VELO TAFELBIUARTS
„IDEAAL TAX'
TELEF. 1180
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 October 1934
Derde Blad
No. 22884
i Buitenl. Weekoverzicht.
BINNENLAND.
DE BETERE TAX
Berichten vorige oplage.
BINNENLAND.
ACHTER DE SCHERMEN!
RECLAME.
76
Hoewel er altijd nog geen reden ls, om
(8 vreezen voor een herhaling van Sera-
iewo, begint de moord van Marseille niet
temin zwaI"te schaduwen te werpen over
de Europeesche politiek. Totdusver had
men uit Zuld-Slavië heel weinig gehoord;
eerst wilde men blijkbaar den gedooden
koning in alle eerbiedige stilte naar
zijn laatste rustplaats leidenNu
koning Alexander ls bijgezet ln het mau-
foleum der Karageorgewltsjen, begint zich
te openbaren een verscherping in de ver
houdingen tot de belde buurlanden ItaUë
en Hongarije! En dit zal ongetwijfeld
voedsel geven aan de pogingen om de ver-
bonds-politlek, zooals deze zich totnutoe
ontwikkelde, te breken.
Zeer de aandacht heeft getrokken
vooral zoo kort na den moord! het be
zoek van den Hongaarschen premier
Goemboes aan Warschau, te meer, waar
de verhouding tussohen Polen en Duitsch-
land geregeld hartelijker lijkt te worden,
waarvan de omzetting van de wederzij d-
sche gezantschappen in ambassades het
laatste bewijs ls. Zelfs in Frankrijk oor
deelt men de Dultsoh-Poolsche vriend
schap momenteel zoo innig, dat meerdere
persorganen niet langer aarzelen, om te
verklaren, dat Polen naar het Duitsche
kamp is overgegaan met pak en zak! En
hoewel dit misschien iets te veel ls ge
legd, toch komt duidelijk naar voren, dat
ie tijd, dat Polen achter Frankrijk aan
liep, voorbij is, dat Frankrijk op Polen
sis bondgenoot door dik en dun niet meer
beeft te rekenen.
Voor de Kleine Entente en speciaal voor
Tsjecho-Slowakije, beteekent dit een groot
gevaar en zonder twijfel zullen Benesj en
Titulescu een uiterste poging wagen om
de Kleine Entente volledig in stand te
houden, als het kan met uitbreiding door
1 het opnemen van Bulgarije ln den Bal-
kanbond. Beide genoemde staatslieden
veten daarbij te kunnen steunen op
frankrijk!
Voor den nieuwen Franschen minister
van buitenlandsche zaken Laval komt er
dientengevolge belangrijk werk aan den
winkel. Hij zal de Kleine Entente een
riem onder het hart moeten steken en
voorts trachten het streven van Barthou
te voleindigen: een Fransch-Italiaansche
overeenkomst tot stand te brengen! Welk
batste slechts dan mogelijk wordt, zoo
Laval er tevens in slaagt om de toene
mende Hetze tussohen Italië en Zuid-Sla-
sie niet alleen te doen bedaren doch om
te zetten in een politiek van toenadering.
Het is een zeer moeilijke opgaaf.
Van andere zijde zit men intusschen
niet stil, getuige het reeds aangekondigde
bezoek van Goemboes aan Rome, voor La-
val daar nog kan verschijnen. Voor
Duitschland is het daarom dubbel spijtig,
de aanvankelijk zoo goede betrekkingen
met Italië door het Oostenrijksche avon
tuur zoo beneden het vriespunt te hebben
doen dalen; dooh Breeroo zeide Immers al:
het kan verkeeren
Een zeer belangrijke November-maand
ftaat ons te wachten, waarbij op het groote
speeltooneel der politiek uiterst gewich
tige beslissingen zullen moeten vallen!
Vooral achter de coulissen zullen de voel
hoorns worden uitgestoken!
