De begrooting voor Onderwijs. LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Dinsdag 11 December 1934 Minister Marchant over het spellingvraagstuk. LAND- EN TUINBOUW. THIJS IJS EN DE WINTERKONING vaste gedragslijn ten deze, naar aantel ding van door wachtgelders bij de 1™™! Ingestelde beroepen, over deze zaak mét den Raad van State afdeellng geschil^ van bestuur van gedachten gewisseld lage) met het onderwijs In een vaste klasse zijn belast. Gezien de ongunstige positie, waarin deze jonge menschen verkeeren bij gemis van vrijwel elk uitzicht op een betrekking, de diensten welke zij aan het onderwijs bewijzen en het lelt. dat zij in het alge meen het corps vormen, waaruit de kwee- kelingen met bijzondere toelage, moeten voortkomen, bestaat er naar meening van B. en W. aanleiding, om de evenbedoelde regeling, zy het dan ook eenlgszins gewij zigd. voor het tijdvak van 1 September 1934—1 September 1935 te continueeren. Het komt het College voor. dat de toe lage geleidelijk tot een voor lederen kwee- keling gelijk bedrag van 1.100 per jaar behoort te worden teruggebracht. Bij wijze van overgang zou de regeling dan voor het tijdvak van 1 September 19341 Sep tember 1935 zoo kunnen zijn, dat de kwee- kelingen. die vóór 1 September 1934 een toelage genoten van 1.160 1 140.— of i. 120 resp. ontvangen f 140, f. 120.— of 1.100.en de overigen f. 100. ONTSLAG BOVENTALLIGE LEERKRACHTEN. De ongunstige flnancleele omstandig heden, waarin de gemeente verkeert, ma ken het noodig, dat de afvloeiing van de boventallige leerkrachten bij het open baar gewoon lager onderwijs in zoodanig tempo geschiedt, dat op 1 Januari 1936 geen boventallige leerkrachten meer bil dat onderwijs werkzaam zijn. Zulks kan echter niet worden bereikt door het ver- leenen van ontslag alleen aan onderwij- zerstessen), die 60 jaar of ouder zijn. Op dit oogenblik toch is geen enkele 60-jarige onderwijzer(es) bij het gewoon lager on derwijs in vasten dienst van onze gemeen te. terwijl in 1935 slechts één leerkracht den 60-jarigen leeftijd zal bereiken. Bo vendien achten B. en W. het gewenscht te breken met den regel, dat aan 60-jarige onderwijzers'essen) ontslag wordt ver leend, nu zij van Rijkswege worden ver plicht de 60-jarige wachtgelders in tijde lijke betrekkingen te herplaatsen. Om die redenen zouden B en W. thans, voor zooveel mogelijk, de laatst aange- stelden voor ontslag in aanmerking wen- schen te brengen. Voor jongere menschen toch is het minder bezwaarlijk dan voor de ouderen om na hun ontslag dan eens aan deze. dan weer aan gene school tijde lijk werkzaam te worden gesteld Deze regel (ontslag van de laatst aangestelden zouden B en W willen toepassen met deze uitzondering, dat in het algemeen het eerst de vrouwelijke leerkrachten voor ontslag in aanmerking komen en dat, wanneer later ook mannelijke leerkrachten voor ontslag zouden moeten worden voorge dragen, het eerst de ongehuwde manne lijke leerkrachten en daarna de gehuwde mannelijke leerkrachten worden ontslagen Verder deeltei B. en W. nog mede, dat het in hun bedoeling ligt te bevorderen, dat de na te noemen leerkrachten, na hun ontslag, aan dezelfde school, waaraan zij thans werkzaam zijn, worden aangewezen tot kweekeling, om zelfstandig met het onderwijs in wezen hoegenaamd geen ver andering zal beteekenen. In den loop van 1935 zullen B en W. nog een voorstel doen tot het verleenen van eervol ontslag aan de dan nog resteerende boventallige leerkrachten. Op grond van het vorenstaande geven B. en W. mitsdien in overweging, met in gang van een nader door het College te bepalen dag, wegens opheffing van hunne betrekking, eervol ontslag te verleenen aan