HET CLEARINGVERDRAG
MET DUITSCHLAND.
(666 ELTAX
LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Donderdag 6 December 1934
VISSCHERIJBERICHTEN.
DE INHOUD DER OVEREENKOMST.
MODERNE MENSEN
BELLEN OP
RECHTZAKEN.
FRANKRIJK.
Verklaring van den minister van oorlog.
Gisteren heeft de minister van oorlog,
generaal Maurin, een verklaring afgelegd
voor de militaire commissie der Kamer,
waarin hij er op wees, dat sedert de ver
klaringen van maarschalk Petain in Juli
jj. de herbewapening van Duitschland in
die mate is toegenomen, dat thans nieuwe
maatregelen genomen moeten worden,
opdat Frankrijk niet in een zwakkere
positie zal komen.
Aan de hand van cijfers van het rap
port Archimbaud toonde generaal Maurin
aan, over welke macht het huidige Duit
sche leger beschikt en van welken aard
die macht is.
Hij hield zich echter, zooals de officl-
eele mededeeling van de zitting luidt het
antwoord op alle vragen betreffende de
verlenging van den diensttijd die door de
bewapening van Duitschland, of door het
dalende aantal recruten in Frankrijk noo-
dlg zou kunnen zijn, voor.
Hij bepleitte weliswaar de noodzakelijk
heid van recruteering van specialisten,
maar merkte daarbij echter op, dat het
parlement binnen enkele maanden de re-
cruteeringswet moest herzien ingeval het
resultaat van de huidige maatregelen on
voldoende of niet in overeenstemming zou
zijn met de behoeften van dezen tegen-
woordlgen testand.
Verder ging de minister in op de alge-
meene organisatie van het Fransche leger
en gaf een exposé van de vorderingen der
grensversterkingen in het Noord-Oosten
en Noorden van het land evenals het aan
vullende bewapeningsprogram van 800
mlllioen francs Ook behandelde hij het
probleem van afweer tegen gasaanvallen.
De commissie verzocht den minister
haar voortdurend on de hoogte te houden
van de toestand der Fransche en Duitsche
legers en stond het gevraagde aanvullende
crediet van 800 millioen francs - met
12 tegen 1 stem.
DUITSCHLAND.
Rede van dr. Schacht Dc afzetting
van Brückner Leiders gaan collecteeren
Rijksbankpresident en commissarleel
minister van economische zaken dr.
Schacht heeft gisteren een radloredevoe-
ring uitgesproken over de nieuwe wetten
betreffende bank- en crediet wezen. Hij
zette daarbij om. uiteen, dat het leenen
in het buitenland heeft opgehouden. De
openbare middelen worden volgens econo
mische inzichten besteed ter opheffing van
de werkloosheid en de belastingschroef
niet te veel aangedraaid, en langzaam
maar gestadig losser gemaakt. Het groot
ste deel der werkloozen is weer aan het
werk. Het Duitsche volk heeft geen geld
om weg te smijten, maar kan toch lang
zaam weer beginnen te sparen Dat men
er in geslaagd is het werkverschaffings
probleem te financieren wordt in het bui
tenland met bewondering gezien. Voort
gaande behandelde spr. de genoemde wet
ten. De z.g Leeningstockwet maakt het
voor een reeks van jaren mogelijk geen
hoogere contante dividenden uit te keeren
dan 8*>, wanneer de betrokken maat
schappijen vroeger 8tt. of meer uitkeerden
en niet meer dan 6% wanneer zij vroeger
ook niet meer dan 6°dividend uitkeer
den. Al het meerdere moet in rijksleenin-
gen worden belegd Hiermede wordt de
particulier niet benadeeld doch wordt het
geld in zijn gebruik voor het algemeen
geregeld. De staat heeft het kapitaal noo-
dig voor het werkverschaffingsprogram,
voor de breede massa des volks. Dat is de
zin van deze wet
De tweede wet, die dienen moet ter con
centratie van de Duitsche financleele
krachten betreft de reorganisatie der
Duitsche beurzen, niet van de goederen
beurzen maar van de effectenbeurzen. Er
wordt een einde gemaakt aan den ouden
toestand, waarbij effectenbeurzen beston
den. waar practised siechts zeer weinig
omging. Hun aantal wordt thans beperkt
van 21 op 9 Dat is voldoende. Er is voor
gezorgd, dat met de locale eischen reke
ning is gehouden, doch dat tegelijkertijd
een krachtiger samenvatting wordt ver
kregen.