Gelijk momenteel te Londen bij de
voorbereidende vlootbesprekingen, die
daar een aanvang hebben genomen.
Hoewel alle partijen elkaar reeds eenmaal
hebben ontmoet, verneemt men zoo goed
als niets, het diepste stilzwijgen wordt in
achtgenomen. Een bepaald gunstig teeken
is dat o. i. niet, want vast staat, dat Ja
pan de bestaande verhoudingen heeft op
gezegd en pariteit eischt. Japan eischt dus
in de plaats van de Engelsch-Amerikaan-
sche-Japansche verhouding 553 volko
men gelijkheid! Doch evenzeer is bekend,
dat Amerika deze onder geen omstandig
heden wil toestaan en dan zelfs liever den
bewapeningswedloop zal aanvaarden
Een heerlijk vooruitzicht is dit allerminst!
Japan schijnt echter onder invloed van
de militaire kaste, die daar zoo al niet de
macht dan toch den grootsten invloed in
handen heeft, tot geen wijken bereid en
daarvan getuigt ook zijn optreden in
Mandsjoekwo. Zooals bekend, is dit Ja-
pansche wingewest onder dekmantel van
een keizerrijk onder keizer Poe-Yi door
geen der mogendheden erkend, hetgeen
Japan natuurlijk ten zeerste verdriet.
Zoolang dit niet gebeurt, blijft China in
naam voor de mogendheden daar de sou-
verein, zooals trouwens de Volkenbond ook
het uitsprak, reden waarom Japan Genève
den rug toedraaide. Geen middel wil
Japan ongebruikt laten om deze erken
ning te forceeren, getuige hetgeen ge
beurt rondom het z.g. petroleum-monopo-
lie. dat Mandsjoekwo zou willen instellen.
Kwam dit tot stand, dan beteekende dit
voor diverse mogendheden w.o ook ons
eigen land! een economische strop; dat
dientengevolge reeds daartegen werd ge
opponeerd, spreekt van zelf. Wat ant
woordt Japan? Wendt u tot de desbe
treffende regeering te Charbin.... Hoe
Kan men zich echter wenden tot een niet
erkende mogendheid
Weinig bemoedigend blijft het uitzicht
ln het Verre Oosten!
Temidden van deze zoo belangrijke en
beslissende gebeurlijkheden baart in vele
landen de binnenlandsche toestand ern
stige zorgen. In Zuid-Slavië is een nieuw
kabinet Oezoenowitsj gevormd, dat meer
een nationaal ministerie bedoelt te zijn,
doch aan den anderen kant geen inbreuk
op de eenheid van het land zal dulden.
Ju Frankrijk onderneemt Doumergue zijn
groote krachtproef door zijn voorstel tot
grondwet-wijziging in dien vorm, dat het-
2'i de premier hetzij de president der re-
Publiek voortaan, zal kunnen overgaan
tot Kamer-ontbinding, zonder het par
lement daarin te kennen. Gezwegen van
enkele minder op den voorgrond treden
de maatregelen. Vele Kamerleden, wier
Politiek bestaan daardoor bedreigd wordt,
voelen er uit den aard der zaak niet voor;
van links probeert men Doumergues stre
wn theïstisch voor te stellen, ter-
'r bet toch niet anders is dan een be-
nit»rming der democratie tegen haar
s®b! En de Senaat, die een van zijn
Kam ven zou verliezen thans is
,i,®?r"0btbinding alleen mogelijk met
toestemming! dreigt eveneens een
BELASTING VRIJ LAGEN PRIJS
ONOVERTROFFEN KWALITEIT
Filialen der VELO Waschmachine Maatschappij
DE BEGROOTING VAN
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
HET WERK VAN GENÈVE.
De verhouding met België.
Het Voorloopig Verslag der Tweede Ka
mer is versohenen inzake de begrooting
van Buitenlandsche Zaken.
Eenige leden geven als hun meening te
kennen, dat thans wel vaststaat, dat de
Volkenbond als een mislukking is te be
schouwen.
