Huldiging Uiver-bemanning - Noüember-üeldloop - 16-Jarig vioolwonder Üet geheimzinnige Landhuis 75s,e Jaargang LEIDSCH DAGBIAD Twee Je BlaJ Noodlanding militair vliegtuig. De vier van de „Uiver". De Nationale November-veldloop over 31/* K. M. te Utrecht. FEUILLETON. DE HULDIGING VAN DE UI VER-BEMAN NING IN DEN HAAGSCHEN DIEREN TUIN. Minister Merchant spreekt den heer Plesman en de bemanning toe. Te Staphorst moest een militair vliegtuig een] noodlanding maken. De beide inzittenden kwamen met den schrik vrij De machina moest gedemonteerd worden. IIET 16-JARIGE VIOOLWONDER GUILA BUSTADO die met groot succes in het Concertgebouw te Amsterdam optrad. Prins (voorop) en v. Brugge. Parmentier en Moll (v.l.n.r.) bij de huldiging in Rotterdam. De start der hardloopers. DE CABARET-ARTIST PAUL OSTRA - die tenge volge van een auto-ongeluk sedert Sept. in het zieken huis te Amsterdam verpleegd werd, verlaat deze inrichting weer geheelhersteld. Ut het Engelsch van Hugh Walpole en J. B. Priestley, door H. A. C. S. GO) Maar eerst een stukje praktisch nieuws, jou raakt. Wie denk je, dat slechts "Jf mijlen hiervandaan logeert, niet alleen Jjpert, maar ook een kennis is van mijn ®™kenden vriend mr. Rossett, en met ook ik waarschijnlijk, zoo klein is de JWeld, binnen zeer korten tijd zal kennis ®«en? Wie anders als jouw, eigen dier- geesteltjke, rijk-begaafde mrs. Mas- Dam? Er is aan de andere zijde van den «Wel misschien herinner je je het n Uein dal, dat heet Lartibdale en ln «mbdale is een huls, dat van alle mo- «me gemakken is voorzien, warm en koud JJwr. biljartkamer, garages, en allerlei •telijks, het heet Pine House, en wie J*We het vorig jaar Pine House voor ™8en duur? Mrs. Masham in eigen per- r°n' Zij was daar blijkbaar in den vroe- zomer en is oppervlakkig bekend met ^.Rossetts; zij ls daar nu weer en heeft ^blijven. Zij heeft een groote auto, naar schijnt, waarin ze vroeger eens de Garrowdale binnendrong, had een "'loc-mankement, informeerde bij mijn vriend Trump, en ging tenslotte naar de Rossetts, om hulp te vragen. Zij kreeg daar thee, vleide Rossett, zei. dat hij een spiri tueel oog had wat dat mag zijn, weet ik niet en inviteerde hem, om haar te komen bezoeken. Is de wereld eigenlijk niet een klein plekje grond? en hoe oneindig veel vaker is er een toevallige samenloop van omstandigheden in het leven dan in een roman! Nu is de gedachte bij mij op gekomen, dat het mogelijk is dat Marjorie bij mrs. Masham is. Waarom niet? Mrs. Masham was de uitwendige en zichtbare oorzaak van jouw moeilijkheden, zoo niet de innerlijke en geestelijke, en ik geloof dat Marjorie heel best deze redeneering kan gehad hebben „nou, hij houdt niet van mrs. Masham, ik zal het hem wel eens goed duidelijk maken", en toen is zij regel recht naar haar toegegaan, en bij haar gaan logeeren. Marjorie's vertrek, zooals zij dat uitvoerde, zonder een woord er over tegen jou, is voorzoover ik haar ken, zóó in strijd met haar karakter, dat het slechts een voorbijgaand melodrama moet zijn. was het ernstig en gemeend, dan zou zij het, daar ben ik zeker van, uitvoerig met Jou besproken en overwogen hebben. Omdat zij weet, dat 't niet lang duren kan, kan zij deze scheiding een beetje thea traal maken, terwijl zij bij zichzelf over weegt, dat het voor jou goed kan zijn, en voor haar zelf een grap is. Ik zou echter durven wedden, dat zij, waar zij ook zit, al naar iou verlangt; niets veroorzaakt meer hartelijke gehechtheid dan een tijde lijke afwezigheid, die niet al te zwaar is. Ik vind het echter heel moeilijk aan je te schrijven. Het is weer zoover gekomen, dat jij voor mij iets onwerkelijks gewor den bent en aan een geest gelijk. Ik kan mij zelfs jou gelaatsttrekken niet voor den geest halen, behalve dat je een nog al lange neus en een vastberaden kin hebt! 