Défilé langs de baar van Barthou - Belgrado rouwt I DE FREGATVOGEL 75,fe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. door George Owen Baxter, naar den Amerikaanschen roman bewerkt door J. M. P. 27) Neef Ekigar keek werkelijk zwart; hij eeneerschte echter de woede, die in hem en met zijn gerulschloozen wed heen en weer te loopen. Renney zette nu acbraP voor de uitbarsting, de beenen mi v j ?*ler' ^et hoofd voorover gebogen, ter u?« van "*en buUdog in zij" karak- en ..l wilde niet wijken, maar vroeg fi«^0Uu6' "Wel' ilc kwam om rapport alles is"enSen' Beloof, dat dit zoowat ,Jlee£ ®dsar kon nog geen antwoord 5"™1 "U ging voor de piano zitten en wm eem=e accoorden aan, met gebogen nn u ,nabenkend. Toen wennde hij zich °P de kruk om. „Kom hier". Renney kwam naderbij. "Wat is er gebeurd?" mi'il, AsPrey tegen den muur met inno u. JTe op ziin boofd gericht. Dat riaJu-F. d.lanSs den spoorweg, dat hii n„, lonminste. Wel, hij was niet dood, «éw. i?1.111 de deuropening achter mij en m c. at wapen uit mijn hand", dersl J? z l,n rechterhand uit en verwij- _een zakdoek, welke er om gewikkeld wnn'rf "j?,? duim en wijsvinger was een hand J? ar en aan do" mg van de dkod was rood—en-blauwe plek. „Je kunt nu geen wapen meer hantee- ten", merkte neef Edgar op. „Niet?" grijnsde Renney, „dat idee heeft al eens een man het leven gekost! Mijn linker is even goed als mijn rechterhand". Hij bewees dit door een revolver met de linkerhand ergens vandaan te tooveren en dadelijk weer te doen verdwijnen. „Het heeft tijd en oefening gekost om dat te doen", merkte hij op. Neef Edgar keek toe en nam goede nota. „Renney", zeide hij, „geef toe dat je een idioot geweest bent door dien man Geraldi te onderschatten". „Onderschatten", antwoordde de ban diet. „Ik wist, dat hij glad was, niet zoo glad als het uitkwam, maar handig ge noeg. Wel, hij sloop mij eenvoudig voorbij. Ik zat hem achterna, zooals ik nog nooit een man heb nagezeten. Ik dacht, dat ik hem van het dak van een spoorijtuig had geschoten, ik zag hem er af vallen; de hemel weet, wat een man meer zou kun nen doen. Daarvoor had ik hem al in een gevangenis doen opsluiten, maar er zijn geen gevangenissen gemaakt om hem vast te houden. Neef Edgar luisterde, overwoog en was gerust gesteld. „Renney", zeide hij, „er zijn menschen, die nooit een mislukking excuseeren. Ik ben niet zoo; integendeel, ik geloof, dat ik je van nu af aan meer kan vertrouwen dan tevoren". „Chef", zeide Renney langzaam, „ik weet niet hoe het uit te drukken, maar als ik Geraldi te pakken kon krijgen, dan zou ik bereid zijn het volgende oogenblik te ac cepteeren wat voor mij is weggelegd". Er lag een rustige overtuiging in dit gezegde, welke geheel bevredigde. Edgar Asprey knikte. „Je wilt het spoor dus ook verder volgen?" vroeg hij. „Ik wensch niets anders". „Dan zal ik je zeggen, hoe dat spoor te kruisen; die twee zijn natuurlijk op weg naar den gouverneur". „Zoo? Dan zal ik ze daar wel te pakken krijgen". „Als je zonder ophouden rijdt, een paard is vlugger dan een trein van hier naar de hoofdstad. Ik zal je een paard geven en een brief". „Ik ga dadelijk op weg". „Wacht even. Neem eens aan, dat Je Geraldi ontmoet, Renney. Wat zou ie met hem kunnen doen?" „Hem dooden, chef, zoo zeker als „Ben je daar zoo zeker van?" Renney dacht na; alles wel beschouwd was er geen reden om zoo optimistisch te zijn. „Neen", gaf hij eindelijk toe. „Ik weet het niet, ik ben bereid de kans te wagen, dat is alles. Hoe het zal uitpakken, kan ik niet raden; ik denk, dat de kansen ge lijk zullen zijn". „Zoo mag ik het hooren", antwoordde Asprey. „Opsnijden is goed voor gekken. En dan, nu je niet zekerder kunt zijn, heb ben wij een tweeden man noodig". „Juist, dat