Deze leden achtten den tijd gekomen
om ernstig te overwegen of de deelneming
van Nederland aan dat werk wel moet
worden voortgezet.
Vele andere leden zouden het zich ont
trekken aan de regelmatige internationale
samenwerking en aan het internationale
persoonlijke contact, welke het lidmaat
schap van den Volkenbond met zich brengt,
met ernst moeten ontraden.
Verscheidene leden verklaarden zich met
de door de Regeering genomen beslissing
inzake de toetreding van Rusland tot den
Volkenbond niet te kunnen vereenigen.
Deze leden waren van meening, dat de
universaliteit van den Volkenbond een be
langrijke voorwaarde voor het welslagen
van zijn arbeid is en derhalve met kracht
moet worden nagestreefd. Het uiteindelijke
doel moet zijn, alle staten in den Volken
bond te vereenigen. Dat doel is echter on
bereikbaar, als men de staten gaat keuren
naar hun binnenlandsche verhoudingen.
Vele andere leden daarentegen keurden
het optreden der Regeering in deze aan
gelegenheid goed.
Sommige leden gaven als hun oordeel te
kennen, dat het belang der bevordering
van den vrede zeer zou worden gediend
door opneming van den Paus ln den Vol
kenbond.
Andere leden wezen erop, dat de Vati-
caansohe staat als lid van den Volken
bond zou kunnen worden toegelaten, doch
niet de Paus als hoofd der R.K. Kerk.
Verscheidene leden stelden de vraag, of
te Genève wel met genoegzame kracht
wordt gearbeid aan het zoo sympathieke
werk van de bescherming der minderhe
den. Zij zouden het op prijs stellen, in
dien de Regeering bij de bevoegde Vol
kenbondsinstantie op het betrachten van
een zoo groot mogelijke activiteit in dezen
zou willen aandringen.
Sommige leden verklaarden het zeer te
betreuren, dat de Nederlandsch-Belgische
aangelegenheden, welke onderwerpen wa
ren van het bekende niet goedgekeurde
verdrag van 1925 thans blijkbaar geheel
rusten. Middelerwijl geeft het ontbreken
van behoorlijke regelingen telkens weder
aanleiding tot moeilijkheden, waarin dan
van zekere zijde reden gevonden wordt tot
een berichtgeving, waardoor de publieke
opinie wordt verontrust.
Sommige leden vroegen, of ook naar het
inzicht der Regeering de tijd die thans
niet gekomen is om de Unie van Socia
listische Sowjet-republieken de jure te
erkennen.
Grootere activiteit werd gewenscht ge
acht bij het rechtzetten van onjuiste be
richten over Nederland of Ned.-Indië in
de buitenlandsche pers. Vooral voor zoover
het Ned.-Indië betreft, zijn, naar werd op
gemerkt, de gevallen, waarin onjuiste be
richtgeving plaats heeft, talrijk. Men dacht
in 't bijzonder aan beriohten in de Japan-
sche pers met betrekking tot de met Ja
pan gevoerde handelspolitieke besprekin
gen. In menig geval blijft tegenspraak uit,
in andere gevallen komt zij veel te laat.
Nu de Regeering over een eigen persdienst
beschikt, behoorde een en ander, naar men
meende, niet meer voor te komen.
Ook afgezien van het vraagstuk van den
gouden standaard, dat niet tot de onder
werpen behoort, welke bij dit begrootings-
hoofdstuk in behandeling komen, ver
klaarden verscheidene leden met instem
ming kennen te hebben genomen van
Nederland's aansluiting bij het z.g. goud-
blok, Naar zij meenden kan dat blok zeer
nuttig werkzaam zijn in het belang van
het herstel van den internationalen goe-
derenruil.
Andere leden, die er op wezen, dat de
kracht van ons land steeds in een politiek
van zelfstandigheid heeft gelegen, ver
wachtten van een economische aansluiting
van Nederland met de andere landen van
het goudblok eer moeilijkheden dan voor
deel.