De derde en belangrijkste wet ten slotte
is die betreffende controle op het crediet-
wezen. Deze wet is ontstaan uit de z.g.
bankcontrolecommissie. De kern van deze
wet is dan ook opnieuw concentratie van
alle bank- en credietpolitieke krachten,
zuinige begrootingen, vermijding van on
zekere zaken, verlaging der onkosten, in
het algemeen dingen, die noodzakelijk zijn
voor de verlaging van den rentevoet, doel
matig gebruik van het bankapparaat, ver
mijding van onzinnige concurrentie, re
gionale verdeeling der credieten. krach
tige beperking van speculatieve zaken en
de waarborg van een liquiditeit in het be
lang van spaarders en geldgevers en voorts
grootere openbaarmaking van bankba-
lansen. Er zal een bureau van toezicht
worden opgericht onder voorzitterschap
van den president der Rijksbank. Op deze
wijze wordt de leiding van het Duitsche
bank- en credietwezên voor de verdere
toekomst in nationaal socialistischen zin
gewaarborgd.
De nat.-soc. Korrespondenz meldt, dat
Hitier den gouwleider van Westfalen-
Zuid, Josef Wagner, benoemd heeft tot
commissariëel leider van de gouw Sile-
zië der N.S-DAP. als opvolger van Brück
ner. In de leiding van den gouw West-
falen-Zuid wordt hierdoor geen wijziging
gebracht.
Volgens het „Vad" zou Brückner zich in
arrest bevinden. Er verluidt, dat hij be
schuldigd wordt, betrekkingen te hebben
onderhouden met Otto Strasser, den af
valligen nat. soc.. die zich buiten de Duit
sche grenzen ophoudt.
Zaterdag a.s. zullen, naar officieel ge
meld wordt, om het voorbeeld te geven,
de rijksministers Goering en dr. Goebbels
tezamen in de straten van Berlijn col
lecteeren voor den aan de Winterhulp ge-
wijden „solidariteltsdag". Tegelijkertijd
willen zij door deze gezamenlijke actie be
wijzen. dat de geruchten, dat er diep
gaande meeningsverschillen tusschen den
Pruislschen minister-preident en den
rijkminister voor de Propaganda zouden
bestaan, onjuist zijn.
Vele andere hooge ambtenaren van de
ministeries en de regeeringsbureaux zul
len Zaterdag persoonlijk aan de straat
collecte deelnemen, zooals verleden jaar de
hooge S.A.-leiders op straat collecteerden.
RECLAME.
1697
OAOEIUKSCH WIEeeitltHT
RUSLAND.
66 doodvonnissen voltrokken.
Voor het Opperste Gerechtshof hebben
zich gisteren 66 personen te verantwoorden
gehad wegens hoogverraad en terroris
tische overvallen.
Het gerechtshof te Leningrad veroor
deelde alle 37 beschuldigden, die zich daar
te verantwoorden hadden, ter dood.
Ook de 29 personen, die te Moskou
terecht hebben gestaan, werden ter dood
veroordeeld.
Alle 66 doodvonnissen werden direct na
het vonnis voltrokken.
De veroordeelden waren ten deele af
komstig uit Letland, Finland en Polen Tot
de te Moskou veroordeelden behoorde ook
een vrouw, die een belangrijke rol bij de
samenzwering zou hebben gespeeld.
