Het Seminarium der Remonstranten
De Panderjager geheel vernield.
75,le Jaargang
ZATERDAG 27 OCTOBER 1934
No. 22884
0FF1CIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
1634 - 28 OCTOBER - 1934.
DE HULDIGING
DER UIVER-BEMANNING.
Het voornaamste Nieuws1
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Ots.
Bureau Noordeinckplein Telefoonnummer* voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT»,
Voor Lelden per 3 maanden f. 2,36; per week ST.l'ï.'. f. 0.18
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd sdfca, për wëek 0.1»
Franco per post f. 2.35 portokosten. s
•vniffi f. I
Dit nummer bestaat uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door
ben vergunning ls verleend aan: a. Chr.
de Groot en rechtverkrijgenden tot het
oprichten van een kopergieterij ln het
perceel Vliet No. 52, kad. bekend Sectie E
Sis 93 en 94; b. „La Vesdre", Société Ano-
jyme Beige de Peignage et Filature de
ïaine te Vervlers en rechtverkrijgenden
tot liet oprichten van een wolspinnerij
in het perceel Zoeterwoudsche weg No. 3,
tad. bekend Sectie O. No. 1312.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
leiden, 27 October 19S4,
144
GOUDEN DOCTORAAT.
Donderdag 1 November a.s. zal het 50
jaar geleden zijn, dat dr. W. J. M. van
Stockum, oud-conrector aan het Gymna
sium te Dordrecht, thans wonende te
's Gravenhage aan de Leidsche Universiteit
promoveerde tot doctor ln de letteren en
wijsbegeerte.
DE LEIDSCHE AMATEUR-FOTOGRAFEN
VEREENIGING.
Met Superpan en Vacublitz in Amsterdam.
In een der zalen van „In den Vergulden
Turk kwam de Leidsche Amateur-Foto
grafen-Vereeniglng onder voorzitterschap
ran Ir. A. M. Overeljnder ln vergadering
bijeen. Na een kort openingswoord en bal
lotage van een nieuw lid, wenschte den
heer Binnenkamp den voorzitter geluk
met den door hem behaalden eersten prijs
ia den K.N.S.M. fotowedstrijd. Tot leden
der kascommissie werden benoemd de
teren van Ophuijzen en Heijkamp.
Vervolgens hield de heer Hofker een
tauserie over het onderwerp: „Met super
pan en Vacublitz ln Amsterdam". Aller
eerst vergeleek spr. de prachtige en ge
makkelijke Vacublita-verlichting met de
vroeger gevolgde methode met magnesium
niet alleen is het thans mogelijk korter te
belichten, ook het gemak wordt in hoogs
mate gediend. Zonder stoornis te verwek
ken is het thans mogelijk opnamen te
maken in een concertzaal enz. Tevens
gaf spr. enkele practische wenken over 't
gebruiken van Superpan-materiaal.
De heer Hofker verduidelijkte zijn cau
serie met een uitgebreide serie meest
prachtige opnamen, waarvan vooral ver
melding verdienen de foto's van den rei
nigingsdienst gemaakt ln de riolen, Am
sterdam bij sneeuw, de Joodsche ritueele
gebruiken, de diamantslijperijen, de Ko
ninklijke familie ln Amsterdam, het inte
rieur van het Koninklijk Palels en den
Artis, in het bijzonder van het Aquarium.
De heer Overeijnder dankte spr. harte
lijk voor zijn interessante causerie en
leerzame uiteenzettingen en deelde mede,
bat ook voor beginners een broom verf-
cursus gehouden zal worden en dat zich
dezen avond vijf nieuwe leden hebben op
gegeven.
EEN GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT.
Ds. G. J. Sirks schrijft ons:
Maandag a.s. zal hier ter stede door de
Remonstrantsche Broederschap het drie-
honderjarig bestaan van haar Seminarium
worden herdacht. Te Leiden, omdat hier
het Seminarium is gevestigd en verbon
den aan de Universiteit. Dat is niet altijd
zoo geweest. Van 1634 tot 1872 was Am
sterdam de stad waar de Remonstrantsche
predikanten aan de „queekhof", gelijk de
instelling oudtijds werd genoemd, opge
leid werden. In dit laatste Jaar is deze
echter overgebracht naar Leiden, waar zij
nu dus 61 jaar thuis is. De laatste pro
fessoren Tiele, Groenewegen, en thans
prof. Heering, zijn in Leiden dan ook wel
bekend.