a. Mej. J. J. van Doorn, als onderwijzeres aan de Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar; b. Mej. J. de Zwart, als onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Vrouwenkerksteeg; c. Mej. E. eMewis, als onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Medusastraat B; d. Mej. G. K Thorbecke, als onderwij zeres aan de o. 1. school aan de Paul Kru- gerstraat; e. Mej. A. C. van Houwelingen, als on derwijzeres aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat. VERLAGING LICHTTARIEVEN, Zooals bekend, valt in den laatsten tijd in het geheele land een niet onaanzien lijke daling van het gasverbruik te con- stateeren, die, naast de crisis, in hoofd zaak aan het toenemend gebruik van petro leum voor verlichting en verwarming moet worden geweten; door groote prijsverla gingen en door het in den handel brengen van verbeterde toestellen tracht men thans het vroeger voor de petroleum verloren ge- gane gebied terug te winnen. Uit den aard der zaak ondervindt ook de Gasfabriek alhier in niet geringe mate de concurrentie van de petroleum; terwijl toch over de jaren 1931, 1932 en 1933 de gaslevering practisch constant is gebleven, is over de eerste tien maanden van dit jaar een daling van het verbruik ingetre den van 3.2"/« of van 490.000 M3. en ver wacht moet worden, dat die daling zich verder zal voortzetten. Onder deze omstandigheden zijn B. en W. met Commissarissen der Stedelijke Fa brieken van Gas en Electriciteit van oor deel, dat, hoezeer de gasprijs alhier reeds thans lager is dan in tal van andere ge meenten, door een merkbare tariefsverla ging getracht moet worden verdere daling van het gasverbruik tot staan te brengen. En aangezien het gevaar voor verdere in zinking van het gebruik het grootst is ten aanzien van de kleine verbruikers, zal die tariefsverlaging, wil zij het beoogde doel bereiken, vooral gericht moeten zijn op een verlaging van den grondprijs en van de met dien prijs samenhangende tarieven. Vermits voorts vooral ten platteland het gasverbruik sterk afneemt, zal het tevens noodzakelijk zijn in de gemeenten, waarin Leiden zelf de distributie in handen heeft, tot een aanzienlijke tariefsverlaging over te gaan en zullen de daar geldende prijzen die in het algemeen thans 1 a 2 ct. hooger zijn dan de Leidsche prijzen, geleidelijk op de basis van laatstgenoemde behooren te worden gebracht. Op grond van een en ander geven B. en W„ zulks in overeenstemming met het voorstel van Commissarissen, in overwe ging de Gasverordening in dien zin te wij zigen, dat voor het gas een zgn. trappen- tarief wordt ingevoerd en wel voor: gewoon gas: voor de eerste 50 M3 per maand: 8 cent; muntgas 9 cent; gewoon gas: voor de volgende 60 M3 per maand: 6'/i cent; muntgas 6'/i cent; gewoon gas: voor de overige M3. per maand: 4 cent; muntgas 4 cent. Daartegenover komen de vastrecht-ta rieven te vervallen. RECLAME DOOR RHEUMATIEK TOT WANHOOP GEDREVEN. Nu is hij veel beter en slaapt weer heerlijk. Wat Kruschen Salts kan doen voor lijders aan rheumatlek. ziet ge uit onderstaand schrijven uit Alkmaar: „Sinds jaren was ik lijdende aan rheu- matische pijnen van alles geprobeerd, en tot wanhoop gedreven. Ik kwam bij een mijner kennissen, die mij Kruschen Salts aanraadde. Ik heb direct een flacon ge haald en ben er mee begonnen. Ik heb nu mijn derde flacon en kan tot mijn groote vreugde meedeelen, dat ik zoo goed als geheel verlost ben van mijn pijn. Ik voel me weer jong, heb weer lust tot uitgaan en slaap weer heerlijk." T. B. te A. Kruschen Salts bevat zes verschillende minerale zouten. Deze zouten sporen de afvoerorganen aan tot krachtige werking; Uw lichaam wordt bevrijd van overtollig urinezuur en andere schadelijke afvalstof fen, die meestal ooreaak zijn van rheu- matiek. Wanneer U trouw blijft aan de kleine dagelijksche dosis, zullen deze stoffen zich niet weer ophoopen. Rheuma tlek komt niet terug; frlsch bloed zal Uw lichaam doorstroomen,, ge voelt U jeugdig en energiek als nooit tevoren. Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f. 0 90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelas ting inbegrepen. Let op. dat op het etiket op de flesch. zoowel als op de buitenver pakking de naam Rowntree Handels Maatschappij, Amsterdam, voorkomt. 2923 Voorts stellen B. en W. met het oog op de voor velen moeilijke tijdsomstandig heden voor, het bedrag van f0.40. dat als vergoeding wegens extra administratie- en incasso-kosten van de verbruikers bij nlet- tijdige betaling wordt geheven te verlagen tot f0.15. Voor Leiden wordt dus de gasprijs in het algemeen met 1 cent per M3 verlaagd, terwijl de verlaging voor de buitengemeen ten, waarin Leiden zelf het gas distribueert ten slotte zelfs 2 a 3 cent per M3 zal bedragen. De kosten van de boven voorgestelde tariefsverlaging met inbegrip van die, welke voortvloeien uit de daarmede ge paard gaande verlaging van de tarieven voor de groot-industrie, zullen per Jaar plm. f. 130 000 bedragen. Naast een verlaging van de gastarieven komt het B en W. met Commissarissen tevens noodig voor de electrlciteltstarieven, met name die. geldende voor winkels e.d., café's en de kleine industrie, eenigermate te verlagen. Ook in het verbruik van elec triciteit tooh valt als gevolg van allerlei omstandigheden een teruggang waar te nemen, die in de eerste tien maanden van 1934 plm. 2 of 765.000 K.W.U. heeft be dragen De wijziging van het dubbeltarief be staat in een verlaging van den prijs per eenheid van de bulten den spertijd afge nomen eerste 2500-eenheden per jaar van 11 tot 10 cent. Wat het winkeltarief betreft, strekt de voorgestelde wijziging in de eerste plaats tot verlaging van het volgens dit tarief verschuldigde vastrecht per jaar en wel in dien zin. dat voortaan voor de berekeqing van de totale aansluitwaarde niet meer i een gedeelte van een hectowatt voor een hectowatt, doch een gedeelte van een deca- watt voor een decawatt zal worden gere kend. Moet thans b.v. voor een halven hectowatt aan vastrecht f. 14 40 per jaar worden betaald, bij de voorgestelde wijzi ging zal uit dezen hoofde slechts 5 x f .1.44 is (.7.20 verschuldigd zijn. Voorts strekt het voorstel tot verlaging van den prijs per K.W.U. van 5 tot 4 cent voor de eenheden boven de eerste 500 per jaar afgenomen. Ten slotte wordt aan het winkeltarief een zoodanige uitbreiding gegeven, dat het voortaan ook voor café's en daarmede ge lijk te stellen inrichtingen zal gelden. Aldus wordt mede tegemoetgekomen aan het adres van 15 September 1933 van den Al- gemeenen Bond van Koffiehuishouders en Slijters in Nederland, waarin voor deze in richtingen toepassing van een vastrecht tarief wordt gevraagd. Door deze tariefsveranderingen zal de Electriciteitsfabriek. plm. f25.000 's jaars aan inkomsten derven. Teneinde de bovenvoorgestelde tariefs herzieningen practisch niet illusoir te maken, achten B. en W. het vooralsnog niet gewenscht tot verhaal van de Omzet belasting op de verbruikers in Leiden en ln de gemeenten, waar Leiden zelf het gas rechtstreeks aan de verbruikers levert, over te gaan. ook al is de gemeente daartoe volkomen bevoegd en al zou er overigens ale aanleiding bestaan tot dit verhaal wèl over te gaan. Deze wet toch zal, toegepast op de wijze als de Minister van Financiën laatstelijk heeft medegedeeld, aan de beide bedrijven tezamen