Gevraagd werd of het juist is, dat van
Nederlandsche zijde met Britsche vloot-
autoriteiten besprekingen, Ned.-Indië be
treffende, zijn gehouden. Indien zulks in
derdaad het geval is, zou men gaarne ver
nemen, van welken aard die besprekingen
waren.
RECLAME.
124
spaak in het wiel te steken. Doumergue
schijnt evenwel te willen doorzetten, waar
bij hij aan zijn zijde heeft staan de vrees
voor hetgeen er gebeuren kan, als hij
valtDat is inderdaad een open vraag!
De publieke opinie staat achter dsn pre
mier!
Ook hier wordt gewerkt achter de
schermen
Verscheidene leden herinnerden er aan,
dat het is voorgekomen, dat Nederlanders,
die ln Nederland wonen en zich voor een
kortstondig verblijf naar Duitschland had
den begeven, in dat land zijn gearresteerd
en zeer langdurig van hun vrijheid be
roofd wegens feiten, welke in Nederland
plaats grepen en waarin de Duitsche over
heid vergrijpen van politieken aard zag.
De leden, hier aan het woord, dachten in
het bijzonder aan het bekende geval-Span-
sier. Een optreden ais hier bedoeld, acht
ten zij niet alleen voor de betrokkenen
persoonlijk, doch ook uit een algemeen
oogpunt bezien, zeer ernstig, temeer omdat
na arrestaties, als waarvan hier sprake is,
de verdere rechtsgang wel eenigszins
schijnt af te wijken van hetgeen in dit
opzicht, althans hier te lande, als nor
maal wordt besohouwd. De hier bedoelde
leden verkeerden onder den indruk, dat
in gevallen als deze door de regeering niet
steeds krachtig genoeg ter bescherming
van de Nederlandsche onderdanen wordt
opgetreden. Gaarne zouden wij vernemen,
welke stappen de regeering in dit opzicht
gedaan heeft of zich nog voorstelt te ne
men, ln het algemeen en in het geval-
Spansier in het bijzonder.
Sommige andere leden waren van oor
deel dat de regeering welke haar hou
ding ook in andere gevallen geweest moge
zijn, waarvan hun niets bekend was in
de zaak-Spansier al datgene heeft gedaan
wat mogelijk was.
VERNIEUWING VLOOT KON. HOLL.
LLOYD?
In overweging bij de regeering.
Naar wij vernemen heeft de Kon. Holl.
Lloyd eenige maanden geleden aan de re
geering verzocht, haar in staat te willen
stellen, de passagiersvloot der maat
schappij gedeeltelijk te vernieuwen.
Het verzoek houdt verband met een bin
nenkort te verwachten radicale reorgani
satie van het bedrijf. In regeeringskringen
schijnt voor deze plannen, welke ook van
beteekenis zijn voor den in nood verkee
renden Nederlandschen scheepsbouw, veel
belangstelling te bestaan.
„Hbld."
MEVR. M. W. H. RUTGERS-HOITSEMA. t
De oudste pionierster der
Vrouwenbeweging overleden.
Gisteren is te Rijswijk op 87-jarigen
leeftijd overleden mevr, de weduwe M. W.
H. Rutgers-Hoitsema, de oudste Neder
landsche pionierster in den strijd voor de
vrijmaking van de vrouw.
HET INCIDENT IN DE RIDDERZAAL.
Minister Colijn achte de verwildering
der communistische Kamerleden
rechtmatig.
Op de vragen van het Tweede-Kamerlid
De Visser, in verband met het verwijderen
van hem en twee andere communistische
Kamerleden uit de Vereenigde Vergade
ring der Staten-Generaal op 13 September
j.l, heeft minister Colijn, als voorzitter
van den ministerraad thans geantwoord.
