HET CLEARINGVERDRAG MET DUITSCHLAND. (666 ELTAX LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Donderdag 6 December 1934 VISSCHERIJBERICHTEN. DE INHOUD DER OVEREENKOMST. MODERNE MENSEN BELLEN OP RECHTZAKEN. FRANKRIJK. Verklaring van den minister van oorlog. Gisteren heeft de minister van oorlog, generaal Maurin, een verklaring afgelegd voor de militaire commissie der Kamer, waarin hij er op wees, dat sedert de ver klaringen van maarschalk Petain in Juli jj. de herbewapening van Duitschland in die mate is toegenomen, dat thans nieuwe maatregelen genomen moeten worden, opdat Frankrijk niet in een zwakkere positie zal komen. Aan de hand van cijfers van het rap port Archimbaud toonde generaal Maurin aan, over welke macht het huidige Duit sche leger beschikt en van welken aard die macht is. Hij hield zich echter, zooals de officl- eele mededeeling van de zitting luidt het antwoord op alle vragen betreffende de verlenging van den diensttijd die door de bewapening van Duitschland, of door het dalende aantal recruten in Frankrijk noo- dlg zou kunnen zijn, voor. Hij bepleitte weliswaar de noodzakelijk heid van recruteering van specialisten, maar merkte daarbij echter op, dat het parlement binnen enkele maanden de re- cruteeringswet moest herzien ingeval het resultaat van de huidige maatregelen on voldoende of niet in overeenstemming zou zijn met de behoeften van dezen tegen- woordlgen testand. Verder ging de minister in op de alge- meene organisatie van het Fransche leger en gaf een exposé van de vorderingen der grensversterkingen in het Noord-Oosten en Noorden van het land evenals het aan vullende bewapeningsprogram van 800 mlllioen francs Ook behandelde hij het probleem van afweer tegen gasaanvallen. De commissie verzocht den minister haar voortdurend on de hoogte te houden van de toestand der Fransche en Duitsche legers en stond het gevraagde aanvullende crediet van 800 millioen francs - met 12 tegen 1 stem. DUITSCHLAND. Rede van dr. Schacht Dc afzetting van Brückner Leiders gaan collecteeren Rijksbankpresident en commissarleel minister van economische zaken dr. Schacht heeft gisteren een radloredevoe- ring uitgesproken over de nieuwe wetten betreffende bank- en crediet wezen. Hij zette daarbij om. uiteen, dat het leenen in het buitenland heeft opgehouden. De openbare middelen worden volgens econo mische inzichten besteed ter opheffing van de werkloosheid en de belastingschroef niet te veel aangedraaid, en langzaam maar gestadig losser gemaakt. Het groot ste deel der werkloozen is weer aan het werk. Het Duitsche volk heeft geen geld om weg te smijten, maar kan toch lang zaam weer beginnen te sparen Dat men er in geslaagd is het werkverschaffings probleem te financieren wordt in het bui tenland met bewondering gezien. Voort gaande behandelde spr. de genoemde wet ten. De z.g Leeningstockwet maakt het voor een reeks van jaren mogelijk geen hoogere contante dividenden uit te keeren dan 8*>, wanneer de betrokken maat schappijen vroeger 8tt. of meer uitkeerden en niet meer dan 6% wanneer zij vroeger ook niet meer dan 6°dividend uitkeer den. Al het meerdere moet in rijksleenin- gen worden belegd Hiermede wordt de particulier niet benadeeld doch wordt het geld in zijn gebruik voor het algemeen geregeld. De staat heeft het kapitaal noo- dig voor het werkverschaffingsprogram, voor de breede massa des volks. Dat is de zin van deze wet De tweede wet, die dienen moet ter con centratie van de Duitsche financleele krachten betreft de reorganisatie der Duitsche beurzen, niet van de goederen beurzen maar van de effectenbeurzen. Er wordt een einde gemaakt aan den ouden toestand, waarbij effectenbeurzen beston den. waar practised siechts zeer weinig omging. Hun aantal