niet minder dan plm. f100.000 per jaar kosten of f. 40.000 meer dan waarop bij de bedrijfsbegTootlngen voor 1935 is gerekend. Ook in dit tekort zal dus nog behooren te worden voorzien. Het niet-verhalen van de Omzetbelasting op de verbruikers beteekent echter voor hen een voordeel van 4 van hetgeen zij voor hun gas- en electriciteitsverbruik betalen. Als gevolg van een en ander zal op de begrooting van de Gasfabriek voor 1935 een bedrag van f. 150.000 en op die van de Electriciteitsfabriek een van f45.000 moe ten worden gedekt. Teneinde nu het even wicht van de gemeente-begrootine voor 1935 niet te verstoren, hebben Commissa rissen getracht voor deze bedragen dek king te vinden zonder aantasting van de op de ontwerp-gemeentebegrooting voor dat jaar geraamde winsten en gelijk uit hun schrijven blijkt, zijn zij. door mede een beroep te doen op door de Fabrieken gevormde reserves, daarin grootendeels ge slaagd. Het zal intusschen duidelijk zijn. dat "deze methode van dekking wel voor één jaar kan worden gevolgd, doch dat voor 1936 en volgende jaren het bedrijfs- begrootlngsevenwicht zonder hulp van reserves en dus alleen door ingrijpende be zuiniging en versobering zal kunnen wor den hersteld, ln welke richting Commissa rissen trouwens reeds werkzaam zijn. O Plannen voor meer concentratie van scholen. Verschenen is de memorie van antwoord aan de Tweede Kamer inzake de begrooting voor Onderwijs. Hieraan is het volgende ontleend; De opbouw van het onderwijs tot één ge- geheel. zooals men dit het liefst zou wen- schen, zou belangrijke kosten meebrengen; maar wie meenen mocht dat men niette min daarmede nu wel zou kunnen beginnen vergist zich. De Minister verdedigt zich in den breede tegen de beschuldiging van overijling. Van een herhaaldelijk gewekte ontstemming door besluiten, welke de minister heeft uit gelokt, is hem niets gebleken. Sedert zijn optreden zijn nopens 252 zaken een advies der afdeellng „geschillen van bestuur" van den Raad van State bij zijn departement ingekomen. Slechts in acht gevallen heeft hij zich genoopt gezien aan de Koningin een van het advies afwijkend besluit voor te dragen. De Minister geeft een uiteenzetting om trent de ten vorige jare aangekondigde perspectiefbesparing van f. 15.500.000. Bij het algemeen dekkingsplan van het tekort op den gewonen dienst 1935 is de perspec tive besparing gesteld op f. 10.2 mill., waarvan het voor 1934 vastgesteld bedrag in de ontwerp-begrootlng voor 1935 f. 5.300.000 tot uitdrukking komt. De ont werp-begrootlng 1935 is rond f. 6.100.000 lager dan het eindcijfer voor 1934. Van deze vermindering moet f. 4.300.000 te goed wor den geschreven op de rekening van de voor 1934 verhoogde korting op de salarissen. Van de f. 15.500.000 aan perspectiefbezul- nlgingen is in de ontwerp-begrootlng 1935 f. 6.100.000 minus f. 4.300.000 is f. 1 800.000 tot uitdrukking gekomen De verlaging voor 1935 zou aanzienlijk grooter zijn ge weest. als men niet rekening had moeten houden met de verhooging van den post wachtgelden voor het lager onderwijs, waardoor de verlaging der begrooting f 1 000.000 minder is dan zij anders zou zijn geweest, en met het gewone jaarlijksch adres aan uitgaven waarvoor in totaal f. 2.500.000 kan worden geraamd. Bij de f. 1.800.000 komen dus nog f. 1 mill, en f. 2.5 mill. Dit maakt f. 5.3 millloen. In de komende Jaren zal dus nog f. 10.2 mill, moeten worden geëffectueerd. De minister geeft aan, hoe hij zich voor stelt deze bezuiniging te bereiken, zonder zich aan de aangegeven maatregelen ge bonden te achten. Z.i. kan het genoemde bedrag worden bereikt door het vervallen van wachtgelden: f. 2.809.000 door werking