zou beter zijn". „Ken je lui, die we kunnen huren?" „Ik ken er genoeg, maar geen jongens, die in een geval als dit zouden kunnen helpen". „Waarom niet? Waarom niet? Is die Geraldi van ijzer? Is hij niet te treffen met looden kogels?" „Misschien wel, Ik weet het niet, maar dat wil ik wel zeggen, niet elke mannetjes putter, die je in het vuur brengt, zal met hem in contact komen. Het gemakkelijkste in de wereld is een bende te bevechten". „Goed dan, wat stel je dan voor?" „Ik zal het overdenken. Wat kan ik be talen?" „Hoeveel heb je noodig?" „Met een duizend kan ik het klaarspelen met elk van de lui, die ik ken". „Zooveel kun je krijgen". „Ik heb nu alleen nog maar het paard noodig om te kunnen vertrekken". „Er is nog iets anders om op te wachten, dat is de brief, dien ik je zal meegeven". „Goed, ik zal wachten". „Ben je al eens in de hoofdstad ge weest?" „Zeker, ik heb daar twee jaar gewoond". „Ken je de politici?" „Allemaal" „Je bent een tijdlang bij Bill Sandy Johnson in dienst geweest, hè?" „Ja". „Nu, Renney, die is een zaak, die mij kan maken, en breken, begrijp je? En het is een boodschap, die ik niet met de post kan zenden, die moet persoonlijk worden overgebracht". „Je bent begonnen mij te vertrouwen, ga maar verder", antwoordde Renney. „Wie is de baas van de bende in de hoofdstad?" „De Gouverneur". „Natuurlijk; staat er iemand achter den gouverneur?" „Ja. hij heeft een vriend". „Zijn naam?" „Lachende Joe Green". „Ken je dien?" „Als een boek". „Ga dan naar Joe Green en zeg hem, dat je van mij komt". „Zal dat voor hem waarde hebben?" „Zooveel", zeide Asprey kalm, „dat je geen geld op tafel behoeft te leggen; mijn belofte zal voldoende zijn". „Dat klinkt goed". „Je kunt Joe Green zeggen, dat Robert Asprey op weg is om den gouverneur te spreken om gratie te verkrijgen voor den dood van Sam Lapaz vijf jaar geleden. Je weet van dien moord af?" „Alles". „Zeg aan Green, dat als hij dat voor komen kan, hij een flinke cheque van mij zal krijgen. Ken je hem genoeg om te weten, wat zijn prijs is?" „Die is hoog". „Natuurlijk, voor zoo iets. Nu, Renney.ik laat het bedrag aan jou over. Ik kan vijf tigduizend dollars neertellen op het oogen blik, dat ik weet. dat de gouverneur geweigerd heeft de zaak van Robert As prey te herzien. Zie zelf tot zaken te komen met Green en als je hem voor min der krijgen kunt, dan mag je het verschil houden". Renney knipperde met de oogen en slikte. „Ik heb het gehoord", zeide hij, „wat voor zekerheid kan ik krijgen, chef?" „Zekerheid, zekerheid?" riep Asprey uit, „man, je weet al genoeg om mij met een woord te ruïneeren". Renney knikte. „Ga regelrecht naar de hoofdstad en zoek Green op. Mijn neef heeft de plaats misschien al voor jou bereikt, maar als je hard rijdt, zul je daar zijn, voordat er iets definitiefs gedaan is; bewerk Green!" „Heeft hij invloed op den gouverneur? Is de gouverneur ook een schurk?" (Wordt vervolgd). Direct na het bekend worden van den moord op Koning Alexander werden in Belgrado zwarte rouwvlaggen uitgestoken. Een straat in Belgrado met vele vlaggen. Belgrado rouwt. BE EERSTE FOTO VAN PRINSES MARIA Pil dochter van kroonprinses Marie José en kroonprins Umberto van Italië. MADAME NOZIèRE die in het proces tegen haar dochter Violette Nozière, die door de rechtbank ter dood veroordeeld is, gehoord werd. De typhoon-ramp in Japan. De typhoon, welke Japan geteisterd heeft, heeft aan duizenden personen het leven gekost. Een deel van de stad Kyoto, nadat de typhoon er overheen getrokken was. EEN LAATSTE GROET AAN BARTHOU. Duizenden defileerden in den Salon de l'Horloge aan den Quai d'Orsay te Parijs langs het stoffelijk overschot van Barthou.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5