag te stellen. Deze vraag is
in onderzoek.
De minister is met het rijkscollege voor
de lichamelijke opvoeding in overleg ge
treden over de vraag, hoe de lichamelijke
oefening van de schoolgaande jeugd op de
beste wijze met de beschikbare middelen
kan worden verzorgd. De commissie voor
georganiseerd overleg in onderwijzersza
ken heeft enkele weken geleden de moge
lijkheid besproken, regels vast te stellen
voor het ontslag van personeel bij het
openbaar en bijzonder onderwijs.
Het resultaat dezer bespreking is in
onderzoek.
Inzake tijdelijke herplaatsing van wacht
gelders wordt ter verkrijging van een
ichiiawi
rld.
An de memorie ls toegevoegd een ant.
woord op de nota van den heer Tilan
De minister merkt daarin nog op, dat!
strijd over de spelling minder fel zou
geweest, indien men zich tot Juiste arm.
menten had beperkt. Het ls den mlnisi»
niet duidelijk, waarom hij hen, die m
rleel of Ideëel belang hadden bij eeu
zekerheid omtrent den te verwachten ló.
van zaken, in onzekerheid had moe®
laten, in plaats van hen op de hoogt
stellen van de voornemens der regeei
De steller der nota constateert niet
feitelijke gegevens. De minister heeft
daan wat hij vermocht om met Bel
gelijk op te werken.
Door een onvoorzlenen samenloop
omstandigheden ls deze poging afgel
ken. De minister is echter van oordeel,
de schrijfwijze voor het onderwijs in
derland moet worden geregeld door
Nederlandsche regeering en niet a(har
lijk kan blijven van den loop van zal
elders. Het verheugt hem Intusschen
dat het contact met de Belgische regei
behouden ls gebleven; er ls een gemen
Nederlandsch-Belglsche commissie ln
leven geroepen voor het samenstellen
een woordenlijst van bastaardwoorden e
Schadelijk verschil in de schrijfw
vreest de minister ln geen geval.
Een officieele woordenlijst behoudi
voor de zoo even genoemde bastaardwo
den is voor de Juiste toepassing
spellingregels niet noodig.
De steller der nota noemt o.m. dat v
den rijksdienst de nieuwe schrijfwijze i
niet wordt gevolgd. Dat hierdoor de wi
orde grooter zou zijn geworden, is
zwaarlijk vol te houden. De rijksdienst
het onderwijs volgen; onzeker is alli
wanneer.
Wat het onderwijs betreft, kan de
nister reeds thans verklaren dat de niei
schrijfwijze algemeen is Ingevoerd, zoo
bij het bijzonder als bij het openbaar
derwijs. De gemeentebesturen, die nog r
meewerken, zijn uitzonderingen. De i
nister neemt gaarne aan, dat de veree
ging, die zich de handhaving van
Vries en Te Winkel ten doel stelt,
lang niet een hervorming met een n
bevredigend karakter tot stand is ge
men. met de beste bedoelingen is op
richt. Dit neemt niet weg dat zij een 1
senschim najaagt. Ten slotte de vraaj
de voorschriften bij K. B. gegeven voor
eindexamens en voor het leerplan
gymnasia en H.B.S., steunen op de
De vraag wordt bevestigend beantwoi
De minister acht stellig iemand, die
behoorlijk Neaerlandsch kan schrij'
niet bekwaam voor de <Jtudle aan de u
versitett. Van een nieuw onderzoek
„een alzijdig samengestelde commis
valt niets te verwachten.
VRAGEN EN ANTWOORDEN.
Vraag: Hoe met succes citroen-
sinaasappelpitten te zaaien?
C. W. v. d. E. te K. a/d.
A n t w.Zoodra de pitten uit de vni
komen, doet U ze ln een gewone bloen
met aarde. In 't a.s. voorjaar zullen
kiemen en kunt U later ieder plantje
zonderlijk in een pot plaatsen. Gedura
den zomer buiten kweeken, de pot in
grond graven en bij droog weer gere
gieten. Eind September de planten bilt
zetten ln een licht, koel vertrek. In
wintermaanden matig gieten. Meestal
gen deze plantjes later vrucht.
Vraag: Hoe te handelen met een
gebloeide Ster van Bethlehem?
G. M. T. te
Antw.: De plant gedurende den wil
matig gieten en goed in 't Hebt plaau
De stengels flink Inkorten. Wanneer
in de voorjaarsmaanden nieuw gewas v
toont, moet de plant ln versche aarde w
den verpot.
Vraag: Van de plant, waarvan
blad hierbij gaat verdort het groen. Wa
hieraan te doen?
A. M. te I
Antw.: Uw plant behoort tot de va
en heet Nephraulepis. Kan niet over dr
lucht. Dus het vertrek flink luchten
matig stoken. Geregeld gieten. Eens
week de pot gedurende een uur ln 't wl
zetten.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de
dactle onder motto „Tuinbouw".
bi
18. De elfen zijn pas aan de grens van Koning Winter's Rijk:
doch alles gaat naar wensch en hier ontdooit de eerste eik! De
elfen wijzen allemaal even met hup zonnestraal en daar vallen al
de droppen van de takken en de toppen. De elfen vinden het ple
zierig werk, want hierin zijn zij sterk onverdroten gaan zij voort,
terwijl de vroege dageraad nu gloort.
8-*