Het is ook wel bekend, dat er geen bij
zonder gebouw is aan te wijzen waarin 't
Remonstrantsche Seminarium gevestigd
is. Het staat nergens, maar het bestaat
wel. Het bestaat voornamelijk uit een pro
fessoraat en een bibliotheek. De colleges
worden voor een deel in de gebouwen der
Universiteit gegeven (zooals ook a.s. Maan
dag prof. Heering ln het groot-auditorium
de herdenkingsrede zal uitspreken) en
anderdeels in de Remonstrantsche Kerk
aan de Hooglandsche Kerkgracht en op de
kamer van den hoogleeraar. Zoo is het
van het begin af geweest. Eigenlijk was
het toen nog meer achter muren terugge
trokken.
Dat begin is heel sober geweest. Er was
geen plechtige opening: heel eenvoudig
weg is de hoogleeraar Simon Eplscopius
in zijn huis te Amsterdam, bij de daar
achter de huizen verborgen Remonstant-
sche Kerk op 28 October 1634, met 7 stu
denten de colleges begonnen. Hij schrijft
in een brief aan zijn vriend Cupos, onder
andere dingen door„Met het Seminarium
sal ick sin hoet gaen wil. In ons huys salt
moeten begonnen worden en dat op mor
gen. Wat verder geschieden sal, leert de
tyt. Vale". Veel soberder kan het al niet.
Toch lag er heel wat voorbereiding en
strijd en offer achter dit enkele feit. En
het leven van Eplscopius was niet langs
een effen pad gegaan. Het is bekend hoe
de heele geschiedenis van het ontstaan
der Remonstrantsche Broederschap door
verbanning en onderdrukking vooraf was
gegaan. Bij dit ontstaan hadden velen hun
aandeel aan de strijd gehad. Allereerst
wel de voorlooper der Remonstranten, Ja
cobus Arminius, ter wiens nagedachtenis
Maandag in de Pieterskerk een gedenk
steen zal worden onthuld. Om dezen hoog
leeraar en zijn tegenstander Gomarus was
immers de strijd ontbrand over de waarde
die in het geloof aan menschelijke belij
denissen nooit worden toegekend. Die
strijd ging verder onder de studenten en
sloeg door deze over op „de kostbazen bij
wie zij thuis lagen". Zoo drong hij in ons
volk door. Arminius heeft dit niet gewild.
Hij was eer zachtmoedig dan strijdlustig.
Zijn vroege dood, in 1609, is zeker ook
niet gekomen los van den strijd waartoe
hij gedwongen was. Naast Arminius had
Uytenbogaert zijn groote aandeel in de
zorgen. En met dezen Episcopius. Beiden
Toestel te Allahabad teaen een tractor gevlogen en verbrand.
Pander jager, die sinds Zondag met een beschadigd landingsgestel en een verbogen
Propeller te Allahabad stond, zou gisteravond te half acht de vlucht naar Melbourne
'oortzetten. Bij den start is het toestel in botsing gekomen met 'n tractor, waarop
Pfo zoeklicht was geplaatst, en in brand gevlogen en volkomen vernield. Er kon
™ts worden gered. Geysendorffer en Asjss werden licht gewond; Pronk bleef
™gedeerd. De bemanning zal terugkeeren met het stoomschip „Dempo", dat op 31
October uit Colombo vertrekt en anders met het vliegtuig, dat Woensdag uit
Batavia start.
hebben, met anderen die ook ten tijde der
Dordtsche Synode uit ons land verbannen
waren, de schouders gezet onder de taak
van organisatie der Remonstranten. Een
maal veroordeeld door de Synode en uit
gedreven uit de kerk, waartoe zij innerlijk
overtuigd waren te behooren, hebben zij
noodgedwongen een eigen kerk, de Re
monstrantsche Broederschap, gesticht.
„Zal men dan een nieuwe secte oprich
ten? Wij hebben 't niet willen doen, maar
de gebreken der Kerk in de Kerk willen
beteren en anderen tot ons trekken door
goddelijke matigheid", schreef Uytenbo
gaert. „Laat het vrij de Remonstrantsche
Kerk of gemeente heeten. Indien ons
fundament is Gods waarheid, en 't uit
ware godvruchtigheid. God zal het zege
nen Dit wensch ik maar, dat ons werk
een blijvende vrucht hadde tot Gods eere,
onze verheuging in den Heer en veler
menschen zaligheid".
