75,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
Het geheimzinnige Landhuis
HET RUGBY-SPEL IN AMERIKA.
is nogal aan den ruwen kant.
Een stevige kap voor bescherming
van het gala-at is geen overbodige
luxe.
Het vorstelijk huwelijk in Londen.
De bruidsgroep, v.l.n.r. Prinses Catherine van Griekenland Lady Irish Mountbatten, de Prins van Wales, Prinses Eugene van Grie
kenland, de Hertogin van Kent, de Hertog van Kent, Groothertogin Kyra van Rusland, de Hertog van York, Prinses Irene en Prinses
Juliana. Zittend Lady Mary Cambridge en Prinses Elisabeth.
HE HULDIGING VAN DE UI VER-B EMANNING OP LE BOURGET.
Tijdens de toespraak van den directeur der K.L.M. den heer Plesmai*
(op den voorgrond, met ongèdekt hoofd).
HET HUWELIJK VAN PRINS GEORGE EN PRINSES MARINA. Op de eerste rij v.l.n.r. de gemalin van prins Paul van Zuid-
Slavië, de koningin van Noorwegen, de moeder van de bruid, koning George van Engeland, prinses Marina, prins George, de koningin
van Engeland, de koning van Denemarken en de koningin van Denemarken. Tweede rij prins Paul van Zuid-Slavië (2e van links), prins
Nicolaas van Griekenland (le van rechts) en ex-koning George van Griekenland (2e van rechts).
HET GROOTSTE VERGADERGEBOUW TE NEURENBERG. Ma
quette van het te Neurenberg te bouwen groote vergadergebouw, dat
60.000 personen zal kunnen bevatten.
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Priestley, door H. A, C. S.
!5)
„Neen, dat weet ik niet", antwoordde ik
kortaf.
.Ik zou wel eens willen weten of u hem
toudt willen zeggen, dat mrs. Masham
tem graag een oogenblik zou willen
tpreken?"
„Weet u ook misschien of mr. Trump in
«e buurt is?" vroeg zij met een stem, die.
'uaar als een trommel klonk.
„Te druk bezig, ben ik bang", zei ik, ter-
*11' ik aanstalten maakte om door te loo-
Pen. Mijn verontwaardiging was wel evèn
poot als mijn opgewondenheid. Jouw mrs.
Mosham nu mijn mrs. Masham en nog
"ktUger, dan jij haar geteekend hebt!
„0, het spijt mij zoo!" bulderde zij tegen
Je, blozend als een jonge bruid. „Zulke
-®8en doe ik nu altijd. Ik ben zoo af-
met mijn gedachten, dat ik de men-
Jhen heelemaal nooit zie. Ik ben zoo lomp
Seweest".
ft verzekerde haar, dat zij het niet was
louw belang, beste Bob. mocht ik haar
kot laten gaan), glimlachte tegen haar,
dat ilt er niets tegen had mr. Trump
W te zoeken en toen. op hetzelfde
gnblik, komt de landelijke Wells aan-
Wi had, daar twijfel ik niet aan, geloerd
J1 ochter het venster. De twee begroetten
Waar als dierbare oude vrienden Mrs.
•ggani bulderde, Trump hakkelde, en ik
«Ja daar en voelde mij een idioot, ter-
de bewoners van de Sunbeam er uit
zagen alsof ze regelrecht uit madame Tus-
saud's vernieuwde wassenbeeldenverzame
ling 2) waren overgebracht. Mrs. Masham
was vreeselijk blij mr. Trump te zien en
hoopte, dat het hem goed ging en ook
mrs. Trump, ofschoon zij er niet over
dacht op het oogenblik mrs. Trump las
tig te vallen en niet binnen wilde komen,
dank u, omdat zij aan een paar vrienden
het dal liet zien en heusch alleen even ge
stopt had om twee boeken, die ze mr.
Trump een maand geleden ongeveer ge
leend had. mee te nemen en als mr. Trump
ze niet uit had, zou zij ze hem heel spoe
dig terug bezorgen, maar mrs. Carslake
Pyle, die op het oogenblik bij haar logeer
de, had én „Waar IS het Licht?" én „De
stem van den aether" niet gelezen, ver
langde er erg naar het te doen en als mr.