van reeds genomen maatregelen bij het voorbereidend hooger-, middelbaar- en nij verheidsonderwijs f. 800.000; bezuiniging op de onderwijzersopleiding f. 1.500.000; door werking der verhooging van den toela tingsleeftijd voor de lag. school f. 2.758.000; concentratie van openbare en bijzondere lagere scholen f 2.000.000; en diverse klei nere nog in te voeren bezuinigingen f. 333.000. Totaal f 10.200.000. De minister heeft hiermede tevens aan getoond, dat de verlaging van 't eindcijfer der begrooting niet minder is dan het be drag. dat hij een jaar geleden hoopte te bereiken. Bij de maatregelen, die binnen zeer kor ten tijd in werking zullen treden, is o.m. gedacht aan concentratie bij het openbaar en bijzonder lager onderwijs, opheffing van te gering bevolkte nijverheidsscholen en, in de onderstelling dat de Staten-Generaal zich met het wetsontwerp zullen vereeni gen, het in werking treden van het voor stel inzake de gewijzigde onderwijzersop leiding. De maatregelen welke een verdere ver laging bij het Hooger Onderwijs kunnen bewerkstelligen, maken nog een onderwerp van gedachtenwisseling bij de regeering uit. Het doet den minister leed, dat vele leden aanleiding vonden om zijn houding ten opzichte van het spellingvraagstuk ten sterkste af te keuren. Hij kan de aange voerde gronden niet als juist erkennen. In dien ergens de regeering haar zelfstandig heid heeft te handhaven, dan is het inzake de regeling van een onderwerp, waarover nagenoeg alle sprekers der Kamer zich on bevoegd verklaarden te oordeelen. De schrijfwijze welke de regeering heeft ingevoerd, ls niet die, welke door de aange- inomen motie is veroordeeld. Als vinger- wijziging voor de Regeering was de motie niet bruikbaar. De minister achtte het met zijn verantwoordelijkheid niet vereenigbaar dat hij op dit punt den toestand liet zoo als hij was, bij de wanorde in de schrijfwijze. Ieder onderwijsman erkent dat een dwin gend voorschrijven van De Vries en te Winkel niet zou baten. Elke wijziging in de schrijfwijze pleegt in elk volk eenige ge moederen te verhitten. Een nieuwe schrijf wijze wordt langs den weg van het onder wijs algemeen. Ware de schrijfwijze zoo maar plotseling in de wet en ln dienststuk- ken verschenen, dan zou men aan vrede hebben ingeboet wat men aan eenheid had gewonnen. Erkend wordt, dat het hooger onderwys zich geleidelijk zoo heeft ontwikkeld, dat in de verhoudingen niet dan met groote voor zichtigheid kan worden ingegrepen. De Instelling van een leerstoel van ho- moeopathle is in dezen tijd alleen reeds om de kosten niet mogelijk. Betreffende den bijzonderen leerstoel van de Maatschappij ter Bevordering der Toonkunst te Utrecht verklaart de minis ter, dat hij deze Maatschappij dankbaar is voor haar Initiatief. Dat de beteekenls hiervoor voor het geestelijk leven van ons volk niet algemeen wordt ingezien, is een bewijs hoe noodig het is ook door middel van het hooger onderwijs in de toonkunst de oogen voor haar hooge waarde te openen. De vervulling van den leerstoel ln kin dergeneeskunde te Groningne maakt een onderwerp van overweging uit. Aan de Nederlandsche Handelshooge- school te Rotterdam zal ln geen geval een hooger subsidie worden uitgekeerd dan voor een sluitende exploitatie mogelijk is. Gaarne zegt de minister toe, spoedig te zullen voldoen aan den aandrang om de Indiening van voorstellen tot wijziging van de geldende regeling van de bijdragen der z.g. buitengemeenten ten behoeve van scholen voor gymnasiaal en middelbaar onderwijs te bevorderen. Een desbetref fend wetsontwerp heeft het departement reeds verlaten. De minister is het geheel eens met de vele leden, die ook, en terecht, in