wordt thans beperkt van 21 op 9 Dat is voldoende. Er is voor gezorgd, dat met de locale eischen reke ning is gehouden, doch dat tegelijkertijd een krachtiger samenvatting wordt ver kregen. De derde en belangrijkste wet ten slotte is die betreffende controle op het crediet- wezen. Deze wet is ontstaan uit de z.g. bankcontrolecommissie. De kern van deze wet is dan ook opnieuw concentratie van alle bank- en credietpolitieke krachten, zuinige begrootingen, vermijding van on zekere zaken, verlaging der onkosten, in het algemeen dingen, die noodzakelijk zijn voor de verlaging van den rentevoet, doel matig gebruik van het bankapparaat, ver mijding van onzinnige concurrentie, re gionale verdeeling der credieten. krach tige beperking van speculatieve zaken en de waarborg van een liquiditeit in het be lang van spaarders en geldgevers en voorts grootere openbaarmaking van bankba- lansen. Er zal een bureau van toezicht worden opgericht onder voorzitterschap van den president der Rijksbank. Op deze wijze wordt de leiding van het Duitsche bank- en credietwezên voor de verdere toekomst in nationaal socialistischen zin gewaarborgd. De nat.-soc. Korrespondenz meldt, dat Hitier den gouwleider van Westfalen- Zuid, Josef Wagner, benoemd heeft tot commissariëel leider van de gouw Sile- zië der N.S-DAP. als opvolger van Brück ner. In de leiding van den gouw West- falen-Zuid wordt hierdoor geen wijziging gebracht. Volgens het „Vad" zou Brückner zich in arrest bevinden. Er verluidt, dat hij be schuldigd wordt, betrekkingen te hebben onderhouden met Otto Strasser, den af valligen nat. soc.. die zich buiten de Duit sche grenzen ophoudt. Zaterdag a.s. zullen, naar officieel ge meld wordt, om het voorbeeld te geven, de rijksministers Goering en dr. Goebbels tezamen in de straten van Berlijn col lecteeren voor den aan de Winterhulp ge- wijden „solidariteltsdag". Tegelijkertijd willen zij door deze gezamenlijke actie be wijzen. dat de geruchten, dat er diep gaande meeningsverschillen tusschen den Pruislschen minister-preident en den rijkminister voor de Propaganda zouden bestaan, onjuist zijn. Vele andere hooge ambtenaren van de ministeries en de regeeringsbureaux zul len Zaterdag persoonlijk aan de straat collecte deelnemen, zooals verleden jaar de hooge S.A.-leiders op straat collecteerden. RECLAME. 1697 OAOEIUKSCH WIEeeitltHT RUSLAND. 66 doodvonnissen voltrokken. Voor het Opperste Gerechtshof hebben zich gisteren 66 personen te verantwoorden gehad wegens hoogverraad en terroris tische overvallen. Het gerechtshof te Leningrad veroor deelde alle 37 beschuldigden, die zich daar te verantwoorden hadden, ter dood. Ook de 29 personen, die te Moskou terecht hebben gestaan, werden ter dood veroordeeld. Alle 66 doodvonnissen werden direct na het vonnis voltrokken. De veroordeelden waren ten deele af komstig uit Letland, Finland en Polen Tot de te Moskou veroordeelden behoorde ook een vrouw, die een belangrijke rol bij de samenzwering zou hebben gespeeld. JAPAN. Gezantenwisseling te Moskou Aanslag op Sajonji? Gemeld wordt, dat de Japansche ambas sadeur te Moskou Ota wegens meenings verschillen met het departement van Bui- tenlandsche Zaken te Tokio, niet meer naar zijn post zal terugkeeren. Tot zijn op volger zou waarschijnlijk de chef der han- delsafdeeling van het ministerie van Bultenlandsche Zaken, Koeroesoe. worden benoemd. Groot opzien is in Japan gebaard door het bericht, dat een 17-jarige, met een dolk gewapende jongeman, het zomerver blijf van den bekenden staatsman prins Sajonji, een der oudste staatslieden van Japan, zou zijn binnengedrongen, teneinde hem te dooden. Hij werd echter door de bedienden gegrepen en in handen gesteld van de politie, die op hem documenten zou