JAPAN.
Gezantenwisseling te Moskou Aanslag
op Sajonji?
Gemeld wordt, dat de Japansche ambas
sadeur te Moskou Ota wegens meenings
verschillen met het departement van Bui-
tenlandsche Zaken te Tokio, niet meer
naar zijn post zal terugkeeren. Tot zijn op
volger zou waarschijnlijk de chef der han-
delsafdeeling van het ministerie van
Bultenlandsche Zaken, Koeroesoe. worden
benoemd.
Groot opzien is in Japan gebaard door
het bericht, dat een 17-jarige, met een
dolk gewapende jongeman, het zomerver
blijf van den bekenden staatsman prins
Sajonji, een der oudste staatslieden van
Japan, zou zijn binnengedrongen, teneinde
hem te dooden. Hij werd echter door de
bedienden gegrepen en in handen gesteld
van de politie, die op hem documenten zou
hebben gevonden, waarin aanklachten
tegen Sajonji stonden opgesteld.
CHINA
Geen staarten en gebonden voeten meer.
De Chineesche minister van binnenland-
sohe zaken heeft aan de verschillende
provinciale regeeringen strenge orders
gegeven, om er voor te zorgen, dat er nu
definitief een einde komt aan de mode
van staarten voor de mannen en gebonden
voeten voor de vrouwen.
Chineezen met staarten moeten deze
binnen drie dagen afgeknipt hebben en
vrouwen boven 30 jaar krijgen drie maan
den tijds, om hun voeten los te maken,
terwijl ouders verantwoordelijk worden
gesteld voor het binden der voeten van
dochters beneden een bepaalden leeftyd.
ZUID-AFRIKA.
Congres der Vereen. Partij van
Zuid-Airika.
Gisteren heeft de minister-president
generaal Hertzog te Bloemfontein het con
gres der Vereenigde Partij van Zuid-
Af rika geopend.
Tooneelen van stormachtig enthousiasme
speelden zich af. Er waren achthonderd
gedelegeerden aanwezig om instemming te
betuigen met de fusie tusschen de è'.uid-
Afrlkaansche party en de Nationale Party,
welke op dit lnaugureele congres te Bloem
fontein haar beslag zal krijgen. Toen
Hertzog en Smuts, de twee partyleiders,
binnen kwamen, verhieven achthonderd
gedelegeerden zich van hun zetels en
juichten hen luide toe.
Eerst voerde Hertzog het woord. De
premier sprak zoowel ln het Engelsch als
in het Afrikaansch. Hij verklaarde, dat de
Vereenigde party de middelen zou ver
schaffen waardoor Zuid-Afrika opnieuw
opgebouwd zou worden en zich achting zou
verschaffen bü het buitenland.
Daarna sprak Smuts, die hulde bracht
aan generaal Hertzog. Dat de fusie tot
stand ls gekomen is vooral aan hem te
danken. Het congres is niet alleen getuige
van de geboorte van een groote party,
maar van een groote natie.
IJ MUIDEN, 6 Dec. 1934.
VISCHPRIJZEN.
Tarbot per K.G. f. 0.680.45; Griet per
kist van 50 K.G. f. 2514; Tongen per K.G.
f. 0.750.68; Groote Schol per kist van 50
K.G. f. 23.5019; Middelschol per kist van
50 K.G. f.2419: Zetschol per kist van 50
K.G. f. 2118; Kleine Schol per kist van
50 K.G. f 179.50; Schar per kist van 50
K.G. f 12.507.20; Roggen per 20 stuks
f. 148; Vleeten per stuk f. 1.20: Pieterman
en Poontjes per kist van 50 K.G. f. 8—7.50;
Groote Schelvisch per kist van 50 K.G. f. 36
26; Middel Schelvisch per kist van 50
K.G. f.3215; Kleinmiddel Schelvisch per
kist van 50 K.G. f. 2412; Kleine Schel
visch per kist van 50 K.G f. 173.80; Ka
beljauw per kist van 125 K.G. f.7232;
Gullen per kist van 50 K.G. f. 173.20;
Lengen per stuk f. 1.400.55; Heilbot per
K.G. f. 0.750.50; Wyting per kist van 50
K.G. f. 3.20—2.60; Koolvisch per stuk f. 0.45
0.06; Makreel per kist van 50 K.G. f. 5 70
—160; 2340 kisten versche haring f.64.85
per kist.