Trump ze uit had
Mr. Trump had ze blijkbaar uit en hij
moest erkennen, dat hij er meer aan ge
had zou hebben, als er niet zoo'n luchtige
en wufte toon In was. Deze opmerking
maakte, dat op hetzelfde oogenblik alle
lucht uit mrs. Masham's trom ontsnapte.
Wuft? Neen, heusch, in dat licht had zij ze
nooit gezien. Wuft? Maar mr. Trump was
niet van zijn stuk te brengen. Op een erg
zwaarmoedigen toon opperde hij, dat mrs.
Masham ze nog eens zou inkijken en hij
bedoelde Ik kan het niet anders voelen
dat mrs. Masham zelf van zóó'n lichte
en luchtige structuur was, zoowel lichame
lijk als geestelijk, dat, als zij niet oppaste,
zij. als een hoop distelpluisjes in de lucht
zou wegwaaien. Toen, geheel onverwacht,
en om welke reden weet ik niet, stelde hij
mij voor mr. French, logeerend in de
„Bruine Stier", een beroemd artist. En,
toen schoot alles zoo vlug op als wanneer
2) In Londen is een bekend museum van
ei «en beelden van madame Tussaud, dat
onlangs door brand gedeeltelijk vernield
werd, maar weer is vernieuwd.
een huis overstroomd wordt. Ik nam het
besluit dat het moest. Terwijl Trump In
huis was om de boeken te halen, bespra
ken we Ouija Boards, het Hoogere Licht,
de Lagere Synthese, de Uiterlijke Stilte, de
Stralende Ziel, de Uitbarstende Wil, het
Strevende Vuur en den geheelen tijd
staarde de Sunbeam-élite, als mummies,
door het raampje van de auto en koester
de, daar twijfel ik niet aan, moordzuchtige
gedachten.
Ik was het juist met mrs. Masham er
over eens geworden, dat het leven niets is,
wanneer het niet pikant is (als een patrijs
op het keukenvuur, om zoo te zeggen),
toen ik mijn invitatie beet had. Zou ik
haar niet de eer willen aandoen haar een
bezoek te brengen? Er bestonden geen af
stand, geen bezwaren, wel thee en Hoogere
Gedachte, en een kennismaking mr. mrs,
Carslake—Pyle, die blijkbaar rijk genoeg
ls om altijd twee betaalde mediums bij zich
te hebben. (Groote gedachte. Wie weet of
de bewoners van de Sunbeam niet met hun
allen gehuurde mediums zijn? Dat zou vol
komen hun stramme houding verklaren).
Trump kwam terug met de twee boeken,
gracieus werd afscheid genomen, de uit-
noodiging herhaald en aangenomen, en de
Sunbeam stortte zich weer de ruimte in.
Trump maakte slechts één opmerking. „De
kwestie bij haar ls", zei hij, „dat zij te
vroolijk is".
Nu het andere.Erg kort. Erg wonderlijk.
Juist was ik van een middagwandeling
thuis gekomen (in de buurt van Farthing
Hall, wil ik bekennen), toen er op mijn
deur geklopt werd en Trump zijn hoofd
naar binnen stak, om te vragen, of ik mr.
Rossett een oogenblik wilde ontvangen.
Welken mr. Rossett, vroeg ik. „De jonge".
„Ja. 't is goed", zei lk, mijn nieuwsgie
righeid ging geweldig omhoog. Een oogen
blik later was de jonge Rossett in mijn
kamer, heelemaal als een jongmensch uit
Dickens, aan de knop van een rijzweep. Ik
vroeg hem niet om te gaan zitten, ik bood
hem niets te drinken aan. Ik wachtte. Hij
keek zuur, maar was blijkbaar bang om
vriendelijk te zijn. Hij mompelde lets over
mijn hulp om hem thuis te krijgen den
vorigen avond (wat een misselijk, lever
kleurig slappe jonge bandiet is hij!) en
zweepte zichzelf toen op om op de eigen
lijke zaak te komen. Hij zat ellendig in de
knoei. Ik was den vorigen avond fatsoen
lijk tegen hem geweest. Hij zat verduiveld,
ja verduiveld in de knoei. Kon ik hem
helpen?