Dr. Colijn verwijst, wat betreft de be
voegdheid van den voorzitter in dezen en
de rechtmatigheid van het aanwezig zijn
van rechercheurs in de zaal, naar art. 109
lid V van de Grondwet. De regeering deelt
niet de zienswijze, dat de plichten des
voorzitters van de Vereenigde Vergadering
nauwkeurig zijn omschreven in arte 2 van
het Reglement van Orde, volgens welke
bepaling hij leden tot de orde kan roepen,
terwijl het recht tot het doen verwijderen
hem slechts is verleend voor toehoorders.
De bepaling van art. 109 der Grondwet
betreffende het plaats nemen der leden
naar willekeur, beteekent, dat de leden
plaats nemen zonder te onderscheiden, tot
welke Kamer zij behooren.
Naar het optreden van de rechercheurs
is in opdracht van den minister van Justi
tie een politioneel onderzoek ingesteld.
Voor de regeering bestaat geen aanleiding
de juistheid van de uitkomst van het on
derzoek in twijfel te trekken.
Tot de taak der politie behoort de be
scherming van personen. Aan de veront
waardiging van het publiek jegens de or
de-verstoorders kan niet worden getwij
feld. De ervaring van de drie communis
tische leden, dat hun na hun overbren
ging naar een veilige plaats en de daarop
gevolgde vrijlating geen overlast door het
publiek is aangedaan, bevestigt, aldus con
stateert minister Colijn, de doeltreffend
heid van de genomen maatregelen.
Ten slotte wordt ontkennend beant
woord de vraag of de parlementaire on
schendbaarheid voor communistische Ka
merleden niet bestaat, alsmede die, of de
artikelen 121 en 122 Wetboek van Straf
recht, welke met straffen van 12 en 3 jaar
hem bedreigen, die een lid uit de verga
dering verwijdert, of verhindert die bij te
wonen, te hunnen gunste niet van toepas
sing zou zijn.
INVOER VAN WOLLEN STOFFEN.
Afgekondigd is de wet van den 20sten Juli
1934 tot regeling van den invoer van wol
len en halfwollen stoffen.
Invoervergunningen worden slechts ver
strekt aan een erkenden Importeur, tot
een hoeveelheid, gelijkstaande aan ten
hoogste 50 ten honderd van de gemid
delde door hem in de jaren 1929 en 1931
ingevoerde waarde.
Onder dit besluit vallen niet: beklee-
dingsstoffen voor de meubelindustrie;
cylinderdoek en drukdekens voor de indus
trie; geborduurde stoffen: paardenhaar
tusschenvoering, waarvan de ketting ge
heel bestaat uit katoen en de inslag uit
niet gesponnen paardenhaar.
ZUIO-HOLLANDSCHE
VEREENIGING
„HET GROENE KRUIS".
ALGEMEENE VERGADERING
TE ROTTERDAM.
Te Rotterdam vergaderde gisteren de
Zuid-Hollandsche vereeniging „Het Groene
Kruis" en wel voornamelijk over een voor
stel van het hoofdbestuur opdracht te
verleenen tot het instellen van een studie
commissie over het vraagstuk of en zoo ja
op welke wijze de vereeniging het werk
van de thans opgeheven gezondheidscom
missies kan overnemen of vervangen.
De besprekingen nu zijn aangevangen
met een uiteenzetting van dr. J. E. Feisser
te Rotterdam. Spr. achte de gezondheids
commissies in den een of anderen vorm
voor het platteland onontbeerlijk. Het zal
echter moeilijk zijn de wettelijke sancties,
die deze instellingen hadden, opnieuw te
verkrijgen, zij het voor lichamen in an
deren vorm. Aanvankelijk stond de mi
nister van Sociale Zaken op het stand
punt, dat het particulier initiatief tot vor
ming van nieuwe en zoo noodig andere ge
zondheidscommissies aangemoedigd moest
worden. In een brief aan de commissaris
seri der Koningin heeft hij er ni. op aan
gedrongen een zoodanig initiatief te steu
nen. De minister heeft echter dit stand
punt verlaten.