Aangekomen 7 Stoomtrawlers: IJM. 26
met £.3695; IJM. 48 met f.2991; IJM. 195
met f.2174; IJM. 85 met f.1115; IJM. 117
wy ontvingen den tekst van het Neder-
landsch-Dultsch verdrag ln zake het beta
lingsverkeer.
Hieraan is het volgende ontleend:
Artikel 1 Hét betalingsverkeer tus
schen het Koninkrijk der Nederlanden en
Duitschland zal, voor zoover het betreft de
in artikel 2 opgesomde betalingsverplich
tingen. in Nederland uitsluitend worden
afgewikkeld door tusschenkomst van het
Nederlandsch Clearingslnstltuut en ln
Duitschland uitsluitend door tusschen
komst van de „Deutsche Verrechnungs-
kasse"
Artikel 2. Onder de bepalingen van
dit verdrag vallen, nadere afspraken
voorbehouden, de volgende verplichtingen
van Nederlandsche (hiermede worden ook
de landgenooten buiten Europa bedoeld)
schuldenaren ten aanzien van Duitsche
sohuldeischers en van Duitsche schuldena
ren ten aanzien van Nederlandsche
schuldelschers, voor zoover deze verplich
tingen na 23 September 1934 vervallen zyn
of vervallen;
1. Betalingen wegens den Invoer van
Nederlandsche goederen ln Duitschland en
van Duitsche goederen ln Nederland, zoo
mede, met wederzydsche toestemming, be
talingen wegens het loonveredelingsver-
keer;
2. betalingen voor onkosten, die ontstaan
in verband met het Nederlandsch-Dultsche
goederenverkeer en wel ln het byzonder
voor invoerrechten, spoorweg- en binnen-
scheepvaartvrachten; voor expeditiekosten
en -provislën voor overladings-, haven- en
bunkerkosten voor de binnenscheepvaart
(zonder de kosten der bunkerkolenl en
voor transportverzekeringen;
3. betalingen voor onkosten in verband
met het doorvoerverkeer door Nederland
naar en uit Duitschland en door Duitsch
land naar en uit Nederland;
4. de opbrengsten uit het binnenscheep-
vaartverkeer, voor zoover deze opbrengsten
gewooniyk niet worden besteed voor beta
lingen ln het land van den schuldenaar;
5. betalingen voor zeevrachten voor ln
Duitschland ingevoerde goederen aan Ne
derlandsche scheepvaart-ondernemingen
voor zoover voor de betaling dezer goede
ren devlezencertificaten of -vergunningen
afgegeven zyn;
6. de betaling van saldi, die ontstaan uit
de bulten het kader van dit verdrag tot
stand komende verrekening der wederzyd
sche administraties van het Nederlandsch-
Duitsch spoorweg-, luchtvaart-, post- en
telegraafverkeer;
7. betalingen van relsbureaux aan ver
keersondernemingen van het andere land
met inbegrip van scheepvaartondernemin
gen) voor den verkoop van reisbiljetten
(met Inbegrip van biljetten voor slaap
wagen), evenals de betaling der saldi, die
ontstaan uit rechtstreeksche verrekening
van dergelyke diensten tusschen Rels
bureaux in de beide landen, voor zoover
de wederzydsche bevoegde autoriteiten
met een zoodanige rechtstreeksche ver
rekening van dergelijke diensten tusschen
Relsbureaux ln de beide landen, voor zoo
ver de wederzydsche bevoegde autoritei
ten met een zoodanige rechtstreekeche
verrekening Instemmen.