verband met de groote werkloosheid, waardoor voor vele jongens en meisjes de gelegenheid tot directe opleiding ln de praktijk ontbreekt, een behoorlijke verzorging van het nijver heidsonderwijs noodzakelijk achten. Het ligt in de bedoeling, tot) de in voor bereiding zijnde herziening van den alge- meenen maatregel van bestuur tot uitvoe ring van art. 16 der nijverheidsonderwijs wet de mogelijkheid te bevorderen van de instelling van een commissie voor georga niseerd overleg van directeuren en leeraren bij dit onderwijs. De minister overweegt in hoeverre aan het ambulante landbouwhuishoudonderwljs meer vrijheid van toeweging kan worden gegeven. Er wordt thans aan het departement in overleg met de rijksinspectie een alge- meene herziening voorbereid van het z.g. bevoegdhedenlbesluit en de daarbij behoo- rende kostenprogramma's. Het ligt in de bedoeling, voor de toelating tot deel neming aan de examens ter verkrijging van onderscheiden typen van acten ver schillende graden van algemeene ontwik keling te eischen. De minister verdedigt uitvoerig zijn be leid ten aanzien van het lager onderwijs, waarbij hij met nadruk zegt, dat hier van afbraak zou mogen worden gesproken. Op den voorgrond moet worden gesteld, dat in vele gevallen de opheffing van één of meër openbare scholen niet anders beteekende dan de aanpassing van de structuur van het openbaar onderwijs bij de verschui vingen tusschen openbaar en bijzonder onderwijs, die sedert 1920 algemeen zijn voorgekomen. Ook was het aangewezen ten aanzien van het openbaar onderwijs maat regelen te treffen, omdat op 1 Jan. 1932 110 openbare scholen voor gewoon L. O. bestonden, elk met minder dan 24 leer lingen als gemiddelde over 1931, waar tegenover geen enkele bijzondere school met een zoo gering aantal leerlingen stond. De minister blijft vertrouwen op de vrijwillige medewerking van het bijzonder onderwijs om ons geheele onderwijsappa- raat terug te brengen tot een zoodanige samenstelling en zoodanige differentiatie als met de financleele draagkracht van ons volk in overeenstemming ls. Dit vertrou wen vindt steun ln de feiten. Sedert l Juni 1933 zijn door schoolbesturen 37 bijzon der lagere scholen opgeheven. Sedert 20 Juli 1933 zijn 340 openbaTe lagere scholen opgeheven. Nog hoogere opvoering van het aantal leerlingen per leerkracht zou slechts door wetswijziging kunnen geschieden; voor het oogenblik acht de minister de daaraan verbonden bezwaren althans voor het ge woon L.O. te groot. Een andere vraag is of redelijkerwijze een onbegrensd bedrag aan overheidsgeld beschikbaar kan blijven voor bijzondere scholen, die men plaatselijk wenscht op te richten zonder dat de overheid eenige voorwaarde van doelmatige distributie van scholen vermag te stellen. Deze vraag is in onderzoek. De minister is met het rijkscollege voor de lichamelijke opvoeding in overleg ge treden over de vraag, hoe de lichamelijke oefening van de schoolgaande jeugd op de beste wijze met de beschikbare middelen kan worden verzorgd. De commissie voor georganiseerd overleg in onderwijzersza ken heeft enkele weken geleden de moge lijkheid besproken, regels vast te stellen voor het ontslag van personeel bij het openbaar en bijzonder onderwijs. Het resultaat dezer bespreking is in onderzoek. Inzake tijdelijke herplaatsing van wacht gelders wordt ter verkrijging van een ichiiawi rld. An de memorie ls toegevoegd een ant. woord op de nota van den heer Tilan De minister merkt daarin nog op, dat! strijd over de spelling minder fel zou geweest, indien men zich tot Juiste arm. menten had beperkt. Het ls den mlnisi» niet duidelijk, waarom hij hen, die m rleel of Ideëel belang