Ik staarde hem verbluft aan. Hij wist
net, hoe hij het draaien moest. Zijn vader
(en hier kreeg zijn gezicht éën bijzonder
gelen glans) mocht er niets van weten. Ik
vroeg hem toen of het geld was? Ja, zei hij,
dat was het gedeeltelijk. Zou ik hem,
voor een week of twee maar, wat willen
leenen? Zou ik hem tweehonderd pond
willen leenen?
De brutaliteit er van overduvelde me. Hij
zag, dat lk verbaasd was en toen zei hij,
met een allerberoerdste poging om zooge
naamd vertrouwelijk te grijnzen was ik
niet verliefd op zijn zuster? Als dat zoo
was en onder gentlemen gaat het
eerlijk toe indien ik hem een zetje gaf,
dan zou hij mij er een geven.
Ik stond op en hij er vandoor. Dat
was al wat er gebeurde. Eén blik in mijn
richting en hij was de deur uit en de trap
af. Ik hoorde de deur van het logement
achter hem dichtslaan. Wel, wat zeg je
daarop? Is dat niet een charmante broer,
die mijn Jean heeft? En raak lk niet netjes
in de Rossett-zaken betrokken? Ik moet
ophouden. Deze is lang genoeg geworden.
Wacht nog maar één dag en jij zult weten
of Marjorie in Lambdale is of niet.
Je Je toegenegen MARK.
P.S. Later Ik heb juist een wonderbaar
lijk uur met Jean gehad. Hier, in deze
zelfde kamer. Ik zal morgen schrijven.
Wat een geluk voor mij wat 'n ongeloof
lijk gelukl
The Heretics,
Regency Street, W. L
Beste Mark,
Ik ga jouw brief opeens beantwoorden,
om twee redenen. De eerste is, dat ik be
hoefte heb je een stuk van mijn ziel te
geven (waarom geven wij alleen de onple
zierige stukken weg?) Laat ik een paar
zinnen uit je laatsten brief citeeren: „zal
het goed voor Marjorie zijn om van jouw
innerlijken drang te weten? Zal zij later
niet altijd tegenover jou ln de meerderheid
zijn? Wanneer jullie weer bij elkaar bent,
zou lk er, als ik jou was, mijn mond over
houden". Denk jij, dat je aan bisschop
Proudie aan het schrijven bent? Is dit
jouw begrip van den huwelijkschen staat?
meerderheid? mond houden? Jij
kunt mooi daar zitten, te midden van die
prachtige heuvels, bewerend, dat je ver
liefd bent, en toch zóó glad, zóó ordinair
schrijven over de teerste en verrukkelijkste
der menschelijke verhoudingen het is
ongelooflijk! Als je zoo bent, als groen
hout, hoe zal je dan zijn als het dorre? Zal
ik Je zeggen, waarom je zulke dwaasheid
aan mij kunt schrijven, en toch, in de da
delijk daarop volgende paragraaf, dol zijn
als Shakespeares' Romeo? Jij geeft jezelf
bloot wanneer je over mij praat als over
„den op zijn gemak gestelden, zelfvolda-
nen, gelukkig getrouwden Robert New-
lands". Onder in je kinderlijke ziel zit de
overtuiging, dat Marjorie en ik geen reëele
menschen zijn, geheel en al verschillend
van jou en je Jean. Jij verbeeldt je heusch
dat, wanneer een man en een vrouw naar
het altaar gaan, of naar het stadhuis, zij
in een oogwenk veranderd worden en dat
zij daarna automatisch „op hun gemak ge
steld, zelfvoldaan, gelukkig getrouwd"
worden. Neen, zulke menschen bestaan
alleen maar in de verbeelding van kinde
ren. En jij, beste Mark, bent een kind.
.(Wordt vervolgd),.