8. betalingen voor patentkosten, even
als, onder voorbehoud van speciaal onder
zoek ln afzonderiyke gevallen, voor licen
ties en soortgeiyke verrichtingen;
9. betalingen voor andere in verband
met het Nederlandsch-Duitsche handels
verkeer staande, economisch gerechtvaar
digde en gebrulkelyke kosten, in het by
zonder salarissen, loonen en kantoorkos
ten van agentschappen en filialen, pro
visies, reclamekosten, kosten van rechts
vervolging en terugbetaling van voorge
schoten reiskosten. In gevallen van twyfel
zullen de belde Regeeringscommissies over
lég plegen.
Verplichtingen van de in alinea 1, cyfer
1, genoemde soort vallen ook dan onder
de bepalingen van dit verdrag, wanneer
de verplichting ten aanzien van perso
nen in een derde land bestaat. De weder-
ziidsche bevoegde autoriteiten kunnen in
afzonderiyke gevallen een andere regeling
treffen.
Artikel 3. In den zin van artikel 2,
cyfer 1, gelden by den Invoer in Neder
land als Duitsche goederen zoodanige goe
deren, welke uitsluitend ln Duitschland
zyn voortgebracht of aldaar een verwer
king of belangrijke bewerking hebben on
dergaan, en bü den invoer in Duitschland
als Nederlandsche goederen zoodanige
goederen, welke uitsluitend in Nederland
zyn voortgebracht of die volgens de Duit
sche douanebepalingen als Nederlandsche
goederen worden aangemerkt.
Artikel 4. Duitsche schuldenaren, die
jegens Nederlandsche schuldelschers ver
plichtingen als in artikel 2 bedoeld
hebben, moeten by het vervallen daarvan
betaling verrichten ln Reichsmark aan de
„Deutsche Verrechnungskasse". Luidt de
verplichting van den Duitschen schulde
naar in een andere valuta dan Reichs
mark, dan moet de tegenwaarde van het
verschuldigde bedrag in Reichsmark wor
den betaald, berekend naar den gemiddel
den koers van de betrokken geldsoort, die
aan de Beriynsche Beurs genoteerd wordt
op den beursdag aan den dag der Beta
ling voorafgaande.
Nederlandsche schuldenaren, die jegens
Duitsche schuldelschers verplichtingen
als ln artikel 2 bedoeld hebben, moeten
bij het vervallen daarvan betaling ver
richten in guldens aan het Nederlandsch
Clearlng-instltuut. Luidt de verplichting
van den Nederlandschen schuldenaar in
een andere valuta dan guldens, dan moet
de tegenwaarde van het verschuldigde be-
met f. 1682; IJM. 161 met f. 1664; IJM. 97
met f 1466; de loggers KW. 74 met f. 1101;
KW. 86 met f. 910; dc Deensche kotter
E. 142 met f.849; 14 haringioggers: KW. 4
met f.680; KW. 37 met f.1402; KW. 173
met f.135; KW. 123 met f 326; KW. 151
met f. 681; KW. 110 met f. 144: KW. 96 met
f.652; KW. 2 met f.189: VL. 97 met
f.975; VL. 199 met t.434: VL. 190 met
f.1175; VL. 16 met f.803; VL. 197 met
f. 1292; VL. 79 met f. 2070 voor versche ha
ring.
drag worden betaald ln guldens, berekend
naar de officieele Nederlandsche noteering
van de betrokken geldsoort op den beurs
dag aan den dag der betaling vooraf
gaande.
Artikel 5. De Duitsche schuldenaren
betalen met bevrijdende kracht aan de
„Deutsche VerrechnungskasseDe Neder
landsche schuldenaren betalen met bevrij
dende kracht aan het Nederlandsch
Clearlnglnstltuut.