Spr. heeft op verzoek van de vrouwen
vereniging te Klaaswaal een bespreking
gehad met dr. J. R. Slotemaker de Bruine,
minister van Sociale Zaken, over deze
kwestie. De minister deelde toen mede de
gezondheidscommissies in geen enkelen
vorm terug te verlangen.
„Als ze er eenmaal zijn," zoo ongeveer
sprak hij, „zullen ze allicht bij de Over
heid komen vragen om subsidie te ver
leenen, en daar wil ik niets van weten."
Voortgaande betoogde dr. Feisser, dat
„Het Groene Kruis" desniettegenstaande
het initiatief moet nemen tot vorming van
nieuwe gezondheidscommissies. Zij is
daarvoor de aangewezen vereeniging, al
beseft zij wellicht niet hoe een belangrijke
plaats zij inneemt op het gebied der volks
gezondheid. Zij moet het uitgangspunt zijn
voor de vorming van districtsgezondheids
diensten, die het karakter moeten dragen
van raadgevende lichamen ten behoeve
van de gemeentebesturen. Zij zuilen
streekbelangen moeten dienen, zoodat zij
in hun samenstelling gewestelijk, niet
plaatselijk moeten zijn. Als de keuze der
daarin te benoemen leden al te klein is be
staat het gevaar van gebrek aan deskun
digheid. Vele gezondheidscommissies heb
ben geLtald, omdat zij naast een tekort
aan diligentie een al te groote ondeskun
digheid aan den dag legden. Het gevolg
was, dat de gemeentebesturen haar ad
viezen naast zich neerlegden.
Dr. T. Beekenkamp uit Gouderak noem
de de verdwijning der gezondheidscom
missies voor het platteland funest. De ge
volgen vain de opheffing moeten, zeide hij,
tot een minimum herleid worden. Spr. be
twijfelde echter of dit moest geschieden
op de door dr. Feisser geschetste wijze.
Iedere wettelijke basis en alle wettelijke
sancties daarvoor ontbreken, en die zullen
ook niet gemakkelijk te herkrijgen zijn.
Dat er iets gedaan moet worden blijkt
wel uit het feit, dat thans hier en daar
bijzondere commissies worden benoemd
met een taak, die vroeger tot die der ge
zondheidscommissies behoorden.
Komen er particuliere gewestelijke ge
zondheidsdiensten ,die noch den inspec
teur der volksgezondheid, noch Gedepu
teerde Staten achter zich hebben, dan
zullen zij weinig kunnen uitrichten. Spr.
meende juist, dat de plaatselijke afdeelin-
gen van Het Groene Kruis kleine commis
sies moeten vormen; die kunnen, ook al
hebben zij geen wettelijke sancties, meer
invloed oefenen op plattelandsgemeente-
besturen dan commissies, waarin men-
schen zitten, die vreemd zijn voor de ge
meentebesturen. Bovendien zullen op deze
wijze de kosten lager worden.
Na deze twee uiteenzettingen heeft een
reeks van sprekers, voor het meerendeel
burgemeesters en artsen van plattelands
gemeenten, instemming betuigd met het
initiatief van het hoofdbestuur. Aan de
hand van tal van ervaringen werden de
zienswijzen der beide inleiders getoetst.
Repliceerende wees dr. Feisser er nog
op, dat de te vormen lichamen een grooter
gebied moeten bestrijken dan de gezond
heidscommissies deden. Die staarden zich
blind op de volkshuisvesting en besteedden
geen of weinig aandacht aan tal van an
dere kanten van de volksgezondheid.
De vergadering heeft zich ten slotte met
het voorstel vereenigd. Binnenkort zal de
commissie benoemd worden.