hebben gevonden, waarin aanklachten tegen Sajonji stonden opgesteld. CHINA Geen staarten en gebonden voeten meer. De Chineesche minister van binnenland- sohe zaken heeft aan de verschillende provinciale regeeringen strenge orders gegeven, om er voor te zorgen, dat er nu definitief een einde komt aan de mode van staarten voor de mannen en gebonden voeten voor de vrouwen. Chineezen met staarten moeten deze binnen drie dagen afgeknipt hebben en vrouwen boven 30 jaar krijgen drie maan den tijds, om hun voeten los te maken, terwijl ouders verantwoordelijk worden gesteld voor het binden der voeten van dochters beneden een bepaalden leeftyd. ZUID-AFRIKA. Congres der Vereen. Partij van Zuid-Airika. Gisteren heeft de minister-president generaal Hertzog te Bloemfontein het con gres der Vereenigde Partij van Zuid- Af rika geopend. Tooneelen van stormachtig enthousiasme speelden zich af. Er waren achthonderd gedelegeerden aanwezig om instemming te betuigen met de fusie tusschen de è'.uid- Afrlkaansche party en de Nationale Party, welke op dit lnaugureele congres te Bloem fontein haar beslag zal krijgen. Toen Hertzog en Smuts, de twee partyleiders, binnen kwamen, verhieven achthonderd gedelegeerden zich van hun zetels en juichten hen luide toe. Eerst voerde Hertzog het woord. De premier sprak zoowel ln het Engelsch als in het Afrikaansch. Hij verklaarde, dat de Vereenigde party de middelen zou ver schaffen waardoor Zuid-Afrika opnieuw opgebouwd zou worden en zich achting zou verschaffen bü het buitenland. Daarna sprak Smuts, die hulde bracht aan generaal Hertzog. Dat de fusie tot stand ls gekomen is vooral aan hem te danken. Het congres is niet alleen getuige van de geboorte van een groote party, maar van een groote natie. IJ MUIDEN, 6 Dec. 1934. VISCHPRIJZEN. Tarbot per K.G. f. 0.680.45; Griet per kist van 50 K.G. f. 2514; Tongen per K.G. f. 0.750.68; Groote Schol per kist van 50 K.G. f. 23.5019; Middelschol per kist van 50 K.G. f.2419: Zetschol per kist van 50 K.G. f. 2118; Kleine Schol per kist van 50 K.G. f 179.50; Schar per kist van 50 K.G. f 12.507.20; Roggen per 20 stuks f. 148; Vleeten per stuk f. 1.20: Pieterman en Poontjes per kist van 50 K.G. f. 8—7.50; Groote Schelvisch per kist van 50 K.G. f. 36 26; Middel Schelvisch per kist van 50 K.G. f.3215; Kleinmiddel Schelvisch per kist van 50 K.G. f. 2412; Kleine Schel visch per kist van 50 K.G f. 173.80; Ka beljauw per kist van 125 K.G. f.7232; Gullen per kist van 50 K.G. f. 173.20; Lengen per stuk f. 1.400.55; Heilbot per K.G. f. 0.750.50; Wyting per kist van 50 K.G. f. 3.20—2.60; Koolvisch per stuk f. 0.45 0.06; Makreel per kist van 50 K.G. f. 5 70 —160; 2340 kisten versche haring f.64.85 per kist. Aangekomen 7 Stoomtrawlers: IJM. 26 met £.3695; IJM. 48 met f.2991; IJM. 195 met f.2174; IJM. 85 met f.1115; IJM. 117 wy ontvingen den tekst van het Neder- landsch-Dultsch verdrag ln zake het beta lingsverkeer. Hieraan is het volgende ontleend: Artikel 1 Hét betalingsverkeer tus schen het Koninkrijk der Nederlanden en Duitschland zal, voor zoover het betreft de in artikel 2 opgesomde betalingsverplich tingen. in Nederland uitsluitend worden afgewikkeld door tusschenkomst van het Nederlandsch Clearingslnstltuut en ln Duitschland uitsluitend door tusschen komst van de „Deutsche Verrechnungs- kasse" Artikel 2. Onder de bepalingen van dit verdrag vallen, nadere afspraken voorbehouden, de volgende verplichtingen van Nederlandsche (hiermede worden ook de landgenooten buiten Europa bedoeld) schuldenaren ten aanzien van Duitsche sohuldeischers en van Duitsche schuldena ren ten aanzien van Nederlandsche schuldelschers, voor zoover deze verplich tingen na 23 September 1934 vervallen zyn of vervallen; 1. Betalingen wegens