Genoemde Instellingen verrichten ook
de uitbetaling, zulks naar mate van de
telkens beschikbare bedragen en in de
tydsvolgorde waarin de stortingen hebben
plaats gevonden.
Artikel 6. Aan genoemde Instellingen
wordt overgelaten ln onderling overleg de
hun noodzakeiyk voorkomende betalings-
technische maatregelen te treffen.
zy hebben het recht, gestorte bedragen,
die zy beschouwen als niet onder de be
palingen van het Verdrag Inzake het Be
talingsverkeer te vallen, zonder toestem
ming van den begunstigde aan den schul
denaar terug te betalen.
Artikel 7. Rechtstreeksche verrekening
van vorderingen met economisch gerecht
vaardigde en gebrulkelyke, in het landi
van den schuldenaar ontstane transport-l
kosten en invoerrechten, kantoorkosten,
salarissen en loonen van agentschappen
en filialen, provlsiën en kosten voor zaken
reizen zal toegelaten zyn. De wederzydsche
bevoegde autoriteiten zullen in onderling
overleg riohtiynen voor de hierby toe te
passen procedure opstellen.
Artikel 8. Tot storting by de „Deutsche
Verrechnungskasse" zyn slechts die Duit
sche schuldenaren gerechtigd, welke een
desbetreffende vergunning (Devlsenbe-
scheinigung) van de bevoegde Duitsche
„Ueberwachuags-", of „Devlsenstelle" ver
kregen hebben.
De Nederlandsche Regeering behoudt
zich het recht voor harerzyds de storting
by het Nederlandsch Clearlnglnstituut
eveneens afhankeiyk te stellen van een
zoodanige vergunning.
Artikel 9. Rechtstreeksche verreke
ningen van wederzydsche vorderingen in
verband met het Nederlandsch-Duitsche
goederenverkeer zyn slechts toegestaan
met toestemming van de wederzydsche
bevoegde autoriteiten. Compensatie-trans
acties. voor welke de vergunning van de
bevoegde Duitsche autoriteit vóór den
24sten September 1934 is afgegeven, kun
nen nog worden afgewikkeld.
„Auslandersonderconto's für Inlands-
zahlungen", die ten gunste van Neder
landsche firma's bij een Duitsche devle-
zenhank geopend zyn, kunnen blUven be
staan De opening van nieuwe „Auslan-
derconto's für Inlandszahlungne" is slechts
met toestemming van de wederzydsche
bevoegde autoriteiten toegestaan.
Artikel 10. De gedeeltelyke betaling
van met Kreditsperrmark of Reglstermark
vanuit Duitschland naar Nederland uitge
voerde goederen is slechts toegestaan met
toestemming van de wederzydsche be
voegde autoriteiten. Voor zoover toestem
ming tot zoodanige betalingen door de be
voegde Duitsche autoriteit vóór den 24sten
September 1934 is afgegeven, kunnen deze
zaken nog worden afgewikkeld.
Artikel 11 De uitgaven van Neder
landsche zeeschepen in Duitsche havens
en van Duitsche zeeschepen in Nederland
sche havens, alsmede overige betalingen
in het wederzydsche zeevrachtverkeer,
vallen, behoudens de bepaling in artikel 2,
cijfer 5, niet onder het verrekeningsver-
keer.
De Duitsche Regeering zal, zooveel als
eenigszlns mogelyk, deviezen ter beschik
king stellen om de betaling van zeevrach
ten van Duitsche uitvoergoederen, die op
Nederlandsche zeeschepen vervoerd wor
den, mogelijk te maken, BI] de toewijzing
van deviezen voor zeevrachten in het al
gemeen zal de Duitsche Regeering de
vrachten van Nederlandsche zeeschepen
even gunstig behandelen als de vrachten
voor de zeeschepen van eenig ander land.
De Duitsche Regeering zal er verder
voor zorgen, dat Nederlandsche scheep
vaart-ondernemingen de vergunning ge
geven wordt, de met de bedryfsuitoefe-
nlng in Duitschland samenhangende uit
gaven met de Inkomsten van het Duitsche
bedryf te verrekenen.