De vergadering, die onder voorzitter
schap stond van dr. J. Ph. Elias. heeft ver
der nog tal van andere zaken afgehan
deld. Tal van commissievergaderingen zijn
besproken en goedgekeurd. Rekeningen,
verantwoordingen en begrootingen zijn
vastgesteld. Een groot aantal wijzigingen
in het huishoudelijk reglement zijn aange
bracht. Drie nieuwe hoofdbestuursleden
zijn gekozen. Het zijn de heeren R van
den Hoek te Barendrecht. J T. Rade-
macher te Spijkenisse en C. G. Roos te
Lekkerkerk. Afgetreden waren de beeren
G. van Andel, P. A. Troost en P. C. J. van
der Slikke.
De dag is besloten met de vertooning
van een film ter propageering van ge
neeskundig schooltoezicht.
HET BEZOLDIGINGSBESLUIT VOOR
BURGERLIJKE RIJKSAMBTENAREN,
De minister van binnenlandsche zaken
verleende dezer dagen een onderhoud aan
het permanent comité uit de christelijke
organisaties van personeel in publieken
dienst ter bespreking van de aanpassing
der salarissen en loonen van het personeel
in dienst der provinciën en gemeenten aan
het bezoldigingsbesluit voor burgerlijk»
rijksambtenaren.
De delegatie uit het comité gaf uiting
van de teleurstelling, die bij het christelijk
overheidspersoneel is ontstaan, doordat de
indruk is verwerkt, dat de minister wel
bezwaar maakt tegen elke voor het perso
neel der lagere besturen gunstiger regeling
als voor het rijkspersoneel geldt, doch dat
blijkbaar ten aanzien van minder gun
stige bepalingen in de salarisregelingen
der lagere organen geen opmerkingen
worden gemaakt. In het bijzonder legde de
delegatie nadruk op het niet verplichtend
stellen van de kinderbijslag.
De minister verklaarde nadrukkelijk,
dat hij niet nalaat in de gevallen, waar een
salarisregeling bij een lager orgaan in een
voor het personeel ongunstige zin afwijkt
van de rijksregeling en derhalve eveneens
een exces vormt, zijn bezwaar daartegen
bij het lager orgaan kenbaar te maken en
zoo noodig gebruik te maken van zijn be
voegdheid ontleend aan artikel 126 der
ambtenarenwet. Dit laatste heeft reeds
meerdere malen plaats gehad. Ten aanzien
van de kinderbijslag meende de minister
te moeten opmerken, dat het als bekend
mag worden verondersteld, dat hij ernstig
in overweging geeft de rijksregeling te
volgen, doch dat te dezen aanzien in ver
band met de locale omstandigheden geen
volstrekt bindende voorschriften door hem
kunnen worden gegeven. Bij het ont
breken van een kinderbijslag of bij het
niet invoeren daarvan, wordt bij de aan
passing van de bezoldiging aan het rijks
bezoldigingsbesluit daarmede door hem
ernstig rekening gehouden.
Overigens verklaarde de minister zich
bereid de wenschen en opmerkingen van
de delegatie nader onder de oogen te zien
en na te gaan in hoeverre het mogelijk is
de toekenning van de kinderbijslag meer
algemeen toepassing te doen vinden.
Onderstaande berichten werden reeds ln
een deel van onze vorige
oplaag opgenomen.
NIEUW WERKTIJDENBESLUIT
VOOR FABRIEKEN.
De voorzitter van den Hoogen Raad van
Arbeid heeft benoemd in de commissie,
welke aan den Raad praeadvies zal uit
brengen omtrent het voorontwerp van een
nieuw werktijdenbesluit voor fabrieken o£
werkplaatsen, tot lid en voorzitter mr. dr.
A. L. Scholtens, tot leden en plaatsver
vangend lid: S. de la Bella Jr. (N.V.V.);'
A. C. de Bruyn (R.-K. W.V.); Alb. Duister-
hof (N.V.V.)prof. dr. D. van Embden, ir.
Z Th. Fetter (Verbond van Ned. Werk
gevers), dr. ir. A. H. W. Hacke (plv. ir. H.