den Invoer van Nederlandsche goederen ln Duitschland en van Duitsche goederen ln Nederland, zoo mede, met wederzydsche toestemming, be talingen wegens het loonveredelingsver- keer; 2. betalingen voor onkosten, die ontstaan in verband met het Nederlandsch-Dultsche goederenverkeer en wel ln het byzonder voor invoerrechten, spoorweg- en binnen- scheepvaartvrachten; voor expeditiekosten en -provislën voor overladings-, haven- en bunkerkosten voor de binnenscheepvaart (zonder de kosten der bunkerkolenl en voor transportverzekeringen; 3. betalingen voor onkosten in verband met het doorvoerverkeer door Nederland naar en uit Duitschland en door Duitsch land naar en uit Nederland; 4. de opbrengsten uit het binnenscheep- vaartverkeer, voor zoover deze opbrengsten gewooniyk niet worden besteed voor beta lingen ln het land van den schuldenaar; 5. betalingen voor zeevrachten voor ln Duitschland ingevoerde goederen aan Ne derlandsche scheepvaart-ondernemingen voor zoover voor de betaling dezer goede ren devlezencertificaten of -vergunningen afgegeven zyn; 6. de betaling van saldi, die ontstaan uit de bulten het kader van dit verdrag tot stand komende verrekening der wederzyd sche administraties van het Nederlandsch- Duitsch spoorweg-, luchtvaart-, post- en telegraafverkeer; 7. betalingen van relsbureaux aan ver keersondernemingen van het andere land met inbegrip van scheepvaartondernemin gen) voor den verkoop van reisbiljetten (met Inbegrip van biljetten voor slaap wagen), evenals de betaling der saldi, die ontstaan uit rechtstreeksche verrekening van dergelyke diensten tusschen Rels bureaux in de beide landen, voor zoover de wederzydsche bevoegde autoriteiten met een zoodanige rechtstreeksche ver rekening van dergelijke diensten tusschen Relsbureaux ln de beide landen, voor zoo ver de wederzydsche bevoegde autoritei ten met een zoodanige rechtstreekeche verrekening Instemmen. 8. betalingen voor patentkosten, even als, onder voorbehoud van speciaal onder zoek ln afzonderiyke gevallen, voor licen ties en soortgeiyke verrichtingen; 9. betalingen voor andere in verband met het Nederlandsch-Duitsche handels verkeer staande, economisch gerechtvaar digde en gebrulkelyke kosten, in het by zonder salarissen, loonen en kantoorkos ten van agentschappen en filialen, pro visies, reclamekosten, kosten van rechts vervolging en terugbetaling van voorge schoten reiskosten. In gevallen van twyfel zullen de belde Regeeringscommissies over lég plegen. Verplichtingen van de in alinea 1, cyfer 1, genoemde soort vallen ook dan onder de bepalingen van dit verdrag, wanneer de verplichting ten aanzien van perso nen in een derde land bestaat. De weder- ziidsche bevoegde autoriteiten kunnen in afzonderiyke gevallen een andere regeling treffen. Artikel 3. In den zin van artikel 2, cyfer 1, gelden by den Invoer in Neder land als Duitsche goederen zoodanige goe deren, welke uitsluitend ln Duitschland zyn voortgebracht of aldaar een verwer king of belangrijke bewerking hebben on dergaan, en bü den invoer in Duitschland als Nederlandsche goederen zoodanige goederen, welke uitsluitend in Nederland zyn voortgebracht of die volgens de Duit sche douanebepalingen als Nederlandsche goederen worden aangemerkt. Artikel 4. Duitsche schuldenaren, die jegens Nederlandsche schuldelschers ver plichtingen als in artikel 2 bedoeld hebben, moeten by het vervallen daarvan betaling verrichten ln Reichsmark aan de „Deutsche Verrechnungskasse". Luidt de verplichting van den Duitschen schulde naar in een andere valuta dan Reichs mark, dan moet de tegenwaarde van het verschuldigde bedrag in Reichsmark wor den betaald, berekend naar den gemiddel den koers van de betrokken geldsoort, die aan de Beriynsche Beurs genoteerd