Artikel 12 De Duitsche Regeering
zal by de toewijzing van deviezen voor
den aankoop van grondstoffen en levens
middelen, die Duitschland door middel
van den tusschenhandel over Nederland
pleegt te betrekken, geen maatregelen
treffen om het gebruikelijke evenredige
aandeel van Nederland aan de verzorging
van Duitschland met deze goederen te
verminderen.
Artikel 13 Van de op grond van dit
verdrag op de rekening bij het Neder
landsch Clearinginstituut gestorte bedra
gen wordt een bepaald overeengekomen
aandeel op een vrije rekening van de
Reichsbank by De Nederlandsche Bank
N.V. overgeschreven,
Verder worden, zoolang niet anders
wordt bepaald, 18°/o van de totaal-bedra
gen, die op grond van het Verdrag inzake
het Betalingsverkeer bij het Nederlandsch
Clearinginstituut binnenkomen, er toe
aangewend om bedragen, die op het „Son-
derkonto" van De Nederlandsche Bank
N.V. by de Reichsbank staan en om an
dere verplichtingen tegenover Nederland
sche schuldeischers tengevolge van den in
voer van goederen en tengevolge van de
in artikel 2 van het Verdrag inzake het
Betalingsverkeer opgesomde dienstverrich
tingen, als ook die uit het zeescheepvaart-
verkeer, te voldoen, voor welke verplich
tingen de benoodigde deviezen tot dusver
niet konden worden verschaft. Over de
vorderingen, die volgens de bepalingen
van deze alinea moeten worden voldaan,
zullen de Regeeringen zich ulteriyk 15
Januari 1935 verstaan.
De beide Regeeringen kunnen een ver- 1
mindering van het percentage overeen
komen, wanneer de ontwikkeling van het
goederenverkeer zulks gerechtvaardigd i
doet voorkomen. 1
RECLAME* gg^
Minimumiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiïïh^-,
mimuil!Ilium
Artikel 14. Iedere Nederlandsche schuld,
elscher, die eene nog niet op het „Sonder-
konto" van De Nederlandtsche Bank N.V
by de Reichsbank of op een tusschen-
konto by een devlezenbank staande vorde
ring van de ln artikel 13, alinea 2, eerste
zin, genoemde aardbezit kan verlangen
dat de schuldenaar de tegenwaarde zijner
vordering zoo spoedig mogelyk ln Reichs-
mark op een afzonderiyk „Treuhander-
konto" by een Duitsche devlezenbank
en wel na omrekening tegen den gemiddel
den koers van de betreffende geldsoort, die
aan de Beriynsche Beurs op den aan de
storting voorafgaande beursdag wordt ge
noteerd.
Biykt by de vereffening van de schuld
volgens de ln artikel 13, alinea 2. bedoelde
procedure, dat het benoodigde bedrag aan
Reichsmark grooter ls dan het op het
„Treuhanderkonto'.' gestorte bedrag, dan
moet de schuldenaar het verschil bystor-
ten. Is het benoodigde bedrag kleiner dan
wordt het overschot aan den schuldenaar
teruggegeven.
Artikel 15. Iedere Regeering zal een Re-
geerlngscommlssie, bestaande uit ambte
naren van de betrokken ministeries, in-
stellen
Artkel 16. Om een zoo vlot mogelijk ver
loop van het betalingsverkeer te verzeke
ren, ontvangen de genoemde Regeerings
commissies in het byzonder opdracht
voortdurend de ontwikkeling van het
goederen- en scheepvaartverkeer te volgen
en de met het oog op den stand van de
verrekenlngskonti benoodigde maatregelen
vast te stellen.