't Is heelemaal niet jouw fout, iedereen is thans zoo voor mij, sinds gisteravond. Ik ben bezig aan jou te schrijven, niet in jouw belang of tot jouw vermaak, maar alleen, omdat deze wondervolle dingen, wanneer ik ze op papier zet, duidelijker feiten zullen schijnen. Ik vroeg gister morgen, voor lk ging wandelen, aan Trump of hij nooit, ondanks zijn pessimistische filosofie, gevoeld had, dat het goed was om te leven. Ja .antwoordde hij, dat had hij eens gevoeld,. Ik vroeg hem, bij welke gelegenheid het geweest was; ik verwacht te, dat hij zinspelen zou op zijn eerste ontmoeting met mrs. Trump. Maar niets daarvan. Hij zei, dat de eenige gelegen heid, welke hij zich herinneren kon, waar bij hij wezenlijk het gevoel gehad had, dat het goed was om te leven, geweest was, toen hij vernam, dat zyn schoonvader op zee was verdronken. Hij legde mij uit, dat hij geen wrok had gehad tegen zijn schoonvader, maar dat deze een zoo onaangenaam mensch was geweest, tege lijk zóó gezond, dat, gezien zijn levens opvatting, hij er zeker van was. dat hij dezen mensch voor eeuwig en altijd Bij zich zou houden, terwijl hij zijn biertjes opdronk en zijn eten at, en hem razend maakte, met zijn dronken vroolijke aard en zijn voortdurende aardige geldleenin- gen. De schoonvader was echter naar Ramsgate gegaan, voor een verzetje, was in een klein bootje gaan varen en ver dronken. Toen hij de tijding kreeg, had mr. Trump werkelijk het gevoel gehad, dat het goed was te leven; 't was, zei hij, een gulden dag geweest. Mijn dag, gis teren, was ook een gulden dag en om redenen, die dat durf ik mij verbeelden beter zijn dan die van mr. Trump. Maar eerst moet ik je wat meer vertel len van mijn vriendschap met Rossett; deze is snel aan het groeien, 't Is niet zoo, dat hij aan mij behoefte heeft, maar meer zoo, dat hij behoefte heeft aan een soort van vat, waarin hij een stroom van dron ken, zelfvoldaan, hevig egoïsme kan laten afvloeien. Ik heb nooit van zijn leven zoo'n onverdraaglijken egoïst leeren ken nen. Ieder, die eenig karakter heeft, is natuurlijk een egoïst, en, wanneer het ka rakter wat beteekent, kan je dat egoïsme vergeven, en je er zelfs over verheugen, maar het afschuwelijkste, dat er in de wereld is, is een egoïsme zonder karakter. Rossett is geen persoonlijkheid; hij ls alleen maar een geweldige, overloopende massa van hartstochten, wreedheden en domheden, maar behalve deze heeft hij het pathos van een dier, dat in een strik gevangen is. Zijn bewegingen zijn als van iemand, die hevige verborgen pijn lijdt, maar hij weet niet waarom, hij weet in derdaad niets Hij gelooft, dat hij een prachtig creatuur is, een soort van Ge vangen Prometheus en, als hij zich maar kan bevrijden, zal hij de wonderbaarlijkste dingen doen. Hij heeft een verachting voor ieder en alles; zijn woordenvloed ls vol van verhalen, hoe hij beter is dan dis of die. Zijn eenige groote qualiteit is zijn liefde voor dezen grond, die hem iets van een mysterie verleent, alsof hij een boom was, die voortdurend in den storm staat, of een huis, dat op het punt is van in elkaar te vallen, of een rivier, die tot een brullenden stroom is geworden en zijn kracht voelt, maar niet weet, wat er mee aan te vangen. Ik geloof, dat hij, hoe lan ger hoe wanhopender wordt, ten deele omdat hij van drank is doortrokken, ten deele omdat hij allerlei soort van finan- cieele moeilijkheden heeft en geen uitweg ziet, ten deele omdat hij zich werkelijk verlaten gevoelt, op dezelfde manier als een dier in den dierentuin. Ik heb een af keer van hem en zou van hem weg willen vluchten naar den versten uithoek der wereld, ware Jean er niet, maar ik weet, dat zij in een steeds toenemend gevaar is, tengevolge van zijn buien en wildheid. Ik heb het gevoel, dat het niet te laat ls, wanneer er maar iemand was die de zorg over hem op zich zou nemen; had hij geld genoeg en een hem overdonderende gewel dige vrouw, die hem ordelijk en sober zou maken, dan zou hij, geloof ik, veranderen in een van die er nog al goed uitziende, domme en pedante oude heeren, die, vol doend afgerost door een hardvochtige vrouw, zóó getemd zijn, dat zij een zeker soort maatschappelijk fatsoen hebben be reikt. Kon ik maar zoo'n vrouw vinden, dan zou Jean vrij zijn! .(Wordt vervolgd), j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5