Het belangrijke is hierbij dat Uyten
bogaert van het begin af begrepen heeft,
dat een Kerk ook een eigen opleiding voor
predikanten moet bezitten, om aan het
geloofsleven in de wereld een wetenschap
pelijke achtergrond te geven. Immers ge
loof is niet een zaak van gevoel alleen
of van stemmen van een oogenblik, maar
een leven dat gefundeerd door de eeuwen
heen moet kunnen blijven staan. Hier lag
een verschil met de oude Doopsgezinden
die oorspronkelijk een leekenbeweging zijn
geweest en pas veel later tot het stichten
van een Seminarium zijn overgegaan. De
Remonstranten hebben echter van den
aanvang af prijs gesteld op een weten
schappelijke opleiding hunner predikan
ten.
Het is een uitvoerig verhaal hoe einde
lijk, ook door groote geldelijke offers en
door een legaat van den oud-hoogleeraar
uit Sedan, professor Tilenus die oor
spronkelijk de Remonstranten had bestre
den maar door lectuur van hun geschrif
ten hun vriend geworden was in 1634
alles gereed was voor het begin „om een
queekhof van jonge studenten aan te fok
ken die na onzer afgang het heylig werk
der Dienst mogen vervolgen."
Veel overleg heeft het gekost waar het
Seminarium zou komen. Rotterdam, de
oudste en grootste gemeente der Broeder
schap. pleitte voor de vestiging aldaar, ook
omdat Episcopius in de Maasstad woonde.
Maar in Amsterdam, waar althans na
1626 de magistraat ruimgezind was, had
den de Remonstranten in 1630 de eerste
kerk mogen bouwen en in 1632 was in de
Y-stad de „Illustre School" gesticht, het
Athenorum waar twee Remonstrantsch-
gezinde hoogleeraren aan verbonden wa
ren. De school sloeg door naar Amster
dam. Toen was Episcopius de aangewezen
man om de eerste hoogleeraar van het
Seminarium te worden. Hij was reeds
vroeger hoogleeraar aan de Universiteit te
Leiden geweest maar in den tijd der troe
belen afgezet. Van zijn studenten had hij
met een uitvoerige rede afscheid geno
men en hen op het hart gebonden:
„Houdt de waarheid in eere, en oordeelt
nooit, ten gevalle van iemand, over eeni-
ge zaak of ook over mij anders, dan uwe
rede en uw geweten u vergunnen".
Door de Synode veroordeeld had hij
naar het buitenland moeten uitwijken,
maar was ln 1626, toen onder Frederik
Hendrik een gematigder bewind heerschte
naar het vaderland teruggekeerd. Terwijl
Uytenbogaert de leider en organisator was
had Episcopius zich onder de Remonstran
ten onderscheiden door zijn wetenschap
pelijke verdediging der beginselen. Hij had
o.a. in 1621 de belijdenis der Remonstran
ten opgesteld. Hij was het dan ook die als
eerste hoogleeraar werd gekozen en die
van 1634 tot aan zijn dood in 1643 het
Seminarium heeft geleid. Op de zilveren
penning, na zijn sterven geslagen, wordt
hij geprezen als een die door leer en leven
de naakte, zuivere waarheid en de gulden
vrijheid verdedigd heeft.
Na hem heeft een onafgebroken reeks
theologische professoren aan het semina
rium voor de opleiding der studenten zorg
gedragen, in sommige tijden, vooral in de
18de eeuw bijgestaan door een hoogleeraar
in de wijsbegeerte. Zoowei onder de eer
sten als onder de laatsten komen namen
voor, die ln de geschiedenis niet vergeten
i zijn, en het is merkwaardig hoe van de
vele vreemdelingen, die door een onver
draagzaam bestuur uit hun eigen land
verdreven waren in onze Provinciën, niet
het minst in Amsterdam, een wijkplaats
vonden, enkelen hoogleeraren aan het
Remonstrantsch Seminarium geworden
zijn. Zoo is te denken aan mannen als
Corcullaens, Cleriens en Wittstein. Zij
dankten aan dat Seminarium de gelegen
heid voor hun wetenschappelijk werk, en
het Seminarium dankt ook aan hen de
bekendheid en den roem, die ver buiten
onze grenzen is gegaan. Niet het minst
I heeft hun verdiensten gelegen in hun
EEN GOEDKOOPE REISGELEGENHEID
NAAR SCHIPHOL.