wordt op den beursdag aan den dag der Beta ling voorafgaande. Nederlandsche schuldenaren, die jegens Duitsche schuldelschers verplichtingen als ln artikel 2 bedoeld hebben, moeten bij het vervallen daarvan betaling ver richten in guldens aan het Nederlandsch Clearlng-instltuut. Luidt de verplichting van den Nederlandschen schuldenaar in een andere valuta dan guldens, dan moet de tegenwaarde van het verschuldigde be- met f. 1682; IJM. 161 met f. 1664; IJM. 97 met f 1466; de loggers KW. 74 met f. 1101; KW. 86 met f. 910; dc Deensche kotter E. 142 met f.849; 14 haringioggers: KW. 4 met f.680; KW. 37 met f.1402; KW. 173 met f.135; KW. 123 met f 326; KW. 151 met f. 681; KW. 110 met f. 144: KW. 96 met f.652; KW. 2 met f.189: VL. 97 met f.975; VL. 199 met t.434: VL. 190 met f.1175; VL. 16 met f.803; VL. 197 met f. 1292; VL. 79 met f. 2070 voor versche ha ring. drag worden betaald ln guldens, berekend naar de officieele Nederlandsche noteering van de betrokken geldsoort op den beurs dag aan den dag der betaling vooraf gaande. Artikel 5. De Duitsche schuldenaren betalen met bevrijdende kracht aan de „Deutsche VerrechnungskasseDe Neder landsche schuldenaren betalen met bevrij dende kracht aan het Nederlandsch Clearlnglnstltuut. Genoemde Instellingen verrichten ook de uitbetaling, zulks naar mate van de telkens beschikbare bedragen en in de tydsvolgorde waarin de stortingen hebben plaats gevonden. Artikel 6. Aan genoemde Instellingen wordt overgelaten ln onderling overleg de hun noodzakeiyk voorkomende betalings- technische maatregelen te treffen. zy hebben het recht, gestorte bedragen, die zy beschouwen als niet onder de be palingen van het Verdrag Inzake het Be talingsverkeer te vallen, zonder toestem ming van den begunstigde aan den schul denaar terug te betalen. Artikel 7. Rechtstreeksche verrekening van vorderingen met economisch gerecht vaardigde en gebrulkelyke, in het landi van den schuldenaar ontstane transport-l kosten en invoerrechten, kantoorkosten, salarissen en loonen van agentschappen en filialen, provlsiën en kosten voor zaken reizen zal toegelaten zyn. De wederzydsche bevoegde autoriteiten zullen in onderling overleg riohtiynen voor de hierby toe te passen procedure opstellen. Artikel 8. Tot storting by de „Deutsche Verrechnungskasse" zyn slechts die Duit sche schuldenaren gerechtigd, welke een desbetreffende vergunning (Devlsenbe- scheinigung) van de bevoegde Duitsche „Ueberwachuags-", of „Devlsenstelle" ver kregen hebben. De Nederlandsche Regeering behoudt zich het recht voor harerzyds de storting by het Nederlandsch Clearlnglnstituut eveneens afhankeiyk te stellen van een zoodanige vergunning. Artikel 9. Rechtstreeksche verreke ningen van wederzydsche vorderingen in verband met het Nederlandsch-Duitsche goederenverkeer zyn slechts toegestaan met toestemming van de wederzydsche bevoegde autoriteiten. Compensatie-trans acties. voor welke de vergunning van de bevoegde Duitsche autoriteit vóór den 24sten September 1934 is afgegeven, kun nen nog worden afgewikkeld. „Auslandersonderconto's für Inlands- zahlungen", die ten gunste van Neder landsche firma's bij een Duitsche devle- zenhank geopend zyn, kunnen blUven be staan De opening van nieuwe „Auslan- derconto's für Inlandszahlungne" is slechts met toestemming van de wederzydsche bevoegde autoriteiten toegestaan. Artikel 10. De gedeeltelyke betaling van met Kreditsperrmark of Reglstermark vanuit Duitschland naar Nederland uitge voerde goederen is slechts toegestaan met toestemming van de wederzydsche be voegde autoriteiten. Voor zoover toestem ming tot zoodanige betalingen door de be voegde Duitsche autoriteit vóór den 24sten September 1934 is afgegeven, kunnen deze zaken nog worden