hadden bij eeu zekerheid omtrent den te verwachten ló. van zaken, in onzekerheid had moe® laten, in plaats van hen op de hoogt stellen van de voornemens der regeei De steller der nota constateert niet feitelijke gegevens. De minister heeft daan wat hij vermocht om met Bel gelijk op te werken. Door een onvoorzlenen samenloop omstandigheden ls deze poging afgel ken. De minister is echter van oordeel, de schrijfwijze voor het onderwijs in derland moet worden geregeld door Nederlandsche regeering en niet a(har lijk kan blijven van den loop van zal elders. Het verheugt hem Intusschen dat het contact met de Belgische regei behouden ls gebleven; er ls een gemen Nederlandsch-Belglsche commissie ln leven geroepen voor het samenstellen een woordenlijst van bastaardwoorden e Schadelijk verschil in de schrijfw vreest de minister ln geen geval. Een officieele woordenlijst behoudi voor de zoo even genoemde bastaardwo den is voor de Juiste toepassing spellingregels niet noodig. De steller der nota noemt o.m. dat v den rijksdienst de nieuwe schrijfwijze i niet wordt gevolgd. Dat hierdoor de wi orde grooter zou zijn geworden, is zwaarlijk vol te houden. De rijksdienst het onderwijs volgen; onzeker is alli wanneer. Wat het onderwijs betreft, kan de nister reeds thans verklaren dat de niei schrijfwijze algemeen is Ingevoerd, zoo bij het bijzonder als bij het openbaar derwijs. De gemeentebesturen, die nog r meewerken, zijn uitzonderingen. De i nister neemt gaarne aan, dat de veree ging, die zich de handhaving van Vries en Te Winkel ten doel stelt, lang niet een hervorming met een n bevredigend karakter tot stand is ge men. met de beste bedoelingen is op richt. Dit neemt niet weg dat zij een 1 senschim najaagt. Ten slotte de vraaj de voorschriften bij K. B. gegeven voor eindexamens en voor het leerplan gymnasia en H.B.S., steunen op de De vraag wordt bevestigend beantwoi De minister acht stellig iemand, die behoorlijk Neaerlandsch kan schrij' niet bekwaam voor de <Jtudle aan de u versitett. Van een nieuw onderzoek „een alzijdig samengestelde commis valt niets te verwachten. VRAGEN EN ANTWOORDEN. Vraag: Hoe met succes citroen- sinaasappelpitten te zaaien? C. W. v. d. E. te K. a/d. A n t w.Zoodra de pitten uit de vni komen, doet U ze ln een gewone bloen met aarde. In 't a.s. voorjaar zullen kiemen en kunt U later ieder plantje zonderlijk in een pot plaatsen. Gedura den zomer buiten kweeken, de pot in grond graven en bij droog weer gere gieten. Eind September de planten bilt zetten ln een licht, koel vertrek. In wintermaanden matig gieten. Meestal gen deze plantjes later vrucht. Vraag: Hoe te handelen met een gebloeide Ster van Bethlehem? G. M. T. te Antw.: De plant gedurende den wil matig gieten en goed in 't Hebt plaau De stengels flink Inkorten. Wanneer in de voorjaarsmaanden nieuw gewas v toont, moet de plant ln versche aarde w den verpot. Vraag: Van de plant, waarvan blad hierbij gaat verdort het groen. Wa hieraan te doen? A. M. te I Antw.: Uw plant behoort tot de va en heet Nephraulepis. Kan niet over dr lucht. Dus het vertrek flink luchten matig stoken. Geregeld gieten. Eens week de pot gedurende een uur ln 't wl zetten. Vragen op Tuinbouwgebied aan de dactle onder motto „Tuinbouw". bi 18. De elfen zijn pas aan de grens van Koning Winter's Rijk: doch alles gaat naar wensch en hier ontdooit de eerste eik! De elfen wijzen allemaal even met hup zonnestraal en daar vallen al de droppen van de takken en de toppen. De elfen vinden het ple zierig werk, want hierin zijn zij sterk onverdroten gaan zij voort, terwijl de vroege dageraad nu gloort. 8-*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 14