Van zeer vele zijden blijkt ons, dat tal-
looze stadgenooten van plan zijn op
Zaterdag 17 November, op Schiphol tegen
woordig te zijn bij de aankomst van de
„Uiver". In verband daarmede, en natuur
lijk rekening houdende met de plannen,
die voor een te verwachten huldiging zul
len worden vastgesteld, deelen wij reeds
thans mede het voornemen te hebben op
dien dag voor onze stadgenooten een goed-
koope reisgelegenheid naar Schiphol te
scheppen.
Wij zullen te zijner tijd daaromtrent
nadere mededeelingen doen.
DE DIRECTIE.
wegbereidend werk van Bijbelonderzoek.
Want zooals in het geloofsleven der Re
monstranten den Bijbel in eere was, zoo
was ook in hun studie de aandacht op den
Bijbel gericht en hebben zij tot het onder
zoek van en het inzicht in den Bijbel niet
weinig bijgedragen.
Hiernaast is opmerkelijk hoe de geest
van het Seminarium open is geweest voor
opkomend wijsgeerig inzicht. Toen Carte-
sius zijn werk begon en vooral door theo
logen men denke aan den Utrechtschen
hoogleeraar Voetius fel werd bestreden,
doceerde Curcellaens zijn wijsbegeerte aan
het Seminarium, en werd iets later aan de
Remonstrantsche studenten voorgeschre
ven van deze wijsbegeerte kennis te nemen.
Toen John Locke in Holland was had hij
regelmatigen omgang met de Remon
strantsche hoogleeraren Philippus van
Lemborch en Clericus en hebben dezen
elkaar wederzijds beïnvloed. En toen Im-
manuel Kant zijn werken schreef was Pau-
lus van Hemert, hoogleeraar aan het Se
minarium, de wegbereider voor dezen
wijsgeer in Nederland. Hierbij is ook te
ken aan den zeer bekenden hoogleeraar
Daniël Wijttenbach, die, als voorstander
van klassieke wijsbegeerte, een reeks jaren
Remonstrantsch hoogleeraar is geweest,
waarna hij professor aan het Athenaenum
te Amsterdam en later aan de Universiteit
te Leiden werd, en grooten roem verwierf.
Is zijn graf niet nog bij de hooge boomen
onder Oegstgeest?
Onder dit alles door rusttte de opleiding
der studenten in handen der theologische
hoogleeraren, van welke enkelen in stilte
hebben gewerkt, anderen naar buiten be
kend geworden zijn. Onder hen waren Phi
lippus van Limborch, die de Remonstrant
sche gedachte in een groot werk samen
vatte en een geschiedenis der inquisitie
schreef, Adrianus van Cattenburgh, Jaco
bus Krighout, Abraham Arent van der
Mursch, Jan Konijnenburg, die in den Na-
poleontischen tijd de verarming en de
noodzakelijke onderbreking van het on
derwijs van 1813 tot 1816 doormaakte;
Abraham des Amorie van der Hoeven, de
redenaar bij uitstek uit de eerste helft der
19de eeuw; Joannes Tideman, de grondige
kenner der Remonstrantsche Geschie
denis.
Foto van Prof. A .des Amorie v. d. Hoeven,
hoogleeraar aan het Seminarium 1827
1855 naar een schilderij door A. J. Kruse-
man (1855) en opgenomen in het Ge
denkboek, dat heden bij de uitgevers
Lankamp en Brinkman te A'dam
is verschenen.
In 1873 kwam voor het Seminarium een
groote wending door de verplaatsing uit
Amsterdam naar Leiden. Een geheele ver
andering van het theologisch hooger
onderwijs was toen op til en het verlangen
niet aan een stedelijk Athenaeum, maar
aan een Universiteit verbonden te zijn
deed zich gelden. In Amsterdam was de
laatste student afgestudeerd en nieuwe
leerlingen hadden zich niet aangemeld.
Door dit alles werd na veel overleg het
besluit genomen Amsterdam te verlaten.
De Leidsche hoogeschool heeft het Semi
narium toen welkom geheeten, en de
BINNENLAND.
Het 300-jarig bestaan van het Remon-
Seminarium
strantsch
hier ter stede.
(Stadsnieuws, le Blad).
De Panderjager is bij den start te Alla
habad door brand vernield; Geysendorffer
en Asjes werden licht gewond; Pronk bleef
ongedeerd. (4e en le Blad).
Het economisch beleid der regeering
voorloopig verslag der Tweede Kamer.
(4e Blad).