afgewikkeld. Artikel 11 De uitgaven van Neder landsche zeeschepen in Duitsche havens en van Duitsche zeeschepen in Nederland sche havens, alsmede overige betalingen in het wederzydsche zeevrachtverkeer, vallen, behoudens de bepaling in artikel 2, cijfer 5, niet onder het verrekeningsver- keer. De Duitsche Regeering zal, zooveel als eenigszlns mogelyk, deviezen ter beschik king stellen om de betaling van zeevrach ten van Duitsche uitvoergoederen, die op Nederlandsche zeeschepen vervoerd wor den, mogelijk te maken, BI] de toewijzing van deviezen voor zeevrachten in het al gemeen zal de Duitsche Regeering de vrachten van Nederlandsche zeeschepen even gunstig behandelen als de vrachten voor de zeeschepen van eenig ander land. De Duitsche Regeering zal er verder voor zorgen, dat Nederlandsche scheep vaart-ondernemingen de vergunning ge geven wordt, de met de bedryfsuitoefe- nlng in Duitschland samenhangende uit gaven met de Inkomsten van het Duitsche bedryf te verrekenen. Artikel 12 De Duitsche Regeering zal by de toewijzing van deviezen voor den aankoop van grondstoffen en levens middelen, die Duitschland door middel van den tusschenhandel over Nederland pleegt te betrekken, geen maatregelen treffen om het gebruikelijke evenredige aandeel van Nederland aan de verzorging van Duitschland met deze goederen te verminderen. Artikel 13 Van de op grond van dit verdrag op de rekening bij het Neder landsch Clearinginstituut gestorte bedra gen wordt een bepaald overeengekomen aandeel op een vrije rekening van de Reichsbank by De Nederlandsche Bank N.V. overgeschreven, Verder worden, zoolang niet anders wordt bepaald, 18°/o van de totaal-bedra gen, die op grond van het Verdrag inzake het Betalingsverkeer bij het Nederlandsch Clearinginstituut binnenkomen, er toe aangewend om bedragen, die op het „Son- derkonto" van De Nederlandsche Bank N.V. by de Reichsbank staan en om an dere verplichtingen tegenover Nederland sche schuldeischers tengevolge van den in voer van goederen en tengevolge van de in artikel 2 van het Verdrag inzake het Betalingsverkeer opgesomde dienstverrich tingen, als ook die uit het zeescheepvaart- verkeer, te voldoen, voor welke verplich tingen de benoodigde deviezen tot dusver niet konden worden verschaft. Over de vorderingen, die volgens de bepalingen van deze alinea moeten worden voldaan, zullen de Regeeringen zich ulteriyk 15 Januari 1935 verstaan. De beide Regeeringen kunnen een ver- 1 mindering van het percentage overeen komen, wanneer de ontwikkeling van het goederenverkeer zulks gerechtvaardigd i doet voorkomen. 1 RECLAME* gg^ Minimumiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiïïh^-, mimuil!Ilium Artikel 14. Iedere Nederlandsche schuld, elscher, die eene nog niet op het „Sonder- konto" van De Nederlandtsche Bank N.V by de Reichsbank of op een tusschen- konto by een devlezenbank staande vorde ring van de ln artikel 13, alinea 2, eerste zin, genoemde aardbezit kan verlangen dat de schuldenaar de tegenwaarde zijner vordering zoo spoedig mogelyk ln Reichs- mark op een afzonderiyk „Treuhander- konto" by een Duitsche devlezenbank en wel na omrekening tegen den gemiddel den koers van de betreffende geldsoort, die aan de Beriynsche Beurs op den aan de storting voorafgaande beursdag wordt ge noteerd. Biykt by de vereffening van de schuld volgens de ln artikel 13, alinea 2. bedoelde procedure, dat het benoodigde bedrag aan Reichsmark grooter ls dan het op het „Treuhanderkonto'.' gestorte bedrag, dan moet de schuldenaar het verschil bystor- ten. Is het benoodigde bedrag kleiner dan wordt het overschot aan den schuldenaar teruggegeven. Artikel 15. Iedere Regeering zal een Re- geerlngscommlssie, bestaande uit ambte naren van de betrokken ministeries, in- stellen