Artikel 17 en 18. Dit verdrag moet be
krachtigd worden. Het treedt den vijftien
den dag na de uitwisseling der bekrachti
gingsoorkonden, welke zoo spoedig mogelijk
te Beriyn zal plaats vinden, ln werking en
biyft tot en met 31 December 1936 van
kracht. Het kan nochtans voor dien datum
met inachtneming van een termyn van 3
maanden, en voor het geval ingrijpende
wyzlgingen intreden in de verhoudingen,
op grondslag waarvan het gesloten is, met
inachtneming van een termyn van 14 da
gen aan 't eind van iedere kalendermaand 1
worden opgezegd.
.Treedt het verdrag door opzegging of door
afloop buiten werking, dan kunnen vóór c
opzegging of den afloop totstandgekomen
onder het verrekeningsverkeer vallende
verplichtingen ook na de buitenwerking-
treding nog door stortingen ingevolge de
bepalingen van het verdrag afgewikkeld
worden.
BHJft na de bultenwerkingtredlng van
het verdrag uit de stortingen by een van de
belde vereffeningsinstituten nog een over
schot uitstaan, dan kunnen de in artikel 2
van het verdrag vermelde verplichtingen
nog zoo lang In het verrekeningsverkeer
overeenkomstig de bepalingen van het
verdrag afgewikkeld worden, tot het over
schot verdwenen is.
De verdragsluitende Regeeringen zullen
het Verdrag, voor zoover het gaat om we
derzydsche betalingen, vanaf 10 Dec. 1934
zulks echter met terugwerkende kracht
tot op 1 Dec 1934, voorloopig toepassen.
Voor zoover het gaat om betalingen van
Nederlandsche schuldenaren in Suriname
en Curacao aan het Nederlandsch Clea
ring instituut, zal de Nederlandsche Re
geering aan de Duitsche Regeering den
dag van de voorloopige toepassing zoo
spoedig mogelyk mededeelen. Reeds vóór
dezen dag kunnen nochtans zoodanige be
talingen met bevrijdende kracht aan het
Nederlandsch Clearinginstituut worden
verricht.
het verbod om te fotografeeren.
Bij het vertrek van H. K. H. Prinses
Juliana.
De president van de rechtbank te Rot
terdam heeft heden uitspraak gedaan ln
kort geding, waarbij de N.V, Ver. Foto-
bureaux te Amsterdam teruggave van foto
grafische platen en schadevergoeding
wegens onrechtmatige arrestatie van twee
persfotografen, die een foto hadden ge
maakt van Prinses Juliana, toen Zij op
2 Nov. per Batavier van Rotterdam naar j
Engeland overstak.
Door de politie was het fotografeeren
verboden.
De vordering is afgewezen. Elscheres is
veroordeeld in de kosten van het geding, i
Het verbod om te fotografeeren moet
worden beschouwd als een bevel tot hand
having van de openbare orde, dus een
overheidsbevel.
o
DE AANSLAG OP N. S. B.'ERS.
Behandeling wordt op 15 Januari
voortgezet.
Het gerechtshof te Amsterdam wees
vanmorgen een interlocutoir arrest in de
strafzaken, die het gevolg waren van
aanslag te Lopik op een aantai N S. B ers
op 15 Februari.
De advocaat-generaal had tegen cine oer
zes arbeiders, die wegens openlijke geweiar
pleging moesten terechtstaan, elk zes
maanden gevangenisstraf geëischt;
de drie overigen vroeg het O. M. vru*
£pr<LSLk
Het gerechtshof overwoog, dat het onder
zoek niet volledig is geweest; op 15 jan
as. zullen nog eenlge getuigen worden s
hoord.
HAAGSCHE RECHTBANK.
De 26-jarige koopman W. S„ uit Zoe'6r
woude, tegen wlen ter zake van pos
tot doodslag 8 maanden geyange"11-; e
ls geëischt, werd wegens poging t0VnHen
mishandeling veroordeeld tot 4 ma drjs
gevangenisstraf, voorwaardelyk me
jaar proeftyd. j_j