J. Scholte), J. J. Jeronimus (N.V.C.), dr.
L. G. Kortenhorst (R.-K .Werkg. Vereeni
ging) F. L. van der Leeuw (Kon. Ned.
Midd.Bond), J. H. van Lonkhuyzen (Chr.
Werkg.-Verg.)mr. B. C. Slotemaker (Ver
bond Ned. Werkgevers), A. Stapelkamp
(C.N.V.), prof. dr. J. A. Veraart.
De voorzitter van den Hoogen Raad van
Arbeid heeft benoemd in de commissie,
welke aan den Raad praeadvies zal uit
brengen omtrent een voorstel tot wijzi
ging van art. 12 der Arbeidswet 1919
(verplichting aan werkgevers om jeugdige
arbeiders gelegenheid te geven vakonder
wijs e.d. te volgen) tot lid en voorzit-
i ter: prof. mr. P. S. Gerbrandy, tot leden
en plaatsvervangend lid: F. L. van der
Eom (Chr. Werkg.Verg.), mr. A. M. En
gels, dr. ir. A. H W. Hacke (plvv. ir. H. J.
Scholte); C. W. Jacobsen (N.V.V.), prof.
mr. A. C. Josephus Jitta, ir. W. Maas
Geesteranus (Ned. Mij. voor N. en H.), F.
S. Noordhoff (N.V.V), J. Schipper (C.N.V),
mr. B. C. Slotemaker (Verb. Ned. Werk
gevers), Ch. Stulemeyer (R.-K. Werkg.
Verg.), Jos Veldman (R.-K. W.V.).
RIJKSCOMMISSIE WERKVERRUIMING.
Dezer dagen vergaderde de Rijkscom
missie Werkverruiming te 's-Gravenhage.
Bericht was ingekomen van den voor
zitter van den Raad van Ministers, dat de
regeering besloten heeft, dat de commissie
voortaan zal ressorteeren onder het De
partement van Economische Zaken.
Mededeeling werd gedaan van een aan
tal gevallen, waarin in den een of anderen
vorm de steun der commissie was gevraagd
Hierbij kwam naar voren dat er nog
ondernemers zijn, die i.p.v. zelf in vol
doende mate de aanpassing van hun
onderneming aan de gewijzigde omstan
digheden te bevorderen, hiermede liever
wachten totdat te dezer opzichte voor
waarden door de Overheid worden gesteld.
Ook blijkt het nog steeds voor te komen,
dat Overheidslichamen of Overheidscol-
leges om technische redene voorkeur geven
aan levering van buitenlandsche producten
of installaties, boven levering hiervan
door Nederlandsche ondernemingen, ter
wijl andere Overheidsinstellingen of
Overheidscolleges zonder eenig bezwaar
van Nederlandsche fabrieken diezelfde
producten of soortgelijke installaties be
trekken.
Eveneens komt het nu nog voor, dat bij
betrekkelijk kleine verschillen de voor
keur wordt gegeven aan buitenlandsche
producten boven Nederlandsch fabrikaat.
De commissie betreurt het in deze door
de bedoelde Overheidslichamen of Over
heidscolleges ingenomen standpunt en zal
niet nalaten elk onder haar aandacht
komend geval bij de regeering voor te
brengen.
Medeeling werd gedaan van een groot
aantal gevallen, waarin sinds de vorige
vergadering de bemiddeling der commissie
was ingeroepen om te trachten de op
dracht van bepaalde orders aan het
Nederlandsche bedrijfsleven ten goede te
doen komen.
Ten slotte werd besloten, dat de com
missie zal trachten het overleg te bevor
deren tusschen hen. die regelmatig be
paalde producten behoeven en de Neder
landsche fabrieken, welke die producten
Irunnen vervaardigen, teneinde te verkrij
gen. dat de orders voor bedoelde producten
worden gecoördineerd en de Nederlandsche
industrie in staat te stellen door ver
zekerde afname van grooter kwantiteiten
haar kostprijzen te verslagen.