Jaargang Donderdag 6 December 19/14 No. 49 llNTERKLAASMORGEN. RAADSELS. menschen vonden Freddie een leuk krdig ventje, maar.... zijn moeder, en verdere huisgenootjes dachten er fs over, want Freddie was een heel jongetje. Wanneer hij iets lekkers b.v. een doos chocolade, ofwel een |appels, nooit en nooit deelde hij met zusjes of broertjes. zei hij altoos, wanneer iemand |iets vroeg, „zorg maar, dat je zelf wat en heel stilletjes at hij dan in een Ie zijn snoeperij alleen op. Eik had Freddie's moeder al gezegd: maar op met je gierigheid, het is Sint Nlcolaas". Jat kan mij die Sinterklaas nou en", was het onaardige antwoord dan |ioeder liet hem dus ook maar verder in en zei er geen woord meer over. lisjes en broertjes wilden ook langza- Jand niets meer van hem weten, was op den morgen van den zesden iber en alle kinderen waren om zes eeds uit hun bedje gekropen, om te wat Sint wel in hun schoen ge- zou hebben- „Ga jij niet eens kijken, lie?" vroeg zijn moeder. „O, ik heb tijd", mompelde Freddie slaperig, schoen loopt heusch niet weg." is begreep niet veel van die booze :n dan nog wel op Sinterklaasochtend, Freddie was een beetje bang om on schoen te kijken. [isschiën zit er wel heelemaal niets |dacht hij, „en dan kom ik nog vroeg ig bij een leegen schoen", idertusschen was het beneden in de :amer reusachtig rumoerig geworden, ■era, ik heb een mondharmonica ge in", riep er eentje, „en ik een on- :baar poppetje", schreeuwde weer Iwonden een tweede, kon Freddie het boven toch niet lan- lithouden en ging langzaam drente- naar beneden. Al dadelijk zag hij, dat ajn schoentje een paar pakjes lagen ieteen klaarde zijn gezichtje op. Hij [ide de pakjes om en om en zag uit een een papiertje steken, waarop stond: ;t dit openmaken." iiiwsgierig maakte Freddie de touw- |los en nu kwam er een heerlijk doosje tplaatjes voor den dag. Een rijmpje iovenop. :s eens voor?" vroeg zijn jongste en Freddie las: 'eet, dat deez' borstplaatjes, heerlijk [en fijn iheel alleen voor onzen Freddie zijn" :eddie kreeg een kleur als vuur, want |begreep best, waar Sint Nlcolaas op ■ld had, natuurlijk op zijn gierigheid, de anderen waren intusschen reeds het smullen van de verschillende lek- lijen, die ze gekregen hadden en met r deelden it j(j niks, Freddie?" vroeg plotse- een van zijn broertjes. „Ze zien er uit, fijn, zeg, dat je ze heel alleen opeten, hè?" Idle zei niet veel en stopte een mooi (n borstplaatje in zijn mond. Maar, lemeltje, wat was dat? Wat trok die ;en een leelijk gezicht. "'at heb je, Freddie?" vroegen ze alle- [1 tegelijk, „smaakt het niet lekker?" wat flauw van dien Sinterklaas", ;e het ventje, de borstplaat is galbit- er zitten allemaal bittere amandel- door» y \>5ie een beel jaoftje Iok?c^ mWiof i£> cjesjtfeeèt: Iè vav?zelf oolcmei bano AAel ^inl-Widolacd feesf Dcna ol eer2é ivrde ^dbou^ O fal c^rbmt fiïj eenboJbacl is locJa miel iJbon jou Cfclc niet Vvbl je badje Laai bevn. zien dal je feenl. tjes is. Daarom waren ze zeker voor mij alleen bestemd. Dat is vast voor mijn straf!" Ondertusschen was moeder binnenge komen en vroeg, wat er aan het handje was. Freddie vertelde het haar onder snik ken en tranen. Moes had erg met hem te doen, natuurlijk en zei: „Nu, wie weet, zit er in die andere pakjes wel iets heel moois Zullen we ze samen eens openmaken, vent?" Freddie knikte van ja en toen kwam er uit het tweede pakje precies zoo een doosje borstplaatjes als uit het eerste, maar hierop stond: „Sint heeft je maar wat willen foppen, „Nu moet je deze eens in Je mondje [stoppen" „Zie je wel", riep moeder, „Sinterklaas meent het nog zoo kwaad niet met je. Zal ik er nu eerst een van proeven?" „Graag, moes", was het antwoord, „ik durf het niet goed meer." „Fijn smaakt het", lachte moes en stopte er meteen Freddie een in zijn mondje. Nu moest hij vanzelf weer lachen en kreeg daar opeens nog een derde pakje in de gaten, dat hij bij alle narigheid over het hoofd had gezien. Vlug rolde hij de papleren er af en daar kwam de zoo lang gewenschte meccanodoos te voorschijn. Nu vloog Freddie van blijdschap zijn moeder om den hals en riep: „O, moes, dat is toch wel heel lief van Sinterklaas, om mij zóó iets moois te geven, wat ik zoo dolgraag heb willen hebben- Ik zal vast nooit meer gierig zijn en dadelijk een grooten bedankbrief schrijven". En.... Freddie heeft woord gehouden! raadsels voor allen om dit te kiezen, de grooteren 4, de kleineren 3. I. Ingezonden door verscheidene kinderen. Mijn eerste is een soort groente; mijn tweede is niet dichtbij; mijn geheel is een woord dat door ontel bare n wordt gebruikt den laatsten tijd. n. Mijn geheel, 2 namen ieder van 6 let ters, is een zeer beroemd veldheer uit de Romeinsche geschiedenis, waarvan we in de vaderlandsche geschiedenis ook hooren. 1, 2, 3, 4 is een maand. 1, 8 is een bevesti ging 12, 11, 10 is een ander woord voor soort, 7, 9, 3 is een deel van een gevan genis, 8, 8, 3 is een gladde visch, 12, 5, 6 woont in het oosten van Europa. m. Ingezonden door Piet Lagas. Eens vroeg men iemand, hoe oud hij was, hij antwoordde: mijn leeftijd is 3 woorden, 11 letters, 4 lettergrepen. 9, 10, 2, 5 is een grondgetal; 1, 2, 3 is de le lettergreep en juist het zesde gedeelte van het geheel; 6, 8, 10, 4 is het twaalfde gedeelte van het geheel. 1, 2, 3 is de eerste lettergreep en het vijfde gedeelte van de twee laatste letter grepen. IV. Ingezonden door Bep Braxhoven. Welke plaats is dit: van Holland? V. Ingezonden door Leni Groeneveld. Een viervoetig dier van vier letters. 2, 1, 3 is een groote watervlakte, 3 en 4 is een lengtemaat. VI. Ingezonden door Saartje en Pietertjè Lagendijk. Van wie is de baard, van hem of van haar? VU. Ingezonden door Tlni Deegenaars. Wat is de overeenkomst tusschen een bitter drankje en een sterke vesting? vrn. Ingezonden door Keesje de Geus. Welk spreekwoord staat hier: G.d.n. z.k.n n.m.n g k r.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 13