De Tweede Kamer over do begrooting
van buitenlandsche zaken (Binnenland,
3e Blad).
Algemeene vergadering van de Zuid-
Hollandsche vereeniging „Het Groen®
Kruis". (Binnenland, 3e Blad).
BUITENLAND.
De vlootbesprekingen te Londen. (Bui
tenland, 3e Blad).
Dr. Jaeger afgetreden ais „Rechtsanwalt"
der Evangelische Kerk in Duitschland.
(Buitenland, 3e Blad).
Regeeringsverklaring der nieuwe Zuid-
Slavische regeering (Buitenland, 3e Blad.
Remonstranten zijn teruggekeerd naar de
plaats vanwaar zij eens verdreven waren,
en naar de stad waar zij langer dan inj
de meeste steden waren vervolgd. C. P.
Tiele, die oudere Leidenaars zich nog wel
herinneren, was er de eerste hoogleeraar,
die tevens staatslioogleeraar werd toen
een leerstoel werd gesticht voor de ge
schiedenis der godsdiensten. In 1902 is hij
opgevolgd door H. Y. Groenewegen die zich
op wijsgeerig terrein heeft bewogen en ook
op het gebied der Remonstrantsche ge
schiedenis gearbeid heeft. Toen deze in;
1916 hoogleeraar te Amsterdam werd, werd
G. J. Heering tot seminariumhoogleeraar
benoemd, wiens speciale studie zich vooral
op de zedekunde had gericht, op welk
gebied zijn dissertatie zich bewoog en
welke studie hij tijdens zijn professoraat
heeft voortgezet en in vrucht heeft om
gezet.
In 1834 is het tweede eeuwfeest van het
Remonstrantsche Seminarium te Amster
dam plechtig herdacht. Nu, in 1934, zal het
te Leiden geschieden. Een tentoonstelling
in de Lakenhal brengt <feze dagen beel
tenissen en een herinnering aan de voor
gangers samen. Een gedenkboekje waarin
de door professor Heering uit te spreken
rede wordt opgenomen, vertelt uitvoe
riger dan hier mogelijk is de geschiedenis
van het Seminarium door de drie eeuwen
heen. Dit boekje verschijnt Maandag a.s.
en is in den boekhandel verkrijgbaar.
Hier wijdden wij in een kort overzicht
onze aandacht om deze oude Kweekschool
die in het godsdienstig en wetenschappe
lijk leven van ons vaderland haar eigen
plaats had en heeft en geboren is uit een
strooming van oud echt Nederlandsch
Protestantisme.
DE ACTIE VOOR EEN OVERDEKT
ZWEMBAD.
Naar men ons mededeelt zal de onlangs
reeds aangekondigde propaganda-avond
van de N.V. De Sportfondsen, afdeeiing
Leiden, gehouden worden op Woensdag 31
October a.s. te half negen in den foyer
van de Stadszaal. Mr. J. A. C- Bieren
broodspot, uit Amsterdam, zal daar een
lezing (toegelicht met lichtbeelden en een
film) houden over „het Sportfondsenbad
te Leiden". De bijeenkomst ls gratis toe
gankelijk en gaarne wekken wij alle be
langstellenden op deze bijeenkomst bij të
wonen. Aller medewerking is thans noodig
om de actie zoo goed en zoo spoedig mo
gelijk te doen slagen. Bij den ingang der
zaal zullen propaganda-geschriften wor
den uitgereikt, waarin de noodzaak van de
stichting van een overdekt zwembad hier
ter stede nog eens wordt uiteengezet.
GEREF. GEMEENTE.
Bij de Geref. Gemeente hier ter stede is
in de vacature ontstaan door het vertrek
van ds. W. C. Lamain naar Rotterdam-
Zuid en voortdurend door eenige bedank
jes,, thans beroepen ds. R. Kok te Vee-
nendaal.
Ds. Kok werd geboren in 1890 en in
1915 predikant te Aagtekerke. Vandaar
vertrok hij in 1925 naar Gouda. Sinds 1930
staat ds. Kok in zijn tegenwoordige ge
meente.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
Naamlooze Vennootschap E. Hoilants'
Schoenenmagazijnen. Vischmarkt 23,
Leiden. Uitt.r. Dir.: Wed. J. J. C. C. van der
SandenHoilants, Leiden. Uittr. Comm.:
H. L. A. M. Hoilants, Leiden. N. Dir.: J. Th.
Raemakers. Leiden. N. Comm.: A. H. Rae-
makers, Nijmegen