Artkel 16. Om een zoo vlot mogelijk ver loop van het betalingsverkeer te verzeke ren, ontvangen de genoemde Regeerings commissies in het byzonder opdracht voortdurend de ontwikkeling van het goederen- en scheepvaartverkeer te volgen en de met het oog op den stand van de verrekenlngskonti benoodigde maatregelen vast te stellen. Artikel 17 en 18. Dit verdrag moet be krachtigd worden. Het treedt den vijftien den dag na de uitwisseling der bekrachti gingsoorkonden, welke zoo spoedig mogelijk te Beriyn zal plaats vinden, ln werking en biyft tot en met 31 December 1936 van kracht. Het kan nochtans voor dien datum met inachtneming van een termyn van 3 maanden, en voor het geval ingrijpende wyzlgingen intreden in de verhoudingen, op grondslag waarvan het gesloten is, met inachtneming van een termyn van 14 da gen aan 't eind van iedere kalendermaand 1 worden opgezegd. .Treedt het verdrag door opzegging of door afloop buiten werking, dan kunnen vóór c opzegging of den afloop totstandgekomen onder het verrekeningsverkeer vallende verplichtingen ook na de buitenwerking- treding nog door stortingen ingevolge de bepalingen van het verdrag afgewikkeld worden. BHJft na de bultenwerkingtredlng van het verdrag uit de stortingen by een van de belde vereffeningsinstituten nog een over schot uitstaan, dan kunnen de in artikel 2 van het verdrag vermelde verplichtingen nog zoo lang In het verrekeningsverkeer overeenkomstig de bepalingen van het verdrag afgewikkeld worden, tot het over schot verdwenen is. De verdragsluitende Regeeringen zullen het Verdrag, voor zoover het gaat om we derzydsche betalingen, vanaf 10 Dec. 1934 zulks echter met terugwerkende kracht tot op 1 Dec 1934, voorloopig toepassen. Voor zoover het gaat om betalingen van Nederlandsche schuldenaren in Suriname en Curacao aan het Nederlandsch Clea ring instituut, zal de Nederlandsche Re geering aan de Duitsche Regeering den dag van de voorloopige toepassing zoo spoedig mogelyk mededeelen. Reeds vóór dezen dag kunnen nochtans zoodanige be talingen met bevrijdende kracht aan het Nederlandsch Clearinginstituut worden verricht. het verbod om te fotografeeren. Bij het vertrek van H. K. H. Prinses Juliana. De president van de rechtbank te Rot terdam heeft heden uitspraak gedaan ln kort geding, waarbij de N.V, Ver. Foto- bureaux te Amsterdam teruggave van foto grafische platen en schadevergoeding wegens onrechtmatige arrestatie van twee persfotografen, die een foto hadden ge maakt van Prinses Juliana, toen Zij op 2 Nov. per Batavier van Rotterdam naar j Engeland overstak. Door de politie was het fotografeeren verboden. De vordering is afgewezen. Elscheres is veroordeeld in de kosten van het geding, i Het verbod om te fotografeeren moet worden beschouwd als een bevel tot hand having van de openbare orde, dus een overheidsbevel. o DE AANSLAG OP N. S. B.'ERS. Behandeling wordt op 15 Januari voortgezet. Het gerechtshof te Amsterdam wees vanmorgen een interlocutoir arrest in de strafzaken, die het gevolg waren van aanslag te Lopik op een aantai N S. B ers op 15 Februari. De advocaat-generaal had tegen cine oer zes arbeiders, die wegens openlijke geweiar pleging moesten terechtstaan, elk zes maanden gevangenisstraf geëischt; de drie overigen vroeg het O. M. vru* £pr<LSLk Het gerechtshof overwoog, dat het onder zoek niet volledig is geweest; op 15 jan as. zullen nog eenlge getuigen worden s hoord. HAAGSCHE RECHTBANK. De 26-jarige koopman W. S„ uit Zoe'6r woude, tegen wlen ter zake van pos tot doodslag 8 maanden geyange"11-; e ls geëischt, werd wegens poging t0VnHen mishandeling veroordeeld tot 4 ma drjs gevangenisstraf, voorwaardelyk me jaar proeftyd. j_j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 2